BESLUIT
Enig artikel
De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 maart 2023 worden goedgekeurd.
BESLUIT
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn, die uit dezelfde leden bestaat als de gemeenteraad, neemt kennis van de van rechtswege en geldige samenstelling van de raad voor maatschappelijk welzijn, inclusief de rangorde van de raadsleden.
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt er kennis van dat de schepenen van rechtswege de leden zijn van het vast bureau. De rang die de burgemeester en de schepenen innemen in het college van burgemeester en schepenen, is van rechtswege de rang die de leden in het vast bureau innemen.
Servais Verherstraeten Els Ceulemans Maarten Van Camp Cindy Dexters Solange Abbeloos Stefan Hendrix Masha Celen Koen Boeckx Lieve Heurckmans Hans Schoofs Lotte Vreys Tomas Sergooris Hanne Paepen Sofie Molenberghs Wim Caeyers Peter Van Rompaey Zehra Ünlü Nele Van Roey Jos Lodewijckx Wendy Soeffers Hans De Groof Koen Van Gompel Paul Vanhoof Luc Van Craenendonck Hilde Valgaeren Davy Geboers Anneleen Dom Maria Belmans Lena Lenaerts Jan Vangheel Frederik Loy Ria Melis Lander Geyzen Chris Xhenseval Servais Verherstraeten Els Ceulemans Maarten Van Camp Cindy Dexters Solange Abbeloos Masha Celen Koen Boeckx Lieve Heurckmans Hans Schoofs Lotte Vreys Tomas Sergooris Hanne Paepen Sofie Molenberghs Wim Caeyers Peter Van Rompaey Zehra Ünlü Nele Van Roey Jos Lodewijckx Wendy Soeffers Hans De Groof Koen Van Gompel Paul Vanhoof Luc Van Craenendonck Hilde Valgaeren Davy Geboers Anneleen Dom Maria Belmans Lena Lenaerts Jan Vangheel Frederik Loy Ria Melis Lander Geyzen Chris Xhenseval Luc Van Craenendonck Ria Melis Jan Vangheel Els Ceulemans Hans Schoofs Jos Lodewijckx Nele Van Roey Zehra Ünlü Paul Vanhoof Lotte Vreys Davy Geboers Hans De Groof Wendy Soeffers Lieve Heurckmans Wim Caeyers Anneleen Dom Hilde Valgaeren Cindy Dexters Masha Celen Sofie Molenberghs Maria Belmans Hanne Paepen Maarten Van Camp Lena Lenaerts Servais Verherstraeten Peter Van Rompaey Frederik Loy Chris Xhenseval Koen Boeckx Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lander Geyzen Koen Van Gompel aantal voorstanders: 30 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 3 Goedgekeurd
BESLUIT
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt volgende deontologische code voor haar raadsleden aan:
INLEIDING
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn zich bewust van hun belangrijke maatschappelijke rol. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid van politici via rechtstreeks contact met de bevolking worden als waardevol en noodzakelijk beschouwd in een moderne democratie, inzonderheid naar de zwakkeren toe.
Het is belangrijk dat politieke mandatarissen voor de bevolking bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Direct contact met de bevolking is een meerwaarde bij het aan politiek doen. Misbruiken inzake sociale dienstverlening dienen evenwel vermeden te worden. De doelstelling van goed bestuur houdt ook in dat geen tussenkomsten worden verricht die de goede werking van de overheidsadministraties in het gedrang brengen. Vandaar het belang van een goede regeling, zoals beoogd door voorliggende deontologische code.
De correcte naleving van de deontologische code kan er toe bijdragen dat ook de deontologie bij de bevolking wordt versterkt en dat vragen naar onoorbare tussenkomsten niet langer worden gesteld.
Dergelijke dienstverlening of onoorbare vragen mogen zich uiteraard niet verplaatsen naar de ambtenarij of naar de lokale uitvoerende organen.
