ZITTING VAN MAANDAG 17 APRIL 2023

 

Aanwezig:

voorzitter

Peter Van Rompaey

voorzitter vast bureau

Wim Caeyers

raadsleden

Servais Verherstraeten, Luc Van Craenendonck, Hans Schoofs, Koen Van Gompel, Paul Vanhoof, Jos Lodewijckx, Tomas Sergooris, Maria Belmans, Jan Vangheel, Zehra Ünlü, Solange Abbeloos, Ria Melis, Davy Geboers, Hanne Paepen, Maarten Van Camp, Lander Geyzen, Sofie Molenberghs, Koen Boeckx, Chris Xhenseval, Els Ceulemans, Masha Celen, Nele Van Roey, Cindy Dexters, Lena Lenaerts

leden vast bureau

Wendy Soeffers, Lieve Heurckmans, Hilde Valgaeren, Hans De Groof, Frederik Loy, Lotte Vreys, Anneleen Dom

algemeen directeur

Stefan Hendrix

 

raadslid Lena Lenaerts vervoegt de vergadering vanaf punt 2.

 

Overzicht punten

Zitting van 17 april 2023

 

NOTULEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN - 27 MAART 2023 - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn vergaderde in zitting van 27 maart 2023.

 

De notulen van deze raad werden in Meeting.mobile gekoppeld als bijlage aan dit agendapunt.

 

Juridische gronden

Artikel 34 § 1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn - goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 maart 2019 - bepaalt dat de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur.

 

Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 33 § 1 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn alle besproken onderwerpen vermelden in chronologische volgorde, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen.

 

Bijlagen

  1. Notulen en verslag raad voor maatschappelijk welzijn 27 maart 2023

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het is verplicht dat de notulen van de vorige raad voor maatschappelijk welzijn worden goedgekeurd op de eerstvolgende zitting.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 maart 2023 worden goedgekeurd.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

schorsing van de zitting van 20u01 tot 20u17.

 

 

Publicatiedatum: 24/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 17 april 2023

 

SAMENSTELLING RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN EN VAST BUREAU - WIJZIGING - KENNISNAME

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur stelt dat de raad voor maatschappelijk welzijn uit dezelfde leden bestaat als de gemeenteraad.

Door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn als geïnstalleerd beschouwd. De rang die de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn innemen is dezelfde als de rang die zij als gemeenteraadslid innemen.

Verder wordt in het decreet van 22 december 2017 gesteld dat de schepenen van rechtswege de leden zijn van het vast bureau. De rang die de burgemeester en de schepenen in het college van burgemeester en schepenen innemen, is tevens van rechtswege de rang die zij in het vast bureau innemen.

 

In zitting van de gemeenteraad van 17 april 2023 werden er wijzigingen aangebracht in de samenstelling van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

Artikelen 68 en 79 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

In zitting van 17 april 2023 nam de gemeenteraad akte van het ontslag van Andreas Verbeke als schepen en als raadslid. In dezelfde zitting werd Lena Lenaerts als gemeenteraadslid geïnstalleerd en legde zij de eed af.

Hierdoor keurde de gemeenteraad in zitting van 17 april de vernieuwde rangorde van de gemeenteraadsleden goed.

Tevens besliste de gemeenteraad om het opengevallen mandaat van schepen opnieuw in te vullen. Anneleen Dom legde in dezelfde zitting van de gemeenteraad de eed af en werd geïnstalleerd als schepen, en wel als 6de schepen.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn, die uit dezelfde leden bestaat als de gemeenteraad, neemt kennis van de van rechtswege en geldige samenstelling van de raad voor maatschappelijk welzijn, inclusief de rangorde van de raadsleden.

 

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt er kennis van dat de schepenen van rechtswege de leden zijn van het vast bureau. De rang die de burgemeester en de schepenen innemen in het college van burgemeester en schepenen, is van rechtswege de rang die de leden in het vast bureau innemen.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 17 april 2023

 

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN - AANPASSING DEONTOLOGISCHE CODE - GOEDKEURING

Goedgekeurd

met 3 stemmen tegen: Koen Van Gompel (MeMo), Solange Abbeloos (MeMo), Lander Geyzen (MeMo)

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De hogere overheid legt bij decreet op dat de raad voor maatschappelijk welzijn een deontologische code dient aan te nemen.

In zitting van 11 maart 2019 nam de raad voor maatschappelijk welzijn reeds een deontologische code aan. Deze dient geactualiseerd te worden naar de bepalingen ven de decreetswijziging van 3 februari 2023 van het decreet lokaal bestuur, meer bepaald omtrent de bepalingen van de deontologische commissie.

 

Juridische gronden

Decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de oprichting van de een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraad.

 

Inspraak en advies

Het voorstel tot aanpassing van de deontologische code werd besproken met de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, met een afvaardiging van elke politieke fractie, de algemeen directeur en de bestuurscoördinator personeel & interne zaken op 8 maart 2023 en op 29 maart 2023.

 

Bijlage

1) ontwerp-deontologische code met daarop vermeld de aanpassingen t.o.v. actuele code

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het is verplicht om de bestaande deontologische code raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn aan te passen met een aantal bepalingen naar aanleiding van een decreetswijziging van het decreet lokaal bestuur.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt volgende deontologische code voor haar raadsleden aan:

 

INLEIDING

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn zich bewust van hun belangrijke maatschappelijke rol. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid van politici via rechtstreeks contact met de bevolking worden als waardevol en noodzakelijk beschouwd in een moderne democratie, inzonderheid naar de zwakkeren toe.

