ZITTING VAN MAANDAG 23 DECEMBER 2019

 

Aanwezig:

voorzitter

Peter Van Rompaey

voorzitter vast bureau

Wim Caeyers

raadsleden

Servais Verherstraeten, Hans Schoofs, Koen Van Gompel, Paul Vanhoof, Jos Lodewijckx, Tomas Sergooris, Lotte Vreys, Jan Vangheel, Zehra Ünlü, Solange Abbeloos, Ria Melis, Davy Geboers, Hanne Paepen, Anneleen Dom, Els Ceulemans, Maarten Van Camp, Chris Xhenseval, Mehmet Arikan, Lander Geyzen, Bas Van Olmen, An Joos, Sofie Molenberghs, Koen Boeckx

leden vast bureau

Andreas Verbeke, Lieve Heurckmans, Hilde Valgaeren, Frederik Loy, Hans De Groof, Maria Belmans, Wendy Soeffers

algemeen directeur

Stefan Hendrix

Verontschuldigd:

raadslid

Sonja Geysen

 

raadslid Els Ceulemans vervoegt de vergadering vanaf punt 7.

 

 

Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

NOTULEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN - 18 NOVEMBER 2019 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn vergaderde in zitting van 18 november 2019.

 

De notulen van deze raad werden in Meeting.mobile gekoppeld als bijlage aan dit agendapunt.

 

Juridische gronden

Artikel 34 § 1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn - goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 maart 2019 - bepaalt dat de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur.

 

Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 33 § 1 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn alle besproken onderwerpen vermelden in chronologische volgorde, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen.

 

Bijlagen

1)      Notulen raad voor maatschappelijk welzijn 18 november 2019

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het is verplicht dat de notulen van de vorige raad voor maatschappelijk welzijn worden goedgekeurd op de eerstvolgende zitting.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 november 2019 worden goedgekeurd.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

RECHTSPOSITIEREGELING SPECIFIEK PERSONEEL OCMW - AANPASSING VERLOFSTELSEL EN FIETSVERGOEDING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Tot op heden wordt het verlof voor contractuele personeelsleden berekend via het privé-stelsel, de ’20 wettelijke dagen’. Voor deze berekening wordt rekening gehouden met de prestaties van het voorgaande jaar (= het vakantiedienstjaar). Daarnaast krijgt het personeelslid ook bijkomende verlofdagen. Voor deze bijkomende verlofdagen wordt rekening gehouden met het vakantiejaar  (d.w.z. het jaar waarin vakantie wordt opgenomen).

In het publieke stelsel wordt er, voor alle verlofdagen, enkel rekening gehouden met het vakantiejaar.

Alle contractuele personeelsleden krijgen bij omschakeling naar het publieke stelsel eenmalig een uitbetaling van hun opgebouwde vakantiedagen in het privé-stelsel. Bij uitdiensttreding is er op dat moment geen uitbetaling meer van vakantiedagen.

In de meerjarenplanning 2020-2025 werd een verhoging van de fietsvergoeding met 4 eurocent per kilometer voorzien met ingang vanaf 1 januari 2020.

 

Juridische gronden

Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2002 betreffende de toekenning en de vaststelling van het vakantiegeld van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.

Het decreet van 8 mei 2002 houdende wijziging van verschillende bepalingen betreffende de haard- en standplaatstoelage en het vakantiegeld van het gemeente- en provinciepersoneel.

De kilometervergoeding voor het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer is vrijgesteld van belasting tot 0,24 euro per afgelegde km voor aanslagjaar 2020, inkomsten 2019.

De rechtspositieregeling specifiek personeel OCMW werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 29 juni 2016. De laatste wijziging aan deze rechtspositieregeling werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 19 december 2018.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde protocollen van akkoord af op 4 december 2019.

 

Bijlagen

1)      20191223_OCMW-raad_RPRspecifiekpersoneelOCMW_vakantiestelsel_fietsvergoeding

2)      20191204_OOC_protocol_RPRspecifiekpersoneelOCMW_vakantiestelsel

3)      20191204_OOC_protocol_RPRspecifiekpersoneelOCMW_fietsvergoeding

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Een vakantieregeling die gebaseerd is en opgebouwd wordt volgens de arbeidsprestaties in het lopende jaar (vakantiejaar) sluit nauwer aan bij de Europese wetgeving namelijk dat alle voltijdse werkende werknemers recht hebben op 20 vakantiedagen binnen het jaar waarin de prestaties geleverd worden. Daarnaast is het ook in functie van uniformisering van processen en efficientiewinsten wenselijk te voorzien in één verlofstelsel voor alle personeelsleden, namelijk het publieke stelsel (zoals de statutaire personeelsleden).

 

In de meerjarenplanning 2020-2025 werd een verhoging van de fietsvergoeding met 4 eurocent per kilometer voorzien met ingang vanaf 1 januari 2020. Het bedrag in de rechtspositieregeling moet worden aangepast.

 

Financiële weerslag

Alle contractuele personeelsleden krijgen bij omschakeling naar het publieke stelsel eenmalig een uitbetaling van hun opgebouwde vakantiedagen in het privé-stelsel. De nodige krediet voor deze uitbetaling zijn voorzien in 2020. Bij uitdiensttreding is er op dat moment geen uitbetaling meer van vakantiedagen.

Besturen die het vakantiestelsel publieke sector volgen betalen 0,40% loonmatigingsbijdrage minder en betalen geen 1,69% bijzondere bijdrage werkloosheid (die anders verschuldigd is als men meer dan 10 werknemers in dienst heeft).

Het nodige budget voor de verhoging van de fietsvergoeding is voorzien in de meerjarenplanning.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van de rechtspositieregeling specifiek personeel OCMW volgens de tekst toegevoegd als bijlage aan dit besluit, met ingang van 1 januari 2020, goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

RECHTSPOSITIEREGELING WOONZORGCENTRUM - AANPASSING VERLOFSTELSEL, FIETSVERGOEDING EN AANVULLEND PENSIOENSTELSEL - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Tot op heden wordt het verlof voor contractuele personeelsleden berekend via het privé-stelsel, de ’20 wettelijke dagen’. Voor deze berekening wordt rekening gehouden met de prestaties van het voorgaande jaar (= het vakantiedienstjaar). Daarnaast krijgt het personeelslid ook bijkomende verlofdagen. Voor deze bijkomende verlofdagen wordt rekening gehouden met het vakantiejaar  (d.w.z. het jaar waarin vakantie wordt opgenomen).

In het publieke stelsel wordt er, voor alle verlofdagen, enkel rekening gehouden met het vakantiejaar.

Alle contractuele personeelsleden krijgen bij omschakeling naar het publieke stelsel eenmalig een uitbetaling van hun opgebouwde vakantiedagen in het privé-stelsel. Bij uitdiensttreding is er op dat moment geen uitbetaling meer van vakantiedagen.

In de meerjarenplanning 2020-2025 werd een verhoging van de fietsvergoeding met 4 eurocent per kilometer voorzien met ingang vanaf 1 januari 2020, alsook wordt voorzien een aanvullende pensioenstelsel voor het personeel van het woonzorgcentrum.

 

Juridische gronden

Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2002 betreffende de toekenning en de vaststelling van het vakantiegeld van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.

Het decreet van 8 mei 2002 houdende wijziging van verschillende bepalingen betreffende de haard- en standplaatstoelage en het vakantiegeld van het gemeente- en provinciepersoneel.

De kilometervergoeding voor het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer is vrijgesteld van belasting tot 0,24 euro per afgelegde km voor aanslagjaar 2020, inkomsten 2019.

De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 juni 2016. De laatste wijziging aan de rechtspositieregeling werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 oktober 2019.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde protocollen van akkoord af op 4 december 2019.

 

Bijlagen

1)      20191223_OCMW-raad_RPRWZC_vakantiestelsel_fietsvergoeding_aanvullendpensioenstelsel

2)      20191204_OOC_protocol_RPRsWZC_vakantiestelsel

3)      20191204_OOC_protocol_RPRWZC_fietsvergoeding

4)      20191204_OOC_protocol_RPRWZC_aanvullendpensioenstelsel

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Een vakantieregeling die gebaseerd is en opgebouwd wordt volgens de arbeidsprestaties in het lopende jaar (vakantiejaar) sluit nauwer aan bij de Europese wetgeving namelijk dat alle voltijdse werkende werknemers recht hebben op 20 vakantiedagen binnen het jaar waarin de prestaties geleverd worden. Daarnaast is het ook in functie van uniformisering van processen en efficientiewinsten wenselijk te voorzien in één verlofstelsel voor alle personeelsleden, namelijk het publieke stelsel (zoals de statutaire personeelsleden). 

