ZITTING VAN MAANDAG 18 DECEMBER 2023

 

Aanwezig:

voorzitter

Peter Van Rompaey

voorzitter vast bureau

Wim Caeyers

raadsleden

Servais Verherstraeten, Luc Van Craenendonck, Hans Schoofs, Paul Vanhoof, Jos Lodewijckx, Tomas Sergooris, Maria Belmans, Jan Vangheel, Zehra Ünlü, Solange Abbeloos, Ria Melis, Davy Geboers, Hanne Paepen, Maarten Van Camp, Lander Geyzen, Sofie Molenberghs, Koen Boeckx, Chris Xhenseval, Els Ceulemans, Cindy Dexters, Lena Lenaerts

leden vast bureau

Wendy Soeffers, Lieve Heurckmans, Hilde Valgaeren, Hans De Groof, Frederik Loy, Lotte Vreys, Anneleen Dom

algemeen directeur

Stefan Hendrix

Verontschuldigd:

raadsleden

Koen Van Gompel, Masha Celen, Nele Van Roey

 

 

Overzicht punten

Zitting van 18 december 2023

 

NOTULEN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN - 20 NOVEMBER 2023 - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn vergaderde in zitting van 20 november 2023.

 

De notulen van deze raad werden in Meeting.mobile gekoppeld als bijlage aan dit agendapunt.

 

Juridische gronden

Artikel 34 § 1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn - goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 maart 2019 - bepaalt dat de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur.

 

Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 33 § 1 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn alle besproken onderwerpen vermelden in chronologische volgorde, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen.

 

Bijlagen

  1. Notulen en verslag raad voor maatschappelijk welzijn 20 november 2023

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het is verplicht dat de notulen van de vorige raad voor maatschappelijk welzijn worden goedgekeurd op de eerstvolgende zitting.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 november 2023 worden goedgekeurd.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 15/03/2024
Overzicht punten

Zitting van 18 december 2023

 

2023SM13 HAALBAARHEIDSSTUDIE EN INSTALLEREN ZONNEPANELEN TEN HOVE (P2 VAN RAAMOVEREENKOMST PV-PANELEN VEB) - LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn heeft in zitting van 18 december 2023 het budget van 2023 en 2024 geactualiseerd.

 

Juridische gronden

Dit besluit is gebaseerd op volgende wettelijke en reglementaire bepalingen:

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

 

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

 

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

 

De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.

 

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

 

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Inspraak en advies

Advies afdeling ruimte – patrimonium: gunstig

 

Bijlagen

1)    Bestek

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 2023SM13 (EE_2020_0_021) opgesteld door de ontwerper, VEB NV (Vlaams Energiebedrijf), Havenlaan 86C bus 301 te 1000 Brussel.

 

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

* Perceel 1: Provincie West- en Oost-Vlaanderen;

* Perceel 2: Provincie Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg;

* Perceel 3: Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

* Perceel 4: Waals Gewest;

* Perceel 5: Deelopdrachten met voorafgaande studie;

 

De opdracht werd gesloten door middel van een raamovereenkomst met meerdere deelnemers waarbij alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald. De deelnemers zullen niet opnieuw in mededinging gesteld worden.

 

Het OCMW Mol zal afnemen van perceel 2: Provincie Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 147.650,48 excl. btw of € 178.657,08 incl. 21 % btw.

 

VEB treedt op als aankoopcentrale voor alle federale en lokale overheden, waardoor het OCMW Mol niet zelf de markt moet op gaan.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van afname van het raamcontract van het Vlaams Energiebedrijf (VEB).

 

VEB biedt eerst een gratis haalbaarheidsstudie aan, daarna kan de aanbestedende overheid beslissen om de zonnepanelen te laten installeren.

 

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

 

Financiële weerslag

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2023, op budgetcode 22100000/011913-20/25-8/7/3-03-8/7/3-0310 (actieplan 8/7) (actie 8/7/3) van de investering en het budget van het volgend jaar.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

Het bestek met nr. 2023SM13 en de raming voor de opdracht “Haalbaarheidsstudie en installeren zonnepanelen (P2 van raamovereenkomst PV-panelen VEB)”, opgesteld door de ontwerper, VEB NV (Vlaams Energiebedrijf), Havenlaan 86C bus 301 te 1000 Brussel worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 147.650,48 excl. btw of € 178.657,08 incl. 21 % btw.

