BESLUIT
Artikel 1
De voorzitter van de gemeenteraad verzoekt de raadsleden akkoord te gaan met de toevoeging en de behandeling van vier agendapunten bij hoogdringendheid.
Het betreft agendapunten:
- bekrachtiging van de politieverordening - verbod gebruik gemeentelijke gebouwen en schoolgebouwen door externen en sluiting gemeentelijke sporthallen, genomen bij burgemeesterbesluit van 13 maart 2020;
- bekrachtiging van de politieverordening - sluiting Sunparks Kempense Meren, genomen bij burgemeesterbesluit van 13 maart 2020;
- bekrachtiging van de politieverordening - sluiting Resort De Kempen, genomen bij burgemeesterbesluit van 13 maart 2020;
- bekrachtiging van de politieverordening - verbod op het bijwonen van de gemeenteraad voor publiek genomen bij burgemeesterbesluit van 18 maart 2020
- bekrachtiging van de politieverordeningen- opheffing sluiting zwembaden + opheffing sluiting gemeentelijke gebouwen en alle gebouwen van scholen op het grondgebied van de gemeente Mol door externen genomen bij burgemeesterbesluit van 20 maart 2020
Aan de stemming over de hoogdringendheid nemen 33 raadsleden deel.
Volgende raadsleden spreken zich uit over de hoogdringendheid en de behandeling van het agendapunt:
W. Caeyers, A. Verbeke, L. Heurckmans, H. Valgaeren, F. Loy, H. De Groof, M. Belmans, W. Soeffers, S. Verherstraeten, H. Schoofs, L. Van Craenendonck, P. Van Rompaey, K. Van Gompel, P. Vanhoof, J. Lodewijckx, T. Sergooris, L. Vreys, J. Vangheel, Z. Ünlü, S. Abbeloos, R. Melis, D. Geboers, H. Paepen, A. Dom, M. Van Camp, L. Geyzen, B. Van Olmen, S. Molenberghs, K. Boeckx, C. Xhenseval, E. Ceulemans, M. Celen en S. Geysen.
Artikel 2
De behandeling van de agendapunten 'politieverordening - verbod gebruik gemeentelijke gebouwen en schoolgebouwen door externen en sluiting gemeentelijke sporthallen - bekrachtiging' en 'politieverordening - sluiting Sunparks Kempense Meren - bekrachtiging' en 'politieverordening - sluiting Resort De Kempen - bekrachtiging' en 'politieverordening - verbod op het bijwonen van de gemeenteraad voor publiek - bekrachtiging' en 'politieverordeningen- opheffing sluiting zwembaden + opheffing sluiting gemeentelijke gebouwen en alle gebouwen van scholen op het grondgebied van de gemeente Mol door externen-bekrachtiging' worden met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
Artikel 3
De agendapunten worden besproken als laatste punten van de agenda in de openbare zitting.
BESLUIT
Enig artikel
De notulen van de gemeenteraad van 17 februari 2020 worden goedgekeurd.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 12 maart 2020 inzake de sluiting van alle indoor zwembaden en waterrecreatie op het grondgebied van de gemeente Mol met ingang van vrijdag 13 maart 2020 om 8u tot en met dinsdag 31 maart 2020 om 23 uur.
Sofie Molenberghs Luc Van Craenendonck Els Ceulemans Chris Xhenseval Maria Belmans Zehra Ünlü Hans Schoofs Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lotte Vreys Koen Boeckx Koen Van Gompel Hanne Paepen Wendy Soeffers Davy Geboers Lieve Heurckmans Jan Vangheel Sonja Geysen Lander Geyzen Ria Melis Paul Vanhoof Bas Van Olmen Jos Lodewijckx Andreas Verbeke Servais Verherstraeten Hans De Groof Wim Caeyers Maarten Van Camp Frederik Loy Peter Van Rompaey Joke Lievens Masha Celen Anneleen Dom Hilde Valgaeren Sofie Molenberghs Luc Van Craenendonck Els Ceulemans Chris Xhenseval Maria Belmans Zehra Ünlü Hans Schoofs Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lotte Vreys Koen Boeckx Koen Van Gompel Hanne Paepen Wendy Soeffers Davy Geboers Lieve Heurckmans Jan Vangheel Sonja Geysen Lander Geyzen Ria Melis Paul Vanhoof Bas Van Olmen Jos Lodewijckx Andreas Verbeke Servais Verherstraeten Hans De Groof Wim Caeyers Maarten Van Camp Frederik Loy Peter Van Rompaey Masha Celen Anneleen Dom Hilde Valgaeren Chris Xhenseval Maarten Van Camp Hilde Valgaeren Wim Caeyers Peter Van Rompaey Ria Melis Hans De Groof Tomas Sergooris Frederik Loy Masha Celen Wendy Soeffers Maria Belmans Bas Van Olmen Anneleen Dom Jos Lodewijckx Lotte Vreys Servais Verherstraeten Lieve Heurckmans Luc Van Craenendonck Paul Vanhoof Hanne Paepen Jan Vangheel Davy Geboers Els Ceulemans Zehra Ünlü Andreas Verbeke Hans Schoofs Solange Abbeloos Sofie Molenberghs Sonja Geysen Koen Boeckx Lander Geyzen Koen Van Gompel aantal voorstanders: 27 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT
Enig artikel
Annex 25 aan de opdracht “Realisatie nieuw zwembadcomplex d.m.v. een DBFMO-opdracht” wordt goedgekeurd.
Sofie Molenberghs Luc Van Craenendonck Els Ceulemans Chris Xhenseval Maria Belmans Zehra Ünlü Hans Schoofs Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lotte Vreys Koen Boeckx Koen Van Gompel Hanne Paepen Wendy Soeffers Davy Geboers Lieve Heurckmans Jan Vangheel Sonja Geysen Lander Geyzen Ria Melis Paul Vanhoof Bas Van Olmen Jos Lodewijckx Andreas Verbeke Servais Verherstraeten Hans De Groof Wim Caeyers Maarten Van Camp Frederik Loy Peter Van Rompaey Joke Lievens Masha Celen Anneleen Dom Hilde Valgaeren Sofie Molenberghs Luc Van Craenendonck Els Ceulemans Chris Xhenseval Maria Belmans Zehra Ünlü Hans Schoofs Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lotte Vreys Koen Boeckx Koen Van Gompel Hanne Paepen Wendy Soeffers Davy Geboers Lieve Heurckmans Jan Vangheel Sonja Geysen Lander Geyzen Ria Melis Paul Vanhoof Bas Van Olmen Jos Lodewijckx Andreas Verbeke Servais Verherstraeten Hans De Groof Wim Caeyers Maarten Van Camp Frederik Loy Peter Van Rompaey Masha Celen Anneleen Dom Hilde Valgaeren Hilde Valgaeren Wendy Soeffers Andreas Verbeke Sonja Geysen Koen Boeckx Zehra Ünlü Lander Geyzen Jos Lodewijckx Solange Abbeloos Lotte Vreys Chris Xhenseval Maarten Van Camp Davy Geboers Anneleen Dom Jan Vangheel Paul Vanhoof Wim Caeyers Peter Van Rompaey Koen Van Gompel Lieve Heurckmans Masha Celen Sofie Molenberghs Hans De Groof Els Ceulemans Tomas Sergooris Servais Verherstraeten Luc Van Craenendonck Maria Belmans Frederik Loy Hanne Paepen Bas Van Olmen Hans Schoofs Ria Melis aantal voorstanders: 30 , aantal onthouders: 3 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT
Artikel 1
De lastvoorwaarden zoals opgenomen in het bestek en de raming voor de opdracht “Leveren en onderhouden van software voor het loon- en personeelsbeheer en HRM-processen met dienstverlening in gemengde service via sociaal secretariaat”, opgesteld door de afdeling personeel worden goedgekeurd. De raming bedraagt € 600.000,00 excl. btw of € 726.000,00 incl. btw voor 4 jaar.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de mededingingsprocedure met onderhandeling.
Artikel 3
Gemeente Mol wordt gemandateerd om de procedure te voeren en in naam van OCMW Mol bij de gunning van de opdracht op te treden.
Artikel 4
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2020, op budgetcodes 24100000/011901-INVESTERING-U (actieplan 8/5) (actie 8/5/2), 61310110/011200 (actieplan 8/7) (actie 8/7/4) en 61423000/011901 (actieplan 8/5) (actie 8/5/1) van de exploitatie en investering en in het budget van de volgende jaren.
Sofie Molenberghs Luc Van Craenendonck Els Ceulemans Chris Xhenseval Maria Belmans Zehra Ünlü Hans Schoofs Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lotte Vreys Koen Boeckx Koen Van Gompel Hanne Paepen Wendy Soeffers Davy Geboers Lieve Heurckmans Jan Vangheel Sonja Geysen Lander Geyzen Ria Melis Paul Vanhoof Bas Van Olmen Jos Lodewijckx Andreas Verbeke Servais Verherstraeten Hans De Groof Wim Caeyers Maarten Van Camp Frederik Loy Peter Van Rompaey Joke Lievens Masha Celen Anneleen Dom Hilde Valgaeren Sofie Molenberghs Luc Van Craenendonck Els Ceulemans Chris Xhenseval Maria Belmans Zehra Ünlü Hans Schoofs Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lotte Vreys Koen Boeckx Koen Van Gompel Hanne Paepen Wendy Soeffers Davy Geboers Lieve Heurckmans Jan Vangheel Sonja Geysen Lander Geyzen Ria Melis Paul Vanhoof Bas Van Olmen Jos Lodewijckx Andreas Verbeke Servais Verherstraeten Hans De Groof Wim Caeyers Maarten Van Camp Frederik Loy Peter Van Rompaey Masha Celen Anneleen Dom Hilde Valgaeren Jos Lodewijckx Hanne Paepen Anneleen Dom Hans De Groof Lieve Heurckmans Luc Van Craenendonck Davy Geboers Servais Verherstraeten Wim Caeyers Lotte Vreys Frederik Loy Els Ceulemans Andreas Verbeke Sofie Molenberghs Peter Van Rompaey Wendy Soeffers Maarten Van Camp Maria Belmans Hilde Valgaeren Koen Boeckx Chris Xhenseval Sonja Geysen Jan Vangheel Hans Schoofs Paul Vanhoof Zehra Ünlü Lander Geyzen Masha Celen Koen Van Gompel Tomas Sergooris Bas Van Olmen Solange Abbeloos Ria Melis aantal voorstanders: 23 , aantal onthouders: 10 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het volgende subsidiereglement voor de periode 2020-2025 goed:
SUBSIDIEREGLEMENT INFRASTRUCTUURFONDS CULTUUR-, JEUGD- EN SPORTSECTOR
Artikel 1: Algemeen
Binnen de grenzen van het goedgekeurde budget van de gemeente Mol verleent de gemeente infrastructuursubsidies aan verenigingen voor investeringen aan infrastructuur voor cultuur-, jeugd- of sportwerking.
Verenigingen kunnen beroep doen op 2 categorieën van infrastructuursubsidies:
1. Infrastructuursubsidies voor grote infrastructuurprojecten voor jeugd-, cultuur- en sportwerking
2. Infrastructuursubsidies voor investeringen in het brandveiliger maken van infrastructuur voor overnachtingen door jeugd-, cultuur- en sportverenigingen
Artikel 2: Voor wie
De infrastructuursubsidie kan enkel aangevraagd worden door verenigingen:
− aangesloten bij de culturele raad, jeugdraad of sportraad van de gemeente Mol of de rechtspersoon die de onroerende belangen beheert van een vereniging die aangesloten is bij één van deze adviesraden en
− die een rechtspersoon vormen en
− die het maatschappelijk doel, zoals vastgesteld in haar statuten, minstens reeds vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag op actieve wijze uitvoeren in de gemeente Mol en
− die hoofdgebruiker zijn van de infrastructuur en zelf instaan voor het onderhoud en
− die geen school is en geen commerciële of politieke doeleinden heeft, noch bestemd is voor de erediensten.
Artikel 3: Voorwaarden
De infrastructuursubsidie kan enkel worden verleend onder volgende cumulatieve voorwaarden:
3.1 Algemene voorwaarden voor beide categorieën:
− De infrastructuursubsidie moet gebruikt worden voor duurzame investeringen in infrastructuur op het grondgebied van de gemeente Mol die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de activiteiten die behoren tot de normale werking van de vereniging.
− Minimaal gedurende 10 jaar moet de infrastructuur hoofdzakelijk gebruikt worden voor de rechtstreekse werking van het lokaal cultuur-, jeugd- of sportbeleid.
− De aanvrager moet hetzij eigenaar zijn van de infrastructuur en eigenaar blijven gedurende minimaal 10 jaar na het verstrekken van de subsidie, hetzij van een erfpacht of recht van opstal genieten voor de onroerende infrastructuur minimaal gedurende minimaal 10 jaar na het verstrekken van de subsidie. Indien het recht van erfpacht of recht van opstal werd verleend door de gemeente Mol, vervalt deze voorwaarde.
− De werken moeten uitgevoerd worden door een geregistreerde aannemer.
− Indien de werken vergunningsplichtig zijn, dient de aanvrager te beschikken over een nog niet vervallen omgevingsvergunning en dienen de werken conform deze vergunning te worden uitgevoerd.
− De geplande investering dient te voldoen aan alle eisen die door alle overheden opgelegd zijn rond bijv. milieu, duurzaamheid, onderhoudsvriendelijkheid, akoestiek, toegankelijkheid, brandveiligheid …
− Indien mogelijk moet de investering ook een investering in duurzaamheid zijn: vb. leiden tot een meer rationeel energieverbruik of gebruik van ecologische, natuurvriendelijke materialen.
− De vereniging moet er zich toe verbinden de afgevaardigde(n) van de gemeente te allen tijde toegang te verlenen tot de infrastructuur waarop de subsidie betrekking heeft teneinde de voorwaarden te kunnen controleren.
− De aanvraag moet gebeuren voor de start van de werken. De werken moeten gestart worden binnen één jaar na de beslissing tot toekenning van de subsidie.
− De aanvrager moet in de communicatie over het project vermelden dat de investering gebeurde met steun van gemeente Mol en moet op de infrastructuur op een zichtbare plaats en op duurzame wijze het logo van de gemeente Mol, dat door de gemeente ter beschikking wordt gesteld, aanbrengen.
− Door het indienen van de aanvraag verklaart de aanvrager zich akkoord met alle bepalingen van dit reglement
3.2 Bijkomende voorwaarden:
3.2.1. Voor infrastructuursubsidies voor grote infrastructuurprojecten voor jeugd-, cultuur- en sportwerking
- Het infrastructuurproject heeft een totale kostprijs van minimum 250.000 euro
3.2.2. Voor infrastructuursubsidies voor investeringen in het brandveiliger maken van infrastructuur voor overnachtingen door jeugd-, cultuur- en sportverenigingen
- De investering heeft een totale kostprijs van minimum 12.500 euro
- Het infrastructuurproject is een investering in het verhogen van de brandveiligheid van infrastructuur die gebruikt wordt voor overnachtingen
- De investering gebeurt in uitvoering van een advies van de brandweer zone Kempen
- De infrastructuur beschikt over een erkenning als verblijf Toerisme voor allen
- Indien het om een verbouwing gaat, is de aanvrager verplicht om tevens een subsidiedossier in te dienen bij Toerisme Vlaanderen
Artikel 4: Bedrag
De infrastructuursubsidie bedraagt:
- Voor infrastructuursubsidies voor grote infrastructuurprojecten voor jeugd-, cultuur- en sportwerking: 25% van de kostprijs van de investering met een maximum van 150.000 euro
- Voor infrastructuursubsidies voor investeringen in het brandveiliger maken van infrastructuur voor overnachtingen door jeugd-, cultuur- en sportverenigingen: 75% van de kostprijs van de investering met een maximum van 37.500 euro
Voor de berekening van de kostprijs kunnen enkel volgende kosten in aanmerking komen voor subsidies:
1) Infrastructuurwerken of renovatiewerken (bouwmaterialen, werkuren vaklui, ontwerpen en studies, installaties)
2) Aankoop van installaties die onroerend worden door bestemming
3) Aankoop van gronden noodzakelijk voor de werking van de aanvrager
Volgende kosten komen niet in aanmerking voor subsidies:
1) BTW indien de vereniging BTW-plichtig is. Als de aanvrager alleen activiteiten uitoefent die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het BTW-Wetboek, komt de BTW op de investeringen ook in aanmerking voor subsidies
2) De kosten voor allerlei vergunningen
3) Werkuren vrijwilligers
4) Aankoop gereedschap
5) Aankoop van verbruiksgoederen
6) Kosten voor roerende goederen
7) Het gewone huurdersonderhoud vermeld in artikel 1754 van het BW
8) Loutere opsmuk- en verfraaiingswerken
Eventuele andere subsidies of sponsoring van de gemeente of andere overheden, instellingen, stichtingen of niet commerciële organisaties worden in mindering gebracht van de totale kostprijs.
Indien de aanvrager tevens een renteloze lening met infrastructuursubsidie aangaat voor de investering bij de gemeente Mol, wordt het totale bedrag van de infrastructuursubsidie die gekoppeld is aan de renteloze lening in mindering gebracht van de infrastructuursubsidie die wordt toegekend op basis van onderhavig reglement.
Een aanvrager kan voor één infrastructuurproject op beide categorieën van infrastructuursubsidies beroep doen indien cumulatief aan de voorwaarden voldaan is, maar kan eenzelfde kost maar in één categorie inbrengen.
Artikel 5: Procedure
5.1 Aanvraag:
− De vereniging bezorgt het aanvraagdossier aan het college van burgemeester en schepenen. De vereniging dient de aanvraag in vóór 1 oktober om een infrastructuursubsidie te bekomen voor het daaropvolgende budgetjaar.
5.2. Aanvraagdossier:
Het aanvraagdossier bevat:
− een volledig en correct ingevuld aanvraagformulier
− omschrijving van het doel en de planning van de geplande investering
− een financieel verslag (balans en resultatenrekening) van de laatste drie boekjaren van de vereniging;
− een gedetailleerde kostenraming van de investering met offertes
− het financieringsplan, inclusief eventuele andere subsidies, van het volledige project en de afbetalingsmodaliteiten;
− de statuten van de vereniging voor zover deze niet digitaal raadpleegbaar zijn in het staatsblad.
