ZITTING VAN MAANDAG 14 DECEMBER 2020

 

Aanwezig:

voorzitter

Peter Van Rompaey

burgemeester

Wim Caeyers

schepenen

Andreas Verbeke, Lieve Heurckmans, Hilde Valgaeren, Hans De Groof, Maria Belmans, Frederik Loy, Wendy Soeffers

raadsleden

Servais Verherstraeten, Luc Van Craenendonck, Hans Schoofs, Koen Van Gompel, Paul Vanhoof, Jos Lodewijckx, Tomas Sergooris, Lotte Vreys, Jan Vangheel, Zehra Ünlü, Solange Abbeloos, Ria Melis, Davy Geboers, Hanne Paepen, Anneleen Dom, Els Ceulemans, Maarten Van Camp, Chris Xhenseval, Lander Geyzen, Masha Celen, Bas Van Olmen, Sofie Molenberghs, Koen Boeckx, Nele Van Roey

algemeen directeur

Stefan Hendrix

 

 

Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

POLITIEVERORDENING - DIGITALE GEMEENTERAAD EN RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZONDER FYSIEK PUBLIEK MAAR MET LIVESTREAMING OP 9 NOVEMBER 2020 - BEKRACHTIGING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Het COVID-19 virus verspreidt zich nog steeds binnen Europa en België.

Om de verspreiding van dit virus tegen te gaan hebben de federale en Vlaamse regering de afgelopen maanden diverse maatregelen genomen.

Gezien de huidige gezondheidssituatie kan 'fysiek vergaderen' nog steeds niet langer als uitgangspunt worden aangehouden.

Bijgevolg is het aangewezen om de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn digitaal te laten plaatsvinden. Hiertoe werden de fractieleiders gecontacteerd, die akkoord gaan met de digitale vergadering van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 14 december 2020.

 

Volgens de richtlijnen van ABB is digitaal vergaderen mogelijk onder bepaalde voorwaarden:

 

"Als het lokaal bestuur, gelet op de gezondheidsituatie, digitaal vergaderen de aangewezen vergadervorm acht:

Daaraan zijn 3 voorwaarden verbonden:

1. De wijze van vergaderen (digitaal) en de motivering (gezondheidssituatie) wordt vastgelegd in een burgemeestersbesluit (politieverordening) op grond van artikels 134, §1 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet.

2. De digitale gemeenteraad moet openbaar te volgen zijn via een audiovisuele livestream. Een audiostream volstaat niet om aan de openbaarheid te voldoen. De webtoepassing van de gemeente communiceert hoe pers en publiek de vergadering kunnen volgen via de livestream.

3. De procedure voor geheime stemming moet aan de noodzakelijke democratische voorwaarden voldoen."

 

Op 2 december 2020 besliste de burgemeester dan ook dat de raad voor maatschappelijk welzijn en gemeenteraad digitaal plaatsvinden zonder fysiek publiek, maar met live-streaming zodat het publiek deze raden wel digitaal kan volgen.

 

Juridische gronden

Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester een politieverordening kan maken in geval van onvoorziene gebeurtenissen waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, onder de verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

 

Bijlage

1) besluit van de burgemeester van 2 december 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De opdracht van de gemeenten bestaat in het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op de openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. 

Deze bevoegdheid heeft onder andere betrekking op het handhaven van de openbare gezondheid. Er moeten nog steeds maatregelen genomen worden om de verdere verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan in het kader van de bescherming van de openbare gezondheid.

Deze maatregelen zijn noodzakelijk om te vermijden dat de gezondheidszorg onder zodanig zware druk komt te staan, dat de algemene zorgverlening volledig in het gedrang komt.

Om de gemeenteraadsleden en het publiek zoveel mogelijk de mogelijkheid te geven om de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 14 december 2020 te kunnen bijwonen, wordt beslist om deze raden digitaal te laten plaatsvinden zonder fysiek publiek, maar met live-streaming zodat het publiek deze raden wel digitaal kan volgen en het principe van de openbaarheid wordt gerespecteerd.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 2 december 2020 inzake de digitale gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn zonder fysiek publiek maar met livestreaming op 14 december 2020.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

PUNT BIJ HOOGDRINGENDHEID - BEKRACHTIGING POLITIEVERORDENING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Op 10 december 2020 werd volgende politieverordening door de burgemeester getroffen:

politieverordening - verstrenging coronamaatregelen voor vrijetijdsactiviteiten voor -12 jarigen - goedkeuring

 

Juridische gronden

Artikel 23 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt: "Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen als het geringste uitstel gevaar zou kunnen opleveren. Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door tenminste twee derden van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld".

 

Bijlagen

1) besluit van de burgemeester van 10 december 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Op 10 december 2020 heeft de burgemeester een politieverordening getroffen.

 

Dit besluit is slechts geldig mits de bekrachtiging op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Aangezien de agenda van de gemeenteraad reeds verstuurd was op het ogenblik dat de burgemeester dit besluit trof, dient dit punt bij spoedeisendheid te worden behandeld.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De voorzitter van de gemeenteraad verzoekt de raadsleden akkoord te gaan met de toevoeging en de behandeling van volgend agendapunt bij hoogdringendheid:

politieverordening - verstrenging coronamaatregelen voor vrijetijdsactiviteiten voor -12 jarigen  - bekrachtiging

 

Aan de stemming over de hoogdringendheid nemen 33 raadsleden deel.

 

Volgende raadsleden spreken zich uit over de hoogdringendheid en de behandeling van het agendapunt: W. Caeyers, A. Verbeke, L. Heurckmans, H. Valgaeren, H. De Groof, M. Belmans, F. Loy, W. Soeffers, S. Verherstraeten, H. Schoofs, L. Van Craenendonck, P. Van Rompaey, K. Van Gompel, P. Vanhoof, J. Lodewijckx, T. Sergooris, L. Vreys, J. Vangheel, Z. Ünlü, S. Abbeloos, R. Melis, D. Geboers, H. Paepen, A. Dom, M. Van Camp, L. Geyzen, B. Van Olmen, S. Molenberghs, K. Boeckx, C. Xhenseval, E. Ceulemans, M. Celen en N. Van Roey.

 

Artikel 2

De behandeling van het agendapunt '

politieverordening - verstrenging coronamaatregelen voor vrijetijdsactiviteiten voor -12 jarigen  - bekrachtiging' wordt goedgekeurd.

 

Artikel 3

Het agendapunt wordt besproken als laatste punt van de agenda in de openbare zitting.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

NOTULEN GEMEENTERAAD - 9 NOVEMBER 2020 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De gemeenteraad vergaderde in zitting van 9 november 2020.

 

De notulen en het verslag van de toegevoegde agenda van deze gemeenteraad werden in Meeting.mobile gekoppeld als bijlage aan dit agendapunt.