 

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van afname van de raamovereenkomst bij VEB.

 

Artikel 3

In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal VEB NV (Vlaams Energiebedrijf) optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze leveringen en/of diensten verwerft die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald:

OCMW Mol en Gemeente Mol.

 

Artikel 4

In geval van een juridisch geschil omtrent deze overheidsopdracht, is elk deelnemend bestuur mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot zijn aandeel in de opdracht.

 

Artikel 5

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de deelnemende besturen.

 

Artikel 6

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2023, op budgetcode 22100000/011913-20/25-8/7/3-03-8/7/3-0310 (actieplan 8/7) (actie 8/7/3) van de investering en het budget van het volgend jaar.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 15/03/2024
Overzicht punten

Zitting van 18 december 2023

 

TARIEVEN INZAKE DE AANREKENING VAN KOSTEN VAN AANMANINGEN EN INNING ALSMEDE VERWIJLINTRESTEN: 2024-2025 - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In zitting van 25 maart 2015 werd door de raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurd dat bij een tweede, aangetekende, aanmaning in het kader van debiteurenbeheer een kost wordt aangerekend. Het opmaken en versturen van aanmaningen aan diegenen die laattijdig de door hen verschuldigde sommen betalen, wegen immers zowel op logistiek als op financieel vlak door op de administratie van het OCMW.

 

Juridische gronden

Artikel 177, tweede en derde lid van het Decreet over het lokaal bestuur stelt dat met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen, de financieel directeur een dwangbevel kan uitvaardigen. Dit dwangbevel moet geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden door het vast bureau. Een dergelijk dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. Dat exploot stuit de verjaring. Een bevel kan door het vast bureau alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan kosten aanrekenen voor die aangetekende brief. Deze kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen eveneens ingevorderd worden via het dwangbevel.

 

Artikel 78, tweede lid, 3° van het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is voor het vaststellen van andere reglementen dan die over personeelsaangelegenheden.

 

Inspraak en advies

De invoering van het tariefreglement heeft een gunstig effect op de financiën van het OCMW. Daarom adviseert afdeling financiën: gunstig.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De financiële toestand van het OCMW maakt het wenselijk dat de kosten voor het verzenden van aanmaningen, laatste berichten, aangetekende zendingen worden verhaald op diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen. Het opmaken en versturen van aanmaningen aan diegenen die laattijdig de door hen verschuldigde sommen betalen zoals tarieven, huurgelden,  forfaitaire vergoedingen (voorgaande lijst is niet limitatief) alsook het stellen van diverse handelingen voor inning en invordering via deurwaarders, advocaten, curatoren, enz. wegen zowel op logistiek als op financieel vlak door op de administratie van ons lokaal bestuur. Bovendien eigenen de wanbetalers zich voordelen toe die niet aan de gewone gebruikers worden toegestaan. Het is dan ook billijk om bij laattijdige betaling aanmaningskosten, een forfaitaire vergoeding en verwijlintresten aan te rekenen aan wanbetalers.

 

De juridische grond waarnaar verwezen wordt in het vorige besluit uit 2015 (artikel 92 OCMW-decreet) werd opgeheven en vervangen door een nieuwe bepaling in het Decreet over het lokaal bestuur. In tussentijd werd ook 'Boek XIX Schulden van de consument' ingevoerd. Dit wetboek voorziet in de mogelijkheid tot aanrekening van een aanmaningskost van maximum 7,50 euro, een portokost en een forfaitaire vergoeding die enerzijds bedoeld is om de verwijlintresten en anderzijds de kosten van de minnelijke invordering van de onbetaalde schuld te dekken.

 

Omwille van deze wijzigingen is het gepast om de regeling voor het aanrekenen van kosten van aanmaningen te actualiseren.

 

Het retributiereglement van de gemeente wordt ook aangepast waardoor het aangewezen is dit op een uniforme manier aan te pakken. Met het oog op een nauwere samenwerking met de gemeente wordt een éénvormigheid van de procedures en de tarieven nagestreefd.