Het is belangrijk dat politieke mandatarissen voor de bevolking bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Direct contact met de bevolking is een meerwaarde bij het aan politiek doen. Misbruiken inzake sociale dienstverlening dienen evenwel vermeden te worden. De doelstelling van goed bestuur houdt ook in dat geen tussenkomsten worden verricht die de goede werking van de overheidsadministraties in het gedrang brengen. Vandaar het belang van een goede regeling, zoals beoogd door voorliggende deontologische code.

 

De correcte naleving van de deontologische code kan er toe bijdragen dat ook de deontologie bij de bevolking wordt versterkt en dat vragen naar onoorbare tussenkomsten niet langer worden gesteld.

 

Dergelijke dienstverlening of onoorbare vragen mogen zich uiteraard niet verplaatsen naar de ambtenarij of naar de lokale uitvoerende organen.

 

Deze code is ook van toepassing op de leden van het college van burgemeester en schepenen, op de voorzitter en de leden van het Vast Bureau en op de voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst van omdat zij in principe ook allen raadslid zijn. De toepassing van de code mag echter geen afbreuk doen aan de noodzakelijke administratieve contacten die nodig zijn om hun taak van voorbereiding van beleidsdossiers waar te maken.

 

 

1. HET STATUUT VAN DE CODE

Artikel 1

De deontologische code is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn als leidraad nemen bij de uitoefening van hun mandaat en bij hun dienstverlening aan de bevolking. Deze code is ook van toepassing op groepen van gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn die aan collectieve dienstverlening doen, alsook op medewerkers of derden die in opdracht van gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn handelen.

 

Artikel 2

Gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn die een ander openbaar mandaat bekleden (b.v. provincieraadslid of een parlementair mandaat) houden zich, gelet op een zekere samenhang en functionele wisselwerking tussen deze mandaten, aan de deontologische code voor al hun activiteiten, ook als zij die uitoefenen uit hoofde van hun ander mandaat.

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn moeten erover waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten en in het licht van deze code, geen activiteiten ontplooien die de eer en de waardigheid van hun mandaat kunnen schaden.

 

Artikel 3

Wanneer in deze code gemakshalve telkens gesproken wordt over de burger of bevolking, moet dit wel degelijk zo worden begrepen dat het niet enkel over een persoon kan gaan, maar ook over een groep, een vereniging of een bedrijf.

 

2. DIENSTVERLENING AAN DE BURGERS

2.1. Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten

 

Artikel 4

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn zullen voor de omschrijving van hun eigen dienstverleningsactiviteiten geen termen gebruiken die verwarring creëren met officieel door overheden ingestelde dienstverlening (dus b.v. niet de termen “ombudsman”, “ombudsvrouw”, “ombudsdienst”, “klachtendienst”, “klachtenmanagement” of andere vergelijkbare samenstellingen met “ombud” en “klacht”).

 

Artikel 5

Bij hun optreden in en buiten het gemeente- en OCMW-bestuur en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven geven de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn voorrang aan het algemeen belang boven particuliere belangen en zij vermijden elke vorm van belangenvermenging.

 

Artikel 6

Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling of doorverwijzing gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.

 

Artikel 7

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn moeten op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste staan van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep doen, zonder onderscheid van geslacht, ras, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens jegens hen.

 

Artikel 8

Tussenkomsten bij gerechtelijke en politionele instanties of bij de sanctionerend ambtenaar om de juridische besluitvorming in individuele dossiers te beïnvloeden, bijvoorbeeld om een proces-verbaal te laten seponeren, zijn verboden.

 

2.2. Het gemeente raadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn als informatiebemiddelaar en als doorverwijzer

Artikel 9

Het behoort tot de wezenlijke taken van de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn om informatie te ontvangen en te verstrekken en om door te verwijzen naar de geëigende diensten of instanties.

 

Meldingen, klachten, informatievragen of beleidssignalen over gemeentelijke aangelegenheden die burgers via gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn uiten, worden aan de geëigende diensten of instanties overgemaakt.

 

Artikel 10

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn stellen informatie ter beschikking over de werking van ombudsdiensten en de diensten die instaan voor het behandelen van klachten van de burger over het optreden van de overheid. Tevens verstrekken ze informatie over bestaande informatiediensten waar de burger voor informatie terecht kan.

 

Artikel 11

Bestuurlijke en gerechtelijke informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie of het gerecht kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mag door de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn niet worden doorgegeven.

 

Artikel 12

In het kader van hun algemene luisterbereidheid kunnen gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn de rol vervullen van aanspreekpunt.

 

Artikel 13

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn proberen, waar mogelijk, vraagstellers door te verwijzen naar de geëigende diensten van de administratie, het gerecht, enz., zoals bijvoorbeeld de ombudsdiensten en informatie-ambtenaren die van overheidswege ingesteld of aangesteld zijn om de problemen van de vraagstellers op te lossen, of naar particuliere en overheidsdiensten die professioneel gespecialiseerd zijn in het oplossen van de opgeworpen problemen.

 

 

2.3. Het gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn als administratieve begeleider en ondersteuner

Artikel 14

Gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met betrokken instanties: zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken van een dossier, daarover verdere uitleg en verantwoording te vragen, en voorafgaande vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

 

Artikel 15

Omdat steeds meer overheidsdiensten en gespecialiseerde diensten een ombudsdienst of klachtendienst hebben ingesteld ter oplossing van conflicten, moeten de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn de burger in eerste instantie doorverwijzen naar de bevoegde ombuds- of klachtendienst.