 

Juridische gronden

Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de notulen van de vergadering van de gemeenteraad worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur overeenkomstig artikelen 277 en 278.

Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 33 § 1 van het huishoudelijk reglement - goedgekeurd op de gemeenteraad van 11 maart 2019 - bepaalt dat de notulen van de gemeenteraad alle besproken onderwerpen vermelden in chronologische volgorde, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

 

Artikel 34 § 1 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat de notulen van de vergadering van de gemeenteraad onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur worden opgesteld overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur. 

 

Bijlagen

1)      Notulen met verslag toegevoegde agenda gemeenteraad 9 november 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het is verplicht dat de notulen van de vorige gemeenteraad worden goedgekeurd op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De notulen van de gemeenteraad van 9 november 2020 worden goedgekeurd.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

JAARREKENING 2019 - BESLUIT GOUVERNEUR - KENNISNAME

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De gemeenteraad heeft op 22 juni 2020 de jaarrekening over het financiële boekjaar 2019 vastgesteld.

Op 29 juni 2020 bezorgde het gemeentebestuur van de gemeente Mol de digitale rapportering aan de toezichthoudende overheid. 

Op 19 november 2020 nam de gouverneur van de provincie Antwerpen een besluit tot goedkeuring van deze jaarrekening.

 

Juridische gronden

Artikel 332, §1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Bijlage

1) besluit van de gouverneur van de provincie Antwerpen van 19 november 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het besluit van de gouverneur dient conform het decreet over het lokaal bestuur ter kennisname gebracht te worden op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Antwerpen van 19 november 2020, waarin de jaarrekening over het financiële boekjaar 2019 van de gemeente Mol wordt goedgekeurd.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

BELASTING OP DE AFGIFTE VAN ADMINISTRATIEVE STUKKEN: AANSLAGJAREN 2021-2025 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 23 december 2019 het reglement goed met betrekking tot belasting op de afgifte van administratieve stukken: aanslagjaren 2020-2025. Wijzigingen in de modaliteiten aangaande de voornaamswijzigingen maken aanpassing van het reglement noodzakelijk. Er wordt gevraagd om het reglement 'belasting op de afgifte van administratieve stukken: aanslagjaren 2021-2025' in te voeren.

 

De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken deelt jaarlijks de vergoedingen mee die ten laste zijn van de gemeenten voor het verkrijgen van diverse elektronische identiteitskaarten, biometrische kaarten en verblijfsdocumenten die van toepassing zijn vanaf het volgende aanslagjaar.

 

Juridische gronden

Artikel 170,§ 4 van de Grondwet machtigt de gemeenten om eigen belastingen in te voeren.

Artikel 40,§3 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het de gemeenteraad is die bevoegd is voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en de retributies.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

De wet van 4 december 2012 betreffende de Belgische nationaliteit, en de opeenvolgende wijzigingen.

De wet van 30 juni 1999 houdende het tarief van de consulaire rechten en kanselarijrechten, en de opeenvolgende wijzigingen.

De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten.

De wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen.

Het koninklijk besluit van 22 oktober 2013 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar.

Het koninklijk besluit van 1 september 2004 houdende de beslissing om de elektronische identiteitskaarten veralgemeend in te voeren, en de daarop volgende omzendbrieven.

Het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de kids-ID’s, de vreemdelingenkaarten en andere verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemde onderdanen.

De omzendbrief van de FOD Justitie van 11 juli 2018 betreffende de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, waarbij de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan ambtenaren van de burgerlijke stand en de voorwaarden en de procedure ervan wordt geregeld.

De omzendbrief van 9 september 2016 met referte III/32/3303/16 met betrekking tot artikel 3 van het ministerieel besluit van 15 maart 2013 dat bepaalt dat de bedragen van de vergoedingen ten laste van de gemeente voor het verkrijgen van diverse elektronische identiteitskaarten, biometrische kaarten en verblijfsdocumenten automatisch worden herzien op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex.

De gecoördineerde omzendbrief gemeentefiscaliteit van 14 juli 2004 met referte BA-2004/03, bepaalt de wettelijke of decretaal vastgelegde maximatarieven voor de afgifte van administratieve stukken.

Artikel 143 tot en met 202 van het burgerlijk wetboek betreffende het huwelijk, en artikel 1475 tot en met 1479 van ditzelfde wetboek betreffende de wettelijke samenwoonst.

De nota van 26 november 2013 van de FOD Mobiliteit en Vervoer aangaande de retributie voor het afleveren van een internationaal rijbewijs.

 

Inspraak en advies

De invoering van het belastingreglement heeft een gunstig effect op de gemeentefinanciën. Daarom adviseert dienst financiën: gunstig.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.

De vergoedingen ten laste van de gemeente voor het verkrijgen van diverse elektronische identiteitskaarten, biometrische kaarten en verblijfsdocumenten worden minstens jaarlijks herzien op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex, waardoor de belasting voor deze documenten jaarlijks wordt herbekeken.

In het verleden was de voornaamsverandering een bevoegdheid van FOD Justitie. Sedert 1 augustus 2018 werd deze bevoegdheid overgeheveld naar de ambtenaren van de burgerlijke stand. Iedereen heeft het recht om zijn/haar voornaam te wijzigen. Evenwel om te vermijden dat mensen te lichtzinnig zouden omgaan met voornaamswijzigingen is het noodzakelijk dat een extra tarief wordt vastgesteld voor elke tweede en volgende voornaamswijziging. Dit extra tarief moet voldoende hoog zijn. Het tarief voor de voornaamswijziging van transgenders mag maximaal tien procent bedragen van het bedrag van een gewone voornaamswijziging. Om de integratie optimaal te laten verlopen zal  de (eerste) voornaamswijziging naar aanleiding van de geslachtsverandering gratis zijn. Elke volgende voornaamswijziging zal evenwel als een tweede of volgende gewone voornaamswijziging worden beschouwd. Het tarief voor een  voornaamstoevoeging  op verzoek voor vreemdelingen zonder voornaam die in het kader van een aanvraag tot het bekomen van de Belgische nationaliteit een voornaam wensen  is wettelijk bepaald en is gratis.

 

Financiële weerslag

De inkomsten van deze belasting worden ingeschreven in het exploitatiebudget:

Actie

2/2/5

Registratiesleutel

73150000/013000

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad besluit het reglement 'belasting op de afgifte van administratieve stukken: aanslagjaren 2020-2025', goedgekeurd in zitting van 23 december 2019 aan te passen. Het aangepaste reglement luidt als volgt: 'belasting op de afgifte van administratieve stukken: aanslagjaren 2021-2025'

 

"Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2021, en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt onder de volgende voorwaarden een belasting geheven op de afgifte van allerhande administratieve stukken.

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie deze stukken door de gemeente, op verzoek of ambtshalve, worden uitgereikt.