 

Om billijkheidsredenen maken we artikel 2, paragraaf 1 van dit reglement niet van toepassing voor vorderingen van de sociale dienst in kader van recht op maatschappelijke integratie. We lezen in artikel 97 van de OCMW-wet dat o.a. administratiekosten niet worden beschouwd als “kosten van de maatschappelijke dienstverlening” en dat deze dus ook niet mogen worden teruggevorderd bij de terugbetaling door particulieren van deze kosten van maatschappelijke dienstverlening zoals bedoeld in hoofdstuk 7 van de OCMW-wet. Daarom is het niet aangewezen om onze eigen kosten voor een tweede aangetekende aanmaning of bij het niet nakomen van een afbetalingsplan door te rekenen aan de cliënten van de sociale dienst.

 

Bijlage

  1. Procedure dwangbevel en kosten goedgekeurd in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 maart 2015

 

Financiële weerslag

De inkomsten van deze tarieven worden ingeschreven in het exploitatiebudget:

Actie

8/1/2

Registratiesleutel

70409000/003000

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn besluit het reglement 'Tarieven inzake de aanrekening van kosten van aanmaningen en inning alsmede verwijlintresten: 2024-2025' in te voeren. Het tariefreglement luidt als volgt:

 

"Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2024 en voor een termijn van twee (2) jaar eindigend op 31 december 2025, worden de kosten voor het verzenden van aanmaningen, laatste berichten en aangetekende zendingen alsook inningskosten van deurwaarders, advocaten en curatoren (deze lijst is niet limitatief) verhaald op diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen. Tevens worden er ook in hunnen hoofde een forfaitaire vergoeding en verwijlintresten aangerekend.

 

Indien de debiteur de onbetwiste vordering niet betaalt binnen de wettelijk bepaalde vervaltermijn, worden de hieronder bepaalde tarieven aangerekend.

 

Artikel 2

De tarieven worden vastgesteld als volgt:

 

  1. Kosten voor tweede en derde aanmaning en aanmaning na niet-naleving van een afbetalingsplan

- Eerste aanmaning: kosteloos

- Tweede of volgende aanmaning: € 16,00 per aanmaning, bestaande uit een aanmaningskost van € 7,50 en een portokost van € 8,50 voor de aangetekende zending

- Aanmaning bij niet nakomen afbetalingsplan: € 16,00 per aanmaning, bestaande uit een aanmaningskost van € 7,50 en een portokost van € 8,50 voor de aangetekende zending

 

Deze 1e paragraaf van artikel 2 is niet van toepassing voor vorderingen van de sociale dienst in kader van recht op maatschappelijke integratie.

 

  1. Kosten voor de grensoverschrijdende invordering

Voor de grensoverschrijdende invordering waarvoor het OCMW een beroep doet op een derde, komt het bedrag van het tarief overeen met een forfaitaire vergoeding waarvan het bedrag niet hoger is dan:

- 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is;

- 30 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is;

- 65 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.

 

  1. Voor een dossier verzoek tot minnelijke schikking door de deurwaarder

- € 20,00 forfaitaire vergoeding per dossier

- deze kost kan niet gevorderd worden ingeval van een grensoverschrijdende invordering (artikel 2.2)

 

  1. Opmaak van een dwangbevel

Wanneer de debiteur niet overgaat tot de betaling van de volledige schuld, kosten en intresten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een dwangbevel met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder. Voor het overmaken van een dossier aan de gerechtsdeurwaarder, wordt een tarief van € 30,00 aangerekend.

 

  1. Gedwongen uitvoering

Voor de hieronder vermelde stappen van gedwongen uitvoering en invordering worden de overeenstemmende kosten aangerekend. Deze kosten komen bovenop de eventuele gerechtskosten en gerechtsdeurwaarderskosten en reële kosten die op grond van de wettelijke regelingen worden doorgerekend aan de debiteur.

 

- Derdenbeslag: € 50,00

 

- Het nemen van een hypothecaire inschrijving: De kosten aangerekend door het kantoor rechtszekerheid (het vroegere hypotheekkantoor), vermeerderd met € 50,00 per hypotheekinschrijving.

