ZITTING VAN MAANDAG 18 JANUARI 2021

 

Aanwezig:

voorzitter

Peter Van Rompaey

voorzitter vast bureau

Wim Caeyers

raadsleden

Servais Verherstraeten, Hans Schoofs, Koen Van Gompel, Paul Vanhoof, Jos Lodewijckx, Tomas Sergooris, Lotte Vreys, Jan Vangheel, Zehra Ünlü, Ria Melis, Davy Geboers, Hanne Paepen, Anneleen Dom, Els Ceulemans, Maarten Van Camp, Chris Xhenseval, Lander Geyzen, Masha Celen, Bas Van Olmen, Sofie Molenberghs, Koen Boeckx, Nele Van Roey

leden vast bureau

Andreas Verbeke, Lieve Heurckmans, Hilde Valgaeren, Hans De Groof, Maria Belmans, Frederik Loy, Wendy Soeffers

wnd. algemeen directeur

Joke Lievens

Verontschuldigd:

raadsleden

Luc Van Craenendonck, Solange Abbeloos

algemeen directeur

Stefan Hendrix

 

 

Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST - VERLENGING VERHINDERING MIREILLE VAN DIJK EN MANDAAT RAADSLID INGEWALD ANTONSSON - KENNISNAME

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In zitting van 7 september 2020 nam de raad voor maatschappelijk welzijn akte van de verhindering van mevrouw Mireille Van Dijk als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst en werden de geloofsbrieven van haar tijdelijke opvolger, de heer Ingewald Antonsson, goedgekeurd.

In zitting van 12 oktober 2020 werd de tijdelijke verhindering en vervanging verlengd tot en met 31 oktober 2020.

In zitting van 9 november 2020 werd de tijdelijke verhindering en vervanging bijkomend verlengd tot en met 1 december 2020.

In zitting van 14 december 2020 werd de tijdelijke verhindering en vervanging bijkomend verlengd tot en met 31 december 2020.

De periode van verhindering van Mireille Van Dijk dient opnieuw verlengd te worden, thans tot en met 31 januari 2021.

 

Juridische gronden

Artikel 95 van het decreet lokaal bestuur.

Artikel 102 juncto artikel 12, 2° van het decreet lokaal bestuur.

 

Bijlage

1) ziekteattest Mireille Van Dijk

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het mandaat van de heer Ingewald Antonsson als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan verder verlengd worden voor de bijkomende periode van verhindering van mevrouw Mireille Van Dijk tot en met 31 januari 2021.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de verlenging van de periode van verhindering van mevrouw Mireille Van Dijk tot en met 31 januari 2021 en van de verlenging van het mandaat van de heer Ingewald Antonsson in zijn ambt als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, aangesteld voor de vervanging van Mireille Van Dijk tijdens de periode dat zij verhinderd is en niet aanwezig kan zijn op de vergaderingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 23/02/2021
Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

ARBEIDSREGLEMENT - AANPASSING BIJLAGE 4 - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Bijlage 4 van het arbeidsreglement bevat de mogelijke voltijdse vaste uurroosters, de deeltijdse vaste roosters die niet inpasbaar zijn in de voltijdse vaste roosters en de kaders waarbinnen de variabele roosters dienen te passen.

Sinds 1 januari 2010 is de externe poetsdienst een dienstenchequeonderneming. Per gepresteerd uur betaalt de gebruiker één dienstencheque. De medewerkers van de externe poetsdienst werken momenteel met een prestatiebreuk van ofwel 19/38, ofwel 26,6/38. Dit leidt ertoe dat ze in blokken van 3u45 werken. De laatste werkdag is er 15 minuten voorzien voor het binnenkomen op de bureau. Tot op heden houdt de dienst het verschil tussen de werkshiften en de betaling van dienstencheques bij in Excel om de betaling correct te kunnen laten verlopen voor de gebruiker.

 

Juridische gronden

De wet van 8 april 1965 tot instellingen van de arbeidsreglementen verplicht de werkgever een arbeidsreglement op te stellen.

De OCMW-raad keurde in zitting van 23 december 2019 het arbeidsreglement en bijlagen goed.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 2 december 2020.

 

Bijlagen

1)      Bijlage 4 van het arbeidsreglement

2)      Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Vanaf 1 januari 2021 schakelt de externe poetsdienst over op elektronische dienstencheques. Bijgevolg is het praktisch niet langer haalbaar om de manuele verrekening in Excel te doen. De werkblokken moeten gewijzigd worden naar blokken van 4u. Om dit te kunnen doen, moeten de arbeidsovereenkomsten worden uitgebreid. Voor personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van 19/38, moet deze worden uitgebreid naar 20/38; voor personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van 26,6/38, moet deze worden uitgebreid naar 28/38.  Op deze wijze kunnen de uren verdeeld worden in blokken van 4 uur. Als de medewerker langskomt op de bureau, zal deze in- en uittikken en zullen deze uren als overuren voor de effectieve tijd worden behandeld.