− een beschrijving van de mate van duurzaamheid van de investering
− een recent brandweerverslag (maximum 2 jaar oud)
− Een bewijs dat de aanvrager hetzij eigenaar is van de onroerende infrastructuur en bijhorende grond, hetzij van een erfpacht of recht van opstal geniet op de onroerende infrastructuur, uitgezonderd wanneer de erfpacht of het recht van opstal werd verleend door de gemeente Mol of dat de subsidie wordt gebruikt om de eigendom te verwerven.
− in voorkomend geval het aanvraagdossier voor een subsidie bij Toerisme Vlaanderen
5.3 Een delegatie van de gemeentelijke administratie zal:
− de aanvragers uitnodigen voor een intakegesprek waarop alle voorwaarden en modaliteiten besproken worden;
− nakijken of het dossier volledig is. Indien het dossier niet volledig is, wordt de aanvrager hiervan op de hoogte gebracht en wordt een bijkomende termijn gegeven van maximum 2 maanden, waarbinnen de vereniging het dossier moet aanvullen;
− nakijken of de geplande investeringen in overeenstemming zijn met de regels van de ruimtelijke ordening en brandveiligheid;
− nakijken of aan alle voorwaarden voldaan is;
− schriftelijk advies uitbrengen bij de adviesraad waarin de betrokken vereniging zetelt en bij het college van burgemeester en schepenen.
5.4. Toewijzingsregels:
Er kan maximaal één aanvraag per categorie voor eenzelfde vereniging of voor dezelfde infrastructuur worden toegekend in de beleidsperiode 2020-2025.
In eenzelfde budgetjaar mag het totaal bedrag van de toegestane infrastructuursubsidies aan verenigingen die lid zijn van eenzelfde adviesraad het bedrag van 187.500 euro niet overschrijden, tenzij er op het gemeentelijk budget nog voldoende middelen voorzien zijn. De adviesraad waarvan de aanvrager lid is, geeft een advies over het al dan niet geheel of gedeeltelijk toekennen van de infrastructuursubsidie aan de aanvrager.
Infrastructuursubsidies worden in volgorde van prioriteit toegestaan voor:
1) werken die dringend noodzakelijk zijn en waarbij uitstel het voortbestaan van de werking van de vereniging ernstig in gevaar brengt
2) werken die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de vereisten van een door de brandweer opgesteld verslag inzake brandveiligheid van de lokalen
3) de bouw van nieuwe onroerende infrastructuur
4) aankoop van onroerende goederen door verenigingen die nog geen eigenaar zijn van onroerende goederen
5) uitbreiding van bestaande onroerende goederen
De adviesraad kan adviseren om aan alle aanvragen met eenzelfde prioriteit een lager bedrag toe te kennen dan gevraagd of om bepaalde aanvragen te weigeren of te verschuiven naar het volgende jaar.
Aanvragen die later worden ingediend dan 1 oktober worden behandeld in chronologische volgorde van de aanvraag. Er kan enkel nog een infrastructuursubsidie worden toegestaan voor zover er nog budget beschikbaar is. Indien er geen budget meer beschikbaar is, wordt de aanvraag verschoven naar het volgende jaar waar de aanvraag zal behandeld worden samen met de andere aanvragen. Voor dringende projecten waarvan een uitstel van de subsidie het voortbestaan van de werking van de vereniging ernstig in gevaar brengt, kan uitzonderlijk een afwijking worden toegestaan.
Een aanvraag kan (gedeeltelijk) worden geweigerd voor de onderdelen van de aanvraag waarop het subsidiereglement niet van toepassing is.
5.5 Het college van burgemeester en schepenen:
− zal na advies van de delegatie van de gemeentelijke administratie en van de adviesraad waarbij de vereniging is aangesloten, overgaan tot beslissing omtrent de voorliggende aanvraagdossiers;
− kan slechts infrastructuursubsidies toestaan voor het maximaal bedrag aan kredieten, dat voor het budgetjaar waarop de aanvraag betrekking heeft voorzien is in de meerjarenplanning van de gemeente Mol.
Artikel 6: Financiële procedure voor de uitbetaling
Binnen de 50 dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie, wordt 50% van de toegekende subsidie uitbetaald. Indien een omgevingsvergunning nodig is, kan slechts tot uitbetaling worden overgegaan nadat deze vergunning werd afgeleverd.
Nadat de investering voltooid werd en na voorlegging van de facturen op naam van de aanvrager en betalingsbewijzen van alle kosten waarvoor de subsidie werd toegekend, wordt het saldo van de subsidie uitgekeerd. In voorkomend geval zal het college van burgemeester en schepenen binnen de 50 dagen de redenen van de weigering aan de aanvrager meedelen. De bewijzen van de volledige aanwending van de eerste schijf dienen voorgelegd te worden binnen een termijn van 3 jaar die ingaat de dag na de uitbetaling van de eerste schijf.
Artikel 7: Inbreuken
Als de subsidie wordt aangewend in strijd met dit reglement, of er valse of onjuiste gegevens werden verstrekt door de aanvrager, kan de toegekende subsidie door de gemeente integraal worden teruggevorderd, verhoogd met de wettelijke intrestvoet en kan desgevallend het nog niet uitbetaalde deel worden ingehouden. Daarnaast kunnen nieuwe aanvragen voor infrastructuursubsidies door dezelfde aanvrager of voor hetzelfde doel worden geweigerd.
Artikel 8: Interpretaties
Het college van burgemeester en schepenen beslist in geval van twijfel over de interpretaties van het reglement.
Artikel 9: Inwerkingtreding en overgangsbepaling
Dit reglement treedt in werking op 1 april 2020.
In afwijking van artikel 5.1. moeten aanvragen voor infrastructuursubsidies voor het budget van 2020 worden ingediend vóór 1 juli 2020.
Sofie Molenberghs Luc Van Craenendonck Els Ceulemans Chris Xhenseval Maria Belmans Zehra Ünlü Hans Schoofs Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lotte Vreys Koen Boeckx Koen Van Gompel Hanne Paepen Wendy Soeffers Davy Geboers Lieve Heurckmans Jan Vangheel Sonja Geysen Lander Geyzen Ria Melis Paul Vanhoof Bas Van Olmen Jos Lodewijckx Andreas Verbeke Servais Verherstraeten Hans De Groof Wim Caeyers Maarten Van Camp Frederik Loy Peter Van Rompaey Joke Lievens Masha Celen Anneleen Dom Hilde Valgaeren Sofie Molenberghs Luc Van Craenendonck Els Ceulemans Chris Xhenseval Maria Belmans Zehra Ünlü Hans Schoofs Tomas Sergooris Solange Abbeloos Lotte Vreys Koen Boeckx Koen Van Gompel Hanne Paepen Wendy Soeffers Davy Geboers Lieve Heurckmans Jan Vangheel Sonja Geysen Lander Geyzen Ria Melis Paul Vanhoof Bas Van Olmen Jos Lodewijckx Andreas Verbeke Servais Verherstraeten Hans De Groof Wim Caeyers Maarten Van Camp Frederik Loy Peter Van Rompaey Masha Celen Anneleen Dom Hilde Valgaeren Wim Caeyers Jan Vangheel Davy Geboers Sonja Geysen Wendy Soeffers Anneleen Dom Hanne Paepen Maria Belmans Masha Celen Lieve Heurckmans Paul Vanhoof Jos Lodewijckx Servais Verherstraeten Koen Boeckx Sofie Molenberghs Chris Xhenseval Zehra Ünlü Peter Van Rompaey Els Ceulemans Maarten Van Camp Hilde Valgaeren Lotte Vreys Luc Van Craenendonck Frederik Loy Hans De Groof Tomas Sergooris Andreas Verbeke Solange Abbeloos Bas Van Olmen Ria Melis Lander Geyzen Koen Van Gompel Hans Schoofs aantal voorstanders: 27 , aantal onthouders: 6 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad keurt volgend subsidiereglement infrastructuurfonds gemeenschapshuizen goed:
SUBSIDIEREGLEMENT INFRASTRUCTUURFONDS GEMEENSCHAPSHUIZEN
Artikel 1: Algemeen
Binnen de grenzen van het goedgekeurde budget van de gemeente Mol verleent de gemeente infrastructuursubsidies voor investeringen in gemeenschapshuizen in Molse gehuchten.
Artikel 2: Voor wie
De infrastructuursubsidie kan enkel aangevraagd worden door verenigingen:
− die de exploitatie doen van een gemeenschapshuis op het grondgebied van de gemeente Mol en
− die een rechtspersoon vormen en
− die zelf instaan voor het onderhoud en
− die geen school is en geen commerciële of politieke doeleinden heeft, noch bestemd is voor de uitoefening van erediensten.
Artikel 3: Voorwaarden
De infrastructuursubsidie kan enkel worden verleend onder volgende cumulatieve voorwaarden:
− De infrastructuursubsidie moet gebruikt worden voor duurzame investeringen in de infrastructuur van een gemeenschapshuis op het grondgebied van de gemeente Mol welke noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de activiteiten die behoren tot de normale werking van de vereniging.
− De investering heeft een totale kostprijs van minimum 10.000 euro.
− Het gemeenschapshuis waarvoor de infrastructuursubsidie wordt aangevraagd, moet al minstens 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag bestaan.
− Het gemeenschapshuis is toegankelijk voor alle verenigingen zonder winstoogmerk actief binnen het Molse gehucht waar het gemeenschapshuis gevestigd is.
− Het gemeenschapshuis heeft minimaal een polyvalente zaal, een keuken, sanitair en een vergaderzaal.
− Minstens 4 verenigingen gebruiken de infrastructuur regelmatig en ondersteunen de aanvraag.
− Minimaal gedurende 10 jaar na de toekenning van de subsidie moet de infrastructuur waarvoor de subsidie wordt aangevraagd hoofdzakelijk gebruikt worden als gemeenschapshuis.
− Indien de werken vergunningsplichtig zijn, dient de aanvrager te beschikken over een nog niet vervallen omgevingsvergunning en dienen de werken conform deze vergunning te worden uitgevoerd.
− De geplande investering dient te voldoen aan alle eisen die door alle overheden opgelegd zijn rond bijv. milieu, duurzaamheid, onderhoudsvriendelijkheid, akoestiek, toegankelijkheid, brandveiligheid …
− Indien mogelijk moet de investering ook een investering in duurzaamheid zijn: vb. leiden tot een meer rationeel energieverbruik of gebruik van ecologische, natuurvriendelijke materialen.
− Het gemeentebestuur kan tot 3 keer per jaar en dit tot 10 jaar na de toekenning van de subsidie, gratis gebruik maken van de gesubsidieerde infrastructuur voor de werking van de eigen diensten. Dit gebruiksrecht kan enkel toegepast worden na overleg met de aanvrager en voor zover het de werking van de aanvrager niet hindert.
− De werken moeten gestart worden binnen één jaar na de beslissing tot toekenning van de subsidie.
− De vereniging moet er zich toe verbinden de afgevaardigde(n) van de gemeente te allen tijde toegang te verlenen tot de infrastructuur waarop de subsidie betrekking heeft teneinde de voorwaarden te kunnen controleren.
− De vereniging moet in de communicatie over het project vermelden dat de investering gebeurde met steun van gemeente Mol en moet op de infrastructuur op een zichtbare plaats en op duurzame wijze het logo van de gemeente Mol, dat door de gemeente ter beschikking wordt gesteld, aanbrengen.
− Door het indienen van de aanvraag verklaart de aanvrager zich akkoord met alle bepalingen van dit reglement.
Artikel 4: Bedrag
De infrastructuursubsidie bedraagt 50% van de kostprijs van de investering met een maximum van 100.000 euro.
Voor de berekening van de kostprijs kunnen enkel volgende kosten in aanmerking komen voor subsidies:
1) Infrastructuurwerken of renovatiewerken (bouwmaterialen, werkuren vaklui, ontwerpen en studies, installaties)
2) Aankoop van installaties die onroerend worden door bestemming
3) Grote en duurzame investeringen in roerende goederen voor een bedrag groter dan 5000 euro die bestemd zijn voor en gestockeerd worden in het gemeenschapshuis
Volgende kosten komen niet in aanmerking voor subsidies:
1) BTW indien de vereniging BTW-plichtig is. Als de aanvrager alleen activiteiten uitoefent die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het BTW-Wetboek, komt de BTW op de investeringen ook in aanmerking voor subsidies
2) Aankoop van gronden
3) De kosten voor allerlei vergunningen
4) Werkuren vrijwilligers
5) Aankoop gereedschap
6) Aankoop van verbruiksgoederen
7) Kosten voor roerende goederen kleiner dan 5000 euro
8) Het gewone huurdersonderhoud vermeld in artikel 1754 van het BW
Eventuele andere subsidies of sponsoring van de gemeente of andere overheden, instellingen, stichtingen of niet commerciële organisaties worden in mindering gebracht van de totale kostprijs.
Artikel 5: Procedure
5.1 Aanvraag:
- De vereniging bezorgt het aanvraagdossier aan het college van burgemeester en schepenen. De vereniging dient de aanvraag in vóór 1 oktober om een infrastructuursubsidie te bekomen voor het daaropvolgende budgetjaar.
5.2. Aanvraagdossier:
Het aanvraagdossier bevat:
− een volledig en correct ingevuld aanvraagformulier
− omschrijving van het doel en de planning van de geplande investering
− een financieel verslag (balans en resultatenrekening) van de laatste drie boekjaren van de vereniging;
− een gedetailleerde kostenraming van de investering met offertes
− het financieringsplan, inclusief eventuele andere subsidies of sponsoring, van het volledige project en de afbetalingsmodaliteiten;
− de statuten van de vereniging voor zover deze niet digitaal raadpleegbaar zijn in het staatsblad.
− een beschrijving van de mate van duurzaamheid van de investering
− een recent brandweerverslag (maximum 2 jaar oud)
5.3 Een delegatie van de gemeentelijke administratie zal:
− de aanvragers uitnodigen voor een intakegesprek waarop alle voorwaarden en modaliteiten besproken worden;
− hiervan op de hoogte gebracht en wordt een bijkomende termijn gegeven van maximum 2 maanden, waarbinnen de vereniging het dossier moet aanvullen;
− nakijken of de geplande investeringen in overeenstemming zijn met de regels van de ruimtelijke ordening en brandveiligheid;
− nakijken of aan alle voorwaarden voldaan is;
− schriftelijk advies uitbrengen bij het college van burgemeester en schepenen.
5.4. Toewijzingsregels:
Er kan maximaal 100.000 euro aan subsidies worden toegekend over de volledige beleidsperiode 2020-2025 voor aanvragen van infrastructuursubsidies voor gemeenschapshuizen binnen hetzelfde Molse gehucht.
Aanvragen die later worden ingediend dan 1 oktober kunnen enkel nog toegestaan worden voor zover er nog budget beschikbaar is. Indien er geen budget meer beschikbaar is, wordt de aanvraag verschoven naar het volgende jaar. Voor dringende projecten waarvan een uitstel van de subsidie het voortbestaan van de werking van de vereniging ernstig in gevaar brengt, kan uitzonderlijk een afwijking worden toegestaan.
Een aanvraag kan (gedeeltelijk) worden geweigerd voor de onderdelen van de aanvraag waarop het subsidiereglement niet van toepassing is.
5.5 Het college van burgemeester en schepenen:
− zal na advies van de delegatie van de gemeentelijke administratie waarbij de vereniging is aangesloten, overgaan tot beslissing omtrent de voorliggende aanvraagdossiers;
− kan slechts infrastructuursubsidies toestaan voor het maximaal bedrag aan kredieten, dat voor het budgetjaar waarop de aanvraag betrekking heeft is voorzien in de meerjarenplanning van de gemeente Mol.
Artikel 6: Financiële procedure voor de uitbetaling
Binnen de 50 dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie en mits een bewijs van aanvang der werken of bestelling door de aanvrager werd geleverd, wordt 50% van de toegekende subsidie uitbetaald. Indien een omgevingsvergunning nodig is, kan slechts tot uitbetaling worden overgegaan nadat deze vergunning werd afgeleverd.
Nadat de investering voltooid werd en na voorlegging van de facturen op naam van de aanvrager en betalingsbewijzen van alle kosten waarvoor de subsidie werd toegekend, wordt het saldo van de subsidie uitgekeerd. In voorkomend geval zal het college van burgemeester en schepenen binnen de 50 dagen de redenen van de weigering aan de aanvrager meedelen. De bewijzen van de volledige aanwending van de eerste schijf dienen voorgelegd te worden binnen een termijn van 3 jaar die ingaat de dag na de uitbetaling van de eerste schijf.
Artikel 7: Inbreuken
Als de subsidie wordt aangewend in strijd met dit reglement, of er valse of onjuiste gegevens werden verstrekt door de aanvrager, kan de toegekende subsidie door de gemeente integraal worden teruggevorderd, verhoogd met de wettelijke intrestvoet en kan desgevallend het nog niet uitbetaalde deel worden ingehouden. Daarnaast kunnen nieuwe aanvragen voor infrastructuursubsidies door dezelfde aanvrager of voor hetzelfde doel worden geweigerd.
Artikel 8: Interpretaties
Het college van burgemeester en schepenen beslist in geval van twijfel over de interpretaties van het reglement.
Artikel 9: Inwerkingtreding en overgangsbepaling
Dit reglement treedt in werking op 1 mei 2020.
In afwijking van het voorgaande kunnen verenigingen die een infrastructuursubsidie aanvragen voor een gemeenschapshuis voor de berekening van de kostprijs ook voor maximum 12.500 euro kosten gefactureerd tussen 1 januari 2019 en 1 mei 2020 en welke kosten voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 van dit reglement, in rekening brengen.
In afwijking van artikel 5.1. moeten aanvragen voor infrastructuursubsidies voor het budget van 2020 worden ingediend vóór 1 juli 2020.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de aankoop van het bebost perceel gelegen in Mol, Emiel Becquaertlaan, 5 de afdeling, sectie C, nr. 1416/T, met een oppervlakte van 69a53ca, voor € 41.718,00 (€ 6,00 per m²).
Artikel 2
De gemeenteraad aanvaardt de schenking van het bijhorend perceeltje, gelegen net buiten de contouren van het RUP, 5de afdeling, sectie C, nr. 1416/X, met een oppervlakte van 8a24ca.