 

- Procedure tot het aanstellen van een curator over een onbeheerde nalatenschap wanneer er geen gekende erfgenamen zijn, maar wel een nalatenschap van waaruit een vordering kan voldaan worden: € 1.500,00 van zodra het namens het OCMW opgemaakte verzoekschrift tot aanstelling van curator werd neergelegd, voor zover dat verzoekschrift uitmondt in de effectieve aanstelling van een curator.

 

Artikel 3

De wettige nalatigheidsintrest wordt aangerekend vanaf de ingebrekestelling van de schuldenaar."

 

Artikel 2

De aanpassingen gaan in op 1 januari 2024. Tot en met 31 december 2023 blijft het reglement procedure dwangbevel en kosten, goedgekeurd in zitting van 25 maart 2015 integraal van kracht.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 15/03/2024
Overzicht punten

Zitting van 18 december 2023

 

MEERJARENPLAN 2020-2025 - AANPASSING NR. 5 - VASTSTELLING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde in zitting van 23 december 2019 het meerjarenplan 2020-2025 vast.

 

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde in zitting van 14 december 2020 de eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast.

 

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde in zitting van 20 december 2021 de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast.

 

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde in zitting van 19 december 2022 de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast.

 

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde in zitting van 18 september 2023 de vierde de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast.

 

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Inspraak en advies

Het vast bureau stelde samen met het managementteam een ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 op. Dit wordt nu aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd ter goedkeuring.

 

Bijlagen

  1. Meerjarenplan 2020-2025 - Vijfde aanpassing - December 2023
  2. Documentatie meerjarenplan 2020-2025 - Vijfde aanpassing
  3. Budgetlijnen per actie

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het komt de gemeenteraad toe om het meerjarenplan 2020-2025 voor het deel van de gemeente vast te stellen en het deel van het OCMW zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed te keuren.

 

Door deze goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

 

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 bestaat uit volgende documenten:

 

        De strategische nota bevat de beleidsdoelstellingen en beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid met vooropgesteld resultaat/effect;

        De financiële nota is de financiële vertaling van de beleidsdoelstellingen en beleidsopties uit de strategische nota met:

        Schema M1: Het financiële doelstellingenplan

        Schema M2: De staat van het financiële evenwicht

        Schema M3: Het overzicht van de kredieten

        De toelichting met:

        Schema T1: Ontvangsten en uitgaven per beleidsdomein

        Schema T2: Ontvangsten en uitgaven naar economische aard

        Schema T3: Investeringsprojecten

        Schema T4: Evolutie van de financiële schulden

        Overzicht van de financiële risico's

        Beschrijving van de gekozen grondslagen en assumpties

        Motivering van de belangrijkste wijzigingen

        De lijst van nominatieve subsidies van 2023 en 2024

        De documentatie bij het meerjarenplan (afzonderlijk document)

 

Financiële weerslag

Het meerjarenplan heeft financiële gevolgen voor ons lokaal bestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 als volgt vast:

 

Kredieten 2023 OCMW

Uitgaven

Ontvangsten

Exploitatie

€24.774.589

€18.753.948

Investeringen

€613.946

€721.233

Financiering

€2.062.385

€0

 

Kredieten 2024 OCMW

Uitgaven

Ontvangsten

Exploitatie

€25.385.653

€18.663.726

Investeringen

€1.091.350

€721.233

Financiering

€1.622.600

€0

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 15/03/2024
Overzicht punten

Zitting van 18 december 2023

 

RECHTSPOSITIEREGELING - AANPASSING BIJLAGE 3 - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Artikel 10 van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW bepaalt dat de raad bevoegd is om bijzondere aanwervingsvoorwaarden vast te leggen. Zo kan de raad bijzondere eisen stellen inzake beroepsbekwaamheid, het bezit van specifieke diploma's of studiegetuigschriften opleggen of nuttige ervaring in de private of openbare sector eisen. Deze specifieke aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden zijn opgenomen in bijlage 3 van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW.

 

Juridische gronden

De rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW werd goedgekeurd door de raad op 29 juni 2016. De laatste wijziging aan de rechtspositieregeling werd goedgekeurd door de raad op 22 februari 2021.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 6 december 2023.