 

Artikel 16

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben, voor wat betreft de dossiers en de bevoegdheden van de raad waarin zij zetelen, het recht te vragen naar concrete toelichting bij de bestaande regelgeving of bij een genomen beslissing, naar de stand van zaken van een dossier of de verantwoording voor het niet-beantwoorden van vragen gesteld door de burger. Zij richten dergelijke vragen tot de algemeen directeur.

 

Artikel 17

Bij het ondersteunen en begeleiden van vraagstellers, respecteren de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn de onafhankelijkheid van de ambtenaren en diensten, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als normaal beschouwd worden voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.

 

Artikel 18

Wanneer het gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn optreedt als administratief begeleider of ondersteuner van de burger (artikels 14 t.e.m. 17) wordt de eventuele briefwisseling terzake op naam van de burger gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de ondersteunende en begeleidende rol van het gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

2.4. Tussenkomsten

Artikel 19

Bespoedigingstussenkomsten, waarbij gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn een administratieve of gerechtelijke procedure proberen te versnellen in dossiers die zonder die tussenkomst weliswaar een langere verwerkingsperiode, maar toch een gunstig gevolg zouden krijgen, zijn niet toegestaan. Het bespoedigen van het dossier van de ene houdt immers automatisch het vertragen van de behandeling van andere dossiers in, wat een vorm van favoritisme is.

 

Artikel 20

Verzoeken van een gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn om een burger te begunstigen zijn verboden. Tussenkomsten bij juryleden of selectievoerende instanties, die tot doel hebben het bevorderen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie en binnen de gerechtelijke sector zijn niet toegestaan.

 

Artikel 21

Als gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een bepaalde functie of bevordering ambiëren, dan delen de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn aan de kandidaten mee dat de benoeming of bevordering gebeurt op basis van de vastgelegde criteria en verwijzen ze de kandidaten door naar de geëigende instanties.

 

Artikel 22

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn mogen wel informatie inwinnen en doorgeven omtrent de voorwaarden en de organisatie van examens en bekwaamheidstests en de procedures voor benoemingen, aanstellingen en bevorderingen.

 

Artikel 23

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn mogen zich engageren tot het uitoefenen van toezicht op de objectiviteit van examens of bekwaamheidstests. Om die objectiviteit te garanderen, kunnen zij inlichtingen inwinnen over de evaluatieprocedures en –criteria. Bij de eigenlijke selecties komen zij niet tussenbeide. Na afloop van het selectieproces kunnen zij wel vragen stellen over de objectiviteit van het examen of de test, of over de objectiviteit van de evaluatie of de selectie, en in geval van overtreding of van vermoeden van overtreding, kunnen zij de tekortgedane partij bijstand verlenen, als die via de geëigende kanalen beroep aantekent.

 

Artikel 24

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn mogen werkzoekenden op de hoogte stellen van werkaanbiedingen in de particuliere en de overheidssector. Voor die informatietaak mogen zij geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. Zij moeten zich ook onthouden van enige aanbeveling, zowel schriftelijk als mondeling.

 

2.5. Onrechtmatige en onwettelijke voordelen

Artikel 25

Elke poging tot bevoordeling, waarbij de burger door toedoen van een gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn iets probeert te bereiken wat onrechtmatig of wettelijk niet toelaatbaar is, is verboden.

 

Artikel 26

Tussenkomsten van gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn met de bedoeling de toewijzing of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de overheid te beïnvloeden, zijn verboden.

 

 

 

2.6. Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon

Artikel 27

Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn (eventueel zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd) zijn niet toegestaan. Wanneer een burger daar niet om heeft gevraagd, zal het gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn hem niet aanschrijven om hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving, op de hoogte te brengen van de beslissing die genomen werd in een dossier.

 

Artikel 28

Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn daadwerkelijk optreden om de goede afloop van een dossier te waarborgen, zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn niet toegestaan.

 

2.7. Bekendmaking dienstverlening

Artikel 29

Het gemeente- en OCMW-bestuur zullen op geregelde tijdstippen de lijst van alle gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn met hun contactadressen en foto bekendmaken bij de bevolking.

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen, aanvullend op de informatieverstrekking door de lokale overheid, bekendheid geven aan hun bereikbaarheid voor de bevolking. Deze informatieverstrekking wordt beperkt tot het bekendmaken van een of meer contactadressen, naam en mandaat van het raadslid, spreekuren, telefoon- en faxnummer en e-mailadres.

 

Artikel 30

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen, geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

 

2.8. Melding van tussenkomsten in het administratief dossier

Artikel 31

De lokale mandatarissen zullen er voor zorgen dat de dossierbehandelende ambtenaren elke tussenkomst die niet behoort tot de normale hiërarchische lijn (ondermeer uitgaande van gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn en partijfunctionarissen op alle niveaus, vertegenwoordigers van drukkingsgroepen en publieke, semi-publieke of privé-hulpverleners) toevoegen aan het desbetreffende administratieve dossier. Gewone informatieve vragen moeten niet vermeld worden.

 

3. OMGAAN MET AMBTENAREN

Artikel 32

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn respecteren de deontologische rechten en plichten van de ambtenaren.

 

Artikel 33

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn gaan respectvol om met de ambtenaren zonder onderscheid van geslacht, ras, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische overtuiging, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens jegens hen.