Artikel 3
De aankoop wordt goedgekeurd onder voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgesteld door notaris Hervé De Graef uit Mol.
Artikel 4
De verwerving gebeurt om reden van algemeen belang, meer bepaald in functie van het RUP Sport en Jeugd.
Artikel 5
Aan de administratie van de patrimoniumdocumentatie wordt ontslag verleend om bij de overschrijving van deze akte ambtshalve een hypothecaire inschrijving te nemen.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad geeft haar goedkeuring om de bestaande statuten van de milieuraad op te heffen.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt volgende statuten van de gemeentelijke adviesraad voor duurzaamheid goed:
Artikel 1 - Oprichting en benaming
Er wordt overgegaan tot de oprichting van een gemeentelijke adviesraad voor milieu, natuur en duurzame ontwikkeling, hierna de duurzaamheidsraad genoemd. De duurzaamheidsraad is opgericht en erkend als adviesorgaan inzake milieu-natuur- en duurzaamheidsaangelegenheden.
Artikel 2 - Zetel
De zetel van de duurzaamheidsraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Mol, Molenhoekstraat 2, 2400 Mol, alwaar ook de vergaderingen van deze duurzaamheidsraad plaatsvinden.
Artikel 3 - Samenstelling
3.1
Bij de oprichting van de duurzaamheidsraad wordt bij de samenstelling van de duurzaamheidsraad gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de verschillende milieu- natuur- en duurzaamheidsactoren. Onderstaande verenigingen mogen 1 stemgerechtigd lid afvaardigen in de duurzaamheidsraad:
- De plaatselijke milieu- en natuurverenigingen:
o Velt
o Natuurpunt Netebronnen
o VALK vzw
o De Gagel
o Kemp
o Transitie Mol-Balen
- De wildbeheerseenheden actief binnen de gemeente Mol
o Postel Jacht en Natuur
o Mol
- De landbouwraad
Verder kunnen ook individuele inwoners die geëngageerd willen meewerken aan het gemeentelijke beleid rond milieu, natuur en duurzame ontwikkeling lid worden van de duurzaamheidsraad.
Elk stemgerechtigd lid - afgevaardigd vanuit bovenvermelde verenigingen - kunnen een plaatsvervanger aanduiden. Deze plaatsvervanger wordt bij de samenstelling van de duurzaamheidsraad aangeduid.
Het maximum aantal leden van de duurzaamheidsraad bedraagt 25 leden, de vertegenwoordigers van de politieke fracties die vertegenwoordigd zijn in de gemeenteraad niet meegeteld. In het kader van artikel 304 § 3 van het decreet lokaal bestuur zal ten hoogste twee derde van de leden van hetzelfde geslacht zijn.
De gemotiveerde aanvraag tot toetreding dient gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen.
Indien er meer dan 25 kandidaten zijn, neemt het college van burgemeester en schepenen een gemotiveerde beslissing wie lid wordt van de duurzaamheidsraad.
De leden van de duurzaamheidsraad moeten ofwel gedomicilieerd zijn in onze gemeente ofwel lid zijn van een organisatie die actief is binnen onze gemeente.
Leden van de duurzaamheidsraad die zetelen in de gemeenteraad hebben geen stemrecht.
3.2
Intergemeentelijke en regionale verenigingen (bosgroepen, ANB, regionaal landschap, stichting Kempens Landschap, ….) worden als deskundige uitgenodigd bij thematische agendapunten die hen aanbelangen.
3.3
De schepenen met milieu en/of natuur onder hun bevoegdheid, zijn van ambtswege zonder stemrecht lid van de duurzaamheidsraad.
3.4
Eén vertegenwoordiger van elke politieke fractie - die vertegenwoordigd is in de gemeenteraad - is lid zonder stemrecht.
3.5
De duurzaamheidsraad kan beslissen, in functie van het te behandelen onderwerp, een beroep te doen op deskundigen. Deze deskundigen zetelen als waarnemers en nemen derhalve deel van de discussies, maar zij hebben geen stemrecht.
Artikel 4 - Mandaat
Het onbezoldigd mandaat geldt voor een termijn, die samenvalt met de bestuursperiode van de Molse gemeenteraad, maar blijft geldig tot de duurzaamheidsraad effectief vernieuwd is.
Het mandaat is hernieuwbaar.
Aan het mandaat van de leden wordt een einde gesteld:
- door persoonlijk ontslag uit de duurzaamheidsraad
- door drie opeenvolgende niet-gemotiveerde afwezigheden
- door het overlijden van een afgevaardigde
De vervangingen van een mandaat wegens ontslag worden vooraf door de betrokken organisatie of persoon schriftelijk meegedeeld aan de voorzitter van de duurzaamheidsraad.
Artikel 5 - Voorzitter, ondervoorzitter en secretaris
De voorzitter en de ondervoorzitter van de duurzaamheidsraad worden gekozen door en uit de groep van de stemgerechtigde leden. De voorzitter leidt de vergadering. Bij afwezigheid wordt zijn taak overgenomen door de ondervoorzitter.
De stemming voor al deze functies gebeurt schriftelijk en bij gewone meerderheid van stemmen, ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden. Als geen enkele kandidaat de gewone meerderheid van stemmen heeft behaald, vindt er een tweede stemronde plaats. Daarin wordt gestemd op de twee kandidaten die in de eerste stemronde de meeste stemmen hebben behaald.
Het secretariaat van de duurzaamheidsraad wordt waargenomen door de milieudienst van de gemeente.
Artikel 6 - Doel - taken
6.1 Adviesfunctie
De duurzaamheidsraad geeft uit eigen beweging advies of zal door het gemeentebestuur om advies worden gevraagd over aangelegenheden die te maken hebben met het beleid inzake leefmilieu, natuur en duurzame ontwikkeling. Hieronder wordt verstaan:
- alle aspecten met betrekking tot het voorkomen, het aanwijzen en het bestrijden van milieuhinder en milieuverontreiniging die op het grondgebied van de gemeente voorkomen of die tot de gemeentelijke bevoegdheid behoren;
- alle aspecten met betrekking tot het behoud, de ontwikkeling en de bescherming van de natuur op het grondgebied van de gemeente, voor zover die aspecten tot de gemeentelijke bevoegdheid behoren;
- advies aan de hogere overheid over zaken van milieu en natuur op het grondgebied van de gemeente;
- de uitvoering van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan
- de uitvoering van de burgemeestersconvenant
- klimaatgerelateerde doelstellingen
- circulaire of kringloop economie
- afval voorkomen, recupereren, recycleren en verwerken
- duurzame grondstoffen en materialen
- duurzame ontwikkeling in het algemeen
De duurzaamheidsraad geeft geen adviezen over volgende aangelegenheden:
- dossiers waar de openbare veiligheid mee gemoeid is;
- documenten die geen openbaar karakter hebben;
- de handhaving van de openbare orde en de veiligheid;
- het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten;
- inspectie, controle en onderzoek door of vanwege overheidsorganen;
- de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eenieder.
6.2 Begeleidende functie
De duurzaamheidsraad onderzoekt op welke wijze doelgerichte initiatieven ten goede komen aan het milieu, de natuur of de duurzame ontwikkeling binnen onze gemeente.
6.3 Coördinatiefunctie
De duurzaamheidsraad heeft tevens een informatieve en sensibiliserende taak bij de bevolking inzake milieu-, duurzaamheids- en natuuraangelegenheden en kan in dit kader op eigen initiatief of op verzoek initiatieven ontplooien.
Artikel 7 - Ondersteuning van de Duurzaamheidsraad
De gemeente stimuleert de werking van de duurzaamheidsraad door voldoende financiële en logistieke ondersteuning te verlenen.
Het gemeentebestuur stelt alle nuttige openbare documenten ter beschikking van de duurzaamheidsraad teneinde deze toe te laten een gemotiveerd advies uit te brengen.
De secretaris stelt het verslag van elke samenkomst op. Dit verslag wordt toegezonden aan de leden van de duurzaamheidsraad en het college van burgemeester en schepenen. Adviezen en voorstellen worden eveneens overgemaakt aan hogergenoemde personen en instanties.
Artikel 8 - Werkgroepen
Er kunnen binnen de duurzaamheidsraad werkgroepen opgericht worden. De werkgroepen hebben een tijdelijke opdracht met als doel bepaalde onderwerpen voor te bereiden ter bespreking, ter uitvoering of ter goedkeuring.
In elke werkgroep wordt een woordvoerder aangeduid die de vergaderingen voorzit. De woordvoerder brengt verslag uit van de vergaderingen op de eerstvolgende duurzaamheidsraad. De voorzitter en de secretaris van de duurzaamheidsraad wordt op de hoogte gebracht van de data en de agenda van de vergaderingen van de werkgroepen. De voorzitter mag steeds aanwezig zijn op de vergaderingen van de werkgroepen.
Artikel 9 - Vergaderingen - Uitnodigingen - Agenda
De voorzitter roept de duurzaamheidsraad bijeen.
De bijeenroeping gebeurt digitaal per mail, tenminste 7 dagen voor de gestelde vergadering. De uitnodiging vermeldt:
- datum, uur en plaats van samenkomst
- de dagorde ( + bijlagen van de agendapunten)
De leden kunnen vooraf punten aan de agenda toevoegen mits schriftelijke mededeling ervan aan de voorzitter, uiterlijk 2 dagen voor de vergadering.
Een buitengewone vergadering wordt samengeroepen binnen de 14 dagen - met opgave van de gevraagde agendapunten - wanneer één derde van de stemgerechtigde leden of het gemeentebestuur hierom verzoekt. Buitengewone vergaderingen kunnen niet worden samengeroepen in de maanden juli en augustus.
Bij uitzonderlijke omstandigheden kan de voorzitter in samenspraak met het gemeentebestuur alsnog bepalen om een buitengewone vergadering in juli en augustus te organiseren.
Artikel 10 - Stemming
De adviezen en beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid van stemmen der aanwezige leden genomen. Bij staking van stemming is het voorstel verworpen. Een stemronde wordt gehouden indien één derde van de aanwezige stemgerechtigde leden erom verzoekt.
Elk stemgerechtigd lid beschikt over 1 stem: de leden stemmen mondeling tenzij bij een stemming over personen of persoonsgebonden materies, of hetzij de helft +1 van de aanwezige stemgerechtigde leden hierom verzoekt.
Artikel 11 - Varia
- De vergaderingen zijn niet openbaar.
- De duurzaamheidsraad kan een reglement van inwendige orde opstellen.
- Het wijzigen van de statuten gebeurt door de gemeenteraad na een advies ter zake van de duurzaamheidsraad.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad gaat akkoord met volgende 'Samenwerkingsovereenkomst Ecodemotuin' tussen Velt vzw en het gemeentebestuur:
Samenwerkingsovereenkomst Ecodemotuin
TUSSEN
De gemeente Mol, Molenhoekstraat 2, vertegenwoordigd door S. Hendrix, algemeen directeur en W. Caeyers, burgemeester.
Hierna genoemd ‘de gemeente’
EN
Velt vzw, Uitbreidingsstraat 392C, 2800 Berchem, via Velt groep Mol, Handelsstraat 51, 2400 Mol, vertegenwoordigd door Willy Helsen.
Hierna genoemd ‘de gebruikers’
WORDT UITEENGEZET WAT VOLGT
De gemeente is eigenaar van percelen afdeling 3 perceelsnummer E95 F, E98 D. Iok is eigenaar van perceel afdeling 3 perceelsnummer 94V. Er is een overeenkomst met Iok dat de gemeente dit perceel mag gebruiken. Op dit perceel is de voorbije jaren de Ecodemotuin uitgebouwd welke ter beschikking wordt gesteld aan de gebruikers om, samen met het gemeentebestuur, onze burgers te sensibiliseren en te stimuleren om hun tuinen nog meer ecologisch in te richten en te onderhouden. Hiervoor werken we in de gemeentelijke demonstratietuin samen met diverse partners die expertise hebben op vlak van ecologisch tuinieren, samentuinen, ecologische voeding, educatie en zetten we samen met het gemeentebestuur onze schouders onder initiatieven die hierrond in overleg worden opgestart.
In de Ecodemotuin vertrekken we vanuit ecologische principes en wordt aan de burgers getoond hoe een tuin kan bijdragen aan meer natuur, herstel van het landschap en een schoner milieu.
Er is ook plaats voor spontane natuur - plantensoorten die zich spontaan vestigen - insecten en dieren. In de Ecodemotuin gebruiken we geen chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest, streven we naar een minimum aan tuinafval en beperken we het energie- en waterverbruik.
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT
Artikel 1 - recht van gebruik
De gemeente Mol geeft in gebruik aan de gebruikers de percelen gelegen te Mol, 3de afdeling, Sectie E, nr. 94v, nr. 95f en nr. 98d, respectievelijk groot 31a05ca en 12a10ca, gelegen achter het containerpark van Millegem zoals aangeduid op het plan in bijlage.
Artikel 2 - bestemming
Het in gebruik gegeven terrein wordt bestemt als ecologische demonstratietuin.
Elke wijziging van gebruik zal eerst besproken worden met de gemeente.
Artikel 3 - vergoeding
Voor het gebruik van het terrein is geen vergoeding verschuldigd omdat het gebruik kadert binnen het gemeentelijke beleid en een maatschappelijke meerwaarde creëert.
Artikel 4 - engagement van de gebruikers
De gebruikers engageren zich de Ecodemotuin samen met de gemeentelijke diensten te beheren volgens de principes van VELT vzw. De aanleg en het onderhoud dient te gebeuren met ecologisch verantwoorde materialen en middelen. Wanneer er structurele wijzigingen gebeuren op het terrein dient dit steeds in overleg met de gemeente te gebeuren.
Het gebruik van fytofarmaceutische producten of chemische mest- en hulpstoffen wordt onder geen enkele voorwaarde toegestaan.
Het terrein mag niet gebruikt worden voor het stockeren van materialen, andere dan deze die absoluut noodzakelijk zijn voor de bestemming.
De gebruikers en het gemeentebestuur participeren aan en initiëren projecten op het terrein met een educatief en ecologisch doel.
De gebruikers maken onderling en met de gemeente afspraken over het gebruik, beheer en onderhoud van het terrein.
De gemeente werkt in overleg met de gebruikers een toegangssysteem uit voor het openen van de poort om de Ecodemotuin te betreden. Elke gebruiker die het terrein betreedt is verantwoordelijk voor het correct openen en sluiten van de poort.
Op het terrein mogen geen permanente constructies worden gebouwd zonder voorafgaande toelating door de gemeente.
Jaarlijks vindt er een overleg plaats tussen de betrokken partijen dat doorgaat in het 4de kwartaal. Hierin wordt het beheer, gebruik en planning van de activiteiten in de tuin besproken.
Wanneer er planten moeten besteld worden om de tuinen te vernieuwen dient deze plantenlijst de gemeente te bereiken ten laatste op 1 juli voorafgaande het plantseizoen van dat jaar.
In overleg kunnen initiatieven van het gemeentebestuur in de Ecodemotuin door de gebruikers ondersteund worden wanneer deze aansluiten bij de doelstellingen van de gebruikers.
De gebruikers gaan maximaal in op vragen van scholen en groepen wanneer deze de Ecodemotuin willen bezoeken.
Artikel 5 - engagement van de gemeente
De gemeente staat in voor het beheer van de open ruimte (grasperken), hagen en paden zoals opgetekend is in het plan in bijlage volgens ecologische principes.
Het eerste gedeelte van de Ecodemotuin wordt door de gemeente gebruikt als tijdelijke opslagplaats voor het leveren van plantgoed. Het inlegeren van planten gebeurd op deze locatie.
De gemeente zorgt voor een ondersteuning ten behoeve van de gebruikers onder de vorm van ondersteuning, planten en middelen zodat de gebruikers hun engagement kunnen nakomen.
Artikel 6 - openstellen van de tuinen
De tuinen zijn publieke toegankelijk wanneer de gebruikers ter plaatse zijn. Er dient steeds een verantwoordelijke van de gebruikers ter plaatse te zijn wanneer de tuinen publiekelijk toegankelijk zijn.
Elke vorm van schade aangebracht door derden tijdens dat de tuinen opengesteld zijn wordt verhaald op de gebruikers.
De gebruikers zullen de gemeente onmiddellijk verwittigen van alle geweld en rechtsaanmatigingen die een derde zich in de Ecodemotuin mocht veroorloven buiten de publiek toegankelijke periodes en de gebruikers zullen niet persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor de ontstane schade.
De Ecodemotuin mag in geen enkel geval gebruikt worden voor commerciële of professionele doelstellingen van welke aard ook.
De gemeente verbindt er zich niet toe aanwezig te zijn wanneer de tuinen opengesteld zijn voor het publiek.
De gebruikers mogen de Ecodemotuin noch geheel of gedeeltelijk in gebruik geven aan derden zonder voorafgaand overleg met gemeente.
Artikel 7 - duurtijd van de overeenkomst
Deze overeenkomst neemt een aanvang op 1 april 2020 en eindigt op 1 maart 2026. Stilzwijgende verlenging is niet mogelijk.
Elke partij kan de overeenkomst op elk moment opzeggen mits het in achten nemen van een opzegtermijn. De verbreking van de overeenkomst gebeurt op 1 januari volgend op het jaar van opzegging. Dit met het in acht nemen van een opzegtermijn van 3 maanden gerekend vanaf 1 januari, tenzij er in onderling akkoord een andere periode wordt afgesproken.
De gemeente heeft het recht om de overeenkomst eenzijdig, zonder ingebrekestelling en zonder recht op schadevergoeding op te zeggen ten aanzien van één of meerdere gebruikers, indien de voorwaarden van deze overeenkomst manifest geschonden worden.