 

Bijlagen

  1. Bijlage 3 van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW
  2. Bijlage 3 van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW waarbij de aanpassingen zijn weergegeven als vetgedrukt
  3. Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 6 december 2023

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

In navolging van het structuurtraject binnen het departement Mens en Leven zijn de specifieke aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden voor de functies binnen dit departement bekeken. Bijlage 3 van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW moet hierdoor worden aangepast.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad keurt de aanpassing van bijlage 3 van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW volgens de tekst toegevoegd als bijlage aan dit besluit goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 15/03/2024
Overzicht punten

Zitting van 18 december 2023

 

RECHTSPOSITIEREGELING SPECIFIEK PERSONEEL OCMW - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW bepaalt de regels omtrent de aanwerving, bevordering of interne mobiliteit van personeelsleden.

 

Met het oog op optimale werving- en selectie van kandidaten wordt voorgesteld om de voorwaarden van opgelegde ervaring, dienstanciënniteit of graadanciënniteit te schrappen bij de algemene bepalingen van aanwerving, bevordering of interne mobiliteit. Via bijlage 3 van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW kunnen, indien gewenst, specifieke voorwaarden per functie worden vastgelegd.

 

Juridische gronden

De rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW werd goedgekeurd door de raad op 29 juni 2016. De laatste wijziging aan de rechtspositieregeling werd goedgekeurd door de raad op 22 februari 2021.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 6 december 2023.

 

Bijlagen:

  1. Overzicht van de aan te passen artikels van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW - de aanpassingen werden in het rood weergegeven - gele tekst is de nieuwe tekst
  2. Aangepaste artikel van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW
  3. Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 6 december 2023

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Met het oog op optimale werving- en selectie van kandidaten wordt voorgesteld om de voorwaarden van opgelegde ervaring, dienstanciënniteit of graadanciënniteit te schrappen bij de algemene bepalingen van aanwerving, bevordering of interne mobiliteit. Via bijlage 3 van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW kunnen, indien gewenst, specifieke voorwaarden per functie worden vastgelegd.

 

De volgende artikels van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW zullen worden aangepast:

 

Artikel 1: Artikel 8 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 8

 

Naast het beantwoorden van de voorwaarden in art 6 moeten de kandidaten ook:

1 Voldoen aan de diplomavereisten die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is in de graden van: bestuurscoördinator, bestuurssecretaris, hoofddeskundige, maatschappelijk werker, deskundige, administratief hoofdmedewerker, technisch hoofdmedewerker, administratief medewerker, technisch medewerker.

2 Voldoen aan de diplomavereisten die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is in de graad van bestuurscoördinator.

3 Voldoen aan de diplomavereisten die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is in de graden van hoofddeskundige.

4 Voldoen aan de diplomavereisten die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is in de graden van administratief hoofdmedewerker en technisch hoofdmedewerker.

 

De lijst van erkende diploma’s of getuigschriften per niveau wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, vastgesteld. Alleen de erkende diploma’s en getuigschriften op die lijst en de buitenlandse diploma’s die daarmee gelijkgesteld werden komen bij aanwerving en bij bevordering in aanmerking.

 

Artikel 2: Artikelen 102 en 103 van de rechtspositieregeling worden aangepast als volgt:

 

Artikel 102

 

De bevordering is de aanstelling van een personeelslid in een functie van een graad die hoger gerangschikt is conform de indeling en rangschikking van de graden.

 

Artikel 103

 

§1 Een bevordering is alleen mogelijk in een vacante betrekking van de personeelsformatie.

 

§2 Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden in aanmerking:

1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand;

2 de contractuele personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden:

- ze zijn na 1 januari 2008 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in titel 2, hoofdstuk II, en III.

- ze zijn voor 1 januari 2008 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.

3 overgangsperiode: Personeelsleden die ten minste 5 jaar in dienst zijn op datum van 18 maart 2023 en die met toepassing van artikel 12 van het rechtspositiebesluit van 7 december 2007 en artikel 32 van het rechtspositiebesluit van 12 november 2010 na een afwijkende aanwervingsprocedure in dienst zijn getreden binnen het bestuur (‘kleine poort’), komen bij wijze van overgang in aanmerking voor de bevorderingsregeling. 