 

Artikel 34

Bij procedures in verband met selectie en rekrutering, evaluatie, bezwaarschriften, klachten of tucht, zorgen gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn ervoor dat de spelregels correct worden gevolgd.

 

Artikel 35

Als de gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn inzage of een afschrift wensen met betrekking tot een dossier van de raad waarin zij zetelen, dan richten zij dit verzoek tot de algemeen directeur. Het is niet toegestaan om het verzoek rechtstreeks tot de ambtenaar te richten.

 

4. OMGAAN MET DE PERS

Artikel 36

De schriftelijke perscommunicatie in naam van het gemeentebestuur verloopt via de communicatiedienst, na overleg, in naam van de bevoegde mandataris(sen). Wanneer gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn over gemeentelijke dossiers door de pers worden gecontacteerd, kunnen zij steeds de informatiedienst consulteren voor advies en overleg.

 

Artikel 37

Elk gemeenteraadslid en raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn maakt tijdens contacten met de pers over dossiers die het gemeentebestuur en het OCMW aanbelangen, duidelijk in welke hoedanigheid hij of zij spreekt. Het raadslid dat spreekt in naam van het gemeentebestuur of het OCMW, doet dit enkel wanneer het standpunt inhoudelijk gedragen worden door het bestuur.

 

5. OMGAAN MET ANDERE GEMEENTE- EN OCMW-RAADSLEDEN

Artikel 38

De gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn gaan respectvol om met elkaar. Ze uiten geen kwetsende persoonlijke aantijgingen en gedragen zich welvoeglijk.

 

6. CORRECTE EN INTEGERE UITOEFENING VAN HET AMBT

Artikel 39

Als een mandataris, rechtstreeks of onrechtstreeks, een persoonlijke betrokkenheid of privé-belang heeft bij een bepaald dossier, stelt hij of zij de algemeen directeur daarvan op de hoogte en bemoeit zich niet met de behandeling van het dossier.

 

Artikel 40

Het aannemen van geschenken van derden, van uitnodigingen, etentjes, manifestaties of reizen, kunnen de schijn van partijdigheid wekken. Gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn doen er alles aan om die schijn weg te nemen of te voorkomen. Voormelde zaken worden enkel aanvaard onder de voorwaarde dat ze kunnen besproken worden in het openbaar, dat ze een geringe materiële waarde vertegenwoordigen en ze tot geen enkele gunst of wederdienst verplichten.

 

Artikel 41

Gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn gebruiken de middelen, materialen en faciliteiten van de gemeente alleen voor de uitoefening van hun mandaat. Ze springen hier zuinig mee om.

 

Artikel 42

In de uitoefening van hun mandaat kunnen gemeenteraadsleden en raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn kennis krijgen van vertrouwelijke informatie. Dergelijke informatie mag nooit aan derden verstrekt worden zolang het gemeentebestuur die nog niet officieel openbaar heeft gemaakt. De informatie mag evenmin misbruikt worden om er persoonlijk voordeel uit te halen.

 

Artikel 43

Privacygevoelige informatie mag door de mandataris nooit bekend gemaakt worden aan derden zonder uitdrukkelijke toestemming van de betrokken persoon. Dit geldt in het bijzonder voor de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn die in de uitoefening van hun mandaat regelmatig geconfronteerd worden met dergelijke informatie.

 

7. DEONTOLOGISCHE COMMISSIE

Artikel 44

 

§ 1 Bevoegdheid

Er wordt zowel in de gemeenteraad als in de raad voor maatschappelijk welzijn een deontologische commissie ingesteld die waakt over de naleving van de deontologische code voor raadsleden.

 

De deontologische commissie kan alleen advies verlenen aan de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn. Enkel de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn kan een einduitspraak doen over een vermeende schending van de deontologische code.

 

De besprekingen binnen de deontologische commissie kunnen bijvoorbeeld leiden tot: 

* een advies of aanbeveling aan de raad over de aanvulling of wijziging van de deontologische code

* een advies aan de raad over een casus op vraag van de raad

* vaststellingen over het gedrag van een mandataris en adviseren of dat al dan niet overeenstemt met de deontologische code van het orgaan waarvan die deel uit maakt

* sensibiliseringsvoorstellen aan het lokaal bestuur over deontologie en integriteit

* een uitspraak van afkeuring ten aanzien van bepaalde gedragingen

 

Als de deontologische commissie een onderzoek naar een inbreuk op de deontologische code afrondt, brengt ze de gemeenteraad of raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van de resultaten van dat onderzoek en van haar advies.

 

De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kan vaststellen dat de deontologische niet geschonden werd.

Wanneer de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk vaststelt dat de deontologische code door een mandataris werd geschonden, kan de raad:

zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid

vragen dat het raadslid zich verontschuldigt

beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen

bij kennelijk wangedrag of grove nalatigheid een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.

 

§ 2 Samenstelling

 

De deontologische commissie voor de gemeenteraad is bevoegd voor:

De gemeenteraadsleden

De voorzitter van de gemeenteraad

De schepenen

De burgemeester

 

De deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor:

De OCMW-raadsleden

De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn

De voorzitter en leden van het vast bureau

De voorzitter en leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst

 

De deontologische commissie bestaat uit 9 raadsleden, evenredig verdeeld over de fracties en wel als volgt:

 

Voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn 1 lid

CD&V en N-VA: 4 leden;

Vooruit: 1 lid;

Vlaamse Belang: 1 lid;

Open VLD +: 1 lid;

MEMO Meer Mol: 1 lid.