Deze code is ook van toepassing op de leden van het college van burgemeester en schepenen, op de voorzitter en de leden van het Vast Bureau en op de voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst van omdat zij in principe ook allen raadslid zijn. De toepassing van de code mag echter geen afbreuk doen aan de noodzakelijke administratieve contacten die nodig zijn om hun taak van voorbereiding van beleidsdossiers waar te maken.
1. HET STATUUT VAN DE CODE
Artikel 1
De deontologische code is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn als leidraad nemen bij de uitoefening van hun mandaat en bij hun dienstverlening aan de bevolking. Deze code is ook van toepassing op groepen van gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn die aan collectieve dienstverlening doen, alsook op medewerkers of derden die in opdracht van gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn handelen.
Artikel 2
Gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn die een ander openbaar mandaat bekleden (b.v. provincieraadslid of een parlementair mandaat) houden zich, gelet op een zekere samenhang en functionele wisselwerking tussen deze mandaten, aan de deontologische code voor al hun activiteiten, ook als zij die uitoefenen uit hoofde van hun ander mandaat.
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn moeten erover waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten en in het licht van deze code, geen activiteiten ontplooien die de eer en de waardigheid van hun mandaat kunnen schaden.
Artikel 3
Wanneer in deze code gemakshalve telkens gesproken wordt over de burger of bevolking, moet dit wel degelijk zo worden begrepen dat het niet enkel over een persoon kan gaan, maar ook over een groep, een vereniging of een bedrijf.
2. DIENSTVERLENING AAN DE BURGERS
2.1. Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten
Artikel 4
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn zullen voor de omschrijving van hun eigen dienstverleningsactiviteiten geen termen gebruiken die verwarring creëren met officieel door overheden ingestelde dienstverlening (dus b.v. niet de termen “ombudsman”, “ombudsvrouw”, “ombudsdienst”, “klachtendienst”, “klachtenmanagement” of andere vergelijkbare samenstellingen met “ombud” en “klacht”).
Artikel 5
Bij hun optreden in en buiten het gemeente- en OCMW-bestuur en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven geven de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn voorrang aan het algemeen belang boven particuliere belangen en zij vermijden elke vorm van belangenvermenging.
Artikel 6
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling of doorverwijzing gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 7
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn moeten op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste staan van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep doen, zonder onderscheid van geslacht, ras, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens jegens hen.
Artikel 8
Tussenkomsten bij gerechtelijke en politionele instanties of bij de sanctionerend ambtenaar om de juridische besluitvorming in individuele dossiers te beïnvloeden, bijvoorbeeld om een proces-verbaal te laten seponeren, zijn verboden.
2.2. Het gemeente raadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn als informatiebemiddelaar en als doorverwijzer
Artikel 9
Het behoort tot de wezenlijke taken van de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn om informatie te ontvangen en te verstrekken en om door te verwijzen naar de geëigende diensten of instanties.
Meldingen, klachten, informatievragen of beleidssignalen over gemeentelijke aangelegenheden die burgers via gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn uiten, worden aan de geëigende diensten of instanties overgemaakt.
Artikel 10
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn stellen informatie ter beschikking over de werking van ombudsdiensten en de diensten die instaan voor het behandelen van klachten van de burger over het optreden van de overheid. Tevens verstrekken ze informatie over bestaande informatiediensten waar de burger voor informatie terecht kan.
Artikel 11
Bestuurlijke en gerechtelijke informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie of het gerecht kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mag door de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn niet worden doorgegeven.
Artikel 12
In het kader van hun algemene luisterbereidheid kunnen gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn de rol vervullen van aanspreekpunt.
Artikel 13
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn proberen, waar mogelijk, vraagstellers door te verwijzen naar de geëigende diensten van de administratie, het gerecht, enz., zoals bijvoorbeeld de ombudsdiensten en informatie-ambtenaren die van overheidswege ingesteld of aangesteld zijn om de problemen van de vraagstellers op te lossen, of naar particuliere en overheidsdiensten die professioneel gespecialiseerd zijn in het oplossen van de opgeworpen problemen.