 

Artikel 2

De bedragen van de belasting worden als volgt bepaald:

 

1)      Afgifte van identiteitskaarten en -attesten:

a)      Voor de afgifte van een identiteitsbewijs met foto voor niet-Belgische kinderen onder de twaalf jaar of een duplicaat hiervan: 2 euro.

b)      Voor de afgifte van een attest van immatriculatie A voor niet EU burgers of een duplicaat hiervan: 5 euro.

c)       Voor de afgifte van een attest van immatriculatie B voor EU burgers of een duplicaat hiervan: 5 euro.

d)      Voor de afgifte van een elektronische identiteitskaart of een elektronische vreemdelingenkaart:

         gewone procedure: 25 euro

         spoedprocedure: 130 euro.

         spoedprocedure met gecentraliseerde levering: 130 euro

e)      Voor de afgifte van een biometrische elektronische vreemdelingenkaart:

         gewone procedure: 25 euro.

         spoedprocedure: 130 euro.

f)        Voor de afgifte van het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (kids-ID):

voor een aanvraag voor één kind:

         gewone procedure: 7 euro.

         spoedprocedure: 130 euro.

         spoedprocedure met gecentraliseerde levering: 130 euro

 

2)      Afgifte van paspoorten:

aan personen ouder dan achttien jaar:

         gewone procedure: 80 euro.

         dringende procedure: 255 euro.

         zeer dringende procedure: 315 euro.

aan personen jonger dan achttien jaar:

         gewone procedure: 35 euro.

         dringende procedure: 210 euro.

         zeer dringende procedure: 270 euro.

 

3)      Afgifte van reisdocumenten aan vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen:

aan personen ouder dan achttien jaar:

         gewone procedure: 76 euro.

         dringende procedure: 245 euro.

         zeer dringende procedure: 305 euro.

aan personen jonger dan achttien jaar:

         gewone procedure: 41 euro.

         dringende procedure: 210 euro.

         zeer dringende procedure: 270 euro.

 

4)      Voor het opstellen van een trouwdossier: 40 euro.

 

5)      Afgifte van rijbewijzen en voorlopige rijbewijzen (bankkaartmodel): 25 euro.

 

6)      Voor de afgifte van internationale rijbewijzen (geen bankkaartmodel): 25 euro.

 

7)      Voor de afgifte van een verbintenis tot tenlasteneming (borgstelling t.o.v. een vreemdeling): 5,00 euro.

 

8)      Voor de afgifte van een bewijs van afstamming (voor werkverlet): 2,00 euro.

 

9)      Voor het afleveren van een arbeidskaart: 10 euro.

 

10)  Voor het afleveren van bijlagen 15bis, 19, 19ter en 41bis van het KB van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen:

         eerste afgifte: 30 euro per bijlage

         tweede afgifte: 60 euro per bijlage

         derde afgifte: 90 euro per bijlage

         vierde afgifte: 120 euro per bijlage

         vijfde afgifte: 150 euro per bijlage

 

11)  Voor de controle van de voorwaarden, de registratie en het afdrukken van een verklaring van wettelijke samenwoonst: 40 euro.

 

12)  Voor de verandering van de voorna(a)m(en):

         Een gewone voornaamsverandering:

     50 euro voor een eerste voornaamswijziging

     500 euro voor een tweede en volgende voornaamswijziging

         Een voornaamsverandering voor transgenders: gratis voor wat de voornaamswijziging naar aanleiding van de geslachtsverandering betreft

         Een voornaamsverandering voor vreemdelingen die de Belgische nationaliteit aanvragen en niet over een voornaam beschikken: gratis

 

13) Voor de aanvraag van de Belgische nationaliteit: 100 euro

 

Artikel 3

De belasting moet contant worden betaald tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting van ambtswege ingekohierd.

 

Artikel 4

Zijn van de belasting vrijgesteld:

1)      De stukken welke krachtens een Wet, een KB of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen afgegeven te worden;

2)      De stukken welke aan behoeftige personen worden afgegeven; de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk;

3)      De machtiging met betrekking tot de activiteiten welke als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente;

4)      De mededelingen door de politie aan de verzekeringsmaatschappijen van inlichtingen omtrent het gevolg dat gegeven werd inzake de verkeersongevallen op de openbare weg (Ministeriële circulaire van 14 oktober 1963, nr. 574 DC/D2);

5)      De gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut.

 

Artikel 5

De personen of instellingen aan wie niet onmiddellijk het gevraagde stuk kan worden afgeleverd, moeten het bedrag van de belasting in bewaring geven in handen van de financieel directeur. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt op het ogenblik van de afgifte van het belastbaar stuk. De financieel directeur levert hiervoor een kosteloos ontvangstbewijs af.

 

Artikel 6

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen."

 

Artikel 2

Het aangepaste reglement treed in werking op 1 januari 2021. Tot en met 31 december 2020 blijft het reglement 'belasting op de afgifte van administratieve stukken: aanslagjaren 2020-2025', goedgekeurd in zitting van 23 december 2019, van kracht.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

BELASTINGREGLEMENT LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN: AANSLAGJAREN 2021-2025 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 23 december 2019 het 'belastingreglement leegstand van gebouwen en woningen - aanslagjaren 2020-2025' goed. Wijzigingen aan de wetgeving maken aanpassing van het reglement noodzakelijk.

 

In onze gemeente blijven veel woningen en gebouwen voor langere tijd leegstaan niettegenstaande het feit dat er een duidelijke vraag is naar betaalbare kwaliteitsvolle woningen en handelspanden.

 

Langdurige leegstand heeft een negatieve impact op de leefomgeving en de uitstraling ervan.

 

Het is echter wenselijk dat woningen en gebouwen in de gemeente optimaal benut worden.

De gemeente wenst daarom de langdurige leegstand van woningen en gebouwen te bestrijden.

 

De gemeente kan echter een leegstandsheffing innen op grond van de gemeentelijke fiscale autonomie.

 

Juridische gronden

Artikel 170,§ 4 van de Grondwet machtigt de gemeenten om eigen belastingen in te voeren.

 

Artikel 40,§3 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het de gemeenteraad is die bevoegd is voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en de retributies.

 

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

 

In overeenstemming met het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen.

 

In overeenstemming met het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en latere wijzigingen, hierna Vlaamse Wooncode.

 

In overeenstemming met de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

In overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

In overeenstemming met het gemeentelijk leegstandsreglement goedgekeurd door de gemeenteraad van 14 december 2020.

 

Inspraak en advies

De invoering van het belastingreglement heeft een gunstig effect op de gemeentefinanciën. Daarom adviseert dienst financiën: gunstig.

 

Bijlagen

1) huidig belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen AJ 2020-2025

2) voorstel nieuw in te voeren belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen AJ 2021-2025

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt het heffen van een belasting op de leegstand van gebouwen en woningen.

