ZITTING VAN MAANDAG 21 FEBRUARI 2022

 

Aanwezig:

voorzitter

Peter Van Rompaey

voorzitter vast bureau

Wim Caeyers

raadsleden

Luc Van Craenendonck, Hans Schoofs, Koen Van Gompel, Paul Vanhoof, Jos Lodewijckx, Maria Belmans, Tomas Sergooris, Jan Vangheel, Zehra Ünlü, Solange Abbeloos, Ria Melis, Davy Geboers, Hanne Paepen, Anneleen Dom, Els Ceulemans, Maarten Van Camp, Chris Xhenseval, Lander Geyzen, Masha Celen, Sofie Molenberghs, Nele Van Roey, Cindy Dexters

leden vast bureau

Andreas Verbeke, Lieve Heurckmans, Hilde Valgaeren, Hans De Groof, Frederik Loy, Lotte Vreys, Wendy Soeffers

algemeen directeur

Stefan Hendrix

Verontschuldigd:

raadsleden

Servais Verherstraeten, Koen Boeckx

 

 

Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

NOTULEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN - 17 JANUARI 2022 - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn vergaderde in zitting van 17 januari 2022.

 

De notulen van deze raad werden in Meeting.mobile gekoppeld als bijlage aan dit agendapunt.

 

Juridische gronden

Artikel 34 § 1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn - goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 maart 2019 - bepaalt dat de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur.

 

Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 33 § 1 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn alle besproken onderwerpen vermelden in chronologische volgorde, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen.

 

Bijlagen

  1. Notulen raad voor maatschappelijk welzijn 17 januari 2022

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het is verplicht dat de notulen van de vorige raad voor maatschappelijk welzijn worden goedgekeurd op de eerstvolgende zitting.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 januari 2022 worden goedgekeurd.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 22/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

SCHULDBEMIDDELING - JAARVERSLAG - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Instellingen voor schuldbemiddeling moeten jaarlijks, in het kader van hun erkenning, een jaarverslag indienen bij SAM, steunpunt Mens en Samenleving vzw.

 

Dit jaarverslag bestaat uit:

- de cijfers van de basisregistratie, aangevuld met antwoorden op een aantal vragen.

- het doorgeven van de personen die effectief aan schuldbemiddeling doen.

 

De basisregistratie geeft een overzicht van het aantal gezinnen in begeleiding naargelang de verstrekte hulpverleningsmodules (budgetbegeleiding, budgetbeheer, schuldbemiddeling en/of collectieve schuldenregeling).

 

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur (DLB).

 

Inspraak en advies

Het beleidscomité mens en leven van 10 februari 2022 gaf een positief advies voor het indienen van het jaarverslag schuldbemiddeling 2021.

 

Bijlage

1) basisregistratieformulier 2021

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Bij het indienen van de basisregistratie is rekening gehouden met de volgende aandachtspunten:

- Zowel de budget- en/of schuldhulpverlening die het voorbije jaar opgestart werd, doorliep of afgesloten werd, zijn geregistreerd.

- Een gezin dat verschillende hulpverleningsmodules aangeboden kreeg, is slechts eenmaal geregistreerd in de combinatievorm die alle aangeboden modules omvat.

- Ook de budget- en/of schuldhulpverlening die in de algemene sociale dienst, de onthaaldienst, de wijkbureaus, de deelwerkingen van het CAW, ... plaatsvond, is geregistreerd. Het betreft dus dewerking van de instelling voor schuldbemiddeling (OCMW/CAW) in zijn geheel en niet enkel de gespecialiseerde dienst schuldbemiddeling.

- De basisregistratie is geen werklastmeting maar een registratie van het aantal gezinnen in begeleiding. Enkel de expliciet voorziene (en in de handleiding toegelichte) hulpverleningsvormen moeten geregistreerd worden. Andere tussenkomsten (bv. louter juridisch advies of de voorbereiding en/of opmaak van een verzoekschrift collectieve schuldenregeling) is niet geregistreerd.

- Eenmalige tussenkomsten, waarbij er na het eerste cliëntencontact geen verdere opvolging of begeleiding plaatsvond, zijn evenmin geregistreerd. Als er daarentegen na het eerste contact met de cliënt nog opvolging van de betreffende schuld(en) nodig is (verdere onderhandelingen met de schuldeisers, terugkoppelingen hierover naar de cliënt, opvolging afbetaalplan, ...), dan is er geen sprake meer van een “eenmalige tussenkomst” maar wel van “schuldbemiddeling”.

- “Schuldbemiddeling” kan voor deze basisregistratie zowel betrekking hebben op

consumentenkredieten als op andere schuldensoorten.

- Zowel budgetbegeleiding als budgetbeheer omvatten méér dan louter administratieve

tussenkomsten: de cliënt moet ook advies en ondersteuning ontvangen. Loutere inhoudingen op het leefloon of tussenkomsten via de Lokale Adviescommissie, die niet kaderen binnen een ruimere budget- en/of schuldhulpverlening, mogen dus niet geregistreerd worden.