2.3. Het gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn als administratieve begeleider en ondersteuner
Artikel 14
Gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met betrokken instanties: zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken van een dossier, daarover verdere uitleg en verantwoording te vragen, en voorafgaande vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 15
Omdat steeds meer overheidsdiensten en gespecialiseerde diensten een ombudsdienst of klachtendienst hebben ingesteld ter oplossing van conflicten, moeten de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn de burger in eerste instantie doorverwijzen naar de bevoegde ombuds- of klachtendienst.
Artikel 16
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben, voor wat betreft de dossiers en de bevoegdheden van de raad waarin zij zetelen, het recht te vragen naar concrete toelichting bij de bestaande regelgeving of bij een genomen beslissing, naar de stand van zaken van een dossier of de verantwoording voor het niet-beantwoorden van vragen gesteld door de burger. Zij richten dergelijke vragen tot de algemeen directeur.
Artikel 17
Bij het ondersteunen en begeleiden van vraagstellers, respecteren de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn de onafhankelijkheid van de ambtenaren en diensten, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als normaal beschouwd worden voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 18
Wanneer het gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn optreedt als administratief begeleider of ondersteuner van de burger (artikels 14 t.e.m. 17) wordt de eventuele briefwisseling terzake op naam van de burger gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de ondersteunende en begeleidende rol van het gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
2.4. Tussenkomsten
Artikel 19
Bespoedigingstussenkomsten, waarbij gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn een administratieve of gerechtelijke procedure proberen te versnellen in dossiers die zonder die tussenkomst weliswaar een langere verwerkingsperiode, maar toch een gunstig gevolg zouden krijgen, zijn niet toegestaan. Het bespoedigen van het dossier van de ene houdt immers automatisch het vertragen van de behandeling van andere dossiers in, wat een vorm van favoritisme is.
Artikel 20
Verzoeken van een gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn om een burger te begunstigen zijn verboden. Tussenkomsten bij juryleden of selectievoerende instanties, die tot doel hebben het bevorderen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie en binnen de gerechtelijke sector zijn niet toegestaan.
Artikel 21
Als gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde functie of bevordering ambiëren, dan delen de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn aan de kandidaten mee dat de benoeming of bevordering gebeurt op basis van de vastgelegde criteria en verwijzen ze de kandidaten door naar de geëigende instanties.
Artikel 22
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn mogen wel informatie inwinnen en doorgeven omtrent de voorwaarden en de organisatie van examens en bekwaamheidstests en de procedures voor benoemingen, aanstellingen en bevorderingen.
Artikel 23
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn mogen zich engageren tot het uitoefenen van toezicht op de objectiviteit van examens of bekwaamheidstests. Om die objectiviteit te garanderen, kunnen zij inlichtingen inwinnen over de evaluatieprocedures en –criteria. Bij de eigenlijke selecties komen zij niet tussenbeide. Na afloop van het selectieproces kunnen zij wel vragen stellen over de objectiviteit van het examen of de test, of over de objectiviteit van de evaluatie of de selectie, en in geval van overtreding of van vermoeden van overtreding, kunnen zij de tekortgedane partij bijstand verlenen, als die via de geëigende kanalen beroep aantekent.
Artikel 24
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn mogen werkzoekenden op de hoogte stellen van werkaanbiedingen in de particuliere en de overheidssector. Voor die informatietaak mogen zij geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. Zij moeten zich ook onthouden van enige aanbeveling, zowel schriftelijk als mondeling.
2.5. Onrechtmatige en onwettelijke voordelen
Artikel 25
Elke poging tot bevoordeling, waarbij de burger door toedoen van een gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn iets probeert te bereiken wat onrechtmatig of wettelijk niet toelaatbaar is, is verboden.
Artikel 26
Tussenkomsten van gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn met de bedoeling de toewijzing of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de overheid te beïnvloeden, zijn verboden.
2.6. Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon
Artikel 27
Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn (eventueel zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd) zijn niet toegestaan. Wanneer een burger daar niet om heeft gevraagd, zal het gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn hem niet aanschrijven om hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving, op de hoogte te brengen van de beslissing die genomen werd in een dossier.