De financiële impact van deze wijzigingen wordt opgevangen door het niet invullen van openstaande vacatures van onbepaalde duur. De uitbreidingen betekenen dus geen meerkost ten opzichte van het budget.

Om deze wijziging te kunnen doorvoeren moet bijlage 4 van het arbeidsreglement worden aangepast. De nieuwe mogelijke uurroosters worden toegevoegd in het reglement. Uurroosters die niet langer gebruikt zullen worden, worden geschrapt. Als bijlage is de gewijzigde bijlage 4 toegevoegd.

Verder zal er aan elke arbeidsovereenkomst in onderling akkoord een bijlage met de uitbreiding van uren en nieuwe uurregeling worden gemaakt.

 

Daarnaast moest er nog een rechtzetting gebeuren in bijlage 4 van het arbeidsreglement met betrekking tot het kader van werktijden voor de buitenschoolse kinderopvang. Met het oog op combi-jobs poets-BKO en het feit dat in de zomer om 6u30 wordt gestart, wordt voorgesteld om de aanvang van de arbeidsdag te wijzigen naar 6u (ipv 6u50). Wat betreft het einde van de arbeidsdag wordt voorgesteld om dit uur te verlaten naar 22u (ipv 18u30) aangezien er op donderdagavond gewerkt wordt en in de zomervakantie de vergaderingen 's avonds doorgaan. Deze wijziging zit ook vervat in de gewijzigde bijlage.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het bestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de gewijzigde bijlage 4 van het arbeidsreglement, zoals toegevoegd als bijlage aan dit besluit, goed. 

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 23/02/2021
Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

PERSONEELSFORMATIE OCMW - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De laatste wijziging van de personeelsformatie werd goedgekeurd in zitting van de OCMW-raad op 22 juni 2020.

Naar aanleiding van de vacatures voorzien in het budget en de meerjarenplanning moet de personeelsformatie van het OCMW worden aangepast.

 

Juridische gronden

Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de personeelsformatie per graad het aantal betrekkingen vermeldt en dat het aantal wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

Artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de personeelsformatie, in voorkomend geval, het onderscheid tussen de statutaire betrekkingen enerzijds, en de contractuele betrekkingen anderzijds, weergeeft.

De laatste wijziging van de personeelsformatie werd goedgekeurd in zitting van de OCMW-raad op 22 juni 2020.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020 leverde een protocol van akkoord af.

 

Bijlage

1)      Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Naar aanleiding van de vacatures voorzien in het budget en de meerjarenplanning moet de personeelsformatie van het OCMW worden aangepast. Volgende wijzigingen aan de personeelsformatie worden voorgesteld:

1) Uitbreiding met 1 statutair voltijds equivalent in de graad van bestuurssecretaris (salarisschaal A1a-A2a-A3).

2) Uitbreiding met 1 contractueel voltijds equivalent in de graad van bestuurssecretaris (salarisschaal A1a-A2a-A3).

3) Uitbreiding met 1 statutair voltijds equivalent in de graad van hoofdverpleegkundige (salarisschaal BV5).

4) Uitbreiding met 2,1 contractueel voltijds equivalent in de graad van maatschappelijk werker (salarisschaal B1-B2-B3).

5) Uitbreiding van de pool van gegradueerde verpleegkundige (salarisschaal BV1-BV2-BV3) en gebrevetteerde verpleegkundige (salarisschaal C3-C4) met 0,5 contractueel voltijds equivalent.

6) Uitbreiding met 0,8 contractueel voltijds equivalent in de graad van administratief medewerker (salarisschaal C1-C2-C3).

7) Uitbreiding met 1 contractueel voltijds equivalent in de graad van verzorgende (salarisschaal C1-C2).

8) Uitbreiding met 0,8 statutair voltijds equivalent in de graad van technisch hoofdassistent (salarisschaal D4-D5).

9) Uitbreiding met 1 contractueel voltijds equivalent in de graad van technisch assistent (salarisschaal D1-D2-D3) voorbehouden voor aanwerving van personen met een arbeidshandicap.

 

 

Financiële weerslag

In het budget en de meerjarenplanning zijn voor de personeelskosten de nodige financiële middelen voorzien.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt volgende personeelsformatie goed:

 

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 23/02/2021
Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

RECHTSPOSITIEREGELING SPECIFIEK PERSONEEL OCMW - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Artikel 188§1 van de rechtspositieregeling voorziet in een herrekening van deeltijdse prestaties gepresteerd voor 1 januari 2008. Dit is in strijd met anti-discriminatiewetgeving.