- Er wordt slechts een combinatie van budgetbegeleiding en budgetbeheer geregistreerd indien er tijdens het registratiejaar gewisseld werd van budgetbegeleiding naar budgetbeheer of omgekeerd (van budgetbeheer naar budgetbegeleiding). Indien er tijdens het registratiejaar budgetbeheer werd aangeboden en de cliënt ook advies en ondersteuning ontving, moet dit gezin onder de rubriek “A.2 budgetbeheer (uitsluitend)” geregistreerd zijn en NIET als combinatie van budgetbegeleiding en

budgetbeheer.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het jaarverslag met betrekking tot de basisregistratie 2021 goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 22/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

IFIC - FUNCTIETOEWIJZING OUDERENZORG - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Op 30 maart 2021 sloot de Vlaamse Regering samen met de sociale partners het Zesde Vlaamse Intersectorale Akkoord af voor de social/non-profitsector voor de periode 2021-2025 (verder: VIA6-akkoord). Dit akkoord heeft als doelstelling te  zorgen voor meer koopkracht, meer handen in de zorg en meer veerkracht voor de Vlaamse zorgsector.

De Vlaamse Regering en de sociale partners hebben op 24 november 2021 in de schoot van het comité C1 voor de provinciale en lokale besturen, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap, verschillende protocollen afgesloten die verder uitvoering geven aan afspraken die in het VIA6-akkoord werden gemaakt en die een concrete invulling geven aan de koopkrachtmaatregelen die vastgelegd werden voor de publieke sector met betrekking tot het uitrollen van IFIC in de publieke ouderenzorg en de voorafname van IFIC in de publieke kinderopvang en thuiszorg.

De uitwerking van de afspraken uit die protocollen vergt een wijziging van de rechtspositiebesluiten van 2007 en 2010. Gelet op het feit dat bepaalde afspraken uit deze protocollen reeds uitwerking moeten verkrijgen vanaf 1 januari 2022, moeten de lokale besturen die afspraken uitvoeren op basis van de protocollen die op 24 november 2021 werden afgesloten tussen de sociale partners en de Vlaamse Regering. Op 22 december 2021 ontving het bestuur een omzendbrief van minister Somers. Minister Somers vraagt om, ondanks dat de rechtspositiebesluiten nog niet zijn aangepast, uitvoering te geven aan de reeds afgesloten protocollen in comité C1.

Op het overleg- en onderhandelingscomité van 10 november 2021 en 1 december 2021 werden de actoren voor IFIC besproken en overeengekomen. Het vast bureau van 16 december 2021 keurde de actoren voor de functietoewijzing IFIC ouderenzorg goed.

 

Juridische gronden

Het Zesde Vlaamse Intersectorale Akkoord voor de social/non-profitsector voor de  periode 2021-2025 van 30 maart 2021.

De protocollen van 24 november 2021 ter uitvoering van het VIA6-akkoord.

Het schrijven van minister Somers van december 2021 houdende de uitvoering VIA6 - uitrol IFIC en aangepaste barema's.

 

Inspraak en advies

De functietoewijzing werd besproken en positief geadviseerd door de gemandateerde delegatie van het overleg- en onderhandelingscomité op 13 januari 2022.

Het resultaat werd bekrachtigd door het overleg- en onderhandelingscomité van 2 februari 2022.

 

Bijlagen

1) functietoewijzing ouderenzorg na bespreking in overlegcomité - gemandateerde delegatie, van 13 januari 2022

2) protocol van het overleg- en onderhandelingscomité van 2 februari 2022

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het protocol "IFIC Vlaamse publieke sectoren (deel 1): toewijzingsprocedures van de sectorale IFIC-functies" beschrijft de te volgen procedure en bijhorende timing.

 

De werkgever is verantwoordelijk voor de toewijzing van functies. Deze toewijzing kan drie resultaten

hebben:

De toewijzing van één overeenstemmende sectorale functie

De toewijzing van een hybride functie (hybridering is mogelijk tussen maximum 3 sectorale IFIC – conform de vuistregels voor toewijzing – zie handboek functieclassificatie)

De vaststelling dat er geen sectorale functie kan toegewezen worden. In dit geval is er sprake van een ontbrekende functie.

De procesverantwoordelijke stelt de toewijzingsvoorstellen van de werkgever voor in de  begeleidingscommissie of het bijzonderd onderhandelingscomité. Deze bevatten:

de toegewezen IFIC functietitel(s);

de unieke functiecode(s);

de functiecategorie, en in het geval van hybride functies eveneens de verdeling van de werktijd;

in geval van toewijzing van een ontbrekende functie, deelt de werkgever ook de toegewezen categorie mee, op basis van een vergelijking met andere gelijkaardige sectorale functies. Hij zal deze ontbrekende functie aan IFIC moeten melden middels het daartoe bestemde standaard formulier. Deze meldingen van ontbrekende functies zullen behandeld worden conform de onderhoudsprocedure van de sectorale functies binnen IFIC.