 

§3 De aanstellende overheid brengt de personeelsleden van de interne vacature op de hoogte en doet een oproep tot kandidaatstelling met behulp van het intranet en eventueel aangevuld met andere kanalen.

 

§4 Het vacaturebericht vermeldt:

  1. de naam van de betrekking;
  2. het dienstverband;
  3. of de betrekking voltijds dan wel deeltijds vervuld wordt;
  4. de bevorderingsvoorwaarden;
  5. de wijze waarop de kandidaturen moeten worden ingediend; en de uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen;
  6. het contactpunt voor meer informatie.

 

§5 Tussen de bekendmaking van de vacature en de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen, verlopen minstens veertien kalenderdagen. De aanstellende overheid bepaalt de termijn voor de indiening van de kandidaturen rekening houdend met die algemeen geldende minimale termijn.

De dag van de bekendmaking van de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel. Als de uiterste datum op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

 

§6 De aanstellende overheid kiest bij de openverklaring welk van volgende kanalen gebruikt wordt(en) voor indiening van de kandidaturen: per post verzonden sollicitatiebrief, via email, via een elektronisch formulier of tegen ontvangstbewijs.

De datum van verzending van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend. De datum van de poststempel / van de inschrijving via een elektronisch formulier / van het mailbericht / van het ontvangstbewijs geldt als datum van verzending. Laattijdig ingediende kandidaturen komen niet in aanmerking.

 

Artikel 3: Artikel 105 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 105

 

Om voor bevordering in aanmerking te komen moeten de kandidaten:

1 geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

2 als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

3 voldoen aan de eventueel andere dan de diplomavereiste specifiek opgelegde voorwaarden voor de functie;

4 slagen voor een bevorderingsprocedure.

 

Artikel 4: Artikelen 108 t.e.m. 111 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 108

 

Niveau A

 

De voorwaarden voor bevordering zijn:

a als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

b voldoen aan de eventueel andere dan de diplomavereiste specifiek opgelegde voorwaarden voor de functie;

c geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

d slagen voor de bevorderingsprocedure.

 

Artikel 109

 

Niveau B

 

De voorwaarden voor bevordering zijn:

a als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

b voldoen aan de eventueel andere dan de diplomavereiste specifiek opgelegde voorwaarden voor de functie;

c geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

d slagen voor de bevorderingsprocedure.

 

Artikel 110

 

Niveau C

 

De voorwaarden voor bevordering zijn:

a als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan                             de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

b voldoen aan de eventueel andere dan de diplomavereiste specifiek opgelegde voorwaarden voor de functie;

c geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

d slagen voor de bevorderingsprocedure.

 

Artikel 111

 

Niveau D

 

De voorwaarden voor bevordering zijn:

a voldoen aan de specifieke voorwaarden gesteld bij aanwerving;

b geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

c slagen voor de bevorderingsprocedure.

 

Artikel 5: Artikel 114 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 114

 

§1 Onder interne personeelsmobiliteit voor de vervulling van een vacature wordt verstaan: de heraanstelling van een personeelslid in een vacante betrekking van de personeelsformatie die in dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang is ingedeeld.

 

§2 Voor de deelname aan een procedure van interne personeelsmobiliteit komen de volgende personeelsleden in aanmerking:

1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand;

2 de contractuele personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen, als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden:

a ze zijn na 1 januari 2008 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in hoofdstuk II afdeling I en II en ze hebben de proeftijd beëindigd;

b ze zijn voor 1 januari 2008 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.

C overgangsperiode: Personeelsleden die ten minste 5 jaar in dienst zijn op datum van 18 maart 2023 en die met toepassing van artikel 12 van het rechtspositiebesluit van 7 december 2007 en artikel 32 van het rechtspositiebesluit van 12 november 2010 na een afwijkende aanwervingsprocedure in dienst zijn getreden binnen het bestuur (‘kleine poort’), komen bij wijze van overgang in aanmerking voor de interne mobiliteitsregeling. 

 

De procedure van interne personeelsmobiliteit is niet van toepassing op de functies van algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur en financieel directeur.

 

§3 De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen, behalve als de raad de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt het uitvoerend orgaan van het bestuur de geldigheid.