 

De gemeente streeft ernaar leegstand, verwaarlozing en verkrotting van woningen en gebouwen te ontraden.  Het voeren van een eigen beleid is dan ook aangewezen.  Door diverse gemeentelijke belastingen enerzijds en premies en subsidies anderzijds kan de gemeente mee helpen sturen om deze woningen en gebouwen terug beschikbaar te maken.

 

De belasting op de leegstand van gebouwen en woningen is in eerste instantie beleidsondersteunend.  Indien de houders van het zakelijk recht inspanningen leveren om de ongewenste toestand te beëindigen wordt voor nieuwe eigenaars, en eigenaars die renoveren onder bepaalde voorwaarden een vrijstelling voorzien.  Daarnaast worden om billijkheidsredenen of om sociale redenen een aantal andere vrijstellingen voorzien.

 

Financiële weerslag

De inkomsten van deze belasting worden ingeschreven in het exploitatiebudget:

Actie

8/1/1

Registratiesleutel

73740000/002000

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad besluit het 'Belastingreglement leegstand van gebouwen en woningen aanslagjaren 2020-2025', goedgekeurd in zitting van 23 december 2019 aan te passen. Het aangepaste reglement luidt als volgt:  'belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen AJ 2021-2025':

 

''Artikel 1 - definities

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden;

 Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

 Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

 

 Kamer:  een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

 

 Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of -melding, milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is.  Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

 

 Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie;

 

In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

 

 Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9 Vlaamse Codex wonen;

 

 Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

 

 Houder van het zakelijk recht: de persoon of personenen met een recht van volle eigendom, het recht van opstal of van erfpacht, of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

 

Artikel 2 - Belastbare grondslag

 

§ 1. Met ingang van 1 januari 2021, en voor een termijn van vijf jaar  eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

§ 2. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.]

 

Artikel 3 - Belastingplichtige

 

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing houder van het zakelijk recht is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.

 

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht , vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

 

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

 

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister

 

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

 naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

 datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

 nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

 

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 4 - Berekening van de belasting

 

De belasting bedraagt:

1) 1.500 € voor een leegstaand gebouw

2) Voor leegstaande woningen:

a) 1.250 € voor een ééngezinswoning

b) 100 € voor een individuele kamer

c ) 400 € voor overige woongelegenheden

 

Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat wordt de belasting vermenigvuldigd met 1,5.

 

Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat wordt de belasting vermenigvuldigd met 2.

 

Indien het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat wordt de belasting vermenigvuldigd met 3,5.

 

Indien het gebouw of de woning een vijfde of volgende opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat wordt de belasting vermenigvuldigd met 5.

 

Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning. De datum van de authentieke overdrachtsakte geldt als aanvangspunt.

 

Artikel 5

 

§ 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

 

1° de belastingplichtige die volle eigenaar is van 1 enkele woning;

 

2° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling;

 

 de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;

 

 de belastingplichtige die sinds minder dan 2 jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor de heffingsjaren volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.

 

§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

 

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.

 

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

 

3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling of waarvoor de bevoegde overheid attesteert dat het monument in de bestaande toestand bewaard mag blijven.

 

4° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling of waarvoor de bevoegde overheid attesteert dat het monument in de bestaande toestand bewaard mag blijven.

 

5° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

 

6° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure.

 

7°gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

 

7° 1) met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

 

Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen

 

7° 2) zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:

 

Met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden.

 

Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.

 

Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

 

8° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30., §2 Vlaamse Codex Wonen;

 

9° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen;

 

 § 3. Overige vrijstellingen:

 

De houder van het zakelijk recht bedoeld in art. 2, wordt vrijgesteld van belasting indien die houder:

 

1° een erkende sociale huisvestingsmaatschappij is.

 

2° een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap is.

 

3° de gemeente, het OCMW of een intergemeentelijke vereniging is.

 

Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 3 jaar vanaf de datum van de administratieve akte.

 

Artikel 6

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 7

 

De vestiging en invordering van de belasting en ook de behandeling van de geschillen gebeuren volgens de modaliteiten vervat in het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.'

 

Artikel 2

Het aangepaste reglement treed in werking op 1 januari 2021. Tot en met 31 december 2020 blijft het 'belastingreglement leegstand van gebouwen en woningen aanslagjaren 2020-2025', goedgekeurd in zitting van 23 december 2019, van kracht.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

INVENTARISATIE LEEGSTAANDE GEBOUWEN EN WONINGEN - GEMEENTELIJK LEEGSTANDSREGLEMENT - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Sinds 1 januari 2010 is het leegstandsbeleid een gemeentelijke bevoegdheid. De wettelijke basis hiervoor kon worden teruggevonden in het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, meer bepaald artikel 2.2.6 voor het luik leegstand. Op basis van dit decreet kon de gemeente een register van leegstaande gebouwen en woningen bijhouden. Het huidige leegstandsreglement voor de inventarisatie van leegstaande gebouwen en woningen werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 18 december 2017.

 

Juridische gronden

Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd;

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

De Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

 

Inspraak en advies

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘Besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’.  Voor de regelgeving inzake leegstand gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging.  Het bestaande reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen dateert van 18 december 2017.

 

Bijlagen

1)      goedkeuring leegstandsreglement college van burgemeester en schepenen 19 november 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De gemeente kan een register van leegstaande gebouwen en woningen bijhouden op grond van artikel 2.9. Vlaamse Codex Wonen.

Op grond van boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen heeft de gemeente de verplichting om een leegstandsregister bij te houden, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (Kempens Woonplatform).

Het leegstandregister is een nuttig monitoringsinstrument ten einde de langdurige leegstand van gebouwen en woningen in kaart te brengen.

Boek 2, deel 2, titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen bepaalt het decretale kader voor het leegstandsregister.

Een gemeentelijke verordening kan daarnaast nadere materiële en procedurele regelen bepalen.

Een gemeentelijke verordening kan de functies omschrijven die een effectief en niet- occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen. De gemeente heeft deze niet omschreven in onderhavig reglement.  Dit heeft tot gevolg dat om de kwalificatie als ‘leegstaand’ te verhinderen,  een woning in principe dient aangewend te worden in overeenstemming met de woonfunctie.

 

De gemeente kan de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid. De gemeente heeft deze bevoegdheid overgedragen aan IOK bij besluit van de gemeenteraad van 23 oktober 2017.

 

Door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelsleden moeten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De intergemeentelijke administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning aan de hand van de indicaties die in dit reglement vastgelegd zijn.

 

De gemeente streeft ernaar leegstand van woningen en gebouwen tegen te gaan. Het voeren van een gemeentelijk beleid is dan ook aangewezen. 

