Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST - VERLENGING VERHINDERING MIREILLE VAN DIJK EN MANDAAT RAADSLID INGEWALD ANTONSSON - KENNISNAME

In zitting van 7 september 2020 nam de raad voor maatschappelijk welzijn akte van de verhindering van mevrouw Mireille Van Dijk als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst en werden de geloofsbrieven van haar tijdelijke opvolger, de heer Ingewald Antonsson, goedgekeurd.

 

In zitting van 12 oktober 2020 werd de tijdelijke verhindering en vervanging verlengd tot en met 31 oktober 2020.

 

In zitting van 9 november 2020 werd de tijdelijke verhindering en vervanging bijkomend verlengd tot en met 1 december 2020.

 

In zitting van 14 december 2020 werd de tijdelijke verhindering en vervanging bijkomend verlengd tot en met 31 december 2020.

 

De periode van verhindering van Mireille Van Dijk dient opnieuw verlengd te worden, thans tot en met 31 januari 2021.

 

Bijlage:

1) ziekteattest Mireille Van Dijk

 

Kennisname wordt gevraagd.

 

 

Publicatiedatum: 08/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

ARBEIDSREGLEMENT - AANPASSING BIJLAGE 4 - GOEDKEURING

Sinds 1 januari 2010 is de externe poetsdienst een dienstenchequeonderneming. Per gepresteerd uur betaalt de gebruiker één dienstencheque. De medewerkers van de externe poetsdienst werken momenteel met een prestatiebreuk van ofwel 19/38, ofwel 26,6/38. Dit leidt ertoe dat ze in blokken van 3u45 werken. De laatste werkdag is er 15 minuten voorzien voor het binnenkomen op de bureau. Tot op heden houdt de dienst het verschil tussen de werkshiften en de betaling van dienstencheques bij in Excel om de betaling correct te kunnen laten verlopen voor de gebruiker.

Vanaf 1 januari 2021 schakelt de externe poetsdienst over op elektronische dienstencheques. Bijgevolg is het praktisch niet langer haalbaar om deze manuele verrekening te doen. De werkblokken moeten gewijzigd worden naar blokken van 4u. Om dit te kunnen doen, moeten de arbeidsovereenkomsten worden uitgebreid. Voor personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van 19/38, moet deze worden uitgebreid naar 20/38; voor personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van 26,6/38, moet deze worden uitgebreid naar 28/38.  Op deze wijze kunnen de uren verdeeld worden in blokken van 4 uur. Als de medewerker langskomt op de bureau, zal deze in- en uittikken en zullen deze uren als overuren voor de effectieve tijd worden behandeld.

De financiële impact van deze wijzigingen wordt opgevangen door het niet invullen van openstaande vacatures van onbepaalde duur. De uitbreidingen betekenen dus geen meerkost ten opzichte van het budget.

Om deze wijziging te kunnen doorvoeren moet bijlage 4 van het arbeidsreglement worden aangepast. De nieuwe mogelijke uurroosters worden toegevoegd in het reglement. Uurroosters die niet langer gebruikt zullen worden, worden geschrapt. Als bijlage is de gewijzigde bijlage 4 toegevoegd.

Verder zal er aan elke arbeidsovereenkomst in onderling akkoord een bijlage met de uitbreiding van uren en nieuwe uurregeling worden gemaakt.

 

Daarnaast moest er nog een rechtzetting gebeuren in bijlage 4 van het arbeidsreglement met betrekking tot het kader van werktijden voor de buitenschoolse kinderopvang. Met het oog op combi-jobs poets-BKO en het feit dat in de zomer om 6u30 wordt gestart, wordt voorgesteld om de aanvang van de arbeidsdag te wijzigen naar 6u (ipv 6u50). Wat betreft het einde van de arbeidsdag wordt voorgesteld om dit uur te verlaten naar 22u (ipv 18u30) aangezien er op donderdagavond gewerkt wordt en in de zomervakantie de vergaderingen 's avonds doorgaan. Deze wijziging zit ook vervat in de gewijzigde bijlage.