De werknemersvertegenwoordigers geven hun geargumenteerde bemerkingen en advies over de toewijzingen. Als de werknemersvertegenwoordigers een negatief advies geven, moeten zij een gemotiveerde alternatieve toewijzing voorstellen.

Dit advies is niet bindend voor de werkgever en houdt geen goedkeuring in namens de personeelsleden die deze functie uitoefenen.

De functietoewijzing werd besproken en positief geadviseerd door de gemandateerde delegatie van het overleg- en onderhandelingscomité op 13 januari 2022. Als bijlage is het resultaat toegevoegd. Dit resultaat werd bekrachtigd door het overleg- en onderhandelingscomité van 2 februari 2022.

 

Financiële weerslag

De meerkost wordt gefinancierd via VIA6.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de functietoewijzing IFIC voor het woonzorgcentrum zoals toegevoegd als bijlage bij dit besluit goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 22/03/2022
Overzicht punten

Zitting van 21 februari 2022

 

PERSONEELSFORMATIE EN ORGANOGRAM OCMW - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De laatste wijziging van de personeelsformatie werd goedgekeurd in zitting van de OCMW-raad op 18 januari 2021.

 

Juridische gronden

Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de personeelsformatie per graad het aantal betrekkingen vermeldt en dat het aantal wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

Artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de personeelsformatie, in voorkomend geval, het onderscheid tussen de statutaire betrekkingen enerzijds, en de contractuele betrekkingen anderzijds, weergeeft.

De laatste wijziging van de personeelsformatie werd goedgekeurd in zitting van de OCMW-raad op 18 januari 2021.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties van 2 februari 2022 leverde een protocol van akkoord af.

 

Bijlage

Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 2 februari 2022

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Voor volgende situaties is een aanpassing aan de personeelsformatie en het organogram van het OCMW noodzakelijk:

 

1) Afschaffing van de functie van maatschappelijk werker woonzorgcentrum:

Bij het reorganisatietraject dat geleid heeft tot de huidige dienst seniorenplus is de functie-inhoud van maatschappelijk werker woonzorgcentrum mee opgenomen onder de functiebeschrijving van maatschappelijk werker seniorenplus, en valt deze onder de aansturing van het hoofd seniorenplus. De wijziging werd echter nooit geformaliseerd voor de maatschappelijk werker woonzorgcentrum. Tot op heden stelden zich hier geen problemen maar met de implementatie van IFIC zou dit tot een discrepantie in verloning leiden binnen het team van maatschappelijk werkers seniorenplus. In praktijk heeft de functiehouder ondertussen, omwille van een reïntegratietraject, een andere takenpakket opgenomen binnen de functiebeschrijving van maatschappelijk werker seniorenplus. Er wordt bijgevolg voorgesteld om de functie van maatschappelijk werker woonzorgcentrum af te schaffen en betrokkene ambtshalve te herplaatsen in de correcte functie, namelijk maatschappelijk werker seniorenplus. Op deze wijze zal de functie-inhoud van de functiehouder en de plaats in organogram overeen stemmen met de werkelijke situatie. Het is aangewezen om de afschaffing en herplaatsing uit te voeren voor de implementatie van IFIC. Een toewijzing in IFIC zou immers niet corresponderen met de realiteit.

 

2) Afschaffing van de functie van teamverantwoordelijke woonzorgcentrum:

Het is aangewezen om deze functie af te schaffen en de enige functiehouder te herplaatsen. Deze piste was reeds in onderzoek voor de opstart van IFIC. Het organogram werd gewijzigd naar een werking met 4 hoofdverpleegkundigen en 1 hoofd zorg. In deze structuur wordt er niet langer gewerkt met teamverantwoordelijken woonzorgcentrum. De enige functiehouder zit momenteel in een reïntegratietraject en het is duidelijk dat betrokkene nooit nog de functie van teamverantwoordelijke woonzorgcentrum zal uitvoeren. Het is aangewezen om de afschaffing en herplaatsing uit te voeren voor de implementatie van IFIC. Een toewijzing in IFIC zou immers niet corresponderen met de realiteit.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het bestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed dat met ingang van 1 april 2022 de functie van “maatschappelijk werker woonzorgcentrum” (betreft 1 statutair voltijds equivalent in de graad van maatschappelijk werker, salarisschaal B1-B2-B3) wordt afgeschaft in de personeelsformatie en het organogram van het OCMW.

 

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed dat met ingang van 1 april 2022 de functie van “teamverantwoordelijke woonzorgcentrum” (het betreft 1 statutair voltijds equivalent in de graad van gegradueerde verpleegkundige (salarisschaal BV1-BV2-BV3) wordt afgeschaft in de personeelsformatie en het organogram van het OCMW.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 22/03/2022