 

Dat de huidige woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt samengebracht in een gecoördineerde wetgeving in de Vlaamse Codex Wonen en een globaal 'Besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen' heeft tot gevolg dat de huidige reglementen inzake leegstand en de leegstandsbelasting zullen moeten worden aangepast.

Voor de regelgeving inzake leegstand gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. 

Het bestaande reglement van 18 december 2017 inzake het leegstandsregister zal aangepast worden aan de gecoördineerde tekst.

 

Voor de opmaak, de opbouw, het beheer en actualisering van het leegstandsregister, momenteel  toevertrouwd aan de intergemeentelijke administratieve eenheid, is de aanpassing naar de gecoördineerde wetgeving noodzakelijk. 

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 19 november 2020 de beslissing hierover goedgekeurd.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad keurt volgend reglement inzake inventarisatie leegstaande gebouwen en woningen goed. Dit reglement houdt in:

 

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1)      Administratie: de personeelsleden van de intergemeentelijke administratieve eenheid die door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid belast worden met de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het leegstandsregister en de opsporing van leegstaande panden.

 

2)      Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

         een aangetekend schrijven;

         een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

3)      Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

 

4)      Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of –melding, milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is.  Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

 

5)      Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien die woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;

 

6)      Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.9. Vlaamse Codex Wonen;

 

7)      Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

 

8)      Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

 

Artikel 2: Wijze van inventarisatie

§1. De administratie maakt een leegstandsregister van leegstaande woningen en gebouwen.

 

§2. De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning op basis van volgende indicaties:

9)      het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

10)  het ontbreken van een aangifte als 2de verblijf;

11)  het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

12)  de aanwezigheid van een attest dat de waterleiding reeds meer dan 1 jaar afgesloten is;

13)  de aanwezigheid van een attest dat de elektriciteit reeds meer dan 1 jaar afgesloten is;

14)  de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;

15)  een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

16)  de onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bv. door een geblokkeerde toegang;

17)  verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw;

18)  geblindeerde (bv. dichtgeplakt, dicht geschilderd), dichtgemaakte (bv. dichtgetimmerd,  gemetseld) of gesupprimeerde raam- en of deuropeningen

19)  de winddichtheid van de woning of het gebouw is niet gewaarborgd (bv. belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden);

20)  de waterdichtheid van de woning of het gebouw is niet gegarandeerd: zeer zware infiltraties via dak/gevel(s)

21)  onafgewerkte ruwbouw;

22)  ernstige inpandige vernielingen: de woning of het gebouw is deels vernield of gesloopt;

23)  het langdurig aanbieden van de woning of het gebouw als ‘te huur’ of ‘te koop’;

24)  rolluiken in slechte staat (ernstig vervuild, mosgroei…);

25)  glas- en/of buitenschrijnwerk in slechte staat (ernstig vervuild, slecht onderhouden…);

26)  dakgoot en/of waterafvoerpijp in slechte staat (ernstig vervuild, slecht onderhouden, afhangend…);

27)  afwezigheid van een brievenbus;

28)  uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus;

29)  storende omgevingsaanleg: slecht onderhouden omgeving/tuin;

30)  de woning of het gebouw is gedeeltelijk niet bemeubeld;

31)  getuigenissen (bv. van omwonende(n), postbode, wijkagent);

32)  het ontbreken van een actief vestigings- /ondernemingsnummer in de Kruispuntbank voor ondernemingen op het adres van het gebouw;

33)  het ontbreken van handelswaar in de etalage/handelsruimte van het gebouw;

 

§3. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister, aan de hand van een administratieve akte waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden.

 

De administratieve akte bevat als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand. 

 

De administratie stelt de houders van het zakelijk recht per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Deze kennisgeving omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvende verslag.

 

Artikel 3: Verhouding tot andere inventarissen

Een gebouw dat of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een leegstaand gebouw of als een leegstaande woning beschouwd.

 

De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als leegstaande gebouwen of woningen in de zin van dit reglement beschouwd.

 

Een gebouw dat of een woning die geïnventariseerd is als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister, en omgekeerd.

 

Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar, worden niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

Artikel 4: Beroep tegen het besluit tot opname in het leegstandsregister

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de administratieve akte, of ingaand op de datum van kennisgeving van de administratieve akte, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen de administratieve akte met de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

 

Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:

34)  de identiteit en het adres van de indiener;

35)  de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

36)  een of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning niet leegstaand is, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht , voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.

 

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:

37)  het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, §1;

38)  het beroepschrift gaat niet uit van een houder van het zakelijk recht ;

39)  het beroepschrift is niet ondertekend.

 

Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.

 

§3. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.14. Vlaamse Codex Wonen. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

 

§4. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand in de administratieve akte.

 

Artikel 5 : Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 4°,  aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 1, 5°. De administratie vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de voormelde functie.

 

§2. Een gebouw of woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat het gebouw of de woning gesloopt werd of dat de hoofdfunctie van een gebouw of woning gewijzigd werd op grond van een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsvergunning of omgevingsvergunning. De administratie vermeldt als datum van schrapping de eerste dag waarop het gebouw of de woning werd gesloopt of de functiewijziging werd uitgevoerd, of de eerste dag waarop door de administratie kan worden vastgesteld dat het gebouw of de woning werd gesloopt of de functiewijziging werd uitgevoerd.

 

§3. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.

 

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.14. Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

De administratie neemt een beslissing over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

§4.De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het leegstandsregister schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 5, §1 of §2, voldaan is.

 

Artikel 6 : Beroep tegen het besluit tot weigering van een schrapping

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de weigering van het verzoek tot schrapping, of ingaand op de datum van kennisgeving van de weigering van het verzoek tot schrapping, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen deze weigering. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

 

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.14. Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

 

§3. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het leegstandsregister met als datum van schrapping het initiële verzoek tot schrapping.

 

Indien de beslissing tot weigering van het verzoek tot schrapping niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen.

 

Artikel 2

Het gemeenteraad beslist dat de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2017 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen, zal worden aangepast aan de gecoördineerde regelgeving 'Vlaamse Codex Wonen' en het globaal 'Besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen'. 

Het aangepaste reglement, zoals in artikel 1 beschreven, zal in werking treden op 1 januari 2021.

 

De panden die op heden reeds zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, blijven opgenomen in het leegstandsregister.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

INVENTARISATIE - REGLEMENT VERWAARLOZING GEBOUWEN EN WONINGEN - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Sinds 1 januari 2017 is het opsporen en inventariseren van verwaarloosde panden een lokale bevoegdheid geworden. Op grond van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 heeft de gemeente de taak te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien de gemeente aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform). De gemeente kon zelf een inventaris van verwaarloosde gebouwen en woningen bijhouden op grond van art. 25 van het Heffingsdecreet.