 

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 2 december 2020.

 

Bijlagen:

1)      Bijlage 4 van het arbeidsreglement.

2)      Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020.

 

Goedkeuring wordt gevraagd.

 

 

Publicatiedatum: 08/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

PERSONEELSFORMATIE OCMW - AANPASSING - GOEDKEURING

Naar aanleiding van de vacatures voorzien in het budget en de meerjarenplanning moet de personeelsformatie van het OCMW worden aangepast. Volgende wijzigingen aan de personeelsformatie worden voorgesteld:

 

1)      Uitbreiding met 1 statutair voltijds equivalent in de graad van bestuurssecretaris (salarisschaal A1a-A2a-A3).

2)      Uitbreiding met 1 contractueel voltijds equivalent in de graad van bestuurssecretaris (salarisschaal A1a-A2a-A3).

3)      Uitbreiding met 1 statutair voltijds equivalent in de graad van hoofdverpleegkundige (salarisschaal BV5).

4)      Uitbreiding met 2,1 contractueel voltijds equivalent in de graad van maatschappelijk werker (salarisschaal B1-B2-B3).

5)      Uitbreiding van de pool van gegradueerde verpleegkundige (salarisschaal BV1-BV2-BV3) en gebrevetteerde verpleegkundige (salarisschaal C3-C4) met 0,5 contractueel voltijds equivalent.

6)      Uitbreiding met 0,8 contractueel voltijds equivalent in de graad van administratief medewerker (salarisschaal C1-C2-C3).

7)      Uitbreiding met 1 contractueel voltijds equivalent in de graad van verzorgende (salarisschaal C1-C2).

8)      Uitbreiding met 0,8 statutair voltijds equivalent in de graad van technisch hoofdassistent (salarisschaal D4-D5).

9)      Uitbreiding met 1 contractueel voltijds equivalent in de graad van technisch assistent (salarisschaal D1-D2-D3) voorbehouden voor aanwerving van personen met een arbeidshandicap.

 

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde in zitting van 2 december 2020 een protocol van akkoord af.

 

Bijlage:

1) Protocol van de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020.

 

Goedkeuring wordt gevraagd.

 

 

Publicatiedatum: 08/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

RECHTSPOSITIEREGELING SPECIFIEK PERSONEEL OCMW - AANPASSING - GOEDKEURING

Rekening houdend met anti-discriminatiewetgeving en Europese richtlijnen, is het wenselijk om artikel 188§1 van de rechtspositieregeling aan te passen voor weddevaststellingen die worden opgemaakt vanaf 1 januari 2021:

 

§1   De diensten die in overeenstemming met artikel 185 t/m 187 gepresteerd werden, worden vanaf 1 januari 2008 voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit meegerekend voor honderd procent, ongeacht of ze voltijds dan wel deeltijds gepresteerd werden.

Voor diensten gepresteerd voor 1 januari 2008 geldt de regeling die op dat ogenblik van toepassing was in de rechtspositieregeling. De mee-rekening gebeurt in zulk geval als volgt:

          De diensten met onvolledige prestaties worden meegerekend als volgt: de in aanmerking komende diensten, welke in een ambt met onvolledige prestaties werden verricht, worden meegerekend doch naar rata van het aantal jaren, dat zij zouden vertegenwoordigen, indien zij zouden zijn verricht in een ambt met volledige prestaties, vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller het aantal wekelijkse arbeidsprestaties is en de noemer het aantal wekelijkse arbeidsprestaties welke met volledige arbeidsprestaties overeenkomen.

          In afwijking tot voorgaand lid, worden voor de duur van de periode van de verminderde prestaties uit hoofde van afwezigheid wegens persoonlijke aangelegenheden, de periodieke weddenverhogingen toegekend alsof het volledige prestaties betrof. Na het beëindigen van de verminderde prestaties blijven de tussentijdse verhogingen verworven.