 

In de meerjarenplanning 2020-2025 werd een verhoging van de fietsvergoeding met 4 eurocent per kilometer voorzien met ingang vanaf 1 januari 2020, alsook wordt voorzien een aanvullende pensioenstelsel voor het personeel van het woonzorgcentrum. De modaliteiten van het aanvullend pensioenstelsel worden geregeld in het lokale pensioenreglement, welke wordt vastgelegd bij aparte raadsbeslissing.

 

Financiële weerslag

Alle contractuele personeelsleden krijgen bij omschakeling naar het publieke stelsel eenmalig een uitbetaling van hun opgebouwde vakantiedagen in het privé-stelsel. De nodige krediet voor deze uitbetaling zijn voorzien in 2020. Bij uitdiensttreding is er op dat moment geen uitbetaling meer van vakantiedagen.

Besturen die het vakantiestelsel publieke sector volgen betalen 0,40% loonmatigingsbijdrage minder en betalen geen 1,69% bijzondere bijdrage werkloosheid (die anders verschuldigd is als men meer dan 10 werknemers in dienst heeft).

Het nodige budget voor de verhoging van de fietsvergoeding en het voorzien in een aanvullend pensioenstelsel voor het personeel van het woonzorgcentrum is voorzien in de meerjarenplanning.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum volgens de tekst toegevoegd als bijlage aan dit besluit, met ingang van 1 januari 2020, goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

TWEEDE PENSIOENPIJLER - CONTRACTANTEN WOONZORGCENTRUM - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Op 19 november 2008 sloten de gesprekspartners in het comité C1 voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap het sectorale akkoord af voor de jaren 2008-2013.

In uitvoering van dat sectoraal akkoord hebben de gesprekspartners in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 op 9 december 2009 een akkoord bereikt over een kaderpensioenreglement en een model raadsbeslissing.

Dit akkoord beveelt de besturen aan om dit pensioenreglement in te voeren met ingang vanaf 1 januari 2010, om de pensioentoelage vast te leggen op minstens 1% werkgeversbijdrage op het pensioengerechtigde jaarloon en om te beslissen om al dan niet een inhaaltoelage voor de reeds geheel of gedeeltelijk gepresteerde diensttijd te storten. 

De raad voor maatschappelijk welzijn voerde een aanvullend pensioenstelsel in voor zijn contractuele personeelsleden, uitgezonderd de contractuele personeelsleden van het woonzorgcentrum, vanaf 1 januari 2011 (met inhaaltoelage voor 2010). Het contractueel aangestelde personeel van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen werd voorlopig uitgesloten van dit aanvullende pensioenstelsel. Er moest eerst duidelijkheid komen over de uitvoering van het akkoord van 18 juli 2005 betreffende de federale gezondheidssectoren - publieke sector, om te vermijden dat er voor deze sector twee parallelle initiatieven naast elkaar ontstaan.

Na negen jaar staan de federale middelen voor de opbouw van een tweede pensioenpijler voor het personeel van woonzorgcentra in de publieke sector nog steeds geparkeerd. Het is ondertussen ook duidelijk dat de federale financiering niet voldoende zal zijn. Daarnaast is de impact van artikel 12 van de wet van 30 maart 2018 sinds september - oktober 2019 duidelijk. Deze wet voorziet dat om te kunnen genieten van de vermindering op de responsabiliseringsbijdrage het bestuur een aanvullend pensioen moet toekennen aan alle contractanten (op enkele uitzonderingen na) dus ook aan het personeel van hun woonzorgcentrum. Volgens prognoses zal het OCMW wellicht vanaf 2024 responsabliseringsbijdrage verschuldigd zijn en is vanaf dan het aanvullend pensioen een voorwaarde om te kunnen genieten van de korting.

 

Juridische gronden

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

Het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008.

Het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten dat met de representatieve vakorganisaties onderhandeld werd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009.

Het protocol 148/2 van 18 juli 2005 houdende het sectoraal akkoord voor de federaal gefinancierde gezondheidssectoren - publieke sector, meer bepaalde punt 9, waar voor het de personeelsleden van de federaal gefinancierde gezondsheidsinstellingen in specifieke plannen voor een tweede pensioenpijler voor contractanten werden voorzien.

Artikel 12 van de wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet-vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen.

De beslissing van de raad van het maatschappelijk welzijn in zitting van 22 december 2010 houdende de invoering van een aanvullende pensioenstelsel met een pensioentoelage van 2% voor zijn contractuele personeelsleden waarbij het contractueel aangestelde personeel van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen voorlopig werd uitgesloten van dit aanvullende pensioenstelsel in afwachting van duidelijkheid over de uitvoering van het akkoord van 18 juli 2005 betreffende de federale gezondheidssectoren - publieke sector.

De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 april 2016 houdende de verhoging van de pensioentoelage met 1% (namelijk van 2% naar 3%) met ingang vanaf 1 januari 2016.

 

Inspraak en advies

Een protocol van akkoord werd afgesloten met de representatieve vakorganisaties in het overleg- en onderhandelingscomité van 4 december 2019.

 

Bijlagen

1)      Protocolakkoord van het overleg- en onderhandelingscomité van 4 december 2019.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het is redelijkerwijze verantwoord dat het personeel van het woonzorgcentrum gefaseerd op hetzelfde bijdragepercentage komt als de rest van het personeel, want als besturen - weliswaar voorlopig en in afwachting van een federaal initiatief ter zake - het personeel van het woonzorgcentrum mochten uitsluiten, dan mogen besturen in dezelfde zienswijze op graduele wijze het personeel van het woonzorgcentrum aansluiten. Overwegende het zuinigheidsbeginsel en het redelijkheidsbeginsel is het verantwoord om voor het personeel van het woonzorgcentrum gradueel te voorzien in een tweede pensioenpijler:

       met ingang vanaf 1 januari 2020 te voorzien in een pensioentoelage van 2%;

       met ingang vanaf 1 januari 2021 te voorzien in een pensioentoelage van 2,5%;

       met ingang vanaf 1 januari 2022 te voorzien in een pensioentoelage van 3%.

 

Financiële weerslag

De nodige budgetten zijn voorzien in de meerjarenplanning.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

Het contractueel aangestelde personeel van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen wordt niet langer uitgesloten van het aanvullende pensioenstelsel.

Met ingang van 1 januari 2020 wordt er voorzien in een pensioentoelage van 2% voor het contractueel personeel van het woonzorgcentrum.

Met ingang van 1 januari 2021 wordt er voorzien in een pensioentoelage van 2,5% voor het contractueel personeel van het woonzorgcentrum.

Met ingang van 1 januari 2022 wordt er voorzien in een pensioentoelage van 3% voor het contractueel personeel van het woonzorgcentrum.

 

Artikel 2

Deze beslissing wordt toegevoegd aan het lokale pensioenreglement en maakt hiervan deel uit.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

OCMW - ARBEIDSREGLEMENT - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen verplicht de werkgever een arbeidsreglement op te stellen. Het arbeidsreglement regelt, naast de individuele arbeidsovereenkomst en/of de rechtspositieregeling, de algemene arbeidsvoorwaarden en geeft  aan de werknemers informatie over de werking en de organisatie van het werk binnen de onderneming of binnen de instelling die hen tewerkstelt.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 20 december 2006 het arbeidsreglement goed. In functie van de integratie gemeente en OCMW, optimalisatie van processen en in navolging van wijzigingen in wetgeving en organisatiestructuur, was het noodzakelijk om het arbeidsreglement te herschrijven.

 

Juridische gronden

De wet van 8 april 1965 tot instellingen van de arbeidsreglementen verplicht de werkgever een arbeidsreglement op te stellen.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 20 december 2006 het arbeidsreglement goed.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 4 december 2019.

 

Bijlagen

1)      Arbeidsreglement met bijlagen.

2)      Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 4 december 2019.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

In functie van de integratie gemeente en OCMW, optimalisatie van processen en in navolging van wijzigingen in wetgeving en organisatiestructuur, werd het arbeidsreglement herschreven. Er werd een gemeenschappelijk arbeidsreglement uitgewerkt dat van toepassing is op alle personeelsleden zowel in statutair als contractueel dienstverband, van de gemeente Mol en het OCMW Mol, uitgezonderd het personeel van het woonzorgcentrum Ten Hove, het gesubsidieerd onderwijspersoneel, de art.60’ers die ter beschikking worden gesteld aan externe diensten, de vrijwilligers, de wijkwerkers en de verenigingswerkers.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het bestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het bijgevoegde arbeidsreglement met bijlagen goed met ingang van 1 januari 2020.