Artikel 28
Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn daadwerkelijk optreden om de goede afloop van een dossier te waarborgen, zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn niet toegestaan.
2.7. Bekendmaking dienstverlening
Artikel 29
Het gemeente- en OCMW-bestuur zullen op geregelde tijdstippen de lijst van alle gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn met hun contactadressen en foto bekendmaken bij de bevolking.
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen, aanvullend op de informatieverstrekking door de lokale overheid, bekendheid geven aan hun bereikbaarheid voor de bevolking. Deze informatieverstrekking wordt beperkt tot het bekendmaken van een of meer contactadressen, naam en mandaat van het raadslid, spreekuren, telefoon- en faxnummer en e-mailadres.
Artikel 30
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen, geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
2.8. Melding van tussenkomsten in het administratief dossier
Artikel 31
De lokale mandatarissen zullen er voor zorgen dat de dossierbehandelende ambtenaren elke tussenkomst die niet behoort tot de normale hiërarchische lijn (ondermeer uitgaande van gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn en partijfunctionarissen op alle niveaus, vertegenwoordigers van drukkingsgroepen en publieke, semi-publieke of privé-hulpverleners) toevoegen aan het desbetreffende administratieve dossier. Gewone informatieve vragen moeten niet vermeld worden.
3. OMGAAN MET AMBTENAREN
Artikel 32
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn respecteren de deontologische rechten en plichten van de ambtenaren.
Artikel 33
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn gaan respectvol om met de ambtenaren zonder onderscheid van geslacht, ras, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens jegens hen.
Artikel 34
Bij procedures in verband met selectie en rekrutering, evaluatie, bezwaarschriften, klachten of tucht, zorgen gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn ervoor dat de spelregels correct worden gevolgd.
Artikel 35
Als de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn inzage of een afschrift wensen met betrekking tot een dossier van de raad waarin zij zetelen, dan richten zij dit verzoek tot de algemeen directeur. Het is niet toegestaan om het verzoek rechtstreeks tot de ambtenaar te richten.
4. OMGAAN MET DE PERS
Artikel 36
De schriftelijke perscommunicatie in naam van het gemeentebestuur verloopt via de communicatiedienst, na overleg, in naam van de bevoegde mandataris(sen). Wanneer gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn over gemeentelijke dossiers door de pers worden gecontacteerd, kunnen zij steeds de informatiedienst consulteren voor advies en overleg.
Artikel 37
Elk gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn maakt tijdens contacten met de pers over dossiers die het gemeentebestuur en het OCMW aanbelangen, duidelijk in welke hoedanigheid hij of zij spreekt. Het raadslid dat spreekt in naam van het gemeentebestuur of het OCMW, doet dit enkel wanneer het standpunt inhoudelijk gedragen worden door het bestuur.
5. OMGAAN MET ANDERE GEMEENTE- EN OCMW-RAADSLEDEN
Artikel 38
De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn gaan respectvol om met elkaar. Ze uiten geen kwetsende persoonlijke aantijgingen en gedragen zich welvoeglijk.
6. CORRECTE EN INTEGERE UITOEFENING VAN HET AMBT
Artikel 39
Als een mandataris, rechtstreeks of onrechtstreeks, een persoonlijke betrokkenheid of privé-belang heeft bij een bepaald dossier, stelt hij of zij de algemeen directeur daarvan op de hoogte en bemoeit zich niet met de behandeling van het dossier.
Artikel 40
Het aannemen van geschenken van derden, van uitnodigingen, etentjes, manifestaties of reizen, kunnen de schijn van partijdigheid wekken. Gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn doen er alles aan om die schijn weg te nemen of te voorkomen. Voormelde zaken worden enkel aanvaard onder de voorwaarde dat ze kunnen besproken worden in het openbaar, dat ze een geringe materiële waarde vertegenwoordigen en ze tot geen enkele gunst of wederdienst verplichten.
Artikel 41
Gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn gebruiken de middelen, materialen en faciliteiten van de gemeente alleen voor de uitoefening van hun mandaat. Ze springen hier zuinig mee om.