          Bij een verhoging van het aantal arbeidsuren wordt volgende berekeningswijze gehanteerd: aantal gewerkte maanden vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller gelijk is aan het aantal gepresteerde uren per week in de vorige regeling en de noemer gelijk aan het aantal te presteren uren in de nieuwe regeling.

          Indien deze berekeningswijze tot resultaat zou hebben dat personeelsleden door de herberekening onvoldoende schaalanciënniteit hebben om nog verder de schaal te genieten die ze al verworven hadden met de geringere prestaties, genieten de personeelsleden verder de hogere schaal waarvan ze al titularis waren.

          Indien personeelsleden na herberekening van de geldelijke anciënniteit (omwille van een uitbreiding van de dienstprestaties) een lager brutosalaris krijgen dan toen ze minder prestaties verrichtten, behouden ze het oude brutosalaris aan 100%.

 

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020 leverde een protocol van akkoord af.

 

Bijlage:

1)      Protocol van het overleg- en onderhandelingscomité van 2 december 2020.

 

Goedkeuring wordt gevraagd.

 

 

Publicatiedatum: 08/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 18 januari 2021

 

RECHTSPOSITIEREGELING WOONZORGCENTRUM - AANPASSING - GOEDKEURING

Rekening houdend met anti-discriminatiewetgeving en Europese richtlijnen, is het wenselijk om artikel 188§1 van de rechtspositieregeling aan te passen voor weddevaststellingen die worden opgemaakt vanaf 1 januari 2021:

 

§1   De diensten die in overeenstemming met artikel 185 t/m 187 gepresteerd werden, worden vanaf 1 januari 2008 voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit meegerekend voor honderd procent, ongeacht of ze voltijds dan wel deeltijds gepresteerd werden.

Voor diensten gepresteerd voor 1 januari 2008 geldt de regeling die op dat ogenblik van toepassing was in de rechtspositieregeling. De mee-rekening gebeurt in zulk geval als volgt:

          De diensten met onvolledige prestaties worden meegerekend als volgt: de in aanmerking komende diensten, welke in een ambt met onvolledige prestaties werden verricht, worden meegerekend doch naar rata van het aantal jaren, dat zij zouden vertegenwoordigen, indien zij zouden zijn verricht in een ambt met volledige prestaties, vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller het aantal wekelijkse arbeidsprestaties is en de noemer het aantal wekelijkse arbeidsprestaties welke met volledige arbeidsprestaties overeenkomen.

          In afwijking tot voorgaand lid, worden voor de duur van de periode van de verminderde prestaties uit hoofde van afwezigheid wegens persoonlijke aangelegenheden, de periodieke weddenverhogingen toegekend alsof het volledige prestaties betrof. Na het beëindigen van de verminderde prestaties blijven de tussentijdse verhogingen verworven.

          Bij een verhoging van het aantal arbeidsuren wordt volgende berekeningswijze gehanteerd: aantal gewerkte maanden vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller gelijk is aan het aantal gepresteerde uren per week in de vorige regeling en de noemer gelijk aan het aantal te presteren uren in de nieuwe regeling.

          Indien deze berekeningswijze tot resultaat zou hebben dat personeelsleden door de herberekening onvoldoende schaalanciënniteit hebben om nog verder de schaal te genieten die ze al verworven hadden met de geringere prestaties, genieten de personeelsleden verder de hogere schaal waarvan ze al titularis waren.

          Indien personeelsleden na herberekening van de geldelijke anciënniteit (omwille van een uitbreiding van de dienstprestaties) een lager brutosalaris krijgen dan toen ze minder prestaties verrichtten, behouden ze het oude brutosalaris aan 100%.

 

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties van 2 december 2020 leverde een protocol van akkoord af.

 

Bijlagen:

1)      Protocol van het overleg- en onderhandelingscomité van 2 december 2020.

 

Goedkeuring wordt gevraagd.

 

 

Publicatiedatum: 08/01/2021
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.