 

De voorzitter van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn is tevens voorzitter van de deontologische commissie en dient als één van 5 leden van de meerderheidsfracties aanschouwd te worden.

 

Elke effectieve vertegenwoordiger dient een vaste plaatsvervanger aan te duiden die hem kan vervangen bij diens afwezigheid of in het geval waar er sprake is van mogelijke belangenvermenging in hoofde van dat effectieve lid. Indien de voorzitter in dat geval verkeert, wordt hij vervangen maar neemt het lid van dezelfde fractie als de voorzitter met de hoogste anciënniteit de rol van voorzitter van de deontologische commissie over. Enkel de effectieve leden ontvangen een uitnodiging en agenda voor de deontologische commissie.

 

Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.

Tot de eerstvolgende vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de deontologische commissie.

De algemeen directeur woont de samenkomsten van de deontologische commissie bij met raadgevende stem.

 

Leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld.

 

De deontologische commissie kan zich bij de bespreking van een casus laten bijstaan door onafhankelijke experten. Het is de deontologische commissie die hierover desgevallend per casus beslist. Onafhankelijke experten kunnen in dat geval de bespreking bijwonen met raadgevende stem.”

 

De leden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de deontologische commissie bijwonen, en eventuele onafhankelijke experten, zijn tot geheimhouding verplicht.

 

§ 3 Werking

De deontologische commissie vergadert enkel als een casus wordt aangemeld en kent dus geen periodieke samenkomsten. Een aanmelding kan enkel vermeende inbreuken van een individuele mandataris bevatten en kan bijvoorbeeld niet gericht zijn tegen een fractie.

 

De voorzitter van de deontologische commissie roept de deontologische commissie bijeen en stelt de agenda op. De oproeping gebeurt digitaal, via de webtoepassing. Ter informatie wordt aan de leden van de deontologische commissie een e-mail, gericht aan het gemeentemol.be e-mailadres van het lid, verstuurd met de link naar deze webtoepassing. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden tevens ter beschikking gesteld aan de leden via de webtoepassing.

 

De voorzitter moet de deontologische commissie bijeenroepen indien er een melding van een mogelijke schending van de deontologische code bij hem is aangemeld. Deze aanmelding kan enkel komen van leden die gevat zijn door de deontologische code voor raadsleden.

 

In zijn schriftelijke aanvraag aan de voorzitter tot bijeenroeping van de deontologische commissie moet de aanvrager de agenda vermelden, vergezeld van een verklarende nota die een aanduiding geeft van de vermeende inbreuk tegen de deontologische code. De voorzitter bepaalt de datum en plaats van de samenkomst die moet doorgaan binnen 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag tot bijeenroeping van de deontologische commissie.

De oproeping wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering aan elk lid van de deontologische commissie bezorgd. De oproeping vermeldt de plaats, datum en tijdstip van de zitting en de agenda van de vergadering. De agendapunten dienen voldoende duidelijk omschreven te zijn.

 

De deontologische commissie kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden aanwezig is. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. De deontologische commissie kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. In de oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat.

 

Vooraleer een aanmelding kan worden behandeld, moet door de deontologische commissie worden geoordeeld of deze ontvankelijk is. Algemeen kan een aanmelding gedefinieerd worden als de uiting van ontevredenheid over het optreden van een mandataris. Bijkomend criterium is dat de ontevredenheid redelijkerwijze had kunnen voorkomen worden.

Volgende zaken zijn niet ontvankelijk in de aanmeldprocedure (niet-limitatief):

- Een uiting van algemene ontevredenheid over het beleid en de betrokken mandataris

- Gebeurtenissen waarvan het raadslid al meer dan een jaar geleden kennis heeft gekregen.

- Aanmeldingen die het voorwerp zijn van een gerechtelijke procedure.

- Aanmeldingen waarbij het lokaal bestuur geen betrokken partij is.

 

Wanneer de aanmelding niet ontvankelijk is, moet duidelijk vermeld worden waarom de aanmelding niet aanvaard wordt. Als de aanmelding ontvankelijk is, wordt een onderzoek ingesteld naar de gegrondheid van de aanmelding. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de deontologische commissie. Het onderzoek gebeurt op basis van informatie aangedragen door de aanmelder en informatie van andere, niet-exhaustieve bronnen. De voorzitter zal deze informatie verzamelen.

 

Vooraleer over te gaan tot het formuleren van een eindadvies zal het betrokken raadslid door de deontologische commissie gehoord worden over de vermeende inbreuk tegen de deontologische code.

 

Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Ingeval de stemmen staken, is het voorstel verworpen.

 

De algemeen directeur is belast met de opmaak van het verslag van de samenkomsten van de deontologische commissie. Dit verslag bevat op een heldere manier de conclusies van de commissie.

 

§ 4 Openbaarheid

De deontologische commissie vergadert achter gesloten deuren. Een betrokkene die het voorwerp uitmaakt van de melding of klacht, kan om een openbare behandeling vragen voor zijn eigen tussenkomst. De deontologische commissie beslist in dat geval over deze vraag bij gewone meerderheid van stemmen.