Artikel 42
In de uitoefening van hun mandaat kunnen gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn kennis krijgen van vertrouwelijke informatie. Dergelijke informatie mag nooit aan derden verstrekt worden zolang het gemeentebestuur die nog niet officieel openbaar heeft gemaakt. De informatie mag evenmin misbruikt worden om er persoonlijk voordeel uit te halen.
Artikel 43
Privacygevoelige informatie mag door de mandataris nooit bekend gemaakt worden aan derden zonder uitdrukkelijke toestemming van de betrokken persoon. Dit geldt in het bijzonder voor de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn die in de uitoefening van hun mandaat regelmatig geconfronteerd worden met dergelijke informatie.
7. DEONTOLOGISCHE COMMISSIE
Artikel 44
§ 1 Bevoegdheid
Er wordt zowel in de gemeenteraad als in de raad voor maatschappelijk welzijn een deontologische commissie ingesteld die waakt over de naleving van de deontologische code voor raadsleden.
De deontologische commissie kan alleen advies verlenen aan de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn. Enkel de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn kan een einduitspraak doen over een vermeende schending van de deontologische code.
De besprekingen binnen de deontologische commissie kunnen bijvoorbeeld leiden tot:
* een advies of aanbeveling aan de raad over de aanvulling of wijziging van de deontologische code
* een advies aan de raad over een casus op vraag van de raad
* vaststellingen over het gedrag van een mandataris en adviseren of dat al dan niet overeenstemt met de deontologische code van het orgaan waarvan die deel uit maakt
* sensibiliseringsvoorstellen aan het lokaal bestuur over deontologie en integriteit
* een uitspraak van afkeuring ten aanzien van bepaalde gedragingen
Als de deontologische commissie een onderzoek naar een inbreuk op de deontologische code afrondt, brengt ze de gemeenteraad of raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van de resultaten van dat onderzoek en van haar advies.
De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kan vaststellen dat de deontologische niet geschonden werd.
Wanneer de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk vaststelt dat de deontologische code door een mandataris werd geschonden, kan de raad:
zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid
vragen dat het raadslid zich verontschuldigt
beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen
bij kennelijk wangedrag of grove nalatigheid een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.
…
§ 2 Samenstelling
De deontologische commissie voor de gemeenteraad is bevoegd voor:
De gemeenteraadsleden
De voorzitter van de gemeenteraad
De schepenen
De burgemeester
De deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor:
De OCMW-raadsleden
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn
De voorzitter en leden van het vast bureau
De voorzitter en leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst
De deontologische commissie bestaat uit 9 raadsleden, evenredig verdeeld over de fracties en wel als volgt:
Voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn 1 lid
CD&V en N-VA: 4 leden;
Vooruit: 1 lid;
Vlaamse Belang: 1 lid;
Open VLD +: 1 lid;
MEMO Meer Mol: 1 lid.
De voorzitter van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn is tevens voorzitter van de deontologische commissie en dient als één van 5 leden van de meerderheidsfracties aanschouwd te worden.
Elke effectieve vertegenwoordiger dient een vaste plaatsvervanger aan te duiden die hem kan vervangen bij diens afwezigheid of in het geval waar er sprake is van mogelijke belangenvermenging in hoofde van dat effectieve lid. Indien de voorzitter in dat geval verkeert, wordt hij vervangen maar neemt het lid van dezelfde fractie als de voorzitter met de hoogste anciënniteit de rol van voorzitter van de deontologische commissie over. Enkel de effectieve leden ontvangen een uitnodiging en agenda voor de deontologische commissie.
Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.
Tot de eerstvolgende vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de deontologische commissie.
De algemeen directeur woont de samenkomsten van de deontologische commissie bij met raadgevende stem.
Leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld.
De deontologische commissie kan zich bij de bespreking van een casus laten bijstaan door onafhankelijke experten. Het is de deontologische commissie die hierover desgevallend per casus beslist. Onafhankelijke experten kunnen in dat geval de bespreking bijwonen met raadgevende stem.”