Deze overeenkomst werd opgemaakt te …………………… op ……………………….. (datum) in ………. exemplaren, waarvan elke partij verklaart er één ontvangen te hebben.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit om met ingang van 1 april 2020 het politiereglement betreffende het inzamelen van huishoudelijk afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2016, op te heffen.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt volgend 'politiereglement betreffende het inzamelen van huishoudelijk afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen' goed:
Inhoudstafel
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2: Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen
Hoofdstuk 3: Inzameling van huisvuil (restafval)
Hoofdstuk 4: Selectieve inzameling van GFT-afval
Hoofdstuk 5: Inzameling van grofvuil
Hoofdstuk 6: Selectieve inzameling van papier en karton
Hoofdstuk 7: Selectieve inzameling van PMD-afval
Hoofdstuk 8: Selectieve inzameling van glas
Hoofdstuk 9: Selectieve inzameling van textiel en herbruikbare goederen
Hoofdstuk 10: Selectieve inzameling van KGA
Hoofdstuk 11: Selectieve inzameling van steenpuin
Hoofdstuk 12: Het recyclagepark
Hoofdstuk 13: Sancties en inwerkingtreding
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huishoudelijke afvalstoffen verstaan: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden bij besluit van de Vlaamse Regering, zoals gedefinieerd in artikel 3,17° van het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet).
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, hierna vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen genoemd, verstaan: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen en die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, §2, 54° van het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema).
Onder ondergrondse verzamelcontainer wordt verstaan: het permanent voorziene ondergrondse bergsysteem dat door meerdere aansluitpunten wordt gebruikt voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, en dat beschikbaar wordt gesteld door middel van een aanmeldkaart.
Artikel 1.2
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te verwijderen op andere wijze dan bepaald in deze politieverordening.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op te slaan op al dan niet afgesloten private gronden, behoudens vergunning en behoudens de tijdelijke opslag in daartoe geschikte recipiënten zoals verder bepaald in dit reglement.
Hoofdstuk 2: Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen
Artikel 2.1
De algemene regels over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden bepaald in dit hoofdstuk.
De specifieke regels inzake inzameling van huisvuil, GFT-afval, grofvuil, papier en karton, PMD-afval, glas, textiel en herbruikbare goederen en KGA en steenpuin zijn hierna telkens vastgelegd in een apart hoofdstuk.
Artikel 2.2
De volgende huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogen niet worden aangeboden, noch om bij het even welke selectieve inzameling, noch op het recyclagepark:
− gashouders of andere ontplofbare voorwerpen
− krengen van dieren en slachtafval
− radioactief afval
− medisch afval
− geneesmiddelen
− andere specifieke afvalstoffen, andere dan KGA zoals bedoeld in hoofdstuk 10, die door hun aard en/of eigenschappen gevaarlijk kunnen zijn voor de mens en het leefmilieu.
Het is verboden afvalstoffen afkomstig uit andere gemeenten aan te bieden voor inzameling in de gemeente, behoudens bij intergemeentelijke initiatieven.
Artikel 2.3
Onverminderd de rechten van bevoegde personen in uitoefening van hun functie en behoudens schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen is het voor iedereen verboden om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen.
Onverminderd de bevoegdheid van IOK Afvalbeheer, zijn alleen ophalers, daartoe aangewezen door het college van burgemeester en schepenen, gerechtigd om afvalstoffen in te zamelen.
Artikel 2.4
Huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen moeten worden aangeboden zoals voorzien in deze politieverordening.
Huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van deze politieverordening worden niet aanvaard. De aanbieder dient dezelfde dag nog de niet aanvaarde afvalstoffen terug te nemen.
Artikel 2.5
De huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogen slechts vanaf 17.00 uur de dag voor de inzameling buiten geplaatst worden. In geval van overmacht kan de burgemeester een afwijking toestaan.
De voorgeschreven recipiënt moet door de inwoners aangeboden worden aan de rand van de openbare weg en voor het betrokken perceel, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. Het voetpad moet indien mogelijk over een afstand van 1,5 meter vrijgehouden worden voor voetgangers, rolstoelgebruikers en anderen.
De inwoners aan wegen of manifestaties, van plaatsen of stegen waar de wagens van de ophaaldienst niet door kunnen, of van woningen die afgelegen zijn van de openbare weg, moeten wanneer ze effectief gebruik maken van de georganiseerde dienst de voorgeschreven recipiënt neerzetten op de dichtst bij hun woning gelegen straathoek die wel bereikbaar is. Wanneer door werkzaamheden een plaats of een straat onbereikbaar is moeten de recipiënten of afvalstoffen gegroepeerd geplaatst worden op een plaats waar dit wel mogelijk is.
De inwoners die een recipiënt buitenzetten zijn aansprakelijk voor het eventueel uitspreiden van de inhoud ervan en staan zelf in voor het opruimen, behoudens wanneer anders kan aangetoond worden.
Artikel 2.6
Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, de inhoud ervan te ledigen of aan te vullen, een gedeelte van de inhoud eruit te laden en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie.
Artikel 2.7
Afvalcontainers die door privéfirma’s worden geledigd, mogen niet permanent op de openbare weg worden geplaatst.
Artikel 2.8
Onverminderd de rechten van bevoegde personen in uitoefening van hun functie, kunnen de door de gemeente aangewezen personen overgaan tot het nemen van stalen van de afvalstoffen die worden aangeboden bij de selectieve inzameling of bij de ophaling van het huisvuil of grofvuil, teneinde na te gaan of de bepalingen van deze politieverordening worden nageleefd.
Onverminderd de rechten van bevoegde personen in uitoefening van hun functie, wordt het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen uitgevoerd door de ophalers die toelating kregen afvalstoffen in te zamelen. De ophalers die toelating kregen om afvalstoffen in te zamelen, mogen de aanbieders wijzen op de foutieve aanbieding en de nodige richtlijnen verstrekken.
Hoofdstuk 3: Inzameling van huisvuil (restafval)
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 3.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huisvuil verstaan: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in de voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met uitzondering van grofvuil en van GFT-afval, papier en karton, PMD-afval, glas, textiel en herbruikbare goederen, KGA, en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.
Voor plastiek, andere dan PMD, behoudt de aanbieder de keuze om deze hetzij in de daartoe voorziene zak af te leveren op het recyclagepark, hetzij deze mee te geven met het huisvuil.
Artikel 3.2
Voor aansluitpunten waar geen ondergrondse verzamelcontainer ter beschikking wordt gesteld, wordt het huisvuil in principe om de twee weken huis aan huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het college van burgemeester en schepenen bepaalde dagen. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt desgevallend de straten die door de ophaaldienst met een andere frequentie worden bediend.
Huisvuil mag niet worden meegegeven met het grofvuil of een andere inzameling dan die van huisvuil.
Artikel 3.3
Voor aansluitpunten waar geen ondergrondse verzamelcontainer ter beschikking wordt gesteld, moet het huisvuil aangeboden worden in een huisvuilcontainer, die ter beschikking wordt gesteld door IOK Afvalbeheer en dient zorgvuldig gesloten te worden conform het aangeboden systeem, zoals beschreven in deel 2 van dit hoofdstuk.
Scherpe voorwerpen moeten zodanig verpakt worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.
De container dient met het handvat naar de straatzijde geplaatst te worden.
Na de lediging dient de container zo snel mogelijk van de openbare weg verwijderd te worden, in ieder geval voor de volgende dag .
Het huisvuil dat niet volgens de voorgeschreven wijze van aanbieding buitengeplaatst wordt en/of dat niet opgehaald wordt, dient dezelfde dag terug binnen gezet te worden door de aanbieder.
Artikel 3.4
Het huisvuil (restafval) kan enkel aangeboden worden op het recyclagepark in een plastieken, lekvrije en stevige, gesloten zak. Het huisvuil dat niet volgens de voorgeschreven wijze wordt aangeboden, zal door de parkwachter worden geweigerd.
DEEL II : SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 3.5
De huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen enkel aangeboden worden zoals voorzien in deze verordening. Indien blijkt dat afvalstoffen worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening of dat de bij gemeentelijke contantbelasting op het inzamelen, verwijderen en verwerken van afval (DIFTAR) in het elektronisch diftar-systeem voorgeschreven provisie door de aanbieder bij het verstrijken van de betalingstermijn van de eerste herinnering niet werd betaald en het saldo onder nul euro staat, worden de afvalstoffen niet aanvaard. De aanbieder dient dezelfde dag nog de niet-aanvaarde afvalstoffen terug te nemen.
Artikel 3.6
Deze bepalingen zijn, tenzij verder anders bepaald in dit hoofdstuk, van toepassing op de volgende inwoners van de gemeente, dewelke voor het DIFTAR-systeem kunnen worden opgedeeld in de volgende categorieën:
1) elk gezin (zowel een éénhoofdig als een meerhoofdig gezin) ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en dat geïnitialiseerd is als ophaalpunt van huisvuil en als dusdanig gekend is als afvalproducent gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager en/of gebruikmakend van ondergrondse verzamelcontainers door middel van een aanmeldkaart;
2) elk gezin (zowel een éénhoofdig als een meerhoofdig gezin) dat op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en dat ervoor geopteerd heeft in te stappen in het DIFTAR-systeem en bijgevolg geïnitialiseerd is als ophaalpunt van huisvuil en als dusdanig gekend is als afvalproducent gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager en/of gebruikmakend van ondergrondse verzamelcontainers door middel van een aanmeldkaart;
3) ieder natuurlijk persoon en rechtspersoon die als hoofd- en of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent en die ervoor geopteerd heeft in te stappen in het DIFTAR-systeem en bijgevolg geïnitialiseerd is als ophaalpunt van huisvuil en als dusdanig gekend is als afvalproducent, gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager en/of gebruikmakend van ondergrondse verzamelcontainers door middel van een aanmeldkaart;
4) verenigingen, scholen, gemeenschapshuizen, rusthuizen, kerkfabrieken, openbare en semiopenbare instellingen, … en die ervoor geopteerd hebben in te stappen in het DIFTAR-systeem en bijgevolg geïnitialiseerd zijn als ophaalpunt van huisvuil en/of GFT-afval en als dusdanig gekend zijn als afvalproducent gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager en/of gebruikmakend van ondergrondse verzamelcontainers door middel van een aanmeldkaart.
Artikel 3.7
Voor aansluitpunten waar geen ondergrondse verzamelcontainer ter beschikking wordt gesteld, dient huisvuil gescheiden aangeboden te worden in een grijze huisvuilcontainer voorzien van een ingebouwde elektronische gegevensdrager van 40 l, 120 l, 240 l of 1100 l toegekend per aansluitingspunt overeenkomstig de toekenningsregels zoals bepaald in het reglement contantbelasting op het inzamelen, verwijderen en verwerken van afval (DIFTAR). De recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.
Het gewicht van de aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan:
− 15 kg voor een container van 40 liter
− 50 kg voor een container van 120 liter
− 80 kg voor een container van 240 liter
− 200 kg voor een container van 1100 liter
Het huisvuil dient aangeboden te worden in een toestand die zo min mogelijk risico inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de ophaler.
Inwoners die occasioneel meer huisvuil wensen mee te geven met de huis-aan-huisophaling kunnen per aansluitingspunt maximaal 3 maal per kalenderjaar een uitzondering aanvragen. De inwoner dient vooraf het exacte aantal bij te plaatsen zakken door te geven via de DIFTAR-informatielijn. Iedere afvalzak moet in de huisvuilcontainer kunnen geplaatst worden. Iedere afvalzak mag maximum 15 kg wegen.
Artikel 3.8
De huisvuilcontainer wordt huis aan huis afgeleverd. Deze kan niet worden geweigerd, met uitzondering voor aansluitpunten waar een ondergrondse verzamelcontainer ter beschikking wordt gesteld. De huisvuilcontainer blijft eigendom van IOK Afvalbeheer.
Artikel 3.9
De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de huisvuilcontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de huisvuilcontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van huisvuil. Het reinigen van de container mag enkel gebeuren met milieu-ongevaarlijke of onschadelijke producten.
In geval van schade of diefstal dient de inwoner ter kennisgeving onverwijld contact op te nemen met de DIFTAR-infomatielijn op het nummer 0800-97 687 met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe huisvuilcontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik. In geval van diefstal kan de inwoner gratis een nieuwe container ter beschikking krijgen op voorwaarde dat hij onverwijld een proces-verbaal laat opmaken.
Artikel 3.10
De huisvuilcontainer dient verbonden te blijven aan het adres waar hij is geleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de huisvuilcontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.
Artikel 3.11
Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen beschikking hebben over een huisvuilcontainer kunnen bij de DIFTAR-informatielijn een huisvuilcontainer aanvragen.
Hoofdstuk 4: Selectieve inzameling van GFT-afval
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 4.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder GFT-afval verstaan: groente-, fruit- en tuinafval.
Het groenten- en fruitafval omvat schillen van groenten, fruit en aardappelen, dierlijke en plantaardige keukenafval en etensresten, broodresten, koffiedik, papieren koffiefilters, papier van de keukenrol, noten en pitten, vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen, ...), vaste zuivelproducten (kaasresten), eieren en eierschalen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.
Het tuinafval omvat bladeren, onkruid, gazonmaaisel, resten van groenten- en siertuin, versnipperd snoeihout, haagscheersel, zaagmeel en schaafkrullen, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, mest van kleine huisdieren (cavia, konijn), ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.
Andere afvalstoffen zoals bijvoorbeeld theezakjes en koffiepads, timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers en ander hygiënisch materiaal, aarde en zand, vloeistoffen (bv melk, soep, ...), saus, olie, vet, stof uit stofzuiger, as van open haard, houtskool, behandeld hout, kunststof, ijzer, metaal, kurk, blik, kattenbakvulling en vogelkooizand, mest, mosselschelpen, e.d. worden niet als GFT-afval beschouwd.
Uitzondering wordt gemaakt voor kranten die onderaan in de container gelegd worden om de lediging te vergemakkelijken.
Artikel 4.2
Het GFT-afval wordt in principe om de twee weken huis aan huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het college van burgemeester en schepenen bepaalde dagen. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt desgevallend de straten die door de ophaaldienst met een andere frequentie worden bediend.
GFT-afval mag niet worden meegegeven met het huisvuil, grofvuil of een andere selectieve inzameling dan die van GFT-afval. Verontreinigd GFT-afval wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling. GFT-afval mag niet worden afgegeven op het recylagepark.
Artikel 4.3
Het GFT-afval moet aangeboden worden in een GFT-container, die ter beschikking wordt gesteld door IOK Afvalbeheer en dient zorgvuldig gesloten te worden conform het aangeboden systeem, zoals beschreven in deel 2 van dit hoofdstuk.
De container dient met het handvat naar de straatzijde geplaatst te worden. Na de lediging dient de container zo snel mogelijk van de openbare weg verwijderd te worden, in ieder geval voor de volgende dag. Het GFT-afval dat niet volgens de voorgeschreven wijze van aanbieding buitengeplaatst wordt en/of dat niet opgehaald wordt, dient dezelfde dag terug binnen gezet te worden door de aanbieder.
DEEL II: SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 4.4
Het GFT –afval dient gescheiden aangeboden te worden in een groene GFT-container voorzien van een ingebouwde elektronische gegevensdrager van 40 l of 120 l, toegekend per aansluitingspunt overeenkomstig de toekenningsregels zoals bepaald in het reglement contantbelasting op het inzamelen, verwijderen en verwerken van afval (DIFTAR) . De recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen. Het gewicht van de aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan:
− 15 kg voor een container van 40 liter
− 50 kg voor een container van 120 liter
Artikel 4.5
De ter beschikking gestelde GFT-container blijft eigendom van IOK Afvalbeheer.
Artikel 4.6
De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de GFTcontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de GFT-container uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van GFT-afval. Het reinigen van de container mag enkel gebeuren met milieu-ongevaarlijke of onschadelijke producten.
In geval van schade, diefstal of verlies dient de inwoner contact op te nemen met de DIFTARinformatielijn, met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe GFT-container. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik. In geval van diefstal kan de inwoner gratis een nieuwe container ter beschikking krijgen op voorwaarde dat hij onverwijld een proces-verbaal laat opmaken.
Artikel 4.7
De GFT-container dient verbonden te blijven aan het adres waar hij is geleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de GFT-container mee te nemen naar zijn nieuwe adres.
Artikel 4.8
Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen beschikking hebben over een GFT-container kunnen bij de DIFTAR-informatielijn een GFT-container bekomen.
Hoofdstuk 5: Inzameling van grofvuil
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 5.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder grofvuil verstaan: alle afvalstoffen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit , die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in de recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met uitzondering van GFT-afval, papier, karton, PMDafval, glas, textiel en herbruikbare goederen, KGA, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bouw- en sloopafval, houtafval, autobanden, metalen en andere afvalstoffen die selectief kunnen worden ingezameld.
Artikel 5.2
Het grofvuil wordt opgehaald langs de straten, wegen en pleinen. Grofvuil mag niet worden meegegeven met een andere inzameling dan die van grofvuil. Grofvuil kan eveneens aangeboden worden op het recyclagepark.
Artikel 5.3
Het grofvuil moet aangeboden worden als hanteerbaar voorwerp of samengebonden bundel of pakket en makkelijk ophaalbaar, en mag maximaal 2 meter lang zijn. Alle voorwerpen moeten zodanig verpakt worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.
Het grofvuil dat niet volgens de voorgeschreven wijze van aanbieding buitengeplaatst wordt en/of dat niet opgehaald wordt, dient dezelfde dag terug binnen gezet te worden door de aanbieder.
DEEL II : SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 5.4
De afvalstoffen moeten vóór 7 uur ‘s morgens de dag van de ophaling worden buiten geplaatst. Het mag reeds vanaf 17 uur de dag voordien.
Hoofdstuk 6: Selectieve inzameling van papier en karton
DEEL I: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 6.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder papier en karton verstaan: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, e.d.
Artikel 6.2
Papier en karton wordt minimaal 12 maal per jaar huis aan huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het college van burgemeester en schepenen bepaalde dagen. Papier en karton mag niet worden meegegeven met het huisvuil, grofvuil of een andere selectieve inzameling dan die van papier en karton.
Papier en karton kunnen ook worden aangeboden op het recyclagepark.
Artikel 6.3
Het papier en karton moet voor de huis aan huisinzameling aangeboden worden in een papiercontainer, die ter beschikking wordt gesteld door IOK Afvalbeheer en dient zorgvuldig gesloten te worden conform het aangeboden systeem, zoals beschreven in deel 2 van dit hoofdstuk. De container dient met het handvat naar de straatzijde geplaatst te worden. Na de lediging dient de container zo snel mogelijk van de openbare weg verwijderd te worden, in ieder geval voor de volgende dag.