 

Artikel 2

Het arbeidsreglement, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 20 december 2006, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

OCMW - ARBEIDSREGLEMENT WOONZORGCENTRUM - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen verplicht de werkgever een arbeidsreglement op te stellen. Het arbeidsreglement regelt, naast de individuele arbeidsovereenkomst en/of de rechtspositieregeling, de algemene arbeidsvoorwaarden en geeft  aan de werknemers informatie over de werking en de organisatie van het werk binnen de onderneming of binnen de instelling die hen tewerkstelt.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 20 december 2006 het arbeidsreglement voor het woon- en zorgcentrum 'Ten Hove' goed. In functie van de integratie gemeente en OCMW, optimalisatie van processen en in navolging van wijzigingen in wetgeving en organisatiestructuur, werd het arbeidsreglement voor het woonzorgcentrum Ten Hove herschreven.

 

Juridische gronden

De wet van 8 april 1965 tot instellingen van de arbeidsreglementen verplicht de werkgever een arbeidsreglement op te stellen.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 20 december 2006 het arbeidsreglement voor het woon- en zorgcentrum 'Ten Hove' goed.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 4 december 2019.

 

Bijlagen

1)      Arbeidsreglement woonzorgcentrum met bijlagen.

2)      Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 4 december 2019.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

In functie van de integratie gemeente en OCMW, optimalisatie van processen en in navolging van wijzigingen in wetgeving en organisatiestructuur, werd het arbeidsreglement voor het woonzorgcentrum Ten Hove herschreven. Het arbeidsreglement woonzorgcentrum werd herschreven naar analogie met het algemene arbeidsreglement maar omwille van specifieke regelgeving en afspraken die van toepassing zijn binnen het woonzorgcentrum werd er geopteerd om in een apart arbeidsreglement te voorzien.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het bestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het bijgevoegde arbeidsreglement woonzorgcentrum met bijlagen goed met ingang van 1 januari 2020.

 

Artikel 2

Het arbeidsreglement voor het woon- en zorgcentrum 'Ten Hove', goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 20 december 2006, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

LEEFGELD - AANPASSING BEDRAGEN - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Fedasil brengt jaarlijks een nota uit met richtlijnen en richtbedragen in verband met het leefgeld te hanteren in de dagelijkse LOI-werking.

 

Wekelijks betaalt het OCMW een leefgeld aan de cliënten die in het LOI verblijven. In dit leefgeld zijn geen extra kosten zoals o.a. schoolkosten, transport, kledij, organiseren van vrijetijd,… inbegrepen. Dit dient door het OCMW afzonderlijk te worden betaald. Het zakgeld is wel inbegrepen in het leefgeld.

 

Wanneer we onze bedragen vergelijken met de richtbedragen, voorgesteld door Fedasil, is de conclusie dat er vooral voor alleenstaanden en de koppels zonder kinderen een duidelijk (negatief) verschil is met de richtbedragen, voorgesteld door Fedasil.

 

De laatste aanpassing betreffende financiële steun aan LOI-bewoners werd beslist tijdens de OCMW-Raad van 27 april 2016. Gezien de vergelijkingen met de richtbedragen van Fedasil, stellen wij voor het leefgeld aan te passen voor de alleenstaanden en koppels zonder kinderen.

 

Concreet betekent dit dan dat het leefgeld voor een alleenstaande en koppels zonder kinderen verhoogd wordt naar € 60 / € 120.  De bedragen die nu gehanteerd worden voor de gezinnen met kinderen voldoen reeds aan de minimum richtlijn van Fedasil.

 

Hieraan gekoppeld wordt voorgesteld om ook het minimum leefgeld ("dringende steun") in alle andere dossiers alleenstaanden op te trekken naar € 60 per week.

Bij gezinnen wordt het bedrag van € 55 per persoon en € 35 voor een kind behouden.

 

Tot slot wordt voorgesteld om eveneens binnen budgetbeheren het richtbedrag van € 60 per week voor een alleenstaande te beogen, zij het wel berekend op jaarbasis. Dit gezien elke situatie specifiek is en er binnen budgetbeheren vaak ook extra uitgaven / leefgeld voorzien wordt, bv. verjaardagen, sinterklaas, kermis ….

 

Juridische gronden

Artikel 77 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Artikel 57 ter OCMW-Wet.

Wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde categorieën van vreemdelingen.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Een aanpassing van de bedragen leefgeld voor  onze LOI-bewoners is noodzakelijk gezien de richtlijnen van Fedasil. Dit geeft ook de mogelijkheid de bedragen dringende steun en de bedragen leefgeld budgetbeheren te herbekijken en licht te doen stijgen. Dit is noodzakelijk gezien de stijging van de kost om leven. Bovendien geeft ons dit de mogelijkheid om 'geldlozer' te werken door middel van prepaidkaartjes (in casu dringende steun).  

 

Financiële weerslag

De financiële weerslag van de verhoging van de bedragen dringende steun en binnen de budgetbeheren is miniem, gezien dit zij het uit eigen middelen cliënt, zij het uit terugvorderbare steun gaat.

 

De financiële weerslag van de verhoging leefgelden LOI is een verhoging van de uitgaven leefgeld voor alleenstaanden met 20% (stijging van +- € 80 per week) . Deze middelen worden voorzien binnen de algemene subsidiëring van Fedasil. Een verhoging van budget is dan ook niet nodig.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn geeft haar goedkeuring voor de aanpassing van de leefgelden LOI van € 50 naar € 60 voor alleenstaanden en koppels zonder kinderen. 

 

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn geeft haar goedkeuring voor de aanpassing in dringende steun leefgeld van € 55 naar € 60 voor alleenstaanden en koppels zonder kinderen.

 

Artikel 3

De raad voor maatschappelijk welzijn geeft haar goedkeuring om voor het wekelijks leefgeld binnen budgetbeheren het richtbedrag van € 60 te beogen, berekend op jaarbasis.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

EERSTELIJNSZONE BALDEMORE - STATUTEN VZW - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In 2017 besliste de Vlaamse overheid tot een grondige reorganisatie van de eerstelijnszorg. De hervorming streeft naar een betere afstemming van gezondheids- en welzijnszorg en optimale samenwerking tussen lokale overheden, zorg- en hulpverleners. Om dit te realiseren werden over heel Vlaanderen eerstelijnszones opgericht.

 

De eerstelijnszone Baldemore is opgericht om het werk van lokale overheden, zorg- en hulpverleners beter op elkaar af te stemmen. Het doel is het organiseren van 'een effectieve en kwalitatieve eerste lijn waar de burger centraal staat en die toegankelijk is voor iedereen.'

Het is een samenwerking tussen eerstelijnszorgaanbieders (zorg/welzijn), lokale besturen en de persoon met de zorg- en ondersteuningsbehoefte (PZON).

 

Mol behoort tot de eerstelijnszone Baldemore, samen met Balen, Dessel en Retie.

 

De eerstelijnszone wordt vanaf 2020 aangestuurd door een zorgraad. De overheid verplicht elke zorgraad om van de eerstelijnszone een vzw te maken.  Hiervoor werd een ontwerp van statuten gemaakt.

 

Juridische gronden

Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2018 tot toekenning van een subsidie aan de initiatiefnemers in een afgebakende zone voor de oprichting van zorgraden.

 

Inspraak en advies

Het beheerscomité van Baldemore gaf in zitting van 25 oktober een positief advies voor het oprichten van een Eerstelijnszone Baldemore.

 

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Elke eerstelijnszone (ELZ)  wordt aangestuurd door een zorgraad, waarin een vertegenwoordiging zetelt van lokale besturen, gezondheidswerkers (artsen, verpleegkundigen, kinesisten, ...), welzijnswerkers (CAW, sociale diensten van mutualiteiten en OCMW's, woonzorgcentra, ...) en personen met een zorg- en ondersteuningsnood (patiëntenverenigingen, mantelzorgverenigingen, ...).