 

Juridische gronden

Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De anti-discriminatiewetgeving.

De Europese richtlijnen, in bijzonder richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende deeltijdwerkers, gericht op de uitvoering om de opheffing van discriminatie van deeltijdwerkers te verzekeren en de kwaliteit van deeltijdarbeid te verbeteren.

De rechtspositieregeling specifiek personeel OCMW werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 29 juni 2016. De laatste wijziging aan deze rechtspositieregeling werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 9 november 2020.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020 leverde protocollen van akkoord af.

 

Bijlage

1)      Protocol van het overleg- en onderhandelingscomité van 2 december 2020.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Gelet op de anti-discriminatiewetgeving;

Gelet op de Europese richtlijnen, in bijzonder richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende deeltijdwerkers, gericht op de uitvoering om de opheffing van discriminatie van deeltijdwerkers te verzekeren en de kwaliteit van deeltijdarbeid te verbeteren;

Gelet op de organieke en verplichte regel dat deeltijdse diensten gepresteerd na 1 januari 2008 voor honderd procent worden meegerekend met ingang vanaf 1 januari 2009;

Overwegende dat het herberekenen van prestaties gepresteerd voor 1 januari 2008 leidt tot ingewikkelde berekeningswijzen en onrechtvaardige situaties;

Gelet op het feit dat de meeste collega-besturen de prestaties gepresteerd voor 2008 reeds lange tijd niet meer herberekenen;

Overwegende dat de huidige berekeningswijze discriminatie van deeltijdse arbeid vormt en het wenselijk is om een einde te maken aan de ‘dubbele aanrekening’ van deeltijds werk;

Overwegende het billijkheidsprincipe.

 

Financiële weerslag

De financiële impact is voorzien in het budget en de meerjarenplanning.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt volgende aanpassing van artikel 188§1 van de rechtspositieregeling specifiek personeel OCMW goed:

§1   De diensten die in overeenstemming met artikel 185 t/m 187 gepresteerd werden, worden voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit meegerekend voor honderd procent, ongeacht of ze voltijds dan wel deeltijds gepresteerd werden.

 

Artikel 2

Deze wijziging gaat in voor weddenvaststellingen opgemaakt vanaf 1 januari 2021.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 23/02/2021
Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

RECHTSPOSITIEREGELING WOONZORGCENTRUM - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Artikel 188§1 van de rechtspositieregeling voorziet in een herrekening van deeltijdse prestaties gepresteerd voor 1 januari 2008. Dit is in strijd met anti-discriminatiewetgeving.

 

Juridische gronden

Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De anti-discriminatiewetgeving;

De Europese richtlijnen, in bijzonder richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende deeltijdwerkers, gericht op de uitvoering om de opheffing van discriminatie van deeltijdwerkers te verzekeren en de kwaliteit van deeltijdarbeid te verbeteren;

De rechtspositieregeling woonzorgcentrum werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 29 juni 2016. De laatste wijziging aan deze rechtspositieregeling werd goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 9 november 2020.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020 leverde protocollen van akkoord af.

 

Bijlage

1)      Protocol van het overleg- en onderhandelingscomité van 2 december 2020.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Gelet op de anti-discriminatiewetgeving;

Gelet op de Europese richtlijnen, in bijzonder richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende deeltijdwerkers, gericht op de uitvoering om de opheffing van discriminatie van deeltijdwerkers te verzekeren en de kwaliteit van deeltijdarbeid te verbeteren;

Gelet op de organieke en verplichte regel dat deeltijdse diensten gepresteerd na 1 januari 2008 voor honderd procent worden meegerekend met ingang vanaf 1 januari 2009;

Overwegende dat het herberekenen van prestaties gepresteerd voor 1 januari 2008 leidt tot ingewikkelde berekeningswijzen en onrechtvaardige situaties;

Gelet op het feit dat de meeste collega-besturen de prestaties gepresteerd voor 2008 reeds lange tijd niet meer herberekenen;

Overwegende dat de huidige berekeningswijze discriminatie van deeltijdse arbeid vormt en het wenselijk is om een einde te maken aan de ‘dubbele aanrekening’ van deeltijds werk;

Overwegende het billijkheidsprincipe.

 

Financiële weerslag

De financiële impact is voorzien in het budget en de meerjarenplanning.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt volgende aanpassing van artikel 188§1 van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum goed:

§1   De diensten die in overeenstemming met artikel 185 t/m 187 gepresteerd werden, worden voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit meegerekend voor honderd procent, ongeacht of ze voltijds dan wel deeltijds gepresteerd werden.

 

Artikel 2

Deze wijziging gaat in voor weddenvaststellingen opgemaakt vanaf 1 januari 2021.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 23/02/2021