ZITTING VAN MAANDAG 17 FEBRUARI 2020

 

Aanwezig:

voorzitter

Peter Van Rompaey

voorzitter vast bureau

Wim Caeyers

raadsleden

Servais Verherstraeten, Hans Schoofs, Koen Van Gompel, Paul Vanhoof, Jos Lodewijckx, Tomas Sergooris, Lotte Vreys, Jan Vangheel, Zehra Ünlü, Solange Abbeloos, Ria Melis, Davy Geboers, Anneleen Dom, Els Ceulemans, Maarten Van Camp, Chris Xhenseval, Mehmet Arikan, Lander Geyzen, Masha Celen, Bas Van Olmen, Sofie Molenberghs, Koen Boeckx, Sonja Geysen

leden vast bureau

Andreas Verbeke, Lieve Heurckmans, Hilde Valgaeren, Frederik Loy, Hans De Groof, Maria Belmans, Wendy Soeffers

algemeen directeur

Stefan Hendrix

Verontschuldigd:

raadslid

Hanne Paepen

 

 

Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

NOTULEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN - 20 JANUARI 2020 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn vergaderde in zitting van 20 januari 2020.

 

De notulen van deze raad werden in Meeting.mobile gekoppeld als bijlage aan dit agendapunt.

 

Juridische gronden

Artikel 34 § 1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn - goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 maart 2019 - bepaalt dat de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur.

 

Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 33 § 1 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn alle besproken onderwerpen vermelden in chronologische volgorde, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen.

 

Bijlagen

1)      Notulen raad voor maatschappelijk welzijn 20 januari 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het is verplicht dat de notulen van de vorige raad voor maatschappelijk welzijn worden goedgekeurd op de eerstvolgende zitting.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 januari 2020 worden goedgekeurd.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

KADER VOOR UITZENDARBEID - AANPASSING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De raad moet bepalen in welke gevallen uitzendarbeid mogelijk is binnen de krijtlijnen van het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen. Hiertoe is een kader voor uitzendarbeid uitgewerkt. De raad keurde in zitting van 28 november 2018 het kader voor uitzendarbeid goed. Om toe te laten gebruik te maken van uitzendarbeid voor jobstudenten moet artikel 3 van dit kader worden aangepast.

 

Juridische gronden

De Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruiker (uitzendarbeidswet) vormt het wetgevend kader voor uitzendarbeid.

Het Decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen vormt een decretaal kader voor de invoering van uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen, waaronder de vormen van uitzendarbeid, waarvan de overheidswerkgevers gebruik kunnen maken, de vaststelling van de duur waarop een beroep kan worden gedaan op uitzendarbeid, de overlegprocedure met de vakorganisaties die door elke overheidswerkgever moet worden gevolgd vooraleer effectief gebruik kan worden gemaakt van uitzendarbeid en de voorafgaande kennisgeving aan de representatieve vakorganisaties van de gevraagde indienstnemingen van uitzendkrachten.

 

Inspraak en advies

De aanpassing van het kader voor uitzendarbeid wordt besproken op het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties in zitting van 5 februari 2020.

 

Bijlagen

1) 20200217_GROR_kader_uitzendarbeid

2) 20200205_OOC_protocol_uitzendarbeid

 

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De raad moet bepalen in welke gevallen uitzendarbeid mogelijk is binnen de krijtlijnen van het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen. Hiertoe is een kader voor uitzendarbeid uitgewerkt. De raad keurde in zitting van 28 november 2018 het kader voor uitzendarbeid goed. Om toe te laten gebruik te maken van uitzendarbeid voor jobstudenten moet artikel 3 van dit kader worden aangepast.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het bestuur. Bij het effectief gebruik van uitzendarbeid worden de nodige financiële middelen voorzien.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De OCMW-raad keurt het aangepaste kader voor uitzendarbeid zoals toegevoegd als bijlage aan dit besluit goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

PERSONEELSFORMATIE OCMW - AANPASSING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De laatste wijziging van de personeelsformatie werd goedgekeurd in zitting van de OCMW-raad op 23 april 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de personeelsformatie per graad het aantal betrekkingen vermeldt en dat het aantal wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

Artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de personeelsformatie, in voorkomend geval, het onderscheid tussen de statutaire betrekkingen enerzijds, en de contractuele betrekkingen anderzijds, weergeeft.

 

Inspraak en advies

De wijziging van de personeelsformatie wordt besproken op het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties in zitting van 5 februari 2020. 

 

Bijlagen

1)      Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 5 februari 2020.

 

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Naar aanleiding van het gewijzigde organogram voor het woonzorgcentrum Ten Hove moet de personeelsformatie van het OCMW worden uitgebreid met 1 statutair voltijds equivalent in de graad van hoofdverpleegkundige (BV5).

 

Financiële weerslag

In het budget zijn voor de personeelskost de nodige financiële middelen voorzien.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De OCMW-raad keurt de uitbreiding van de personeelsformatie van het OCMW met 1 statutair voltijds equivalent in de graad van hoofdverpleegkundige (BV5) goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

RECHTSPOSITIEREGELING SPECIFIEK PERSONEEL OCMW - UITZENDARBEID - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Artikel 33 van de rechtspositieregeling specifiek personeel OCMW stelt dat de aanstellende overheid bij de openverklaring kan beslissen om, conform de wettelijke bepalingen, beroep te doen op een uitzendkantoor. Dit artikel is opgenomen voor aanwervingen in contractuele betrekkingen waarvan de tewerkstellingsduur tot maximaal twee jaar beperkt is of voor vervangers, met uitzondering van aanwervingen met een studentenovereenkomst.