 

Het lokaal bestuur van Mol wordt in de zorgraad vertegenwoordigd door Hilde Valgaeren, schepen van volksgezondheid, cultuur, bibliotheek, ontwikkelingssamenwerking, en onderwijs.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt volgende statuten van vzw Eerstelijnszone Baldemore goed:

 

Ontwerpstatuten vzw Eerstelijnszone Baldemore

 

De stichtende leden verklaren bij deze tussen hen en al degenen die later tot de vereniging zullen toetreden, wat volgt overeen te komen:

 

Gegevens oprichters:

 

-LB Balen (adres/OR) handtekening voorzitter

 

-OCMW balen (adres/OR) handtekening algemeen directeur

 

….Voor alle besturen

 

Sarah Verherstraeten

 

Guido Cuyvers

 

Jan Smolders

 

Titel 1 – De vereniging

 

Artikel 1.Rechtsvorm

 

De vereniging wordt opgericht als een vereniging zonder winstoogmerk (hierna “VZW” genaamd) op grond van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2019 (hierna ’WVV’).

 

Artikel 2.Naam

 

De VZW draagt de naam eerstelijnszone Baldemore, afgekort ELZ Baldemore.

 

Artikel 3.Zetel

 

De zetel van de VZW is gelegen in het Vlaams Gewest.

 

Artikel 4.Duur

 

 

De VZW is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden.

 

Artikel 5.Identificatie van de VZW

 

In alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders, websites en andere stukken, al dan niet in elektronische vorm, uitgaande van de VZW, moet de VZW de volgende gegevens vermelden:

 

1)Naam van de VZW;

 

2)Rechtsvorm, voluit of afgekort;

 

3)Volledig adres van de zetel;

 

 

 

4)Ondernemingsnummer;

 

5)Vermelding van “rechtspersonenregister” en bevoegde rechtbank volgens de zetel;

 

6)In voorkomend geval het emailadres en de website van de VZW;

 

7)In voorkomend geval het feit dat de VZW in vereffening is.

 

Artikel 6.Werkgebied

 

Het werkgebied van de VZW omvat de volgende volledige eerstelijnszone: Balen- Dessel-Mol-

 

Retie (hierna afgekort vermeldt: Baldemore)

 

Titel 2 – Belangeloos doel en voorwerp

 

Artikel 7.Belangeloos doel

 

De VZW stelt zich tot doel de samenwerking en coördinatie tussen lokale besturen, eerstelijnszorgaanbieders, verenigingen van personen met een zorg- en ondersteuningsnood, verenigingen van mantelzorgers en verenigingen van vrijwilligers, te realiseren en te versterken, met als doel te evolueren naar een vraaggestuurde en integrale zorg en ondersteuning voor personen met een zorg- en ondersteuningsnood.

 

Artikel 8.Voorwerp

 

§1. De concrete activiteiten waarmee de VZW haar doelstellingen verwezenlijkt, zijn onder meer:

 

1)de organisatie en het aanbod van kwaliteitsvolle zorg en ondersteuning afstemmen op de zorg- en ondersteuningsvragen, zoals vastgesteld op bevolkingsniveau binnen het werkgebied van de VZW, in samenspraak met:

 

a)de verenigingen van personen met een zorg- en ondersteuningsnood en met de verenigingen van mantelzorgers en de verenigingen van vrijwilligers;

b)de eerstelijnszorgaanbieders;

 

c)de personen, diensten of organisaties met een gespecialiseerd zorgaanbod;

 

d)de lokale besturen.

 

2)een lokaal sociaal beleid ondersteunen: het geheel van de beleidsbepaling en de acties van een of meer lokale besturen en van de acties van lokale actoren, om de maximale toegang van elke burger tot de rechten, vermeld in artikel 23 en artikel 24, § 3, van de Grondwet, te verzekeren;

 

3)beroepsgroepspecifieke verenigingen ondersteunen die alle vrijwillig toegetreden eerstelijnszorgaanbieders die binnen het werkgebied van de VZW hun beroepsactiviteit uitoefenen, groeperen;

 

4)eerstelijnszorgaanbieders ondersteunen:

 

a)bij de organisatie van kwaliteitsvolle en geïntegreerde zorg en ondersteuning van de personen met een zorg- en ondersteuningsnood, met inbegrip van digitale gegevensdeling en het klachtenbeleid bij de interdisciplinaire en multidisciplinaire samenwerking bij het aanbieden van die zorg;

 

b)bij de aanlevering van gegevens voor de sociale kaart;

 

5)meewerken aan de uitvoering van Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en zo nodig andere doelstellingen voor het werkgebied voorstellen aan de Vlaamse Gemeenschap.

 

§2. Daarnaast kan de VZW alle activiteiten ontplooien die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van voormeld belangeloos doel, met inbegrip van bijkomstige commerciële handelsactiviteiten, waarvan de opbrengsten worden bestemd voor de verwezenlijking van het belangeloos doel.

 

§3. De VZW mag leningen toestaan aan, deelnemen in het kapitaal van, of op gelijk welke wijze, rechtstreeks of onrechtstreeks, belangen nemen in vennootschappen van private of publieke aard, naar Belgisch of naar buitenlands recht.

 

Titel 3 – Lidmaatschap

 

Artikel 9.Leden

 

§1. Er zijn minstens twee leden, natuurlijke persoon of rechtspersoon.

 

§2. Er zijn effectieve en toegetreden leden. De effectieve leden zijn diegene die op de algemene vergadering effectief stemrecht hebben. De toegetreden leden zijn al diegenen die geen stemrecht hebben op de algemene vergadering. Toegetreden leden kunnen de algemene vergadering bijwonen met raadgevende stem. De bepalingen met betrekking tot effectieve en toegetreden leden, zijn opgenomen in het intern reglement.

 

Het aantal leden is onbeperkt.

 

§3. Leden zijn in die hoedanigheid niet aansprakelijk voor de verbintenissen van de vzw.

 

§4. De ondergetekende oprichters zijn de eerste effectieve leden.

 

Artikel 10. Toetreding als lid

 

§1. De voorzitter van het bestuursorgaan nodigt alle actoren, zoals beschreven in artikel 21, die werkzaam zijn in het werkgebied van de VZW uit om te participeren in de VZW.

 

§2. Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon kan zich kandidaat stellen als lid op voorwaarde dat hij de doelstelling van de VZW onderschrijft en werkzaam of woonachtig is in het werkgebied van de VZW.

 

§3. Kandidaat-leden richten hun kandidaatstelling schriftelijk aan de voorzitter van het bestuursorgaan.

 

§4. Het bestuursorgaan beslist over de aanvaarding van de kandidaat als lid op haar eerstvolgende vergadering. Op deze vergadering dienen minstens de helft van de leden van het bestuursorgaan aanwezig of vertegenwoordigd te zijn. De beslissing wordt genomen met een meerderheid van gewone meerderheid van de aanwezige en vertegenwoordigde leden van het bestuursorgaan.

 

§5. Een beslissing tot weigering wordt, met vermelding van de redenen, meegedeeld aan de kandidaat. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk.

 

Artikel 11. Schorsing

 

§1. Het bestuursorgaan kan het lidmaatschap, inclusief het stemrecht, van een lid schorsen, wanneer de houding, het gedrag, uitspraken of geschriften, in het publiek of in privé, onverenigbaar zijn met het doel of een aanslag betekenen op de goede naam van de VZW. De schorsing geldt in afwachting van de algemene vergadering waarop beslist wordt over de beëindiging van het lidmaatschap.

 

§2. Deze beslissing wordt genomen door het bestuursorgaan. Op deze vergadering dienen minstens 2/3de leden van het bestuursorgaan aanwezig of vertegenwoordigd te zijn. De beslissing wordt genomen met een 2/3e meerderheid van het aantal stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden van het bestuursorgaan.

 

Artikel 12. Uitsluiting

 

§1. Het lidmaatschap van een lid kan op elk moment worden beëindigd door een bijzonder besluit van de algemene vergadering, bijeengeroepen door het bestuursorgaan of op verzoek van minstens 1/5e van alle effectieve leden, waarop ten minste 2/3e van alle effectieve leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, en waarbij een 2/3e meerderheid van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde effectieve leden vereist is. Onthoudingen worden niet meegerekend, noch in de teller, noch in de noemer.

 

§2. De uitsluiting moet worden aangegeven in de oproeping. Het lid wordt geïnformeerd over de redenen van de uitsluiting door de voorzitter van het bestuursorgaan. Het lid heeft het recht om gehoord te worden op de algemene vergadering en kan zich laten bijstaan door een advocaat.

 

§3. Zo kan onder meer worden uitgesloten, ieder lid waarvan de houding, het gedrag, de uitspraken of geschriften, in het publiek of in privé, onverenigbaar zijn met het doel of een aanslag betekenen op de goede naam van de VZW. De algemene vergadering beoordeelt de feiten na de belanghebbende te hebben gehoord en beslist zonder beroep.

