Zitting van 26 april 2021
WOONCEL WELZIJNSZORG KEMPEN (WZK) - DEELNAME - GOEDKEURING
GRONDEN
Voorgeschiedenis / Feiten en context
Welzijnszorg Kempen nam het initiatief om samen met de lokale besturen de problemen en noden m.b.t. de opvang en begeleiding van personen in een precaire woonsituaties in kaart te brengen en een gepaste strategische en operationele aanpak te ontwikkelen.
Vanuit dit overleg werden 5 prioritaire aandachtsvelden gedefinieerd om in onze regio de problematiek van dak- en thuisloosheid het hoofd te kunnen bieden. Deze aandachtsvelden zijn:
1) de uitbouw van een collectieve opvangstructuur voor dakloze alleenstaanden
2) de wooncel als opvangmogelijkheid voor (grote) gezinnen en situaties van intrafamiliaal geweld
3) een gescheiden aanpak voor zorgwekkende zorgmijders
4) een regionaal beleid gericht op doorstroom naar definitieve huisvesting
5) de samenwerking met partners (o.a. CAW De Kempen, Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg Kempen, de sociale huisvestingsmaatschappijen, …) vanuit een regierol van de lokale besturen.
Omdat de wooncel reeds operationeel is sinds 2018 en zijn meerwaarde(s) reeds getoond heeft, is de vraag tot verruiming van het werkingsgebied een eerste concrete actie die WZK voorstelt.
Juridische gronden
Het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, goedgekeurd te New York, op 16 december 1966, inzonderheid artikel 11, §1;
Artikel 23 van de Grondwet waarin zowel het recht op een behoorlijke huisvesting als het recht op maatschappelijke ontplooiing erkend worden;
OCMW- wet van 8 juli 1976 die de toekenning van aangepaste maatschappelijke dienstverlening aan de persoon die dakloos is of dreigt te worden regelt. De steun die hem moet worden toegekend, overeenkomstig artikel 1 van diezelfde wet, moet worden aangepast aan zijn staat van behoefte, om hem toe te laten een menswaardig leven te leiden;
Artikel 60 §1 tot en met 7 van OCMW- wet van 8 juli 1976 die uitvoering geeft aan de algemene taken voorbehouden aan het OCMW om te vermijden dat een persoon dakloos wordt of blijft;
Samenwerkingsakkoord inzake dak- en thuisloosheid van 12 mei 2014 tussen de federale, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, waarin onderstreept wordt dat de OCMW’s in eerste plaats bevoegd zijn voor de opvang van daklozen ;
Europese FEANTSA doelstellingen die als volgt geformuleerd zijn:
1) Niemand mag genoodzaakt zijn om tegen zijn wil op straat te moeten overnachten bij gebrek aan opvang die aangepast is aan zijn situatie
2) Niemand mag genoodzaakt zijn om langer dan nodig te moeten verblijven in de opvang bij gebrek aan doorstromingsmogelijkheden naar wonen
3) Niemand mag uit een instelling ontslagen worden (ziekenhuis, psychiatrie, gevangenis, jeugdinstelling, enz.) zonder voldoende nazorg en een oplossing voor zijn woonsituatie.
4) Niemand mag uit huis gezet worden bij gebrek aan begeleidings- en herhuisvestingsmogelijkheden
5) Niemand die jongvolwassen wordt of is mag thuisloos worden als gevolg van de overgangssituatie naar zelfstandigheid
De Belgische en Vlaamse overheid onderschrijven deze FEANTSA doelstellingen.
Inspraak en advies
De afdeling sociale zaken en het Beleidscomité Mens en Leven van 25 maart 2021 geeft positief advies voor het aansluiten bij de Wooncel. Door aan te sluiten bij de wooncel wordt er tegemoet gekomen aan een acute vraag naar opvangmogelijkheden.
Bijlagen
1) De Wooncel (nota)
2) De Wooncel (presentatie)
MOTIVERING
Argumenten
De wooncel werd in 2018 opgestart met 14 lokale besturen, CAW De Kempen en Welzijnszorg Kempen. De wooncel beoogde om de opvang van dakloze personen - gekoppeld aan begeleiding - op te nemen binnen een regionale poule van tijdelijke woningen.
Om de werking verder te optimaliseren en op deze manier nog meer gezinnen en slachtoffers van intrafamiliaal geweld in onze regio te kunnen helpen door het aanbieden van een tijdelijke huisvesting met begeleiding, vraagt WZK dat onze gemeente aansluit bij de wooncel, en hiervoor o.m. één wooneenheid (hub genaamd) per 10.000 inwoners inbrengt gekoppeld aan de herhuisvestingsbegeleiding vanuit de OCMW- expertise.
Financiële weerslag
De financiële impact bestaat uit de huur van een wooneenheid.
BESLUIT
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met toetreding tot de werking van de wooncel.
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk zal dit engagement bekrachtigen door:
− akkoord te gaan met de principes en de werkwijzen van de wooncel zoals opgenomen in de nota ‘De wooncel: begeleiding en tijdelijke opvang voor gezinnen en situaties van intrafamiliaal geweld.
− 1 wooneenheid (hub) per 10.000 inwoners in te schakelen via een geleidelijk groeipad in de regionale poule en deze woning beheren.
Beroepsmogelijkheden Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel. Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel. Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be). Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend. Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid. Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. |