Op 23 december 2019 werd het huidige reglement voor verwaarloosde gebouwen en woningen goedgekeurd door de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (‘Heffingsdecreet’), zoals gewijzigd;

Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd;

Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd; 

Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd;

Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14;

De Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

 

Inspraak en advies

De relevante Vlaamse woonregelgeving wordt vanaf 1 januari 2021 gecoördineerd in een ‘Vlaamse Codex Wonen’ en een globaal ‘Besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen’.  Voor de regelgeving inzake verwaarlozing gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging.  Het bestaande reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen dateert van 23 december 2019 en zal worden aangepast aan de gecoördineerde tekst. Er wordt verder een beperkte technische correctie uitgevoerd in art. 4, §4 van het reglement.

 

Bijlagen

1)      technisch verslag met vaststelling van verwaarlozing

2)      goedkeuring reglement verwaarlozing college van burgemeester en schepenen van 19 november 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De gemeente kan een register van verwaarloosde gebouwen en woningen bijhouden op grond van artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen. 

 

Op grond van  boek 2, deel 2 besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen  heeft de gemeente ook als taak te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (met name Kempens Woonplatform).

 

Het register van verwaarlozing is een nuttig monitoringsinstrument ten einde de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen.

 

Boek 2, deel 2, titel 4 Vlaamse Codex Wonen bepaalt het decretale kader voor het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Een gemeentelijke verordening kan daarnaast nadere materiële en procedurele regelen bepalen. 

 

De gemeente kan de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen toevertrouwen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid.  De gemeente heeft deze bevoegdheid overgedragen aan IOK bij besluit van de gemeenteraad van 23 oktober 2017.

 

Door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden moeten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De intergemeentelijke administratie beoordeelt de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning aan de hand van de indicaties in een technisch verslag.

 

Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

Dat de huidige woonregelgeving vanaf 1 januari 2021 wordt samengebracht in een gecoördineerde wetgeving in de Vlaamse Codex Wonen en een globaal 'Besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen' heeft tot gevolg dat het huidige reglement inzake verwaarlozing zal moeten worden aangepast.

Voor de regelgeving inzake verwaarlozing gaat het enkel om een tekstuele coördinatie en niet om een inhoudelijke wijziging. 

Het bestaande reglement van 23 december 2019 inzake het register voor verwaarlozing van gebouwen en woningen zal aangepast worden aan de gecoördineerde tekst.

 

Voor de opmaak, de opbouw, het beheer en actualisering van het register voor verwaarloosde gebouwen en woningen, momenteel  toevertrouwd aan de intergemeentelijke administratieve eenheid, is de aanpassing naar de gecoördineerde wetgeving noodzakelijk. 

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 19 november 2020 het aangepaste reglement goedgekeurd.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad keurt volgend reglement inzake inventarisatie verwaarloosde gebouwen en woningen goed. Het reglement houdt in:

 

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1)      Administratie: de personeelsleden van de intergemeentelijke administratieve eenheid die door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid belast worden met de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen en met de opsporing van verwaarloosde panden;

2)      Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

         een aangetekend schrijven;

         een afgifte tegen ontvangstbewijs;

3)      Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 

4)      Onafgewerkt gebouw of woning: een gebouw of woning waarvan de werken werden aangevat, maar dat niet binnen 3 jaar na de aanvang van de werken winddicht is;

5)      Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

6)      Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.

 

Artikel 2: Wijze van inventarisatie

§1. De administratie maakt een register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

§2. Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.

Een onafgewerkt gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd.

De administratie beoordeelt de verwaarlozing van een gebouw of een woning op basis van de indicaties in het technisch verslag, dat als bijlage bij dit reglement gevoegd is.

Bij de beoordeling geldt een indicatie van categorie I voor 3 punten, van categorie II voor negen punten en van categorie III voor achttien punten.

Het gegeven dat het gebouw of de woning onafgewerkt is, leidt tot een score van 18 punten (categorie III).

Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in het technisch verslag een eindscore opleveren van minimaal 18 punten.

 

§3. Een verwaarloosd gebouw of een verwaarloosde woning wordt opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, aan de hand van een administratieve akte waarbij een fotodossier en het technisch verslag, met vermelding van de elementen die de verwaarlozing  staven, gevoegd worden.

De administratieve akte bevat als besluit de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de verwaarlozing.

De administratie stelt de houders van het zakelijk recht per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van verwaarloosde gebouwen en woningen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Deze kennisgeving omvat de administratieve akte met fotodossier en het technisch verslag.

 

Artikel 3 : Verhouding tot andere inventarissen

Een gebouw dat of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een verwaarloosd gebouw of als een verwaarloosde woning beschouwd.

De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als verwaarloosde gebouwen of woningen in de zin van dit reglement beschouwd.

Een gebouw dat of een woning die door de gemeente geïnventariseerd is als leegstaand, kan eveneens opgenomen worden in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, en omgekeerd.

Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt of onbewoonbaar, kunnen eveneens worden opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, en omgekeerd.

 

Artikel 4: Beroep tegen het besluit tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de administratieve akte, of ingaand op de datum van kennisgeving van de administratieve akte, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen de administratieve akte met de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:

7)      de identiteit en het adres van de indiener;

8)      de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

9)      een of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning niet verwaarloosd is, met dien verstande dat de vaststelling van de verwaarlozing betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht , voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.

 

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:

10)  het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, §1;

11)  het beroepschrift gaat niet uit van een houder van het zakelijk recht;

12)  het beroepschrift is niet ondertekend.

Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.

 

§3. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20 Vlaamse Codex Wonen. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

 

§4. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning niet opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

Indien de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de verwaarlozing in de administratieve akte.

 

Artikel 5: Schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen

§1. Een gebouw of een woning wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de houder van het zakelijk recht bewijst dat de zichtbare en storende gebreken en de tekenen van verval, vermeld in artikel 2, §2, werden hersteld of verwijderd. Hiertoe dient de houder van het zakelijk recht te bewijzen dat het gebouw of de woning geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die op basis van het technisch verslag, vermeld in artikel 2, 18 punten of meer zouden opleveren.

De zichtbare en storende gebreken en de tekenen van verval, vermeld in het eerste lid, zijn in geval van sloop pas verwijderd als alle puin geruimd is.

Een onafgewerkt gebouw of woning wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de houder van het zakelijk recht bewijst dat het gebouw of de woning winddicht is gemaakt.

De administratie vermeldt als datum van schrapping de datum van aangetekende verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van het gegronde verzoek tot schrapping. De administratie kan hier gemotiveerd van afwijken.

 

§2. Voor de schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20 Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

De administratie neemt een beslissing over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

§3.De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 5, §1 voldaan is.

 

Artikel 6: Beroep tegen het besluit tot weigering van een schrapping

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de weigering van het verzoek tot schrapping, of ingaand op de datum van kennisgeving van de weigering van het verzoek tot schrapping, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen deze weigering. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

 

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20 Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

 

§3. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen met als datum van schrapping de datum van aangetekende verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van het initiële verzoek tot schrapping. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid kan hier gemotiveerd van afwijken.