De leden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de deontologische commissie bijwonen, en eventuele onafhankelijke experten, zijn tot geheimhouding verplicht.
§ 3 Werking
De deontologische commissie vergadert enkel als een casus wordt aangemeld en kent dus geen periodieke samenkomsten. Een aanmelding kan enkel vermeende inbreuken van een individuele mandataris bevatten en kan bijvoorbeeld niet gericht zijn tegen een fractie.
De voorzitter van de deontologische commissie roept de deontologische commissie bijeen en stelt de agenda op. De oproeping gebeurt digitaal, via de webtoepassing. Ter informatie wordt aan de leden van de deontologische commissie een e-mail, gericht aan het gemeentemol.be e-mailadres van het lid, verstuurd met de link naar deze webtoepassing. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden tevens ter beschikking gesteld aan de leden via de webtoepassing.
De voorzitter moet de deontologische commissie bijeenroepen indien er een melding van een mogelijke schending van de deontologische code bij hem is aangemeld. Deze aanmelding kan enkel komen van leden die gevat zijn door de deontologische code voor raadsleden.
In zijn schriftelijke aanvraag aan de voorzitter tot bijeenroeping van de deontologische commissie moet de aanvrager de agenda vermelden, vergezeld van een verklarende nota die een aanduiding geeft van de vermeende inbreuk tegen de deontologische code. De voorzitter bepaalt de datum en plaats van de samenkomst die moet doorgaan binnen 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag tot bijeenroeping van de deontologische commissie.
De oproeping wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering aan elk lid van de deontologische commissie bezorgd. De oproeping vermeldt de plaats, datum en tijdstip van de zitting en de agenda van de vergadering. De agendapunten dienen voldoende duidelijk omschreven te zijn.
De deontologische commissie kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden aanwezig is. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. De deontologische commissie kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. In de oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat.
Vooraleer een aanmelding kan worden behandeld, moet door de deontologische commissie worden geoordeeld of deze ontvankelijk is. Algemeen kan een aanmelding gedefinieerd worden als de uiting van ontevredenheid over het optreden van een mandataris. Bijkomend criterium is dat de ontevredenheid redelijkerwijze had kunnen voorkomen worden.
Volgende zaken zijn niet ontvankelijk in de aanmeldprocedure (niet-limitatief):
- Een uiting van algemene ontevredenheid over het beleid en de betrokken mandataris
- Gebeurtenissen waarvan het raadslid al meer dan een jaar geleden kennis heeft gekregen.
- Aanmeldingen die het voorwerp zijn van een gerechtelijke procedure.
- Aanmeldingen waarbij het lokaal bestuur geen betrokken partij is.
Wanneer de aanmelding niet ontvankelijk is, moet duidelijk vermeld worden waarom de aanmelding niet aanvaard wordt. Als de aanmelding ontvankelijk is, wordt een onderzoek ingesteld naar de gegrondheid van de aanmelding. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de deontologische commissie. Het onderzoek gebeurt op basis van informatie aangedragen door de aanmelder en informatie van andere, niet-exhaustieve bronnen. De voorzitter zal deze informatie verzamelen.
Vooraleer over te gaan tot het formuleren van een eindadvies zal het betrokken raadslid door de deontologische commissie gehoord worden over de vermeende inbreuk tegen de deontologische code.
Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Ingeval de stemmen staken, is het voorstel verworpen.
De algemeen directeur is belast met de opmaak van het verslag van de samenkomsten van de deontologische commissie. Dit verslag bevat op een heldere manier de conclusies van de commissie.
§ 4 Openbaarheid
De deontologische commissie vergadert achter gesloten deuren. Een betrokkene die het voorwerp uitmaakt van de melding of klacht, kan om een openbare behandeling vragen voor zijn eigen tussenkomst. De deontologische commissie beslist in dat geval over deze vraag bij gewone meerderheid van stemmen.
8. DATUM VAN INWERKINGTREDING
Artikel 45
De code treedt in werking voor de gemeenteraadsleden de dag na goedkeuring in de gemeenteraad en voor de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn de dag na goedkeuring in de raad voor maatschappelijk welzijn.