Papier en karton aangeboden op adressen waaraan geen papiercontainer is toegekend, zal niet worden opgehaald. Papier en karton dat wordt aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van dit hoofdstuk, wordt niet opgehaald. De aanbieder dient dit geweigerde papier en karton nog dezelfde dag van de ophaling van de openbare weg te verwijderen. Overtredingen hierop worden beschouwd als sluikstorten, en worden als dusdanig gesanctioneerd.
DEEL II: SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 6.4
Papier en karton dient gescheiden aangeboden te worden in een gele papiercontainer voorzien van een ingebouwde elektronische gegevensdrager van 40 liter, 240 liter of 1100 liter toegekend per aansluitpunt overeenkomstig onderstaande toekenningsregels.
Elk aansluitpunt (natuurlijk persoon of rechtspersoon) heeft recht op een gratis papiercontainer overeenkomstig onderstaande toekenningsregels:
− standaardvolume (240 liter)
− bij specifieke woonvormen (o.a. appartementen) kunnen er, in onderling overleg (eigenaar/bewoners) gezamenlijke containers van 40 liter en/of 240 liter en/of 1.100 liter ter beschikking worden gesteld. Indien hierover geen consensus wordt bekomen, ontvangt elk aansluitpunt een papiercontainer van 240 liter
− bij specifieke omstandigheden en mits akkoord van het college van burgemeester en schepenen kan er een container van 40 liter ter beschikking gesteld worden.
− elk individueel gezin kan max. een 240 liter container bekomen
− overige aansluitpunten kunnen max. een 240 liter en/of 1.100 liter bekomen
De recipiënten dienen zorgvuldig gesloten te worden, er mag geen papier uit de container steken en de container mag geen barsten, scheuren of lekken vertonen.
Het gewicht van het aangeboden recipiënt mag niet hoger zijn dan :
− 16kg voor een container van 40 liter
− 100 kg voor een container van 240 liter
− 440 kg voor een container van 1100 liter
Indien de hoeveelheid papier en karton die de burger wenst aan te bieden sporadisch beperkt groter is dan de grootte van de ter beschikking gestelde container dan kan de burger het extra papier en karton naast de ter beschikking gestelde container bijplaatsen.
Artikel 6.5
De papiercontainer blijft eigendom van IOK Afvalbeheer.
Artikel 6.6
De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de papiercontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de papiercontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van papier en karton. Het reinigen van de container mag enkel gebeuren met milieu-ongevaarlijke of onschadelijke producten.
In geval van schade of diefstal van de papiercontainer dient de inwoner ter kennisgeving onverwijld contact op te nemen met de gratis informatielijn met het oog op de herstelling of de vervanging door en nieuwe papiercontainer. In geval van diefstal kan de inwoner gratis een nieuwe container ter beschikking krijgen op voorwaarde dat hij onverwijld een proces-verbaal laat opmaken.
Artikel 6.7
De papiercontainer dient verbonden te blijven aan het adres waar hij is geleverd en dat vermeld staat op de barcodesticker aan de zijkant van de gele container. In van geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de papiercontainer mee te nemen naar een nieuw adres.
Indien wordt vastgesteld dat een container gedurende 1 jaar of langer niet werd gebruikt voor het aanbieden van papier en karton dan behoudt IOK Afvalbeheer het recht om de container terug op te halen.
Artikel 6.8
Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente, geen beschikking hebben over een papiercontainer kunnen bij de gratis informatielijn een papiercontainer bekomen.
Hoofdstuk 7: Selectieve inzameling van PMD-afval
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 7.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder PMD-afval verstaan: plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, met uitzondering van papieren en kartonnen verpakkingen en glasverpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.
De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen KGA, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten. Ze dienen leeg en uitgespoeld te zijn.
Artikel 7.2
Het PMD-afval wordt 24 maal per jaar, huis aan huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het college van burgemeester en schepenen bepaalde dagen.
PMD-afval mag niet worden meegegeven met het huisvuil, grofvuil of een andere selectieve inzameling dan die van PMD-afval. PMD-afval mag ook worden afgegeven op het recyclagepark.
Artikel 7.3
Het PMD-afval moet aangeboden worden in blauwe PMD-zakken, die door de gemeente ter beschikking gesteld worden. De zakken moeten zorgvuldig gesloten worden zoals bepaald in deel 2. Het PMD-afval dat niet volgens de voorgeschreven wijze van aanbieding buitengeplaatst wordt en/of dat niet opgehaald wordt, dient dezelfde dag terug binnen gezet te worden door de aanbieder.
DEEL II : SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 7.4
De bedoelde PMD-zakken kunnen ofwel uitgerust zijn met een bijgeleverde sluitstrip ofwel met een trekbandsysteem ofwel met een wave-top-sluiting. De aanbieder dient de zakken te sluiten met het betreffende systeem. Een andere manier om de zak te sluiten (plakband, …) mag niet worden gebruikt.
Hoofdstuk 8: Selectieve inzameling van glas
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 8.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder glas verstaan: hol glas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vlak glas en vuurvaste voorwerpen, gewapend glas, serreglas, kristal, opaal glas, rookglas, spiegelglas, autoruiten, plexiglas en ander hittebestendig glas, vensterglas, gloeilampen, spaarlampen, TL-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van TV’s en laptops, e.d.
Hol glas betreft alle flessen en bokalen (verpakkingsglas).
Vlakglas betreft alle glazen voorwerpen zoals ruiten, thermopaneglas, gekleurd vlakglas, draadglas, die geen holglas zijn.
Artikel 8.2
Glas kan naar een daarvoor voorziene, op het openbaar domein opgestelde, glascontainer gebracht worden of op het recyclagepark gedeponeerd worden in de daarvoor voorziene container(s). Glas mag niet worden meegegeven met het huisvuil, grofvuil of een andere selectieve inzameling dan die van glas.
Vlak glas mag om veiligheidsredenen (perswagens) niet meegegeven worden met de huis-aanhuisophaling van huisvuil of grofvuil en mag niet in en/of naast een glascontainer worden geplaatst. Het kan enkel naar het recyclagepark worden gebracht.
DEEL II : SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 8.3
Glas wordt bij de aanbieding ontdaan van deksels en stoppen. Het glas dient leeg en voldoende gereinigd te zijn.
Artikel 8.4
De op het openbaar domein opgestelde glascontainers zijn voorzien van twee compartimenten: ‘wit glas’ en ‘gekleurd glas’. Deze dienen als dusdanig gebruikt te worden.
Het storten in glascontainers van om het even welke andere afvalstof dan glas, is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers lege of volle dozen, kratten, zakken, glas of andere voorwerpen achter te laten.
Het is verboden glas te storten in de glascontainers tussen 22 en 7 uur.
Hoofdstuk 9: Selectieve inzameling van textiel en herbruikbare goederen
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 9.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder herbruikbare goederen verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken en platen, speelgoed, e.d.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder textiel verstaan: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, e.d., die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.
Artikel 9.2
Het textiel wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente of via de huis aan huis inzameling langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht, op de door het college van burgemeester en schepenen bepaalde dagen.
Het textiel mag niet worden meegegeven met het huisvuil, het grofvuil of een andere selectieve inzameling dan die van het textiel. Het textiel wordt eveneens ingezameld op het recyclagepark of de door de OVAM erkende kringloopcentra.
Herbruikbare goederen worden ingezameld op het recyclagepark of door de OVAM erkende kringloopcentra.
Artikel 9.3
Het textiel dat niet opgehaald wordt, dient dezelfde dag terug binnen gezet te worden door de aanbieder.
DEEL II : SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 9.4
Onverminderd de bevoegdheid van IOK Afvalbeheer, zijn alleen de organisaties die toelating hebben van het college van burgemeester en schepenen en vermeld zijn op de door de OVAM gepubliceerde lijst van “erkende textielinzamelaars” gemachtigd textielcontainers te plaatsen, respectievelijk huis aan huis inzameling te organiseren.
Artikel 9.5
Het storten in textielcontainers van om het even welke andere afvalstof dan textiel, is verboden. Het is verboden om naast de textielcontainers lege of volle dozen, kratten, zakken of andere voorwerpen
achter te laten.
Hoofdstuk 10: Selectieve inzameling van KGA
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 10.1
Voor de toepassing van deze politieverordening wordt onder KGA verstaan: klein gevaarlijk afval van huishoudelijke oorsprong en van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong.
Artikel 10.2
KGA mag niet worden meegegeven met het huisvuil, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan die van KGA.
KGA wordt ingezameld op het recyclagepark.
Artikel 10.2bis
Het KGA wordt ook opgehaald op de door het college van burgemeester en schepenen bepaalde plaatsen en tijdstippen.
Artikel 10.3
Het KGA dient, tenzij het fysisch onmogelijk of niet aangewezen is, afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden te worden in een daartoe geschikte recipiënt. Insulinespuiten, pennaalden gebruikt door particulieren om zichzelf geneesmiddelen toe te dienen, en bloedlancetten moeten worden aangeboden in een naaldcontainer.
Het achterlaten op de stoep of op de openbare weg van de milieubox of een ander geschikt recipiënt is verboden.
DEEL II : SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 10.4
Het aangeboden KGA wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het KGA op de verpakking aan.
Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het KGA te voorkomen.
Artikel 10.5
Het KGA dat wordt aangeboden op het recyclagepark wordt door de parkwachter in de inrichting aansluitend bij het recyclagepark gedeponeerd. De aanbieder van het KGA mag dit niet zelf doen. De afgifte van KGA aan de erkende ophaler gebeurt in aanwezigheid en onder toezicht van het bevoegde personeel.
Artikel 10.6
Het KGA dat wordt aangeboden bij de wijkinzameling wordt door de begeleider van het ophaalvoertuig in de gepaste sorteer- of opslagrecipiënten gedeponeerd. De aanbieder van het KGA mag dit niet zelf doen. De afgifte van KGA aan de erkende ophaler gebeurt in aanwezigheid en onder toezicht van het bevoegde personeel.
Hoofdstuk 11: Selectieve inzameling van steenpuin
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 11.1
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder steenpuin verstaan: keramiek, porselein, aardewerk en stenen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.
Artikel 11.2
Het steenpuin wordt in principe 4 keer per jaar huis aan huis op afroep opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het college van burgemeester en schepenen bepaalde dagen.
Steenpuin mag niet worden meegegeven met het huisvuil, grofvuil of een andere selectieve inzameling dan die van steenpuin. Steenpuin mag ook worden afgegeven op het recyclagepark.
Artikel 11.3
Het steenpuin moet aangeboden worden in een big bag, die ter beschikking wordt gesteld door de gemeente. Het exacte aantal te plaatsen big bags dient vooraf te worden gemeld bij de ophaaldienst van IOK Afvalbeheer op het nummer 014 58 09 96.
Het steenpuin dat niet volgens de voorgeschreven wijze van aanbieding buitengeplaatst wordt en/of dat niet opgehaald wordt, dient dezelfde dag terug binnen gezet te worden door de aanbieder.
Hoofdstuk 12: Het recyclagepark
DEEL I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 12.1
Het recyclagepark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen.
Artikel 12.2
Alleen afvalstoffen afkomstig uit de gemeente Mol mogen op het recyclagepark aangebracht worden.
Artikel 12.3
Alle bezoekers dienen aan de ingang van het recyclagepark halt te houden. Toegang tot het recyclagepark is enkel mogelijk met de persoonlijke badge die ter beschikking wordt gesteld door de gemeente.
Het recyclagepark is toegankelijk voor inwoners van de gemeente. Op vraag van de parkwachter dient een bezoeker aan te tonen dat hij/zij inwoner van de gemeente Mol is. Het recyclagepark is verder toegankelijk voor mensen die kunnen aantonen dat ze afvalstoffen afkomstig uit de gemeente Mol vervoeren voor een inwoner van deze gemeente of voor een onderneming die op het grondgebied van deze gemeente gevestigd is.
Het is de parkwachter(s) toegestaan de aanbrengers van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds teveel mensen op het recyclagepark bevinden, evenals in functie van een goede verkeersregeling op het recyclagepark.
Artikel 12.4
De aangevoerde afvalstoffen worden door de aanbrengers zelf gedeponeerd in de containers of op de plaats die hen door de parkwachter zal aangewezen worden. Uitzondering hierop vormt het KGA (cfr. Hoofdstuk 10) en de inzameling van herbruikbare goederen. Betreffende de inzameling van herbruikbare goederen heeft de parkwachter de bevoegdheid om te bepalen of de aangeboden goederen al dan niet herbruikbaar zijn.
Artikel 12.5
Afvalstoffen dienen gesorteerd aangevoerd te worden teneinde de verblijfsduur van de bezoeker op het terrein te beperken. Niet-gesorteerde afvalstoffen worden geweigerd. Op het terrein van het recyclagepark moet stapvoets gereden worden en gelden de verkeersregels van de openbare weg. De motor dient stil gelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen.
Artikel 12.6
Tijdens de openingsuren is het recyclagepark permanent onder toezicht van de parkwachters. Het toezicht gebeurt in uitvoering van onderhavige politieverordening.
Het publiek is verplicht om nauwgezet en onmiddellijk de richtlijnen van de parkwachters na te leven.
Artikel 12.7
Alle op het recyclagepark aangevoerde afvalstoffen worden eigendom van de gemeente. Het is verboden om aangevoerde afvalstoffen uit containers of andere recipiënten te halen, behalve door het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie.
Artikel 12.8
Kinderen jonger dan 12 jaar moeten vergezeld zijn door een volwassen begeleider.
Artikel 12.9
Het is verboden dieren te laten rondlopen op het recyclagepark.
Artikel 12.10
De gebruikers van het recyclagepark moeten de omgeving van de containers en de overige ruimte van het terrein steeds zo rein mogelijk houden. Zij kunnen door de parkwachter verzocht worden het door hen bevuilde terrein te reinigen.
Artikel 12.11
Het is te allen tijde verboden om afval te deponeren vóór de toegangspoorten van het recyclagepark of over de omheining op het terrein van het recyclagepark te gooien, in het bijzonder ook tijdens de sluitingsuren van het recyclagepark.
Artikel 12.12
Op het recyclagepark is het verboden te roken of om op enige andere wijze vuur te maken.
DEEL II : SPECIFIEKE BEPALINGEN
Artikel 12.13
Het recyclagepark is geopend op de door het college van burgemeester bepaalde data en openingsuren. Buiten de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.
Op het recyclagepark gelden de bepalingen van het huishoudelijk reglement recyclageparken zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
Artikel 12.14
Het college van burgemeester en schepenen stelt vast welke afvalstoffen door particulieren en niet-particulieren mogen aangevoerd worden evenals de maximale hoeveelheden, de modaliteiten voor aanvoer en de gewenste zuiverheid ervan. Afvalstoffen die hieraan niet beantwoorden kunnen worden geweigerd.
Hoofdstuk 13 Sancties en inwerkingtreding
Artikel 13.1
Inbreuken op dit reglement kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 350 euro voor meerderjarige overtreders en maximum 175 euro voor minderjarige overtreders zoals voorzien door de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Het college van burgemeester en schepenen kan een door de gemeente verleende toelating of vergunning schorsen of intrekken en/of een inrichting tijdelijk of definitief sluiten. Deze sancties kunnen pas opgelegd worden nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen. Die bevat een uittreksel van het overtreden reglement of van de overtreden verordening. Deze worden ter kennis gebracht door middel van een aangetekend schrijven, krachtens artikel 45 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Deze sancties kunnen niet opgelegd worden indien voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie reeds straffen of administratieve sancties worden bepaald. De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij dit reglement voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden.
Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
Artikel 13.2
Dit reglement treedt in werking op 1 april 2020.
Artikel 2
De politieverordening van 23 juni 2014 betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wordt opgeheven met ingang van 1 april 2020.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad keurt volgende politieverordening op het plaatsen van terrassen, koopwaren en voorwerpen op het openbaar domein goed:
POLITIEVERORDENING OP HET PLAATSEN VAN TERRASSEN, KOOPWAREN EN VOORWERPEN OP HET OPENBAAR DOMEIN
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Art. 19
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Horecazaak: hotel, restaurant, café en iedere andere handelszaak die binnenin permanent ingericht is om bereide voedingswaren en/of dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse, al dan niet gecombineerd met een winkelfunctie. Nachtwinkels, telefoonwinkels, krantenkiosken en dergelijke vallen daar niet onder.
Koopwaar en voorwerpen: koopwaren, verkoopsstellingen, koel- of drankinstallaties of inrichtingen voor de verkoop van etenswaren, banken, bakken, reclameborden en andere voorwerpen dienstig voor de uitbating van een handelszaak die op het openbaar domein worden geplaatst, uitgezonderd een terras.
Openbaar domein: de gehele openbare wegen- en pleininfrastructuur met mogelijk toebehoren, beheerd door een bestuurlijke overheid en toegankelijk voor het publiek.
Terras: een opstelling bij of door een horecazaak, bestaande uit tafels en zitmeubelen en eventueel uit bijkomende uitrustingen zoals parasols, menuaankondigingen, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen, zonneluifels om dranken en voedingswaren voor directe consumptie te koop aan te bieden. Een terras bevindt zich op het gelijkvloers.
Terrasseizoen: periode gedurende dewelke het terras geplaatst kan worden:
Niet-seizoensgebonden terras: van 1 januari tot en met 31 december.
Seizoensgebonden terras: van 1 maart tot 31 oktober.
Vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon die de handelszaak of horecazaak uitbaat waarvoor een stationeervergunning voor inname van het openbaar domein werd afgeleverd; of bij gebreke aan een uitbater de eigenaar van het pand.
TOEPASSINGSGEBIED
Art. 20
De bepalingen van deze politieverordening zijn van toepassing op het grondgebied van de gemeente Mol. Zij hebben betrekking op het plaatsen van seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden terrassen en op het plaatsen van koopwaar en voorwerpen geheel of gedeeltelijk op openbaar domein.
STATIONEERVERGUNNING - ALGEMEEN
Art. 21
Onverminderd de toepassing van de regelgeving inzake stedenbouw, is er voor het plaatsen van een terras, koopwaar en voorwerpen op het openbaar domein een stationeervergunning nodig voor het privatief gebruik ervan. De vergunning wordt verleend door de burgemeester.
Art. 22
De stationeervergunning die wordt afgeleverd op basis van deze verordening moet steeds aanwezig zijn in de handelszaak.