Indien de beslissing tot weigering van het verzoek tot schrapping niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen opgenomen.

 

Artikel 2

De gemeenteraad beslist dat de gemeenteraadsbeslissing van 23 december 2019 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen zal worden aangepast aan de gecoördineerde regelgeving 'Vlaamse Codex Wonen' en het globaal 'Besluit tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen'. 

 

Het aangepaste reglement, vermeld in artikel 1,  zal in werking treden op 1 januari 2021.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

SUBSIDIEREGLEMENT - NOODSUBSIDIES VOOR ARMOEDEVERENIGINGEN - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De corona-crisis treft verschillende sectoren zoals cultuur, jeugd en sport zwaar. Om de lokale besturen te helpen om die sectoren bij te staan, besliste de Vlaamse regering om aan de lokale besturen in 2020 eenmalig 87,3 miljoen euro ter beschikking te stellen.  Het grootste deel van die middelen (83,9 miljoen euro) wordt verdeeld over de lokale besturen op basis van de verdeling van de sectorale middelen voor die drie sectoren (cultuur, jeugd en sport) bij de inkanteling ervan in het gemeentefonds in 2018. Voor Mol bedraagt deze subsidie 569.630,27 euro.

 

Deze middelen zijn niet geoormerkt. De besteding ervan moet dan ook niet worden verantwoord en de besturen hoeven er niet specifiek over te rapporteren. De Vlaamse regering zal de besteding van de middelen wel monitoren, op basis van de reguliere digitale rapportering over de BBC jaarrekeningen over 2020 en 2021 (de uitgaven kunnen dus in beide jaren gebeuren). Het Vlaams Parlement heeft op 17 juni 2020 de decretale basis voor deze bijkomende financiering goedgekeurd. Deze middelen werden op 15 juli 2020 ontvangen.

 

In een eerste fase werden er op korte termijn een aantal financiële ondersteuningen uitgewerkt en uitbetaald. We maakten hier zoveel mogelijk gebruik van verdelingsmethodes op basis van de reguliere subsidiereglementen. Uitgangspunt was dat de subsidies waar deze verenigingen normaal beroep op konden doen voor 2020 verdubbeld werden, waarbij het eerste deel verdeeld werd volgens de reguliere subsidiereglementen en het extra deel verdeeld werd op basis van de bedragen die uitbetaald werden in 2019. In zitting van de gemeenteraad van 27 juli 2020 werd goedkeuring verleend aan het eenmalige subsidiereglement 'noodsubsidies corona voor verenigingen'. 

 

In fase 2 werd de renteloze coronanoodlening voorzien.  Hierdoor ondersteunen we verenigingen die extra steun nodig hebben door middel van een renteloze lening. In zitting van de gemeenteraad van 7 september 2020 werd goedkeuring verleend aan het reglement renteloze coronalening cultuur-, jeugd-, en sportsector.

 

In fase 3 keken we naar de toekomst en willen we verenigingen die blijven organiseren en blijven werken aan onze sociale cohesie belonen en ondersteunen. Hiervoor werd in gemeenteraadzitting van 12 oktober 2020 het subsidiereglement 'Coronasubsidie voor verenigingen periode 1 juni 2020 tot 30 juni 2021' goedgekeurd.

 

Zijdelings bij fase 3 heeft de gemeente vanuit het corona-noodfonds ook een nominatief bedrag voorzien om onze gemeenschapshuizen te ondersteunen. Deze gemeenschapshuizen vormen namelijk een belangrijke schakel in ons verenigingsleven. Vanuit het corona-noodfonds wordt een bedrag van 22.500 euro voorzien. Dit wordt aangevuld met een bedrag van 22.500 euro vanuit het budget dorpenbeleid.

 

Bijkomend wil de gemeente nu ook onze armoedeverenigingen in deze moeilijke tijd ondersteunen en niet in de kou laten staan. Hiervoor wordt 10.000 euro voorzien vanuit het corona-noodfonds. De gemeente wil 2.500 euro coronasubsidies toekennen aan de 4 armoedeverenigingen in Mol:

 

- Actie Min

- Min Mol

- Ons Huis

- Divoge

 

Juridische gronden

Art. 40§3 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt.

 

Inspraak en advies

De financiële cel gaf een positief advies.

Deze subsidieregeling werd besproken op het dagelijks bestuur armoedebeleid (DB Armoede).

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Armoedeverenigingen zetten zich belangeloos in voor mensen die het moeilijk hebben.

 

De armoedeverenigingen werken grotendeels met middelen die ze verkrijgen van organisaties, serviceclubs en bedrijven.  Door Covid-19 zijn deze initiatieven allemaal uitgesteld.

In deze moeilijke periode willen we ook de armoedeverenigingen ondersteunen, zodat ook zij financiële ruimte krijgen om hun activiteiten te kunnen blijven garanderen.

Hiervoor worden ook middelen uit het Vlaamse corona-noodfonds voor voorzien. 

Het subsidiereglement is een éénmalig subsidiereglement, louter ter verdeling van een deel van de coronasubsidies.

 

Financiële weerslag

 

Actie

6/1/1 en 4/1/1

Registratiesleutel

64930010/090000

Bedrag

 €10.000

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

Het gemeentebestuur verleent een éénmalige nominatieve subsidie uit het corona-noodfonds aan de armoedeverenigingen van de gemeente Mol van 10.000 euro.

 

Er wordt bijgevolg 2.500 euro toegekend aan volgende armoedeverenigingen:

 

- Actie Min

- Min Mol

- Ons Huis

- Divoge

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

VERDELING SUBSIDIES - SPORTVERENIGINGEN MET JEUGDWERKING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Tijdens de eerste lockdown werd er meermaals besproken welke rol de EVA vzw Molse Sportinstellingen kon betekenen voor de sportverenigingen.

Al snel werd een algemeen standpunt ingenomen om de 26 clubs met jeugdwerking een extra financiële ondersteuning aan te bieden. We volgen hier de werking van de sportraad om clubs met jeugdwerking extra te ondersteunen.

 

De EVA vzw Molse Sportinstellingen wil hier beroep doen op haar eigen spaarrekening om de subsidie van 66.000 euro uit te keren. Het is een uitgelezen kans om op dit moment beroep te doen op deze rekening.

 

Het reglement is gebaseerd op 2 belangrijke parameters:

1. Het totaal aantal leden 2019. Dit hebben de betroffen clubs reeds moeten doorgeven in kader van de subsidies 2019 Dus info is reeds in ons bezit

2. Voor de clubs met patrimoniumzorg worden deze leden vermenigvuldigd met een factor 1,5

Het betreft hier 26 clubs die een brede werking kennen en inzetten op jeugdwerking en volwassenen. Deze methodiek erkent de grootte van een club (des te groter een club des te meer evenementen organiseert men om rond te komen en kent men ook een grotere financiële last) maar ook het feit dat clubs met patrimoniumzorg een aantal vaste kosten kennen die doorlopen ook onder de lockdown.