Alleen kandidaten die voldoen aan de voorwaarden, worden toegelaten tot de selectieprocedure. Voor de aanvang van de selectieprocedure worden de kandidaten die niet tot de selectieprocedure worden toegelaten er schriftelijk van op de hoogte gebracht dat ze geweigerd zijn, met vermelding van de reden daarvoor.

 

Artikel 6: Artikel 116 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 116

 

De kandidaten moeten ten minste:

1 geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

2 voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving;

3 zo nodig, voldoen aan de diplomavereiste voor de functie.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad keurt de aanpassingen van de rechtspositieregeling voor het specifiek personeel OCMW volgens de voormelde tekst in dit besluit goed, alsmede de bijgevoegde tekst als bijlage bij dit besluit.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 15/03/2024
Overzicht punten

Zitting van 18 december 2023

 

RECHTSPOSITIEREGELING WOONZORGCENTRUM - AANPASSING - GOEDKEURING

Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De rechtspositieregeling woonzorgcentrum bepaalt de regels omtrent de aanwerving, bevordering of interne mobiliteit van personeelsleden.

 

Met het oog op optimale werving- en selectie van kandidaten wordt voorgesteld om de voorwaarden van opgelegde ervaring, dienstanciënniteit of graadanciënniteit te schrappen bij de algemene bepalingen van aanwerving, bevordering of interne mobiliteit. Via bijlage 3 van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum kunnen, indien gewenst, specifieke voorwaarden per functie worden vastgelegd.

 

Juridische gronden

De rechtspositieregeling voor het woonzorgcentrum werd goedgekeurd door de raad op 29 juni 2016. De laatste wijziging aan de rechtspositieregeling woonzorgcentrum werd goedgekeurd door de raad op 16 januari 2023.

 

Inspraak en advies

Het overleg- en onderhandelingscomité met de representatieve vakorganisaties leverde een protocol van akkoord af op 6 december 2023.

 

Bijlagen:

  1. Overzicht van de aan te passen artikels van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum - de aanpassingen werden in het rood weergegeven - gele tekst is de nieuwe tekst
  2. Aangepaste artikel van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum
  3. Protocolakkoord van de representatieve vakorganisaties van 6 december 2023

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Met het oog op optimale werving- en selectie van kandidaten wordt voorgesteld om de voorwaarden van opgelegde ervaring, dienstanciënniteit of graadanciënniteit te schrappen bij de algemene bepalingen van aanwerving, bevordering of interne mobiliteit. Via bijlage 3 van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum kunnen, indien gewenst, specifieke voorwaarden per functie worden vastgelegd.

 

De volgende artikels van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum zullen worden aangepast:

 

Artikel 1: Artikel 8 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 8

 

Naast het beantwoorden van de voorwaarden in artikel 6 moeten de kandidaten ook voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in bijlage 3.

 

De lijst van erkende diploma’s of getuigschriften per niveau wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, vastgesteld. Alleen de erkende diploma’s en getuigschriften op die lijst en de buitenlandse diploma’s die daarmee gelijkgesteld werden komen bij aanwerving en bij bevordering in aanmerking.

 

Artikel 2: Artikelen 102 en 103 van de rechtspositieregeling worden aangepast als volgt:

 

Artikel 102

 

De bevordering is de aanstelling van een personeelslid in een functie van een graad die hoger gerangschikt is conform de indeling en rangschikking van de graden.

 

Artikel 103

 

§1 Een bevordering is alleen mogelijk in een vacante betrekking van de personeelsformatie.

 

§2 Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden in aanmerking:

1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand;

2 de contractuele personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden:

- ze zijn na 1 januari 2008 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in titel 2, hoofdstuk II, en III.

- ze zijn voor 1 januari 2008 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.

3 overgangsperiode: Personeelsleden die ten minste 5 jaar in dienst zijn op datum van 18 maart 2023 en die met toepassing van artikel 12 van het rechtspositiebesluit van 7 december 2007 en artikel 32 van het rechtspositiebesluit van 12 november 2010 na een afwijkende aanwervingsprocedure in dienst zijn getreden binnen het bestuur (‘kleine poort’), komen bij wijze van overgang in aanmerking voor de bevorderingsregeling. 