Om uitzendarbeid mogelijk te maken voor jobstudenten moet een bijkomend artikel worden toegevoegd waarin de mogelijkheid tot beroep doen op een uitzendkantoor voor aanwervingen in contractuele betrekkingen met een studentenovereenkomst voorzien wordt.

 

Juridische gronden

Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruiker (uitzendarbeidswet) vormt het wetgevend kader voor uitzendarbeid.

Het Decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen vormt een decretaal kader voor de invoering van uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen, waaronder de vormen van uitzendarbeid, waarvan de overheidswerkgevers gebruik kunnen maken, de vaststelling van de duur waarop een beroep kan worden gedaan op uitzendarbeid, de overlegprocedure met de vakorganisaties die door elke overheidswerkgever moet worden gevolgd vooraleer effectief gebruik kan worden gemaakt van uitzendarbeid en de voorafgaande kennisgeving aan de representatieve vakorganisaties van de gevraagde indienstnemingen van uitzendkrachten.

De rechtspositieregeling specifiek personeel OCMW werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 29 juni 2016. De laatste wijziging aan deze rechtspositieregeling werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 23 december 2019.

 

Inspraak en advies

Deze aanpassing van de rechtspositieregeling specifiek personeel OCMW wordt besproken op het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties van 5 februari 2020.

 

Bijlagen

1)      20200205_OOC_protocol_RPRspecifiekpersoneelOCMW_uitzendarbeid

 

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Om uitzendarbeid mogelijk te maken voor jobstudenten moet een bijkomend artikel worden toegevoegd waarin de mogelijkheid tot beroep doen op een uitzendkantoor voor aanwervingen in contractuele betrekkingen met een studentenovereenkomst voorzien wordt.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur. Voor het effectief gebruik van uitzendarbeid zijn de nodige financiële middelen voorzien.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De OCMW-raad keurt goed dat volgend artikel wordt toegevoegd aan de rechtspositieregeling specifiek personeel OCMW:

 

"Artikel 34bis

In afwijking van artikel 34 kan de aanstellende overheid bij de openverklaring beslissen om, conform de wettelijke bepalingen, beroep te doen op een uitzendkantoor."

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 21/02/2020
Overzicht punten

Zitting van 17 februari 2020

 

RECHTSPOSITIEREGELING WOONZORGCENTRUM - UITZENDARBEID - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Artikel 33 van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum stelt dat de aanstellende overheid bij de openverklaring kan beslissen om, conform de wettelijke bepalingen, beroep te doen op een uitzendkantoor. Dit artikel is opgenomen voor aanwervingen in contractuele betrekkingen waarvan de tewerkstellingsduur tot maximaal twee jaar beperkt is of voor vervangers, met uitzondering van aanwervingen met een studentenovereenkomst.

Om uitzendarbeid mogelijk te maken voor jobstudenten moet een bijkomend artikel worden toegevoegd waarin de mogelijkheid tot beroep doen op een uitzendkantoor voor aanwervingen in contractuele betrekkingen met een studentenovereenkomst voorzien wordt.

 

Juridische gronden

Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruiker (uitzendarbeidswet) vormt het wetgevend kader voor uitzendarbeid.

Het Decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen vormt een decretaal kader voor de invoering van uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen, waaronder de vormen van uitzendarbeid, waarvan de overheidswerkgevers gebruik kunnen maken, de vaststelling van de duur waarop een beroep kan worden gedaan op uitzendarbeid, de overlegprocedure met de vakorganisaties die door elke overheidswerkgever moet worden gevolgd vooraleer effectief gebruik kan worden gemaakt van uitzendarbeid en de voorafgaande kennisgeving aan de representatieve vakorganisaties van de gevraagde indienstnemingen van uitzendkrachten.

De rechtspositieregeling woonzorgcentrum werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 29 juni 2016. De laatste wijziging aan deze rechtspositieregeling werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 23 december 2019.

 

Inspraak en advies

Deze aanpassing van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum wordt besproken op het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties van 5 februari 2020.

 

Bijlagen

1)      20200205_OOC_protocol_RPRWZC_uitzendarbeid

 

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Om uitzendarbeid mogelijk te maken voor jobstudenten moet een bijkomend artikel worden toegevoegd waarin de mogelijkheid tot beroep doen op een uitzendkantoor voor aanwervingen in contractuele betrekkingen met een studentenovereenkomst voorzien wordt.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur. Voor het effectief gebruik van uitzendarbeid zijn de nodige financiële middelen voorzien.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De OCMW-raad keurt goed dat volgend artikel wordt toegevoegd aan de rechtspositieregeling woonzorgcentrum:

 

"Artikel 34bis

In afwijking van artikel 34 kan de aanstellende overheid bij de openverklaring beslissen om, conform de wettelijke bepalingen, beroep te doen op een uitzendkantoor."

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 21/02/2020