BESLUIT
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaande overeenkomst goed:
Tussen ondergetekenden:
OCMW Mol, Molenhoekstraat 2, 2400 Mol, vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn Peter Van Rompaey en algemeen directeur Stefan Hendrix, hierna genoemd OCMW
En
VZW Witte Meren, dagopvang Den Boulevard, vertegenwoordigd door de heer Jan Smolders, directeur, hierna genoemd Dagopvang,
Wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1 Aanbod Dagopvang
Witte Meren vzw biedt met het dagverzorgingscentrum Den Boulevard dagelijks opvang, verzorging en een zinvolle dagbesteding aan zorgbehoevende, thuiswonende ouderen, die geen intensieve medische behandeling en/of toezicht nodig hebben, maar wel behoefte hebben aan activering, verpleging, toezicht en/of begeleiding in activiteiten van het dagelijkse leven.
Het dagverzorgingscentrum is open op iedere werkdag van 8.30 tot 17 uur. Het centrum is gesloten op zaterdag, zon- en feestdagen.
Artikel 2 Aanbod OCMW
Het OCMW engageert zich tot een vervoersaanbod voor zorgbehoevende, thuiswonende ouderen die gebruik wensen te maken van de Dagopvang.
Artikel 3 Organisatie vervoer
Artikel 4 Dispatch
De dispatching van de ritten gebeurt door de dienst seniorenplus van het OCMW.
De Dagopvang bezorgt wekelijks – uiterlijk op donderdag om 13 uur - een lijst met de te vervoeren personen aan de dienst seniorenplus voor het vervoer voor de Dagopvang van de daaropvolgende week. De dienst seniorenplus bezorgt de gebruikerslijst aan de vrijwillige chauffeurs.
Artikel 5 Communicatie
Alle communicatie in verband met het vervoer voor de Dagopvang verloopt via de contactpersoon bij de Dagopvang en de consulent vervoer van de dienst seniorenplus van het OCMW.
Artikel 6 Persoonlijke informatie gebruiker
De Dagopvang bezorgt per te vervoeren persoon een fiche met alle relevante info.
Artikel 7 Facturatie aan de gebruiker
Maandelijks en ten laatste op de vierde werkdag van de maand bezorgt de Dagopvang een overzicht aan het OCMW met vermelding van de identiteit van de werkelijke gebruikers per dag van de voorbije maand.
Het OCMW zorgt voor de facturatie aan de gebruiker van het vervoer.
Artikel 8 Forfaitaire vergoeding
De Dagopvang betaalt maandelijks een vergoeding aan het OCMW voor de organisatie van het vervoer.
Voorbeeld:
● Bij een structureel gebruik van 1 handicar op elke weekdag bedraagt de maandelijkse forfaitaire vergoeding 250 euro.
● Bij een structureel gebruik van 1 handicar elke weekdag en een 2e handicar op twee weekdagen per week bedraagt de forfaitaire vergoeding 350 euro.
Artikel 9 Duur en beëindiging van de overeenkomst.
Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde duur. De overeenkomst kan op elk moment door één van de partijen schriftelijk worden opgezegd mits een voorafgaand gesprek tussen beide partijen. De in aanmerking te nemen opzeggingstermijn bedraagt 6 maanden.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad vaardigt Hilde Valgaeren af namens het lokaal bestuur.
Artikel 2
De gemeenteraad vaardigt Dagmar Gooris af als coördinator Huis van het Kind van Baldemore.
Artikel3
De gemeenteraad vaardigt Guy Vanhoof af als vertegenwoordiger van de Lokale dienstencentra.
BESLUIT
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijzigingen van het arbeidsreglement en haar bijlagen zoals toegevoegd aan dit besluit goed.
BESLUIT
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijzigingen van het arbeidsreglement woonzorgcentrum en haar bijlagen zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit goed.
BESLUIT
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het organogram zoals toegevoegd als bijlage aan dit besluit goed.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.