 

§4. Zij die ten gevolge van een strafrechtelijke veroordeling hun burgerlijke en politieke rechten verloren hebben, verliezen automatisch het lidmaatschap van de VZW.

 

Artikel 13. Uittreding - Overlijden

 

§1. Op elk ogenblik kan een lid zich terugtrekken uit de VZW door zijn ontslag schriftelijk in te dienen bij de voorzitter van het bestuursorgaan. Het ontslag wordt per gewone post of via e-mail bezorgd. Het ontslag wordt effectief 1 maand na ontvangst van het schrijven.

 

§2 Het lidmaatschap neemt onmiddellijk einde bij het overlijden van een lid.

 

 

Artikel 14. Rechten en plichten

 

§1. Leden hebben alle rechten en verplichtingen die in het WVV (Wetboek van vennootschappen en verenigingen) en deze statuten worden beschreven.

 

§2. Geen enkel lid kan enige aanspraak laten gelden of uitoefenen op het bezit van de VZW op grond van de enkele hoedanigheid als lid. Deze uitsluiting van rechten op de activa geldt te allen tijde: tijdens het lidmaatschap, bij de beëindiging van het lidmaatschap om wat voor reden dan ook, bij ontbinding van de VZW enz.

 

Artikel 15. Bijdragen

 

§1. De leden betalen geen lidmaatschapsbijdrage.

 

Titel 4 – Algemene vergadering

 

Artikel 16. Samenstelling van de algemene vergadering

 

§1. De algemene vergadering bestaat uit de leden van de VZW.

 

§2. De voorzitter van het bestuursorgaan is tevens de voorzitter van de algemene vergadering.

 

§3. Waarnemers zonder stemrecht kunnen de algemene vergadering bijwonen en mogen zich, mits toestemming van de voorzitter, tot de algemene vergadering richten.

 

Artikel 17. Bevoegdheden van de algemene vergadering

 

§1. De algemene vergadering is bevoegd voor alle gevallen waarin deze statuten voorzien en voor de bij wet opgelegde taken:

 

1)het wijzigen van de statuten;

 

2)het benoemen en afzetten van de bestuurders en de bepaling van hun bezoldiging ingeval een bezoldiging wordt toegekend;

 

3)het benoemen en afzetten van de commissarissen en het bepalen van hun bezoldiging, ingeval een bezoldiging wordt toegekend;

 

4)de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen, alsook, in voorkomend geval, het instellen van een verenigingsvordering tegen de bestuurders en de commissarissen;

 

5)het goedkeuren van de begrotingen en de jaarrekeningen gestoeld op het jaarlijks actieplan;

6)het ontbinden van de VZW;

 

7)het uitsluiten van leden van de VZW;

 

8)het aanvaarden of het doen van een inbreng om niet van een algemeenheid;

 

9)het bepalen van de bestemming van de goederen van de ontbonden VZW;

 

10)de omzetting in een IVZW, een coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming of in een erkende coöperatieve vennootschap sociale onderneming.

 

Artikel 18. Vergaderingen van de algemene vergadering

 

§1. De jaarlijkse bijeenkomsten van de gewone algemene vergadering worden gehouden binnen de zes maanden na de sluiting van het boekjaar op de plaats vermeld in de uitnodiging.

 

§2. De vergaderingen worden door de voorzitter van het bestuursorgaan bijeengeroepen. De oproeping wordt minstens 15 dagen voor de datum van de algemene vergadering naar alle leden, bestuurders en commissarissen verstuurd per e-mail of per gewone post. Aan de oproeping wordt een ontwerp van agenda toegevoegd zoals bepaald door het bestuursorgaan. Behoudens de agenda zoals bepaald door het collegiale bestuursorgaan, zal ook elk punt dat door minstens één twintigste van de leden minstens 10 dagen voor de vergadering aangebracht werd, op de agenda worden geplaatst. Punten buiten de agenda kunnen niet behandeld worden.

 

§3. Bijzondere algemene vergaderingen worden gehouden telkens wanneer het bestuursorgaan dit nodig acht en in elk geval wanneer 1/5e van de leden daarom vraagt. In het geval dat 1/5e van de leden daarom verzoeken, roept de commissaris de algemene vergadering bijeen.

 

§4. Wanneer de agenda betrekking heeft op een statutenwijziging, betreft het een buitengewone algemene vergadering conform artikel 9:21 WVV. De oproeping wordt minstens 15 dagen voor de datum van de algemene vergadering naar alle leden verstuurd per e-mail of per gewone post.

 

Artikel 19. Aanwezigheidsquorum en meerderheden

 

§1. Om geldig te kunnen beraadslagen, moet minstens een gewone meerderheid van de effectieve leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

 

§2. Alle effectieve leden hebben gelijk stemrecht. Elk lid heeft één stem.

 

§3. Beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde effectieve leden binnen elk van de vier groepen van actoren bedoeld in artikel 21 §2 van deze statuten, behalve wanneer het WVV of de statuten anders voorzien. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden niet meegerekend, noch in de teller, noch in de noemer.

 

§4. De algemene vergadering kan over een statutenwijziging geldig beraadslagen wanneer ten minste 2/3e van de effectieve leden op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Wanneer het aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt op de eerste vergadering, kan een tweede bijeenkomst worden bijeengeroepen. Op deze tweede vergadering wordt op een geldige wijze beslist ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde effectieve leden. Deze tweede vergadering mag niet binnen vijftien dagen volgend op de datum van de eerste vergadering worden gehouden. Een beslissing wordt geacht aanvaard te zijn bij een meerderheid van 2/3e van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde effectieve leden. Wanneer de statutenwijziging betrekking heeft op het voorwerp of het belangeloze doel van de vereniging of op de ontbinding van de VZW, is zij pas aangenomen bij een meerderheid van 4/5e van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde effectieve leden. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden niet meegerekend in de teller, noch de noemer en gelden bijgevolg niet als tegenstemmen.

 

§5. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter een doorslaggevende stem/wordt het voorstel geacht verworpen te zijn.

 

§6. Effectieve leden die niet op de vergadering aanwezig kunnen zijn, kunnen door een ander effectief lid worden vertegenwoordigd. Elk effectief lid kan maximum twee volmachten dragen.

 

§7. De stemming kan gebeuren door afroeping, door handopsteking, of, indien gevraagd door minstens de helft van de effectieve leden die aanwezig of vertegenwoordigd zijn, door geheime stemming per stembrief. Bij stemming over personen is de stemming steeds geheim.

 

Artikel 20. Verslag

 

§1. Van elke algemene vergadering wordt een verslag opgemaakt. Het goedgekeurde verslag wordt ondertekend door de voorzitter en door de aanwezige leden die dit wensen en in een apart verslagboek bewaard. Dat verslagboek, dat ter inzage van de leden is, wordt bewaard op de zetel van de VZW.

 

§2. Derden die kennis willen nemen van de genotuleerde beslissingen van de algemene vergadering, kunnen daartoe een aanvraag indienen bij het bestuursorgaan die deze discretionair en zonder verdere motivering kan toestaan of kan weigeren.

 

Titel 5 – Bestuursorgaan en orgaan van dagelijks bestuur

 

Artikel 21. Samenstelling van het bestuursorgaan

 

§1. De VZW wordt bestuurd door een bestuursorgaan overeenkomstig artikel 9:5 WVV en volgende dat bestaat uit minimaal 14 en maximaal 25 bestuurders, natuurlijke personen of rechtspersonen, al dan niet lid van de VZW.

 

§2. De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering op voordracht van de verschillende actoren die in de algemene vergadering vertegenwoordigd zijn:

 

1)minimaal vier en maximaal zes bestuurders worden benoemd uit de kandidaten voorgedragen door de afgevaardigden van de welzijnsactoren;

 

2)minimaal vier en maximaal zes bestuurders worden benoemd uit de kandidaten voorgedragen door de afgevaardigden van de eerstelijnszorgactoren;

 

3)minimaal vier en maximaal zes bestuurders worden benoemd uit de kandidaten voorgedragen door de afgevaardigden van de lokale besturen;

 

4)minimaal twee en maximaal drie bestuurders worden benoemd uit de kandidaten voorgedragen door de afgevaardigden van de verenigingen van personen met een zorg- en ondersteuningsnood, de erkende verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en vrijwilligersverenigingen.