De vergunninghouder of diens aangestelde zal tijdens de normale openingsuren steeds aan alle bevoegde personen toelating geven voor controle en bezichtiging van de ingebruikname van het openbaar domein en zal de stationeervergunning op verzoek moeten voorleggen.
PROCEDURE STATIONEERVERGUNNING
Art. 23
Elke aanvraag om een terras, koopwaar of voorwerpen op te stellen op het openbaar domein moet gericht worden aan de burgemeester. De aanvraag moet schriftelijk of via het e-loket gebeuren minstens 45 kalenderdagen voor de gewenste ingebruikname van het openbaar domein.
Bij een eerste aanvraag tot stationeervergunning dienen volgende documenten te worden gevoegd:
• Volledig ingevuld officieel aanvraagformulier.
• Een duidelijk inplantingsplan met de nodige afmetingen van het in te nemen openbaar domein, de voorziene inplanting van het terras, koopwaar of voorwerpen, alsmede een aanduiding van alle hindernissen (parkeermeters, bomen, trottoirkasten van nutsmaatschappijen, verlichtingspalen, vuilbakken, …) en andere aanwezige toebehoren van het openbaar domein (gasafsluiters, kolken, …) aanwezig in een zone van minimum 2 meter rond de gevraagde oppervlakte.
• minstens 3 relevante kleurfoto’s van de in gebruik te nemen oppervlakte en het aangrenzend pand of gebied.
• een plaatsbeschrijving van het openbaar domein met vermelding van eventuele gebreken (gestaafd door fotomateriaal). Indien deze plaatsbeschrijving ontbreekt, wordt het openbaar domein in goede staat geacht.
• Een gedetailleerde beschrijving van de gebruikte voorwerpen en materialen (technische tekening, attesten, foto’s en/of afbeeldingen), het aantal, de vorm, de aard, de kleur(en), de materialen en afmetingen van alle voorwerpen en hun eventuele verankeringen van de terraselementen; dit moet toelaten een duidelijk beeld te vormen van de beoogde inname.
Indien van toepassing dient elke aanvraag tevens volgende gegevens te bevatten:
• Bij de plaatsing van windschermen een kleurstaal of RAL-nummer van het windscherm.
• Bij plaatsing van een gemeenschappelijk windscherm tussen aanpalende terrassen: een door beide exploitanten ondertekende verklaring waaruit blijkt dat beide partijen onderling akkoord zijn.
• Bij plaatsing van een parasol of zonneluifel: een kopie van het attest waaruit blijkt dat het textiel van het zonnescherm minimum klasse M1 heeft en een officieel goedgekeurd testrapport dat ze bestand zijn tegen windkracht 7.
• Bij plaatsing van verwarmingselementen: een kopie van een geldig attest afgeleverd door een erkend controleoganisme.
• Voor aanvragen waarvoor ook een omgevingsvergunning moet afgeleverd worden moet de aanvraag minstens vergezeld zijn van een ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs voor de betreffende aanvraag.
De aanvraag kan als onvolledig worden afgewezen indien het formulier niet volledig is ingevuld of niet alle bijlagen bij de aanvraag zijn gevoegd.
Art. 24
De stationeervergunning wordt afgeleverd door de burgemeester. De beslissing over de aanvraag voor de stationeervergunning wordt genomen binnen een termijn van 45 kalenderdagen vanaf de dag van de verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van de volledige en correcte aanvraag.
De burgemeester kan in de beslissing gemotiveerd bijkomende voorwaarden opleggen die de vergunninghouder dient na te leven.
De burgemeester kan de aanvraag gemotiveerd weigeren, bijvoorbeeld omdat de voorwaarden van de voorgaande vergunning niet werden nageleefd of omdat de omgevingsvergunning geweigerd werd of niet nageleefd werd.
De beslissing wordt aan de aanvrager overgemaakt.
Art. 25
Bij iedere daaropvolgende aanvraag tot hernieuwing van de stationeervergunning volstaat een schrijven aan de burgemeester waarbij expliciet vermeld wordt dat het om een eerder vergund en dus hetzelfde terras, dezelfde koopwaar of voorwerpen gaat.
De stationeervergunning moet opnieuw worden aangevraagd volgens de hierboven vermelde bepalingen wanneer er zich een wijziging voordoet van het vergunde terras, de koopwaar of voorwerpen. Iedere wijziging of vervanging van een terras, koopwaar of voorwerpen geeft aanleiding tot een nieuwe vergunningsaanvraag en maakt steeds het voorwerp uit van een afzonderlijke vergunning.
DUUR VAN DE STATIONEERVERGUNNING
Art. 26
Voor seizoensgebonden terrassen wordt de stationeervergunning verstrekt voor de duur van 1 terrasseizoen, namelijk van 1 maart tot 31 oktober. De burgemeester kan beslissen dat het terrasseizoen vroeger of later aanvangt en/of eindigt.
Voor niet-seizoensgebonden terrassen wordt de stationeervergunning verstrekt voor onbepaalde duur.
Voor koopwaren en voorwerpen wordt de stationeervergunning verstrekt voor onbepaalde duur.
Art. 27
De burgemeester kan de stationeervergunning te allen tijde gemotiveerd eenzijdig wijzigen, opschorten of opheffen om redenen van algemeen belang, zoals bijvoorbeeld bij heraanleg van het openbaar domein. De vergunning vervalt bovendien indien:
• de in de vergunning vermelde termijn verstrijkt
• de vergunninghouder er schriftelijk aan verzaakt
• er een gewijzigde stationeervergunning op dezelfde plaats wordt goedgekeurd
De vergunninghouder kan in geen geval aanspraak maken op een schadevergoeding.
VERWIJDERING TERRAS, KOOPWAAR EN ANDERE VOORWERPEN
Art. 28
De burgemeester behoudt zich het recht voor om in het kader van het openbaar belang, de openbare orde of de openbare veiligheid, bij uitzonderlijke manifestaties, kermissen of markten de tijdelijke verwijdering van het terras, de koopwaar en voorwerpen op eerste verzoek te vorderen.
Eveneens op het eerste verzoek van de politie of de aanwezige verantwoordelijke van de hulpdiensten moet, in geval van gevaar en voor doorgang van politie- en/of hulpdiensten of bij maatregelen van openbare veiligheid, het terras, de koopwaar en voorwerpen onmiddellijk worden weggenomen door de vergunninghouder of het personeel.
Er is geen recht op schadevergoeding voor de vergunninghouder. De kosten voor de ontruiming van het terras, de koopwaar en voorwerpen zijn ten laste van de vergunninghouder en kunnen niet verhaald worden op de overheid.
Art. 29
Indien werken dienen te worden uitgevoerd aan het openbaar domein of aan openbare nutsleidingen moet de vergunninghouder dit gedogen zonder een recht op schadevergoeding, welke ongemakken er ook het gevolg van zijn. Indien nodig, dient de vergunninghouder zelf de terraselementen (windschermen, parasols, meubilair, …) te verplaatsen zodanig dat het openbaar domein vrijgemaakt wordt voor de uit te voeren werken, zonder enig recht op schadevergoeding
Art. 30
Onmiddellijk na het verstrijken van de vergunde termijn, evenals in geval van opschorting, verval of opheffing van de vergunning moeten het terras, de koopwaar en voorwerpen met alle constructies worden weggenomen en moet het openbaar domein onmiddellijk hersteld worden in de staat waarin het zich bevond voor de ingebruikname door de vergunninghouder. Alle eventuele sporen van bevestiging op de verharding van het openbaar domein moeten worden verwijderd.
Het verwijderen van een seizoensgebonden terras moet uiterlijk gebeuren in de week volgend op het einde van het terrasseizoen. In de periode tussen twee terrasseizoenen moeten de openingen in het openbaar domein op een veilige en esthetische manier worden afgedicht, obstakelvrij en vrij van hoogteverschillen.
Indien de vergunninghouder na ingebrekestelling per brief weigert het terras of de koopwaar en voorwerpen te verwijderen of de verwijdering niet correct gebeurde, kunnen het betrokken terras, de koopwaar of voorwerpen door de gemeentediensten verwijderd worden en het openbaar domein hersteld op kosten van de overtreder, zonder dat deze eventuele schade of winstderving kan verhalen op de gemeente. De kosten voor verwijdering en herstel zullen worden doorgerekend aan de vergunninghouder.
POLITIONELE VOORWAARDEN VOOR HET PLAATSEN VAN EEN TERRAS, KOOPWAAR EN VOORWERPEN
A. VOORWAARDEN VOOR TERRASSEN, KOOPWAAR EN VOORWERPEN
Art. 31
Het terras, de koopwaar en voorwerpen mogen pas opgesteld worden nadat de stationeervergunning door de burgemeester werd afgeleverd.
Het verkrijgen van een stationeervergunning stelt de aanvrager niet vrij van het bekomen van een eventueel noodzakelijke omgevingsvergunning.
Het opstellen van een seizoensgebonden terras mag ten vroegste gebeuren in de week die voorafgaat aan het begin van het terrasseizoen.
Art. 32
De breedte van het terras of de koopwaar en voorwerpen mag de gevelbreedte van het handelspand waarvoor het geplaatst wordt niet overschrijden. In- en uitritten dienen te allen tijde vrij te blijven. Iedere toegang naar woningen en kantoren, e.d., moet steeds over de volle breedte van deze toegang vrij blijven.
De minimumafstand tussen de voorkant van het terras, de koopwaar en voorwerpen en de rijweg bedraagt minstens 1,50 m (boordsteen inbegrepen). Deze loopweg van minstens 1,50 m dient obstakelvrij te zijn en vrij van hoogteverschillen. Er dient tevens een vrije hoogte van 2,10 meter te zijn over de volledige loopweg. De burgemeester kan voor bepaalde zones of straten een terraslijn vastleggen waarbij een bredere loopweg wordt voorzien.
Art. 33
Voorzieningen van openbaar nut, zoals hydranten, straatkolken, verlichtingsmasten en toegangen tot openbare nutsvoorzieningen moeten altijd goed en vlot bereikbaar blijven. Met betrekking tot de hydranten moet erop gewezen worden dat brandweerslangen gekoppeld moeten kunnen worden aan de hydrant. Hiervoor moet de noodzakelijke ruimte beschikbaar zijn.
Art. 34
In het openbaar domein mogen geen ondergrondse leidingen ten behoeve van een vergunde inname van het openbaar domein aangebracht worden. Deze leidingen dienen bovengronds, via daartoe bestemde leidinggootjes, afgeschermd te worden en geen hinder te veroorzaken aan de circulatie op of aan het onderhoud van het openbaar domein.
Art. 35
Het terras, de koopwaar en voorwerpen dienen steeds in goede staat van onderhoud en netheid gehouden worden.
Dagelijks wordt de ingenomen ruimte en de onmiddellijke omgeving door de vergunninghouder of diens aangestelde zuiver gemaakt van alle afval.
Art. 36
De vergunninghouder dient er op toe te zien dat de begrenzing van de ingenomen zone, zoals bepaald in de stationeervergunning, steeds gerespecteerd wordt. Buiten de vergunde inname mag niets op het openbaar domein worden geplaatst.
De vergunninghouder blijft steeds verantwoordelijk voor een correcte plaatsing, zelfs als het terrasmeubilair, de koopwaar of voorwerpen door de klanten of derden worden verplaatst.
De vergunninghouder blijft verantwoordelijk voor het naleven van de gestelde maatregelen en hij zal er op toezien dat de in de stationeervergunning vermelde vrije ruimte niet wordt ingenomen door cliënteel, fietsen, bromfietsen en obstakels en dat de klanten en verbruikers de voorbijgangers niet hinderen of lastig vallen.
B. VOORWAARDEN SPECIFIEK VOOR TERRASSEN
Art. 37
De windschermen of bloembakken moeten veilig en stevig bevestigd zijn. Een verankeringsplaats dient op een esthetische en veilige manier verborgen te worden als het desbetreffende element niet wordt geplaatst. Verankeringspunten en -elementen mogen geen schade veroorzaken noch hinder of gevaar vormen voor personen en/of voertuigen.
Bij wijziging van de verankeringspunten, dient de plaats onmiddellijk in zijn oorspronkelijke staat hersteld te worden. Deze werken zullen uitgevoerd worden door de gemeente. Alle kosten vallen ten laste van de vergunninghouder, of bij gebreke aan vergunninghouder ten laste van de eigenaar van het pand waarvoor het terras werd opgesteld.
Bij eventuele gebeurlijke schade aan het openbaar domein, zal deze door de gemeente hersteld worden na tegensprekelijke schadevaststelling op kosten van de vergunninghouder.
Art. 38
Het plaatsen van verlichtingselementen op de terrassen wordt toegestaan onder volgende voorwaarden:
• Het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen wordt beperkt tot de noodwendigheden betreffende uitbating en veiligheid; de verlichting is zo geconcipieerd dat niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt.
Het verlichtingsniveau wordt laag gehouden, zodanig dat de nevenliggende panden of het verkeer hiervan geen hinder ondervinden.
De installatie van de verlichtingselementen voldoet aan de bepalingen opgelegd in het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties).
De verlichting mag enkel branden tijdens de openingsuren van de zaak.
Kabels en andere nutsvoorzieningen mogen niet lopen op of over de openbare weg.
De plaatsen waar de verlichtingselementen worden aangebracht dienen expliciet te worden vermeld in de aanvraag voor de omgevingsvergunning.
Art. 39
Het aanbrengen van verwarmingsbronnen is toegestaan, mits men hiervoor in bezit is van een geldig attest afgeleverd door een erkend controleorganisme. Dit keuringsattest moet jaarlijks aan het gemeentebestuur voorgelegd worden.
Verplaatsbare verwarmingstoestellen of houders met vloeibaar gemaakte petroleumgassen zijn niet toegelaten.
De verwarmingstoestellen moeten op een voldoende afstand van brandbare stoffen en materialen opgesteld staan of er zodanig van afgezonderd zijn dat brandgevaar of aanraking voorkomen wordt. De verwarmingstoestellen moeten stabiel binnen de terraszone opgesteld worden.
Het plaatsen van vuurkorven, barbecues, e.d. op terrassen wordt niet toegelaten.
Art. 40
Het materiaal waaruit zonneluifels en parasols zijn vervaardigd, moet voldoen aan brandklasse “M1 - niet ontvlambaar”, wat aangetoond moet kunnen worden met een attest.
De parasols/luifels moeten bestand zijn tegen windkracht 7. Dit dient aantoonbaar te zijn met officiële goedgekeurde testrapporten.
Elke parasol moet voorzien zijn van één centrale voetsteun, die op geen enkel moment mag verankerd worden in de grond. De voet van de parasol moet dermate stevig en zwaar zijn, dat de parasol niet omvalt of wegwaait. De parasols mogen niet buiten de terraszone uitsteken.
AANSPRAKELIJKHEID
Art. 41
De stationeervergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, indien deze nodig zouden zijn.
Art. 42
De stationeervergunning stelt de aanvrager niet vrij van zijn verplichtingen op grond van het burgerlijk recht. De vergunninghouder ziet er nauwgezet op toe dat derden geen schade kunnen ondervinden door de inname.
De houder van de stationeervergunning blijft verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle schade en ongevallen aan derden of aan het openbaar domein, die het gevolg zouden zijn van het plaatsen van een terras, koopwaar en voorwerpen.
De gemeente draagt geen enkele aansprakelijkheid aangaande de privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de erop geplaatste elementen. Het verlenen van een stationeervergunning legt geen enkele verplichting, noch aansprakelijkheid bij de gemeente in verband met het behoeden van de op het openbaar domein geplaatste voorwerpen.
SANCTIES
Art. 43
Inbreuken op ‘Deel 1: politieverordening’ van deze verordening kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 350 euro voor meerderjarige overtreders en maximum 175 euro voor minderjarige overtreders.
Het college van burgemeester en schepenen kan een door de gemeente verleende toelating of vergunning schorsen of intrekken en/of een inrichting tijdelijk of definitief sluiten. Deze sancties kunnen pas opgelegd worden nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen. Die bevat een uittreksel van de overtreden verordening. Deze worden ter kennis gebracht door middel van een aangetekend schrijven, krachtens artikel 45 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Deze sancties kunnen niet opgelegd worden indien voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie reeds straffen of administratieve sancties worden bepaald.
De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij deze verordening voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
RETRIBUTIE EN BELASTINGEN
Art. 44
Het plaatsen van terrassen, koopwaar en voorwerpen op het openbaar domein kan onderworpen worden aan het betalen van een belasting of retributie volgens de bepalingen van het belastingreglement of retributiereglement dat door de gemeenteraad zal aangenomen worden.
Alle kosten gemaakt door de gemeente, veroorzaakt door het niet naleven van de bepalingen van deze verordening, kunnen verhaald worden op de overtreder met toepassing van het belastingreglement of retributiereglement dat door de gemeenteraad zal aangenomen worden.
INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALINGEN
Art. 45
Deze politieverordening treedt in werking op 1 april 2020.
Art. 46
Terrassen, koopwaar en voorwerpen welke niet aan deze politieverordening zijn aangepast, moeten onverwijld verwijderd worden. De bepalingen van artikel 12 zijn overeenkomstig van toepassing.
OPHEFFINGSBEPALINGEN
Art. 47
De politieverordening inzake het privatief gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen en andere ingebruiknemingen van 13 februari 2006 wordt opgeheven met ingang van 1 april 2020.
Artikel 3
De gemeenteraad keurt de gecoördineerde verordening op het plaatsen van terrassen, koopwaren en voorwerpen op het openbaar domein goed:
GECOÖRDINEERDE VERORDENING OP HET PLAATSEN VAN TERRASSEN, KOOPWAREN EN VOORWERPEN OP HET OPENBAAR DOMEIN
DEEL 1: STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING
Art. 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Terras: een opstelling bij of door een horecazaak, bestaande uit tafels en zitmeubelen en eventueel uit bijkomende uitrustingen zoals parasols, menuaankondigingen, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen, zonneluifels om dranken en voedingswaren voor directe consumptie te koop aan te bieden.
Terrasseizoen: periode gedurende dewelke het terras geplaatst kan worden:
Niet-seizoensgebonden terras: van 1 januari tot en met 31 december.
Seizoensgebonden terras: van 1 maart tot 31 oktober.