 

8. DATUM VAN INWERKINGTREDING

Artikel 45

De code treedt in werking voor de gemeenteraadsleden de dag na goedkeuring in de gemeenteraad en voor de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn de dag na goedkeuring in de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 24/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 17 april 2023

 

VERVOER DAGOPVANG DEN BOULEVARD - OVEREENKOMST MET WITTE MEREN VZW - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

RONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Witte Meren vzw biedt met het dagverzorgingscentrum Den Boulevard dagelijks opvang, verzorging en een zinvolle dagbesteding aan zorgbehoevende, thuiswonende ouderen, die geen intensieve medische behandeling of toezicht nodig hebben, maar wel behoefte hebben aan activering, verpleging, toezicht of begeleiding in activiteiten van het dagelijkse leven. Om de gebruikers van de dagopvang, die vaak over geen of geen aangepast vervoer beschikken, van en naar de dagopvang te brengen, organiseert de dienst seniorenplus het vervoer al jaren met de handicar. Deze samenwerking tussen het OCMW en Witte Meren wordt door de gebruikers zeer geapprecieerd. De gebruikers zelf betalen per rit een bijdrage volgens de tarieven van het aangepast vervoer. Witte Meren betaalt voor het structureel reserveren van de handicar een maandelijkse vergoeding aan het OCMW.

 

Juridische gronden

Art. 84 decreet lokaal bestuur.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Met de nieuwbouw heeft Witte Meren de capaciteit van de dagopvang uitgebreid van 15 naar 30 gebruikers. Deze uitbreiding gebeurt stelselmatig. De maandelijkse vergoeding van Witte Meren aan het OCMW voor het reserveren van 1 of 2 handicars voor het vervoer van en naar de dagopvang wordt afhankelijk van het structureel gebruik van het vervoer.

 

Financiële weerslag

 

Actie

424

Registratiesleutel

70200000/091100

Bedrag

jaarlijks 4200 euro

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaande overeenkomst goed:

 

Tussen ondergetekenden:

 

OCMW Mol, Molenhoekstraat 2, 2400 Mol, vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn Peter Van Rompaey en algemeen directeur Stefan Hendrix, hierna genoemd OCMW

En

VZW Witte Meren, dagopvang Den Boulevard, vertegenwoordigd door de heer Jan Smolders, directeur, hierna genoemd Dagopvang,

 

Wordt overeengekomen wat volgt:

 

Artikel 1 Aanbod Dagopvang

Witte Meren vzw biedt met het dagverzorgingscentrum Den Boulevard dagelijks opvang, verzorging en een zinvolle dagbesteding aan zorgbehoevende, thuiswonende ouderen, die geen intensieve medische behandeling en/of toezicht nodig hebben, maar wel behoefte hebben aan activering, verpleging, toezicht en/of begeleiding in activiteiten van het dagelijkse leven.

Het dagverzorgingscentrum is open op iedere werkdag van 8.30 tot 17 uur. Het centrum is gesloten op zaterdag, zon- en feestdagen.

 

Artikel 2 Aanbod OCMW

Het OCMW engageert zich tot een vervoersaanbod voor zorgbehoevende, thuiswonende ouderen die gebruik wensen te maken van de Dagopvang.

Artikel 3 Organisatie vervoer

  1. Het OCMW staat in voor het vervoer van personen van en naar de Dagopvang
    1. Tussen 8 en 9.30 uur voor de ritten heen
    2. Tussen 15.30 en 17 uur voor de ritten terug.
  2. De ritten gebeuren bij voorkeur met een handicar. Als een handicar niet beschikbaar is, zorgt het OCMW voor een alternatief vervoermiddel.

 

Artikel 4 Dispatch

De dispatching van de ritten gebeurt door de dienst seniorenplus van het OCMW.

De Dagopvang bezorgt wekelijks – uiterlijk op donderdag om 13 uur - een lijst met de te vervoeren personen aan de dienst seniorenplus voor het vervoer voor de Dagopvang van de daaropvolgende week. De dienst seniorenplus bezorgt de gebruikerslijst aan de vrijwillige chauffeurs.

 

Artikel 5 Communicatie

Alle communicatie in verband met het vervoer voor de Dagopvang verloopt via de contactpersoon bij de Dagopvang en de consulent vervoer van de dienst seniorenplus van het OCMW.

 

Artikel 6 Persoonlijke informatie gebruiker

De Dagopvang bezorgt per te vervoeren persoon een fiche met alle relevante info.

 

Artikel 7 Facturatie aan de gebruiker

Maandelijks en ten laatste op de vierde werkdag van de maand bezorgt de Dagopvang een overzicht aan het OCMW met vermelding van de identiteit van de werkelijke gebruikers per dag van de voorbije maand.

Het OCMW zorgt voor de facturatie aan de gebruiker van het vervoer.

 

Artikel 8 Forfaitaire vergoeding

De Dagopvang betaalt maandelijks een vergoeding aan het OCMW voor de organisatie van het vervoer.

  1. De vergoeding bedraagt 50 euro voor een structureel gebruik per weekdag van 1 handicar. Deze vergoeding wordt maandelijks verrekend.

 Voorbeeld:

        Bij een structureel gebruik van 1 handicar op elke weekdag bedraagt de maandelijkse forfaitaire vergoeding 250 euro.

        Bij een structureel gebruik van 1 handicar elke weekdag en een 2e handicar op twee weekdagen per week bedraagt de forfaitaire vergoeding 350 euro.

  1. De maximale maandelijkse vergoeding bedraagt 500 euro. De maximale maandelijkse vergoeding wordt aangerekend bij een structurele inzet van 2 bussen op elke weekdag.
  2. Het vastleggen van de werkelijke forfaitaire vergoeding gebeurt op voorstel van de consulent vervoer van de dienst seniorenplus op basis van de werkelijke gebruikers over een periode van 3 maanden en in onderling overleg tussen de directeur Ten Hove en de directeur van VZW Witte Meren.
  3. De Dagopvang stort de vergoeding ten laatste de 5e van elke maand op rekeningnummer BE59 0910 0958 3326.