 

§3. De algemene vergadering kan maximaal vier bijkomende bestuurders benoemen. Deze bijkomende bestuurders worden optionele partners genoemd. De voorwaarden met betrekking tot de optionele partners worden vermeld in het intern reglement.

 

§4. De bestuurders worden door de algemene vergadering benoemd bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde effectieve leden binnen elk van de vier groepen van actoren bedoeld in artikel 21 §2 van deze statuten.

 

§5. De bestuurders worden benoemd voor een termijn van drie jaar en kunnen worden herbenoemd. Hun termijn eindigt op de dag van de gewone algemene vergadering van het boekjaar waarin hun mandaat volgens het benoemingsbesluit verstrijkt, behoudens andersluidende bepaling in het benoemingsbesluit.

 

§6. Wanneer een rechtspersoon een mandaat opneemt als bestuurder, benoemt hij een natuurlijke persoon als vaste vertegenwoordiger die wordt belast met de uitvoering van dat mandaat in naam en voor rekening van de rechtspersoon. De rechtspersoon deelt de naam van de vaste vertegenwoordiger schriftelijk mee aan de vzw. De rechtspersoon mag de vaste vertegenwoordiger vervangen binnen de termijn bedoeld in paragraaf 4. De vzw maakt de vervanging bekend conform artikel 2:55 WVV.

 

Wanneer een gemeentelijk mandataris is aangeduid als afgevaardigde van een lokaal bestuur eindigt zijn mandaat van rechtswege bij de beëindiging van zijn gemeentelijk mandaat.

 

 

§7. Wanneer de plaats van een bestuurder openvalt vóór het einde van de duur van het mandaat, heeft het bestuursorgaan het recht om een nieuwe bestuurder te coöpteren. De coöptatie dient te gebeuren zoals beschreven in het intern reglement.

 

§8. Het bestuursorgaan verkiest onder haar leden een Voorzitter, Secretaris en Penningmeester, die de taken vervullen die horen bij deze functie zoals omschreven in deze statuten en ter gelegenheid van hun verkiezing. De verkiezing verloopt geheim en gebeurt individueel per functie met gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen van de aanwezige en vertegenwoordigde bestuurders. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden niet meegerekend, noch in de teller, noch in de noemer.

 

§9. Het mandaat van de bestuurders kan te allen tijde en met onmiddellijke ingang door de algemene vergadering worden beëindigd, die daarover discretionair en zonder motivatie beslist, bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde effectieve leden. De bestuurder wordt voorafgaandelijk door de algemene vergadering gehoord.

 

§10. Een bestuurder kan ook zelf ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan de voorzitter van het bestuursorgaan. Een bestuurder is verplicht na indiening van zijn ontslag zijn opdracht verder te vervullen totdat redelijkerwijze in zijn vervanging kan worden voorzien. De vervanging van een bestuurder, voorgedragen door een bepaalde groep van actoren, als vermeld in het tweede lid, gebeurt door een vervanging door een bestuurder voorgedragen door dezelfde groep van actoren. Dit staat verder beschreven in het intern reglement.

 

§11. De algemene vergadering werkt een kader voor de vergoeding van de bestuurders uit, rekening houdend met de vigerende regelgeving.

 

Artikel 22. Bevoegdheden van het bestuursorgaan

 

§1. Het bestuursorgaan is bevoegd om alle handelingen te stellen en beslissingen te nemen die nodig of dienstig zijn ter verwezenlijking van het belangeloos doel en het voorwerp van de VZW, met uitzondering van die beslissingen waarvoor de algemene vergadering exclusief bevoegd is.

 

Het bestuursorgaan is ook bevoegd voor de opmaak van een intern reglement. De meest recente versie van het intern reglement dateert van [datum oprichtingsvergadering].

 

§2. Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit collegiaal bestuur, met name overleg en toezicht, kunnen de bestuurders de bestuurstaken onder elkaar verdelen. Zodanige verdeling van taken kan niet aan derden worden tegengeworpen, zelfs niet nadat ze openbaar is gemaakt. Niet-naleving ervan brengt wel de interne aansprakelijkheid van de betrokken bestuurder(s) in het gedrang.

 

§3. Het bestuursorgaan kan een deel van zijn beslissingsbevoegdheid delegeren aan één of meerdere derden niet-bestuurders, zonder dat deze overdracht evenwel betrekking kan hebben op het algemeen beleid van de VZW of de algemene bestuursbevoegdheid van het bestuursorgaan.

 

§4. Het bestuursorgaan is bevoegd voor alle handelingen, zonder uitzondering, van bestuur en van beschikking, met inbegrip van het optreden in rechtsgedingen en het vervreemden, zelfs om niet.

 

Artikel 23. Externe vertegenwoordigingsmacht van het bestuursorgaan

 

§1. Het bestuursorgaan vertegenwoordigt de VZW als college in alle handelingen in en buiten rechte door het optreden van de meerderheid van zijn leden.

 

§2. Onverminderd de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuursorgaan als college, wordt de VZW in en buiten rechte eveneens vertegenwoordigd door twee bestuurders, waaronder de voorzitter, die gezamenlijk handelen.

 

§3. Het bestuursorgaan of de bestuurders die de VZW vertegenwoordigen, kunnen (een) gevolmachtigde(n) aanstellen. Alleen bijzondere en beperkte volmachten voor bepaalde of een reeks bepaalde rechtshandelingen zijn geoorloofd. De gevolmachtigden verbinden de VZW binnen de perken van de hun verleende volmacht, waarvan de grenzen tegenwerpelijk zijn aan derden zoals geldt inzake lastgeving.

 

Artikel 24. Werking en besluitvorming

 

§1. Het bestuursorgaan vergadert na schriftelijke bijeenroeping door de Voorzitter, of minstens 15 dagen na een daartoe strekkend verzoek van minstens vier bestuurders, zo dikwijls als het belang van de VZW het vereist, en minimaal zes keer per jaar.

 

§2. De schriftelijke oproeping wordt minstens 10 dagen voorafgaand aan de datum van de vergadering per e-mail of per gewone post aan alle bestuurders bezorgd.

 

De oproeping vermeldt de agenda, de dag, het uur en de plaats van de vergadering.

 

§3. Het bestuursorgaan wordt voorgezeten door de Voorzitter. Bij ontstentenis of verhindering van de Voorzitter worden zijn functies waargenomen door de Ondervoorzitter en bij diens afwezigheid door de oudste van de aanwezige bestuurders.

 

§4. De vergadering wordt gehouden op de zetel van de VZW, of op elke andere plaats in België, aangewezen in de oproeping.

 

§5. Het bestuursorgaan kan slechts geldig beraadslagen en besluiten wanneer tenminste de meerderheid van zijn bestuurders van elk van de volgende vier groepen die in het bestuursorgaan van de zorgraad zijn vertegenwoordigd, aanwezig of vertegenwoordigd zijn:

 

1)Welzijnsactoren;

 

2)Eerstelijnszorgactoren;

 

3)Lokale besturen;

 

4)Vertegenwoordigers van personen met een zorg- en ondersteuningsnood, mantelzorgers en vrijwilligers.

 

§6. Enkel in uitzonderlijke gevallen kan een bestuurder die niet op een vergadering van het bestuursorgaan aanwezig kan zijn zich laten vertegenwoordigen door een andere bestuurder. Elke bestuurder kan maximaal twee volmachten dragen.

 

§7. Het bestuursorgaan beslist met een meerderheid binnen elk van de vier groepen van actoren die erin vertegenwoordigd zijn.

 

§8. De goedkeuring en de wijziging van het intern reglement van het bestuursorgaan vereist een tweederdemeerderheid.

 

§9. Bij staking van stemmen, heeft de voorzitter dan wel de bestuurder die de vergadering voorzit, doorslaggevende stem.

 

§10. De besluiten van het bestuursorgaan kunnen, in uitzonderlijke gevallen, bij hoogdringendheid en in het belang van de VZW, genomen worden bij eenparig schriftelijk besluit van de bestuurders. Schriftelijke besluitvorming veronderstelt in elk geval dat er voorafgaandelijk een beraadslaging plaatsvond.

 

Artikel 25. Verslag

 

 

§1. Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt. Het goedgekeurde verslag wordt door de voorzitter ondertekend, en door de bestuurders die erom verzoeken. Het goedgekeurde verslag wordt in een apart verslagboek bewaard en ter beschikking gesteld van alle leden.