TOEPASSINGSGEBIED
Art. 2
De bepalingen van deze stedenbouwkundige verordening zijn van toepassing op het grondgebied van de gemeente Mol. Zij hebben betrekking op het plaatsen van seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden terrassen geheel of gedeeltelijk op openbaar domein.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE INRICHTING VAN HET TERRAS
A. BEPALINGEN GEMEEN AAN ALLE TERRASSEN
Art. 3
Een terras kan enkel toegestaan worden indien dit is samengesteld uit kwaliteitsvolle en duurzame materialen, bestand tegen weersinvloeden en geschikt voor intensief horecagebruik.
Art. 4
De afscherming dient te worden aangebracht over de volledige breedte en diepte van het terras, met uitzondering van de toegangsruimten.
Tussen aanpalende terrassen mag een gemeenschappelijke afscherming geplaatst worden, op voorwaarde dat de aanpalende uitbaters onderling akkoord zijn. Dit akkoord moet blijken uit een door beide partijen ondertekende verklaring die wordt toegevoegd aan de aanvraag van de stationeervergunning.
Toegangsruimte(s) moeten uitgeven op een voetpad dat rechtstreeks aansluiting vindt met de openbare weg. Toegangsruimte(s) hebben een maximale breedte van 2,50 meter.
Art. 5
Terrasvloeren, tapijten of enige andere vorm van vloerbedekking in welk materiaal ook, zijn verboden.
Art. 6
Verhoogde vloeren zijn niet toegelaten.
Art. 7
Het gebruik van versieringen uit gemakkelijk ontvlambare materialen, van vloeibare brandstoffen, vloeibaar gemaakte gassen en licht brandbare vaste stoffen op terrassen is verboden.
B. OPEN TERRASSEN
Art. 8
Voor het plaatsen van een seizoensgebonden open terras is enkel een stationeervergunning nodig; voor het plaatsen van een niet-seizoensgebonden open terras is zowel een stationeervergunning als een omgevingsvergunning noodzakelijk.
Art. 9
Een open terras dient te worden voorzien van een afscherming aan de voorzijde en de zijkanten door middel van windschermen en/of bloembakken.
Art. 10
In het geval het terras wordt afgeschermd door windschermen moet dit voldoen aan volgende voorwaarden:
De windschermen mogen zowel volledig doorzichtig zijn als gedeeltelijk onderaan bestaan uit een ondoorzichtig gedeelte. De windschermen moeten evenwel doorzichtig zijn vanaf 100 cm boven het maaiveld. Volledig doorzichtige windschermen moeten op ooghoogte voorzien worden van contrasterende strips, over de volledige breedte van de beglazing. Het gebruikte glas moet gehard veiligheidsglas zijn met een minimum dikte van 5 mm, voorzien van CE keurmerk. De minimale hoogte van het windscherm bedraagt 150 cm, de maximale hoogte 180 cm.
De kleur van de schermen heeft een esthetische relatie met het hoofdgebouw; opzichtige of felle kleuren zijn niet toegestaan. Het aanbrengen van merkreclame op de schermen is niet toegestaan. Er kan wel op sobere, esthetisch verantwoorde manier een verwijzing worden gemaakt naar de uitbating in het hoofdgebouw door bijvoorbeeld het aanbrengen van een logo, tekening of naam van de uitbating.
Alle gebruikte materialen moeten slijtvast, kleurecht en weerbestendig zijn.
Indien gewerkt wordt met “up-down”schermen, waarbij het mogelijk is om de helft van de totale hoogte van het scherm te openen, moet het glas steeds binnen het profiel blijven in geleiders. Hierbij schuift het bovenste deel glas naar beneden achter het onderste vaste deel. Het openen of sluiten kan enkel via een sleutelvergrendeling gebeuren.
De windschermen moeten eenvoudig demonteerbaar zijn.
In het geval het terras wordt afgeschermd door bloembakken moet dit voldoen aan volgende voorwaarden:
De bloembak is minstens 70 cm en maximum 90 cm hoog
Verschillende elementen mogen met elkaar verbonden worden.
De planten worden onderhouden
Art. 11
Voor overdekking van het terras mogen wegneembare parasols of luifels gebruikt worden.
Bij luifels wordt een onderscheid gemaakt tussen luifels die verankerd zijn aan de gevel en deze die niet of slechts deels aan de gevel verankerd zijn en een op zichzelf staand systeem gebruiken. Deze laatste worden niet toegelaten.
Enkel indien een vergunning kan bekomen worden overeenkomstig het Omgevingsvergunningsdecreet en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mag een aan de gevel verankerde luifel worden aangebracht. De luifel moet aan de gevel bevestigd worden overeenkomstig de omgevingsvergunning.
De maximale uitval van de zonneluifel mag niet uitsteken buiten de terraszone. De vrije hoogte onder de zonneluifel moet overal minstens 2,10 meter zijn. Een rechtstreekse verbinding (ondersteuning) met het grondvlak is te allen tijde verboden.
De zonneluifels moeten optrekbaar, inklapbaar, oprolbaar, … zijn.
Opvullingen tussen het windscherm en de zonneluifels worden niet toegestaan.
Enkel op de volant is een logo en reclame toegelaten die betrekking heeft op de naam van de horecazaak of op de producten die in de horecazaak verkocht worden. De reclameletters mogen maximum 10 cm hoog zijn.
C. GESLOTEN TERRASSEN
Art. 12
Voor het plaatsen van een gesloten terras is zowel een stationeervergunning als een omgevingsvergunning noodzakelijk.
Art. 13
Enkel die windschermen die strikt voldoen aan volgende vereisten, mogen geplaatst worden. Andere windschermen dan deze zijn in geen geval toegelaten.
De windschermen mogen zowel volledig doorzichtig zijn als gedeeltelijk onderaan bestaan uit een ondoorzichtig gedeelte. De windschermen moeten evenwel doorzichtig zijn vanaf 100 cm boven het maaiveld. Volledig doorzichtige windschermen moeten op ooghoogte voorzien worden van contrasterende strips, over de volledige breedte van de beglazing. Het gebruikte glas moet gehard veiligheidsglas zijn met een minimum dikte van 5 mm, voorzien van CE keurmerk.
De windschermen zijn minimaal 70 cm hoog
De kleur van de schermen heeft een esthetische relatie met het hoofdgebouw; opzichtige of felle kleuren zijn niet toegestaan. Bij de aanvraag is een kleurstaal of het RAL-nummer gevoegd.
Het aanbrengen van merkreclame op de schermen is niet toegestaan. Er kan wel op sobere, esthetisch verantwoorde manier een verwijzing worden gemaakt naar de uitbating in het hoofdgebouw door bijvoorbeeld het aanbrengen van een logo, tekening of naam van de uitbating.
Alle gebruikte materialen moeten slijtvast, kleurecht en weerbestendig zijn.
Indien gewerkt wordt met “up-down”schermen, waarbij het mogelijk is om de helft van de totale hoogte van het scherm te openen, moet het glas steeds binnen het profiel blijven in geleiders. Hierbij schuift het bovenste deel glas naar beneden achter het onderste vaste deel. Het openen of sluiten kan enkel via een sleutelvergrendeling gebeuren.
De windschermen moeten eenvoudig demonteerbaar zijn.
Art. 14
Voor overdekking van het terras mogen wegneembare luifels gebruikt worden, steeds binnen de omsluiting.
Enkel indien een vergunning kan bekomen worden overeenkomstig het Omgevingsvergunningsdecreet en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mag een aan de gevel verankerde luifel worden aangebracht. De luifel moet aan de gevel bevestigd worden overeenkomstig de omgevingsvergunning.
De maximale uitval van de zonneluifel mag niet uitsteken buiten de terraszone. De vrije hoogte onder de zonneluifel moet overal minstens 2,10 meter zijn.
De zonneluifels moeten optrekbaar, inklapbaar, oprolbaar, … zijn.
Enkel op de volant is een logo en reclame toegelaten die betrekking heeft op de naam van de horecazaak of op de producten die in de horecazaak verkocht worden. De reclameletters mogen maximum 10 cm hoog zijn.
SANCTIES
Art. 15
Inbreuken op ‘Deel 2: stedenbouwkundige verordening’ van deze verordening worden gesanctioneerd overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het decreet van 25 april 2015 betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning.
INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALINGEN
Art. 16
Deze stedenbouwkundige verordening treedt in werking op 1 maart 2019.
Art. 17
De terrassen waarvoor voor de inwerkingtreding van deze verordening een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning werd afgeleverd, dienen niet te voldoen aan de bepalingen van deze stedenbouwkundige verordening mits de voorwaarden van de vergunning worden nageleefd en er geen aanpassingen aan het terras gebeuren.
Bestaande terrassen die op 1 maart 2019 niet aan deze verordening zijn aangepast of nieuwe terrassen die niet aan de verordening voldoen, moeten onverwijld verwijderd worden.
OPHEFFINGSBEPALINGEN
Art. 18
De stedenbouwkundige verordening voor het plaatsen van terrassen van 22 december 2008 wordt opgeheven met ingang van 1 maart 2019.
DEEL 2: POLITIEVERORDENING
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Art. 19
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Horecazaak: hotel, restaurant, café en iedere andere handelszaak die binnenin permanent ingericht is om bereide voedingswaren en/of dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse, al dan niet gecombineerd met een winkelfunctie. Nachtwinkels, telefoonwinkels, krantenkiosken en dergelijke vallen daar niet onder.
Koopwaar en voorwerpen: koopwaren, verkoopsstellingen, koel- of drankinstallaties of inrichtingen voor de verkoop van etenswaren, banken, bakken, reclameborden en andere voorwerpen dienstig voor de uitbating van een handelszaak die op het openbaar domein worden geplaatst, uitgezonderd een terras.
Openbaar domein: de gehele openbare wegen- en pleininfrastructuur met mogelijk toebehoren, beheerd door een bestuurlijke overheid en toegankelijk voor het publiek.
Terras: een opstelling bij of door een horecazaak, bestaande uit tafels en zitmeubelen en eventueel uit bijkomende uitrustingen zoals parasols, menuaankondigingen, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen, zonneluifels om dranken en voedingswaren voor directe consumptie te koop aan te bieden. Een terras bevindt zich op het gelijkvloers.
Terrasseizoen: periode gedurende dewelke het terras geplaatst kan worden:
Niet-seizoensgebonden terras: van 1 januari tot en met 31 december.
Seizoensgebonden terras: van 1 maart tot 31 oktober.
Vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon die de handelszaak of horecazaak uitbaat waarvoor een stationeervergunning voor inname van het openbaar domein werd afgeleverd; of bij gebreke aan een uitbater de eigenaar van het pand.
TOEPASSINGSGEBIED
Art. 20
De bepalingen van deze politieverordening zijn van toepassing op het grondgebied van de gemeente Mol. Zij hebben betrekking op het plaatsen van seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden terrassen en op het plaatsen van koopwaar en voorwerpen geheel of gedeeltelijk op openbaar domein.
STATIONEERVERGUNNING - ALGEMEEN
Art. 21
Onverminderd de toepassing van de regelgeving inzake stedenbouw, is er voor het plaatsen van een terras, koopwaar en voorwerpen op het openbaar domein een stationeervergunning nodig voor het privatief gebruik ervan. De vergunning wordt verleend door de burgemeester.
Art. 22
De stationeervergunning die wordt afgeleverd op basis van deze verordening moet steeds aanwezig zijn in de handelszaak.
De vergunninghouder of diens aangestelde zal tijdens de normale openingsuren steeds aan alle bevoegde personen toelating geven voor controle en bezichtiging van de ingebruikname van het openbaar domein en zal de stationeervergunning op verzoek moeten voorleggen.
PROCEDURE STATIONEERVERGUNNING
Art. 23
Elke aanvraag om een terras, koopwaar of voorwerpen op te stellen op het openbaar domein moet gericht worden aan de burgemeester. De aanvraag moet schriftelijk of via het e-loket gebeuren minstens 45 kalenderdagen voor de gewenste ingebruikname van het openbaar domein.
Bij een eerste aanvraag tot stationeervergunning dienen volgende documenten te worden gevoegd:
• Volledig ingevuld officieel aanvraagformulier.
• Een duidelijk inplantingsplan met de nodige afmetingen van het in te nemen openbaar domein, de voorziene inplanting van het terras, koopwaar of voorwerpen, alsmede een aanduiding van alle hindernissen (parkeermeters, bomen, trottoirkasten van nutsmaatschappijen, verlichtingspalen, vuilbakken, …) en andere aanwezige toebehoren van het openbaar domein (gasafsluiters, kolken, …) aanwezig in een zone van minimum 2 meter rond de gevraagde oppervlakte.
• minstens 3 relevante kleurfoto’s van de in gebruik te nemen oppervlakte en het aangrenzend pand of gebied.
• een plaatsbeschrijving van het openbaar domein met vermelding van eventuele gebreken (gestaafd door fotomateriaal). Indien deze plaatsbeschrijving ontbreekt, wordt het openbaar domein in goede staat geacht.
• Een gedetailleerde beschrijving van de gebruikte voorwerpen en materialen (technische tekening, attesten, foto’s en/of afbeeldingen), het aantal, de vorm, de aard, de kleur(en), de materialen en afmetingen van alle voorwerpen en hun eventuele verankeringen van de terraselementen; dit moet toelaten een duidelijk beeld te vormen van de beoogde inname.
Indien van toepassing dient elke aanvraag tevens volgende gegevens te bevatten:
• Bij de plaatsing van windschermen een kleurstaal of RAL-nummer van het windscherm.
• Bij plaatsing van een gemeenschappelijk windscherm tussen aanpalende terrassen: een door beide exploitanten ondertekende verklaring waaruit blijkt dat beide partijen onderling akkoord zijn.
• Bij plaatsing van een parasol of zonneluifel: een kopie van het attest waaruit blijkt dat het textiel van het zonnescherm minimum klasse M1 heeft en een officieel goedgekeurd testrapport dat ze bestand zijn tegen windkracht 7.
• Bij plaatsing van verwarmingselementen: een kopie van een geldig attest afgeleverd door een erkend controleoganisme.
• Voor aanvragen waarvoor ook een omgevingsvergunning moet afgeleverd worden moet de aanvraag minstens vergezeld zijn van een ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs voor de betreffende aanvraag.
De aanvraag kan als onvolledig worden afgewezen indien het formulier niet volledig is ingevuld of niet alle bijlagen bij de aanvraag zijn gevoegd.
Art. 24
De stationeervergunning wordt afgeleverd door de burgemeester. De beslissing over de aanvraag voor de stationeervergunning wordt genomen binnen een termijn van 45 kalenderdagen vanaf de dag van de verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van de volledige en correcte aanvraag.
De burgemeester kan in de beslissing gemotiveerd bijkomende voorwaarden opleggen die de vergunninghouder dient na te leven.
De burgemeester kan de aanvraag gemotiveerd weigeren, bijvoorbeeld omdat de voorwaarden van de voorgaande vergunning niet werden nageleefd of omdat de omgevingsvergunning geweigerd werd of niet nageleefd werd.
De beslissing wordt aan de aanvrager overgemaakt.
Art. 25
Bij iedere daaropvolgende aanvraag tot hernieuwing van de stationeervergunning volstaat een schrijven aan de burgemeester waarbij expliciet vermeld wordt dat het om een eerder vergund en dus hetzelfde terras, dezelfde koopwaar of voorwerpen gaat.
De stationeervergunning moet opnieuw worden aangevraagd volgens de hierboven vermelde bepalingen wanneer er zich een wijziging voordoet van het vergunde terras, de koopwaar of voorwerpen. Iedere wijziging of vervanging van een terras, koopwaar of voorwerpen geeft aanleiding tot een nieuwe vergunningsaanvraag en maakt steeds het voorwerp uit van een afzonderlijke vergunning.
DUUR VAN DE STATIONEERVERGUNNING
Art. 26
Voor seizoensgebonden terrassen wordt de stationeervergunning verstrekt voor de duur van 1 terrasseizoen, namelijk van 1 maart tot 31 oktober. De burgemeester kan beslissen dat het terrasseizoen vroeger of later aanvangt en/of eindigt.
Voor niet-seizoensgebonden terrassen wordt de stationeervergunning verstrekt voor onbepaalde duur.
Voor koopwaren en voorwerpen wordt de stationeervergunning verstrekt voor onbepaalde duur.
Art. 27
De burgemeester kan de stationeervergunning te allen tijde gemotiveerd eenzijdig wijzigen, opschorten of opheffen om redenen van algemeen belang, zoals bijvoorbeeld bij heraanleg van het openbaar domein. De vergunning vervalt bovendien indien:
• de in de vergunning vermelde termijn verstrijkt
• de vergunninghouder er schriftelijk aan verzaakt
• er een gewijzigde stationeervergunning op dezelfde plaats wordt goedgekeurd
De vergunninghouder kan in geen geval aanspraak maken op een schadevergoeding.
VERWIJDERING TERRAS, KOOPWAAR EN ANDERE VOORWERPEN
Art. 28
De burgemeester behoudt zich het recht voor om in het kader van het openbaar belang, de openbare orde of de openbare veiligheid, bij uitzonderlijke manifestaties, kermissen of markten de tijdelijke verwijdering van het terras, de koopwaar en voorwerpen op eerste verzoek te vorderen.
Eveneens op het eerste verzoek van de politie of de aanwezige verantwoordelijke van de hulpdiensten moet, in geval van gevaar en voor doorgang van politie- en/of hulpdiensten of bij maatregelen van openbare veiligheid, het terras, de koopwaar en voorwerpen onmiddellijk worden weggenomen door de vergunninghouder of het personeel.
Er is geen recht op schadevergoeding voor de vergunninghouder. De kosten voor de ontruiming van het terras, de koopwaar en voorwerpen zijn ten laste van de vergunninghouder en kunnen niet verhaald worden op de overheid.