 

Artikel 9 Duur en beëindiging van de overeenkomst.

Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde duur. De overeenkomst kan op elk moment door één van de partijen schriftelijk worden opgezegd mits een voorafgaand gesprek tussen beide partijen. De in aanmerking te nemen opzeggingstermijn bedraagt 6 maanden.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 24/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 17 april 2023

 

ZORGRAAD EERSTELIJNSZONE - AFVAARDIGING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De eerstelijnszone Baldemore wordt momenteel voorbereid door het veranderteam, dat bestaat een afvaardiging van de verplichte partners van de eerstelijnszone. Zij hebben de voorbije maanden de missie, visie en waarden van onze eerstelijnszone uitgewerkt. Deze werd bekrachtigd op het veranderforum van 14 mei 2019. Een volgende stap is de samenstelling van de zorgraad, die vanaf 2020 actief zal zijn.

 

De zorgraad realiseert en versterkt de samenwerking en coördinatie tussen lokale besturen, eerstelijnszorgaanbieders, verenigingen van personen met een zorg- en ondersteuningsvraag en erkende verenigingen van mantelzorgers en gebruikers met als doel te evolueren naar een vraaggestuurde en integrale zorg en ondersteuning voor de persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag.

 

De bestuursmandaten lopen af in juni 2023. Deze moeten dus vernieuwd worden.

 

Juridische gronden

Besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2018 tot toekenning van een subsidie aan de initiatiefnemers in een afgebakende zone voor de oprichting van zorgraden.

 

Inspraak en advies

Het beheerscomité van Baldemore stelde in de zitting van 23 maart 2023 voor om de mandaten voor lokaal bestuur Mol als volgt te verdelen:

 

Voor de cluster lokale besturen:

Dagmar Gooris (Gemeente Mol) - Rechtspersoon - Huis Van het Kind

Hilde Valgaeren - Natuurlijk persoon

 

Voor de cluster Welzijn:

Guy Vanhoof (OCMW Mol) - Rechtspersoon - Lokale Dienstencentra

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De lokale besturen zijn verplichte partner in de eerstelijnszone. Zij vormen één van de vier clusters in de zorgraad en hebben hierin zes mandaten voor de lokale besturen van Balen, Dessel, Mol en Retie. Om de betrokkenheid van de 4 besturen te garanderen is er een mandaat voor elk bestuur,  aangevuld met de coördinator van Huis van het Kind (eveneens verplichte partner) en de deskundige gezondheid van Baldemore.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad vaardigt Hilde Valgaeren af namens het lokaal bestuur.

 

Artikel 2

De gemeenteraad vaardigt Dagmar Gooris af als coördinator Huis van het Kind van Baldemore.

 

Artikel3

De gemeenteraad vaardigt Guy Vanhoof af als vertegenwoordiger van de Lokale dienstencentra.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 24/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 17 april 2023

 

ARBEIDSREGLEMENT - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Het arbeidsreglement regelt, naast de individuele arbeidsovereenkomst en/of de rechtspositieregeling, de algemene arbeidsvoorwaarden en geeft aan de personeelsleden informatie over de werking en de organisatie van het werk binnen de onderneming of binnen de instelling die hen tewerkstelt.

 

Het arbeidsreglement werd geactualiseerd in functie van de nieuwe wetgeving en de structuurtrajecten. Het interne reglement voor het gebruik van elektronische communicatie- en ICT-middelen werd aangepast en het agressieprotocol werd toegevoegd.

 

Juridische gronden

Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur.

De wet van 8 april 1965 tot instellingen van de arbeidsreglementen verplicht de werkgever een arbeidsreglement op te stellen.

Wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen (Arbeidsdeal).

Wet van 30 oktober 2022 houdende diverse bepalingen betreffende de arbeidsongeschiktheid (Ziekte zonder attest).

Decreet van 18 november 2022 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 20005, het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Bestuursdecreet van 7 december 2018, wat betreft klokkenluiders (Klokkenluidersmeldpunt).

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 23 december 2019 het arbeidsreglement en bijlagen goed. De laatste wijziging van het arbeidsreglement werd goedgekeurd door de raad van maatschappelijk welzijn van 29 november 2021.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 29 maart 2023.

 

Bijlagen

  1. Arbeidsreglement met haar bijlagen
  2. Arbeidsreglement met haar bijlagen met aanduiding van de aanpassingen (geel gearceerd)
  3. Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 29 maart 2023

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het arbeidsreglement werd aangepast aan de huidige wetgeving. De arbeidsdeal, de wet betreffende de arbeidsongeschiktheid en het decreet van de klokkenluiders leiden ertoe dat het huidige arbeidsreglement dient te worden aangepast.

Het arbeidsreglement dient tevens te worden aangepast in functie van de structuurtrajecten binnen verschillende departementen en afdelingen.

 

Bijlage 2 "Het Intern reglement voor het gebruik van elektronische communicatie- en ICT-middelen" werd aangepast om meer aan te sluiten bij de huidige moderne communicatiemiddelen zoals computer, intranet en het internet. Dit zal de interne en externe communicatie verbeteren.