 

§2. Derden die kennis willen nemen van de genotuleerde beslissingen van de algemene vergadering, kunnen daartoe een aanvraag indienen bij het bestuursorgaan, dat dit discretionair en zonder verdere motivering kan toestaan of kan weigeren.

 

Artikel 26. Tegenstrijdig belang

 

§1. Indien een bestuurder, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang van vermogensrechtelijke of professionele aard heeft dat strijdig is met het belang van de VZW, moet hij dit meedelen aan de andere bestuurders, voordat het bestuursorgaan een besluit neemt. Zijn verklaring en toelichting over de aard van dit strijdig belang moeten worden opgenomen in het verslag van de vergadering van het bestuursorgaan die de beslissing moet nemen. Het is het bestuursorgaan niet toegelaten deze beslissing te delegeren. Indien de meerderheid van de bestuurders een belangenconflict heeft, dan wordt de beslissing of de verrichting voorgelegd aan de algemene vergadering. Indien deze de beslissing of verrichting goedkeurt, kan het bestuursorgaan ze uitvoeren.

 

 

 

 

§2. De bestuurder met het tegenstrijdig belang verwijdert zich uit de vergadering en onthoudt zich van de beraadslaging en de stemming over de aangelegenheid waarop het betrekking heeft.

 

§3. Wanneer de VZW niet (langer) kwalificeert als een kleine vereniging die voldoet aan de criteria van artikel 3:47, §2 WVV, dient het bestuursorgaan daarenboven in het verslag de aard van de beslissing of verrichting te omschrijven en de verantwoording ervan, alsook de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de VZW, op te nemen in het verslag. Dit deel van het verslag wordt in zijn geheel opgenomen in het jaarverslag of in het stuk dat samen met de jaarrekening wordt neergelegd.

 

§4. Ingeval de VZW een commissaris heeft benoemd, wordt het verslag van de vergadering aan hem meegedeeld. De commissaris beoordeelt in een aparte sectie van het verslag op grond van artikel 3:74 WVV de vermogensrechtelijke gevolgen van de verrichting voor de VZW.

 

§5. Voormelde procedure is niet toepasselijk op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.

 

Artikel 27. Bekendmakingsvereisten

 

§1. De benoeming van de leden van het bestuursorgaan en van de personen gemachtigd om de VZW te vertegenwoordigen, alsook hun ambtsbeëindiging, wordt openbaar gemaakt door neerlegging in het verenigingsdossier, en door publicatie van een uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

 

§2. Uit die stukken moet in ieder geval blijken of de personen die de VZW vertegenwoordigen, de VZW ieder afzonderlijk, gezamenlijk, dan wel als college verbinden, alsook de omvang van hun bevoegdheden.

 

Artikel 28. Dagelijks bestuur

 

§1. Het dagelijks bestuur van de VZW op intern vlak, alsook de externe vertegenwoordiging wat betreft dat dagelijks bestuur, kan door het bestuursorgaan worden opgedragen aan één of meer bestuurder(s), die elk alleen, gezamenlijk of als college optreden. Deze persoon/personen dragen de titel van Dagelijks Bestuurder. Het bestuursorgaan is bevoegd voor het toezicht op dit orgaan van dagelijks bestuur.

 

§2. Overeenkomstig artikel 9:10, tweede lid WVV, worden tot daden van dagelijks bestuur gerekend, zowel de handelingen en beslissingen die niet verder reiken dan de dagelijkse behoeften van de VZW als deze die, ofwel om redenen van hun minder belang, ofwel omwille van hun spoedeisend karakter, de tussenkomst van het bestuursorgaan niet rechtvaardigen.

 

§3. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, geldt de bevoegdheid voor dagelijks bestuur zowel wat de interne beslissingsbevoegdheid betreft als wat de externe vertegenwoordigingsmacht voor dat dagelijks bestuur betreft.

 

§4. Handtekenbevoegdheden en delegatiebevoegdheden worden opgenomen in het intern reglement.

 

§5. De benoeming van de personen belast met het dagelijks bestuur en hun ambtsbeëindiging wordt openbaar gemaakt door neerlegging in het verenigingsdossier, en door publicatie van een uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

 

Uit die stukken moet in ieder geval blijken of de personen die de VZW vertegenwoordigen inzake dagelijks bestuur, de VZW ieder afzonderlijk, gezamenlijk, dan wel als college verbinden alsook de omvang van hun bevoegdheden.

 

Artikel 29. Aansprakelijkheid van de bestuurders en dagelijks bestuurders

 

§1. De bestuurders, desgevallend dagelijks bestuurders, zijn niet persoonlijk gehouden tot uitvoering van de verbintenissen van de VZW.

 

§2. Tegenover de VZW en tegenover derden is hun aansprakelijkheid beperkt tot de vervulling van de hun gegeven opdracht overeenkomstig het gemeen recht, het bepaalde in de wet en in de statuten.

 

§3. Bestuurders zijn slechts aansprakelijk voor beslissingen, daden of gedragingen die zich kennelijk buiten de marge bevinden waarbinnen normaal voorzichtige en zorgvuldige bestuurders, geplaatst in dezelfde omstandigheden, redelijkerwijze van mening kunnen verschillen. Bestuurders zijn enkel aansprakelijk voor de hen als bestuurders persoonlijk toerekenbare fouten begaan in hun opdracht van (dagelijks) bestuur. Deze aansprakelijkheid is hoofdelijk, tenzij de bestuurders geen deel hebben gehad aan de fout en de beweerde fout hebben gemeld aan alle andere leden van het bestuursorgaan. Deze melding, evenals de bespreking waartoe zij aanleiding geeft, wordt opgenomen in het verslag.

 

Titel 6 – Toezicht door een commissaris

 

Artikel 30. Toezicht door een commissaris

 

§1. Zolang de VZW voor het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de criteria vermeld in artikel 3:47, §2 WVV overschrijdt, is de VZW niet verplicht om een commissaris te benoemen.

 

§2. Zodra de VZW twee of meer criteria vermeld in artikel 3:47, §2 WVV overschrijdt, moet de algemene vergadering onder de leden van het Instituut van bedrijfsrevisoren een commissaris benoemen die wordt belast met de controle op de financiële toestand, van de jaarrekening en van de regelmatigheid van de verrichtingen in het licht van de wet en de statuten, van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld. De algemene vergadering bepaalt ook de bezoldiging van de commissaris.

 

 

Titel 7 – Financiering en boekhouding

 

Artikel 31. Financiering

 

§1. De VZW wordt onder meer gefinancierd door subsidies, toelagen, giften, bijdragen, schenkingen, legaten, gegeven zowel om de algemene doeleinden van de VZW te ondersteunen als ter ondersteuning van een specifiek project.

 

§2. Daarnaast kan de VZW fondsen verwerven op elke andere wijze die niet in strijd is met de wet.

 

Artikel 32. Boekhouding

 

§1. Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

 

§2. De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:47 WVV en het koninklijk besluit van 29 april 2019, alsook elke andere toepasselijke sectorreglementering.

 

§3. Het bestuursorgaan legt de jaarrekening van het voorgaande boekjaar ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Vervolgens wordt bij afzonderlijke stemming aan de bestuurders en in voorkomend geval de commissarissen, kwijting verleend.

 

§4. De jaarrekening van de VZW wordt neergelegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 3:47, §7 WVV en het koninklijk besluit van 29 april 2019.

 

Titel 8 – Ontbinding en vereffening

 

Artikel 33. Beslissing tot ontbinding

 

§1. De algemene vergadering wordt samengeroepen ter bespreking van voorstellen met betrekking tot de ontbinding voorgelegd door het bestuursorgaan of door minimum 1/5e van alle leden. De samenroeping en agendering vinden plaats overeenkomstig het bepaalde in Artikel 18.

 

§2. De beraadslaging over de ontbinding vereist een aanwezigheidsquorum van 2/3e van de leden, aanwezig of vertegenwoordigd. De beslissing wordt geacht aanvaard te zijn wanneer ze wordt goedgekeurd door 4/5e van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden niet meegerekend in de teller, noch in de noemer en gelden bijgevolg niet als tegenstemmen.

 

 

§3. Vanaf de beslissing tot ontbinding vermeldt de VZW steeds dat zij “VZW in vereffening” is overeenkomstig artikel 2:115, §1 WVV.

 

Artikel 34. Vereffening

 

§1. Als het voorstel tot ontbinding wordt goedgekeurd, benoemt de algemene vergadering min. één vereffenaar, waarvan zij de opdracht omschrijft.