Art. 29
Indien werken dienen te worden uitgevoerd aan het openbaar domein of aan openbare nutsleidingen moet de vergunninghouder dit gedogen zonder een recht op schadevergoeding, welke ongemakken er ook het gevolg van zijn. Indien nodig, dient de vergunninghouder zelf de terraselementen (windschermen, parasols, meubilair, …) te verplaatsen zodanig dat het openbaar domein vrijgemaakt wordt voor de uit te voeren werken, zonder enig recht op schadevergoeding
Art. 30
Onmiddellijk na het verstrijken van de vergunde termijn, evenals in geval van opschorting, verval of opheffing van de vergunning moeten het terras, de koopwaar en voorwerpen met alle constructies worden weggenomen en moet het openbaar domein onmiddellijk hersteld worden in de staat waarin het zich bevond voor de ingebruikname door de vergunninghouder. Alle eventuele sporen van bevestiging op de verharding van het openbaar domein moeten worden verwijderd.
Het verwijderen van een seizoensgebonden terras moet uiterlijk gebeuren in de week volgend op het einde van het terrasseizoen. In de periode tussen twee terrasseizoenen moeten de openingen in het openbaar domein op een veilige en esthetische manier worden afgedicht, obstakelvrij en vrij van hoogteverschillen.
Indien de vergunninghouder na ingebrekestelling per brief weigert het terras of de koopwaar en voorwerpen te verwijderen of de verwijdering niet correct gebeurde, kunnen het betrokken terras, de koopwaar of voorwerpen door de gemeentediensten verwijderd worden en het openbaar domein hersteld op kosten van de overtreder, zonder dat deze eventuele schade of winstderving kan verhalen op de gemeente. De kosten voor verwijdering en herstel zullen worden doorgerekend aan de vergunninghouder.
POLITIONELE VOORWAARDEN VOOR HET PLAATSEN VAN EEN TERRAS, KOOPWAAR EN VOORWERPEN
A. VOORWAARDEN VOOR TERRASSEN, KOOPWAAR EN VOORWERPEN
Art. 31
Het terras, de koopwaar en voorwerpen mogen pas opgesteld worden nadat de stationeervergunning door de burgemeester werd afgeleverd.
Het verkrijgen van een stationeervergunning stelt de aanvrager niet vrij van het bekomen van een eventueel noodzakelijke omgevingsvergunning.
Het opstellen van een seizoensgebonden terras mag ten vroegste gebeuren in de week die voorafgaat aan het begin van het terrasseizoen.
Art. 32
De breedte van het terras of de koopwaar en voorwerpen mag de gevelbreedte van het handelspand waarvoor het geplaatst wordt niet overschrijden. In- en uitritten dienen te allen tijde vrij te blijven. Iedere toegang naar woningen en kantoren, e.d., moet steeds over de volle breedte van deze toegang vrij blijven.
De minimumafstand tussen de voorkant van het terras, de koopwaar en voorwerpen en de rijweg bedraagt minstens 1,50 m (boordsteen inbegrepen). Deze loopweg van minstens 1,50 m dient obstakelvrij te zijn en vrij van hoogteverschillen. Er dient tevens een vrije hoogte van 2,10 meter te zijn over de volledige loopweg. De burgemeester kan voor bepaalde zones of straten een terraslijn vastleggen waarbij een bredere loopweg wordt voorzien.
Art. 33
Voorzieningen van openbaar nut, zoals hydranten, straatkolken, verlichtingsmasten en toegangen tot openbare nutsvoorzieningen moeten altijd goed en vlot bereikbaar blijven. Met betrekking tot de hydranten moet erop gewezen worden dat brandweerslangen gekoppeld moeten kunnen worden aan de hydrant. Hiervoor moet de noodzakelijke ruimte beschikbaar zijn.
Art. 34
In het openbaar domein mogen geen ondergrondse leidingen ten behoeve van een vergunde inname van het openbaar domein aangebracht worden. Deze leidingen dienen bovengronds, via daartoe bestemde leidinggootjes, afgeschermd te worden en geen hinder te veroorzaken aan de circulatie op of aan het onderhoud van het openbaar domein.
Art. 35
Het terras, de koopwaar en voorwerpen dienen steeds in goede staat van onderhoud en netheid gehouden worden.
Dagelijks wordt de ingenomen ruimte en de onmiddellijke omgeving door de vergunninghouder of diens aangestelde zuiver gemaakt van alle afval.
Art. 36
De vergunninghouder dient er op toe te zien dat de begrenzing van de ingenomen zone, zoals bepaald in de stationeervergunning, steeds gerespecteerd wordt. Buiten de vergunde inname mag niets op het openbaar domein worden geplaatst.
De vergunninghouder blijft steeds verantwoordelijk voor een correcte plaatsing, zelfs als het terrasmeubilair, de koopwaar of voorwerpen door de klanten of derden worden verplaatst.
De vergunninghouder blijft verantwoordelijk voor het naleven van de gestelde maatregelen en hij zal er op toezien dat de in de stationeervergunning vermelde vrije ruimte niet wordt ingenomen door cliënteel, fietsen, bromfietsen en obstakels en dat de klanten en verbruikers de voorbijgangers niet hinderen of lastig vallen.
B. VOORWAARDEN SPECIFIEK VOOR TERRASSEN
Art. 37
De windschermen of bloembakken moeten veilig en stevig bevestigd zijn. Een verankeringsplaats dient op een esthetische en veilige manier verborgen te worden als het desbetreffende element niet wordt geplaatst. Verankeringspunten en -elementen mogen geen schade veroorzaken noch hinder of gevaar vormen voor personen en/of voertuigen.
Bij wijziging van de verankeringspunten, dient de plaats onmiddellijk in zijn oorspronkelijke staat hersteld te worden. Deze werken zullen uitgevoerd worden door de gemeente. Alle kosten vallen ten laste van de vergunninghouder, of bij gebreke aan vergunninghouder ten laste van de eigenaar van het pand waarvoor het terras werd opgesteld.
Bij eventuele gebeurlijke schade aan het openbaar domein, zal deze door de gemeente hersteld worden na tegensprekelijke schadevaststelling op kosten van de vergunninghouder.
Art. 38
Het plaatsen van verlichtingselementen op de terrassen wordt toegestaan onder volgende voorwaarden:
• Het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen wordt beperkt tot de noodwendigheden betreffende uitbating en veiligheid; de verlichting is zo geconcipieerd dat niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt.
Het verlichtingsniveau wordt laag gehouden, zodanig dat de nevenliggende panden of het verkeer hiervan geen hinder ondervinden.
De installatie van de verlichtingselementen voldoet aan de bepalingen opgelegd in het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties).
De verlichting mag enkel branden tijdens de openingsuren van de zaak.
Kabels en andere nutsvoorzieningen mogen niet lopen op of over de openbare weg.
De plaatsen waar de verlichtingselementen worden aangebracht dienen expliciet te worden vermeld in de aanvraag voor de omgevingsvergunning.
Art. 39
Het aanbrengen van verwarmingsbronnen is toegestaan, mits men hiervoor in bezit is van een geldig attest afgeleverd door een erkend controleorganisme. Dit keuringsattest moet jaarlijks aan het gemeentebestuur voorgelegd worden.
Verplaatsbare verwarmingstoestellen of houders met vloeibaar gemaakte petroleumgassen zijn niet toegelaten.
De verwarmingstoestellen moeten op een voldoende afstand van brandbare stoffen en materialen opgesteld staan of er zodanig van afgezonderd zijn dat brandgevaar of aanraking voorkomen wordt. De verwarmingstoestellen moeten stabiel binnen de terraszone opgesteld worden.
Het plaatsen van vuurkorven, barbecues, e.d. op terrassen wordt niet toegelaten.
Art. 40
Het materiaal waaruit zonneluifels en parasols zijn vervaardigd, moet voldoen aan brandklasse “M1 - niet ontvlambaar”, wat aangetoond moet kunnen worden met een attest.
De parasols/luifels moeten bestand zijn tegen windkracht 7. Dit dient aantoonbaar te zijn met officiële goedgekeurde testrapporten.
Elke parasol moet voorzien zijn van één centrale voetsteun, die op geen enkel moment mag verankerd worden in de grond. De voet van de parasol moet dermate stevig en zwaar zijn, dat de parasol niet omvalt of wegwaait. De parasols mogen niet buiten de terraszone uitsteken.
AANSPRAKELIJKHEID
Art. 41
De stationeervergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, indien deze nodig zouden zijn.
Art. 42
De stationeervergunning stelt de aanvrager niet vrij van zijn verplichtingen op grond van het burgerlijk recht. De vergunninghouder ziet er nauwgezet op toe dat derden geen schade kunnen ondervinden door de inname.
De houder van de stationeervergunning blijft verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle schade en ongevallen aan derden of aan het openbaar domein, die het gevolg zouden zijn van het plaatsen van een terras, koopwaar en voorwerpen.
De gemeente draagt geen enkele aansprakelijkheid aangaande de privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de erop geplaatste elementen. Het verlenen van een stationeervergunning legt geen enkele verplichting, noch aansprakelijkheid bij de gemeente in verband met het behoeden van de op het openbaar domein geplaatste voorwerpen.
SANCTIES
Art. 43
Inbreuken op ‘Deel 1: politieverordening’ van deze verordening kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 350 euro voor meerderjarige overtreders en maximum 175 euro voor minderjarige overtreders.
Het college van burgemeester en schepenen kan een door de gemeente verleende toelating of vergunning schorsen of intrekken en/of een inrichting tijdelijk of definitief sluiten. Deze sancties kunnen pas opgelegd worden nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen. Die bevat een uittreksel van de overtreden verordening. Deze worden ter kennis gebracht door middel van een aangetekend schrijven, krachtens artikel 45 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Deze sancties kunnen niet opgelegd worden indien voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie reeds straffen of administratieve sancties worden bepaald.
De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij deze verordening voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
RETRIBUTIE EN BELASTINGEN
Art. 44
Het plaatsen van terrassen, koopwaar en voorwerpen op het openbaar domein kan onderworpen worden aan het betalen van een belasting of retributie volgens de bepalingen van het belastingreglement of retributiereglement dat door de gemeenteraad zal aangenomen worden.
Alle kosten gemaakt door de gemeente, veroorzaakt door het niet naleven van de bepalingen van deze verordening, kunnen verhaald worden op de overtreder met toepassing van het belastingreglement of retributiereglement dat door de gemeenteraad zal aangenomen worden.
INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALINGEN
Art. 45
Deze politieverordening treedt in werking op 1 april 2020.
Art. 46
Terrassen, koopwaar en voorwerpen welke niet aan deze politieverordening zijn aangepast, moeten onverwijld verwijderd worden. De bepalingen van artikel 12 zijn overeenkomstig van toepassing.
OPHEFFINGSBEPALINGEN
Art. 47
De politieverordening inzake het privatief gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen en andere ingebruiknemingen van 13 februari 2006 wordt opgeheven met ingang van 1 april 2020.
BESLUIT
Artikel 1
*** wordt voorgedragen als kandidaat-bestuurder die de politieke actor uit de gemeente Mol vertegenwoordigt in de Stichting Lokaal Fonds.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan MONA.
BESLUIT
Artikel 1
Op basis van de bekomen documenten (en de toelichtende nota) worden de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van de Sociale Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen van 31 maart 2020, zoals overgemaakt per aangetekende brief van 15 februari 2020, goedgekeurd.
Artikel 2
De gemeente Mol stelt vast en wijst aan als bijzondere gemachtigde, met recht van indeplaatsstelling, de heer Willy Vanderstraeten, vereffenaar van de Sociale Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen, wonende te KOKSIJDE, om op de algemene vergadering van de Sociale Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen van 31 maart 2020 conform dit besluit te handelen en te beslissen. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de heer Willy Vanderstraeten gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan de vereffenaar van de Sociale Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen, de heer Willy Vanderstraeten.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad besluit om het aantal leden van de gecoro vast te leggen op 14 en de verdeling tussen de deskundigen en maatschappelijke geledingen vast te leggen op 5 deskundigen en 9 maatschappelijke geledingen.
Artikel 2
De gemeenteraad besluit om onderstaande maatschappelijke geledingen vast te leggen:
− Milieu (2 effectieve leden en 2 vervangende leden)
− Landbouw (2 effectieve leden en 2 vervangende leden)
− Toerisme/centrum (2 effectieve leden en 2 vervangende leden)
− Industrie (1 effectief lid en 1 vervangend lid)
− Nucleaire sector (1 effectief lid en 1 vervangend lid)
− Lokale economie/Unizo (1 effectief lid en 1 vervangend lid)
Artikel 3
De gemeenteraad benoemt onderstaande leden van de gecoro.
EFFECTIEVE LEDEN
Deskundigen
Naam |
|
| Deskundigheid |
Stein Geuens |
|
| Architect-stedenbouwkundige Diensthoofd ruimtelijke planning en mobiliteit stad Lommel |
Karen Geysen |
|
| Architect |
Fran Weyns |
|
| Campusdirecteur |
Frédéric Wattecamps |
|
| Architect |
Anja Vanhoof |
|
| Architect |
Maatschappelijke geledingen
Naam |
|
| Geleding |
Ann Cassier |
|
| Milieu |
Jan Claes |
|
| Milieu |
Fons Lommelen |
|
| Landbouw |
Koen Lommelen |
|
| Landbouw |
Guido Vermeulen |
|
| Toerisme/Centrum |
Ilja Terwinghe |
|
| Toerisme/Centrum |
Dirk Gheys |
|
| Industrie |
Jan Veraghtert |
|
| Nucleaire sector |
Sylvia Elen |
|
| Lokale economie/Unizo |
PLAATSVERVANGENDE LEDEN
Deskundigen
Naam |
|
| Deskundigheid | Vervanger van |
Maud Verbist |
|
| Architect | Karen Geysen |
Steven Vleugels |
|
| Deskundige wonen IOK | Fran Weyns |
Philip Vandekerckhove |
|
| Verkavelaar | Frédéric Wattecamps |
An De Wilde |
|
| Architect | Anja Vanhoof |
Maatschappelijke geledingen
Naam |
|
| Geleding | Vervanger van |
Jan Verstricht |
|
| Milieu | Ann Cassier |
Peter Zimmerman |
|
| Milieu | Jan Verstricht |
Wesley Boënne |
|
| Landbouw | Fons Lommelen |
Maximilien de Broqueville |
|
| Landbouw | Koen Lommelen |
Ludwig Wouters |
|
| Toerisme/centrum | Guido Vermeulen |
Tom Geboers |
|
| Toerisme/centrum | Ilja Terwinghe |
Jonkers Yves |
|
| Industrie | Dirk Gheys |
Sven Nicolai |
|
| Nucleaire sector | Jan Veraghtert |
Urbain Verbruggen |
|
| Lokale economie/Unizo | Sylvia Elen |
Artikel 4
De gemeenteraad benoemt Stein Geuens tot voorzitter van de gecoro.
Artikel 5
De gemeenteraad benoemt Joost Ouderits als secretaris van de gecoro.
Artikel 3
De gemeenteraad benoemt Frédéric Wattecamps als ondervoorzitter van de gecoro.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering van 28 april 2020 van de EVA vzw Cultuurcentrum Mol, de jaarrekening 2019, het budget 2021 en de aanpassing van de gecoördineerde statuten goed.
Artikel 2
De gemeentelijke vertegenwoordiger wordt gemandateerd om op de algemene vergadering van EVA vzw Cultuurcentrum Mol van 28 april 2020 conform dit besluit te handelen en te beslissen. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de gemeentelijke vertegenwoordiger gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan EVA vzw Cultuurcentrum Mol.
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het ontwerp van Strategisch Veiligheids- en Preventieplan 2020 goed zonder wijzigingen.
Artikel 2
Het dossier wordt overgemaakt aan de Directie Lokale Integrale Veiligheid.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het jaarlijks evaluatieverslag 2019 van de interlokale vereniging Onderwijs Balen - Dessel -Mol goed.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de lestijden vanaf de instapdatum van 2 maart 2020 vast op 5 lestijden in het ambt van kleuteronderwijzer aan gbs Alles Kids, Pastoor Vaesstraat 24:
− 3/24 lestijden kleuteronderwijzer worden ingericht in het ambt van kleuteronderwijzer.
− 2/24 lestijden kleuteronderwijzer worden omgezet naar 3/32 uren kinderverzorger.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de lestijden vanaf de instapdatum van 2 maart 2020 vast op 5 lestijden in het ambt van kleuteronderwijzer aan gbs De Zandloper, Gemeenteheistraat 1.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de lestijden vanaf de instapdatum van 2 maart 2020 vast op 11 lestijden in het ambt van kleuteronderwijzer aan gbs Klim-op, Ginderbuiten 212.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de lestijden vanaf de instapdatum van 2 maart 2020 vast op 4 lestijden in het ambt van kleuteronderwijzer aan gbs Mozawiek, Schoolstraat 3.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad geeft goedkeuring om de scholengemeenschap van het gemeentelijk basisonderwijs te vernieuwen vanaf 1 september 2020.
De scholengemeenschap TROTS (instellingsnummer 121491) bestaat uit volgende scholen:
• GBS Alles Kids, Pastoor Vaesstraat 24, 2400 Mol 9051
• GBS De Zandloper, Gemeenteheistraat 1, 2400 Mol 123445
• GBS Klim-Op, Ginderbuiten 212, 2400 Mol 8987
• GBS Mozawiek, Schoolstraat 3, 2400 Mol 8995
• SAIGO Sterrenbos, Don Boscostraat 37, 2400 Mol 25726
BESLUIT
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het bijgevoegde samenwerkingscontract tussen de gewone gemeentelijke basisscholen en het CLB GO! Fluxus, dat ingaat vanaf 1 september 2020, goed.
Artikel 2
Een afschrift van het goedgekeurde samenwerkingscontract tussen de gewone gemeentelijke basisscholen wordt overgemaakt aan de scholen, aan het CLB GO! Fluxus en aan het Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten (OVSG).
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 13 maart 2020 inzake het verbod gebruik gemeentelijke gebouwen en schoolgebouwen door externen en sluiting gemeentelijke sporthallen.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 13 maart 2020 inzake het sluiting Sunparks Kempense Meren.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 13 maart 2020 inzake sluiting EuroParcs Resort De Kempen.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 18 maart 2020 inzake het verbod op het bijwonen van de gemeenteraad voor publiek.
BESLUIT
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 20 maart 2020 inzake de opheffing van de sluiting van alle indoor zwembaden en waterrecreaties op het grondgebied van de gemeente Mol en de opheffing van het verbod om alle gemeentelijke gebouwen en alle gebouwen van scholen op het grondgebied van de gemeente Mol te gebruiken of te laten gebruiken door externen.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.