 

§3 De aanstellende overheid brengt de personeelsleden van de interne vacature op de hoogte en doet een oproep tot kandidaatstelling met behulp van het intranet en eventueel aangevuld met andere kanalen.

 

§4 Het vacaturebericht vermeldt:

  1. de naam van de betrekking;
  2. het dienstverband;
  3. of de betrekking voltijds dan wel deeltijds vervuld wordt;
  4. de bevorderingsvoorwaarden;
  5. de wijze waarop de kandidaturen moeten worden ingediend; en de uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen;
  6. het contactpunt voor meer informatie.

 

§5 Tussen de bekendmaking van de vacature en de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen, verlopen minstens veertien kalenderdagen. De aanstellende overheid bepaalt de termijn voor de indiening van de kandidaturen rekening houdend met die algemeen geldende minimale termijn.

De dag van de bekendmaking van de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel. Als de uiterste datum op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

 

§6 De aanstellende overheid kiest bij de openverklaring welk van volgende kanalen gebruikt wordt(en) voor indiening van de kandidaturen: per post verzonden sollicitatiebrief, via email, via een elektronisch formulier of tegen ontvangstbewijs.

De datum van verzending van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend. De datum van de poststempel / van de inschrijving via een elektronisch formulier / van het mailbericht / van het ontvangstbewijs geldt als datum van verzending. Laattijdig ingediende kandidaturen komen niet in aanmerking.

 

Artikel 3: Artikel 105 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 105

 

Om voor bevordering in aanmerking te komen moeten de kandidaten:

1 geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

2 als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

3 voldoen aan de eventueel andere dan de diplomavereiste specifiek opgelegde voorwaarden die gelden bij aanwerving voor de functie;

4 slagen voor een bevorderingsprocedure.

 

Artikel 4: Artikelen 108 t.e.m. 111 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 108

 

-

 

Artikel 109

 

-

 

Artikel 110

 

-

 

Artikel 111

 

-

 

Artikel 5: Artikel 114 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 114

 

§1 Onder interne personeelsmobiliteit voor de vervulling van een vacature wordt verstaan: de heraanstelling van een personeelslid in een vacante betrekking van de personeelsformatie die in dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang is ingedeeld.

 

§2 Voor de deelname aan een procedure van interne personeelsmobiliteit komen de volgende personeelsleden in aanmerking:

1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand;

2 de contractuele personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen, als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden:

a ze zijn na 1 januari 2008 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in hoofdstuk II afdeling I en II en ze hebben de proeftijd beëindigd;

b ze zijn voor 1 januari 2008 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.

C overgangsperiode: Personeelsleden die ten minste 5 jaar in dienst zijn op datum van 18 maart 2023 en die met toepassing van artikel 12 van het rechtspositiebesluit van 7 december 2007 en artikel 32 van het rechtspositiebesluit van 12 november 2010 na een afwijkende aanwervingsprocedure in dienst zijn getreden binnen het bestuur (‘kleine poort’), komen bij wijze van overgang in aanmerking voor de interne mobiliteitsregeling. 

 

De procedure van interne personeelsmobiliteit is niet van toepassing op de functies van algemeen directeur, de adjunct-algemeen directeur en financieel directeur.

 

§3 De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen, behalve als de raad de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt het uitvoerend orgaan van het bestuur de geldigheid.

Alleen kandidaten die voldoen aan de voorwaarden, worden toegelaten tot de selectieprocedure. Voor de aanvang van de selectieprocedure worden de kandidaten die niet tot de selectieprocedure worden toegelaten er schriftelijk van op de hoogte gebracht dat ze geweigerd zijn, met vermelding van de reden daarvoor.

 

Artikel 6: Artikel 116 van de rechtspositieregeling wordt aangepast als volgt:

 

Artikel 116

 

De kandidaten moeten ten minste:

1 geen ongunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

2 voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving;

3 zo nodig, voldoen aan de diplomavereiste voor de functie.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De raad keurt de aanpassingen van de rechtspositieregeling woonzorgcentrum volgens de voormelde tekst in dit besluit goed, alsmede de bijgevoegde tekst als bijlage bij dit besluit.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 15/03/2024