 

§2. In geval van ontbinding en vereffening, wordt het vermogen van de VZW overgedragen aan een organisatie met een gelijkaardig doel als dat van de VZW, aan te duiden door de algemene vergadering. Hierbij wordt rekening gehouden met het doel van de onderhavige VZW. In geen geval mogen de activa toegewezen worden aan leden of aan oud-leden, tenzij het zou gaan om verenigingen met een doel gelijkaardig aan dat van de ontbonden VZW. Ook dan moeten de goederen bestemd blijven voor een doel vergelijkbaar met dat van de ontbonden VZW. Het bestuursorgaan is vervolgens belast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 35. Bekendmaking

 

Alle beslissingen betreffende de ontbinding, de vereffeningsvoorwaarden, de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars, de afsluiting van de vereffening en de bestemmingen van het actief worden neergelegd ter griffie en bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:7, 2:13 en 2:136 WVV en de uitvoeringsbesluiten daaromtrent.

 

Titel 9 - Slotbepaling

 

Artikel 36. Slotbepaling

 

Voor alles wat niet door deze statuten wordt geregeld, is het WVV van toepassing.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

GROEIEN ZONDER ZORGEN - VERLENGING PROJECT - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De POD-MI lanceerde op 3 juli 2018 een projectoproep ‘Gezinsarmoede effectief en efficiënt bestrijden’. Met de projectoproep wil men een impuls geven aan de lokale daadkracht in de strijd tegen gezinsarmoede. De projectaanvraag 'Groeien zonder zorgen', ingediend door Baldemore, werd goedgekeurd.

 

Via het project Groeien zonder zorgen (ondertussen 'POWer') willen we de zorgverlening in de perinatale periode coördineren, waardoor er minder gezinnen uit de boot vallen en kwetsbare zwangeren beter ondersteund en geïnformeerd worden. Er wordt een gezinscoach ingezet die kwetsbare gezinnen begeleidt op een outreachende manier en hen toeleidt naar de nodige dienstverlening. Daarnaast wordt er ingezet op de bevordering van de samenwerking en het delen van expertise in het perinatale netwerk van Baldemore. Het project zit onder de koepel van het Huis van het Kind.

 

Het project loopt ondertussen een jaar en wordt als zeer positief ervaren door kwetsbare gezinnen en partnerorganisaties van het perinatale netwerk. Het voorstel is om dan ook een verlenging aan te vragen voor een bijkomend jaar.

 

Juridische gronden

Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2019.

Ministerieel besluit van 22 oktober 2018 behoudende toekenning van een toelage van 164.533,00 euro aan OCMW's ter ondersteuning van projecten in het kader van de projectoproep voor projecten "Gezinsarmoede effectief en efficiënt bestrijden"

 

Inspraak en advies

1)      De OCMW-Raad heeft in zitting van 16 juli 2018 het oorspronkelijke projectvoorstel goedgekeurd.

2)      Het Beheerscomité van Baldemore gaf in zitting van 19 november 2019 een positief advies voor het indienen van de verlenging.

Bijlagen

3)      Aanvraag_verlenging 2020 Groeien zonder zorgen

4)      Oorspronkelijke projectaanvraag Groeien zonder zorgen

5)      Verslag Beheerscomité Baldemore 19 november 2019

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het project loopt al een jaar en wordt als zeer positief beoordeeld. Daarom wordt gevraagd om de verlenging goed te keuren.

 

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt de aanvraag tot verlenging van het project 'Groeien zonder zorgen' goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

AANBEVELINGEN - AUDIT VLAANDEREN - KENNISNAME

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Audit Vlaanderen voert periodiek een externe audit uit in elke gemeente en in elk autonoom gemeentebedrijf. Audit Vlaanderen heeft als missie een onafhankelijke, objectieve en bekwame partner van de lokale besturen en de Vlaamse administratie te zijn bij de beheersing van de financiële, wettelijke en organisatorische risico's, om een toegevoegde waarde te creëren bij de uitbouw van een efficiënte, effectieve, ethische en kwaliteitsvolle organisatie.

 

Audit Vlaanderen voerde in de periode mei - september 2019 een thema-audit uit op het proces rond het beheer van de persoonlijke middelen van cliënten met een ‘systeem i-rekening’. Op 23 oktober 2019 ontving de organisatie het ontwerprapport, op 6 november 2019 vond de exitmeeting plaats en op 5 december 2019 werd de managementreactie toegevoegd.

Het rapport thema-audit systeem i bevat een aantal aanbevelingen.

 

Audit Vlaanderen bezorgde de verslagen van de audits aan de voorzitter van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Juridische gronden

Artikelen 217, 218, 219, 221, 222 en 223 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. 

 

Bijlagen

1)      Rapport thema-audit systeem i

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Audit Vlaanderen formuleerde in haar rapport een aantal aanbevelingen met betrekking tot de beheersing van de risico's in het beheer van de persoonlijke middelen van cliënten met een systeem-i rekening en de ondersteunende processen.

 

In functie van de onderzochte risico’s kwam Audit Vlaanderen tot de volgende conclusies:

1)      Het OCMW hanteert een beleidsmatig kader voor het gebruik van een systeem i-rekening.

2)      De versnippering van het proces binnen de organisatie bemoeilijkt een consequente aanpak en correct beheer van de persoonlijke middelen van cliënten met een systeem i-rekening. Het risico op fouten en een ongelijke behandeling van cliënten is daardoor onvoldoende afgedekt.

3)      De organisatie bouwde onvoldoende beheersmaatregelen in rond het beheer van de persoonlijke middelen van de cliënten met een systeem i-rekening, waardoor medewerkers onrechtmatige handelingen zouden kunnen stellen en het lokaal bestuur en/of cliënten schade zouden kunnen lijden.

 

De betrokken diensten formuleerden als antwoord op deze aanbevelingen een plan van aanpak om deze risico's te vermijden.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de resultaten van de opvolging van de aanbevelingen van Audit Vlaanderen.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 december 2019

 

MEERJARENPLAN 2020-2025 : VASTSTELLING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen stelde een ontwerp van meerjarenplan 2020-2025 op. 

 

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Bijlagen

1)      Omgevingsanalyse

2)      Totaaloverzicht BDS AP ACTIE

3)      Werkings- en investeringssubsidies

4)      Samenstelling Beleidsdomeinen.doc

5)      Overzicht personeelsinzet.doc

6)      Overzicht jaarlijkse opbrengst per belastingsoort

7)      Verbonden entiteiten

8)      Meerjarenplan 2020-2025

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het komt de gemeenteraad toe om het meerjarenplan 2020-2025 voor het deel van de gemeente vast te stellen en het deel van het OCMW zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed te keuren.

Door deze goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

 

Het meerjarenplan 2020-2025 bestaat uit volgende documenten:

       De strategische nota bevat de beleidsdoelstellingen en beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid met vooropgesteld resultaat/effect

       De financiële nota is de financiële vertaling van de beleidsdoelstellingen en beleidsopties uit de strategische nota met:

         Schema M1: Het financiële doelstellingenplan

         Schema M2: De staat van het financiële evenwicht

         Schema M3: Het overzicht van de kredieten

       De toelichting met:

         Schema T1: Ontvangsten en uitgaven per beleidsdomein

         Schema T2: Ontvangsten en uitgaven naar economische aard

         Schema T3: Investeringsprojecten

         Schema T4: Evolutie van de financiële schulden

         Overzicht van de financiële risico's

         Beschrijving van de gekozen grondslagen en assumpties

       De documentatie bij het meerjarenplan

 

 

 

 

 

De kredieten voor 2020:

 

2020

Uitgaven

Ontvangsten

Kredieten Gemeente

 

 

Exploitatie

44.554.011

51.210.334

Investeringen

15.529.605

984.200

Financiering

1.750.700

8.096.733

Leningen en Leasings

1.550.700

8.026.766

Toegestane leningen en betalingsuitstel

200.000

70.000

Kredieten OCMW

 

 

Exploitatie

21.655.238

15.751.070

Investeringen

246.688

721.233

Financiering

1.560.150

0

Leningen en Leasings

1.560.150

0

Toegestane leningen en betalingsuitstel

0

0

 

De autofinancieringsmarge voor gemeente en OCMW:

 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Gemeente en OCMW

-1.326.084

237.638

-183.170

323.376

-53.153

113.991

 

Financiële weerslag

Het meerjarenplan heeft financiële gevolgen voor het OCMW.

 

 

BESLUIT

 

Enig Artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt zijn deel van het meerjarenplan 2020-2025 vast.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.