 

Het "Agressieprotocol" werd als bijlage toegevoegd aan het arbeidsreglement. Personeelsleden krijgen soms te maken met onaangepast gedrag, vandalisme, agressie en criminaliteit. Dit agressieprotocol bevat normen, regels en procedures die iedereen in zulke gevallen moet volgen. Het agressieprotocol was al te vinden op het intranet, maar maakt nu integraal deel uit van het arbeidsreglement.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het bestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijzigingen van het arbeidsreglement en haar bijlagen zoals toegevoegd aan dit besluit goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 24/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 17 april 2023

 

ARBEIDSREGLEMENT WOONZORGCENTRUM - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Het arbeidsreglement woonzorgcentrum regelt, naast de individuele arbeidsovereenkomst en/of de rechtspositieregeling, de algemene arbeidsvoorwaarden en geeft aan de personeelsleden informatie over de werking en de organisatie van het werk binnen de onderneming of binnen de instelling die hen tewerkstelt.

 

Het arbeidsreglement woonzorgcentrum werd geactualiseerd in functie van de nieuwe wetgeving en de structuurtrajecten. Het interne reglement voor het gebruik van elektronische communicatie- en ICT-middelen werd aangepast en het agressieprotocol werd toegevoegd.

 

Juridische gronden

Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur.

De wet van 8 april 1965 tot instellingen van de arbeidsreglementen verplicht de werkgever een arbeidsreglement op te stellen.

Wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen (Arbeidsdeal).

Wet van 30 oktober 2022 houdende diverse bepalingen betreffende de arbeidsongeschiktheid (Ziekte zonder attest).

Decreet van 18 november 2022 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 20005, het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Bestuursdecreet van 7 december 2018, wat betreft klokkenluiders (Klokkenluidersmeldpunt).

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 23 december 2019 het arbeidsreglement woonzorgcentrum en bijlagen goed. De laatste wijziging van het arbeidsreglement woonzorgcentrum werd goedgekeurd door de raad van maatschappelijk welzijn van 29 november 2021.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 29 maart 2023.

 

Bijlagen

  1. Arbeidsreglement woonzorgcentrum met haar bijlagen
  2. Arbeidsreglement woonzorgcentrum met haar bijlagen met aanduiding van de aanpassingen (geel gearceerd)
  3. Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 29 maart 2023

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het arbeidsreglement woonzorgcentrum werd aangepast aan de huidige wetgeving. De arbeidsdeal, de wet betreffende de arbeidsongeschiktheid en het decreet van de klokkenluiders leiden ertoe dat het huidige arbeidsreglement woonzorgcentrum dient te worden aangepast.

Het arbeidsreglement woonzorgcentrum dient tevens te worden aangepast in functie van de structuurtrajecten binnen verschillende departementen en afdelingen.

 

Bijlage 2 "Het Intern reglement voor het gebruik van elektronische communicatie- en ICT-middelen" werd aangepast om meer aan te sluiten bij de huidige moderne communicatiemiddelen zoals computer, intranet en het internet. Dit zal de interne en externe communicatie verbeteren.

 

Het "Agressieprotocol" werd als bijlage toegevoegd aan het arbeidsreglement woonzorgcentrum. Personeelsleden krijgen soms te maken met onaangepast gedrag, vandalisme, agressie en criminaliteit. Dit agressieprotocol bevat normen, regels en procedures die iedereen in zulke gevallen moet volgen. Het agressieprotocol was al te vinden op het intranet, maar maakt nu integraal deel uit van het arbeidsreglement.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het bestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijzigingen van het arbeidsreglement woonzorgcentrum en haar bijlagen zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 24/05/2023
Overzicht punten

Zitting van 17 april 2023

 

ORGANOGRAM - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Het gemeenschappelijk organogram gemeente en OCMW werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 21 december 2015. Een aantal kleine wijzigingen werden nadien nog doorgevoerd.

Sindsdien gaven verschillende afdelingen verder vorm aan hun afdeling alsook werden er verscheidene structuurtrajecten doorlopen met het oog op een sterke en klantgerichte organisatiestructuur. Deze wijzigingen moeten worden opgenomen in het organogram.

 

Juridische gronden

Artikel 161 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vaststellen.

Het organogram goedgekeurd door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn en daarop volgende wijzigingen.

 

Inspraak en advies

De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor de opmaak van het voorontwerp van het organogram. Het managementteam in zitting van 13 maart 2023 geeft goedkeuring aan het voorgelegde organogram.

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde in zitting van 29 maart 2023 een protocol van akkoord af.

 

Bijlagen

  1. Organogram
  2. Protocol van de representatieve vakorganisaties van 29 maart 2023

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De aanpassing van het organogram zal in meerdere fases verlopen:

        Fase 1:

        Departement ruimte

        Afdeling cultuur

        Afdeling jeugd en sport

        Ondersteunende diensten

        Afdeling dienstverlening & communicatie

        Fase 2: de overige diensten 

 

Het voorgelegde organogram biedt de handvaten voor het actualiseren van de functiebeschrijvingen en de koppeling met het arbeidsreglement.

 

Het voorgelegde organogram is op high-level-niveau: het betreft enkel de afdelingen en teams zonder vermelding van functies. In een volgende stap zullen de functies een plaats worden gegeven in de nieuwe structuur en zal gelijktijdig de personeelsformatie worden geactualiseerd en geïncorporeerd in het organogram. Deze tekening zal dan opnieuw worden voorgelegd.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het bestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het organogram zoals toegevoegd als bijlage aan dit besluit goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 24/05/2023