 

Juridische gronden

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur

De samenwerkingsovereenkomst tussen EVA-vzw Cultuurcentrum Mol en het gemeentebestuur van  23 december 2019

 

Inspraak en advies

De raad van bestuur van de EVA vzw Molse Sportinstellingen heeft op 30 juni beslist om hetzelfde budget van 66.000 euro  te verdelen  over de 26 Molse clubs  met jeugdwerking conform het reglement dat werd toegepast in fase 1 van het Coronanoodfonds op advies van de sportraad en goedgekeurd op de gemeenteraad.

 

Bijlage

1) Lijst 26 Molse clubs met jeugdwerking

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De EVA vzw Molse Sportinstellingen is het erover eens dat dit een benadering is en dat de geboden compensatie niet de gehele schade dekt. Ze is er van overtuigd dat deze bijdrage van groot belang is voor de verdere werking van de grootste Molse sportclubs met jeugdwerking.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt de uitbetaling van een subsidie aan 26 Molse clubs met jeugdwerking goed en belast de EVA vzw Molse sportinstellingen met de uitvoering  ervan.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

BRANDWEER - TOELAGE 2021 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De brandweer is sinds 01/01/2015 officieel een zone. Voor de begroting 2016 tot en met 2019 werd een verdeelsleutel onderhandeld.

 

In zitting van de zoneraad van 26 oktober 2019 werd de financiële verdeelsleutel voor één jaar goedgekeurd. Er werd vastgelegd dat in de loop van 2020 een nieuwe verdeelsleutel voor de begroting 2021-2026 diende te worden uitgewerkt. Opnieuw werd een werkgroep opgericht bestaande uit burgemeesters, financieel directeurs en algemeen directeurs.

 

Het principe van de verdeelsleutel werd een eerste maal besproken op de zoneraad in de zitting van 3 oktober 2020. Er werd een videovergadering georganiseerd met alle financieel directeurs en alle burgemeesters op maandag 12 oktober 2020 met de bedoeling dat de experten de inhoudelijke verwerking zouden bespreken. Tijdens de vergadering werden volgende conclusies geformuleerd:

       de opsplitsing tussen exploitatiebudget en investeringsbudget zoals tijdens de vergadering voorgesteld (2.000.000 euro investeringsbudget) moet verwerkt worden in het voorstel financiële verdeelsleutel;

       een jaarlijkse aanpassing van de verdeelsleutel aan de actuele data is geen probleem en mag voorgesteld worden;

       indien gekozen wordt de cijfers jaarlijks te actualiseren, dan is het belangrijk de financiële verdeelsleutel voor jaar X ten laatste in de maand april van het jaar X-1 te agenderen op de zoneraad;

       de verrekening van de goederen gebeurt bij voorkeur op het exploitatiebudget en dit over een periode van vijf jaar.

 

Op basis van alle besprekingen wordt gevraagd aan de gemeenteraad:

1. Het principe van verdeelsleutel goed te keuren. Volgend voorstel geniet na de besprekingen de voorkeur:

       Bevolkingsaantal - 50% op basis van gegevens X-1

       Kadastraal inkomen - 50% op basis van gegevens X-2

       Correctiefactor aanrijtijden wordt toegepast op bevolkingsaantal en kadastraal inkomen

       Correctie DGH wordt toegepast op basis van interventies jaar X-1

       Er wordt geen manuele correctie van de correctiefactor aanrijtijden doorgevoerd

2. Als er iets wijzigt aan de organisatie, de financiering of de locaties van de brandweerambulances van onze zone zal de parameter DGH herberekend moeten worden op basis van de berekeningsmethodiek die nu in de uitgangsnota gehanteerd wordt.

3. Goed te keuren dat als er iets wijzigt aan de locatie of de permanentie van kazernes waardoor de aanrijtijden wijzigen, zal de correctiefactor aanrijtijden herberekend moeten worden op basis van de berekeningsmethodiek die nu in de uitgangsnota gehanteerd wordt.

4. Goed te keuren dat de percentages uit de verdeelsleutel niet gehanteerd zullen worden voor de investeringskost van bijkomende brandweerposten. Wanneer tot bijkomende brandweerposten besloten wordt, zal de financieringsdiscussie ten gronde hernomen worden.

5. Goed te keuren dat de verdeelsleutel kan aangepast worden indien artikel 68 §3 1ste of 2de lid in de federale wet van 15 mei 2007 wijzigt.

6. Goed te keuren dat volgende stijgingen mogen opgenomen worden in de meerjarenbegrotingen:

2021-0% - 2022-0% - 2023-0% - 2024-1% - 2025-1% - 2026-1%

7. Goed te keuren dat er een opsplitsing wordt gemaakt tussen exploitatiebudget en investeringsbudget. Het investeringsbudget goedgekeurd in het meerjarenbeleidsplan bedraagt 2.000.000 euro

8. Goed te keuren dat de verrekening van de goederen gebeurt over vijf jaar beginnende van 2022 volgens het voorstel in bijlage. Dit wordt verrekend in het investeringsbudget per gemeente.

 

In zitting van 31/10/2020 heeft de zoneraad het voorstel van principe verdeelsleutel voor 2021-2026 goedgekeurd.

 

Juridische gronden

Artikel 68, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid bepaalt:

§ 2. De dotaties van de gemeenten van de zone worden jaarlijks vastgelegd door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden.

§ 3. Bij gebrek aan akkoord, wordt de dotatie van elke gemeente vastgesteld door de provinciegouverneur, rekening houdende met de volgende criteria voor elke gemeente:

       de residentiële en actieve bevolking à MIN 70%;

       de oppervlakte;

       het kadastraal inkomen;

       het belastbaar inkomen;

       de risico’s aanwezig op het grondgebied van de gemeente;

       de gemiddelde interventietijd op het grondgebied van de gemeente;

       de financiële draagkracht van de gemeente.

 

KB van 23/08/2014 houdende vaststelling van de inventaris- en schattingsregels van de roerende en onroerende goederen van de gemeenten aangewend voor de uitvoering van de opdrachten van de brandweerdiensten.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Alle gemeenteraden van de 15 gemeenten die deel uitmaken van de zone, moeten de voorgestelde verdeelsleutel goedkeuren. Als een gemeenteraad de verdeelsleutel niet goedkeurt, bepaalt de gouverneur de verdeelsleutel in plaats van de zone en de deelnemende gemeenten.

 

Financiële weerslag

 

Actie

6/3/1

Registratiesleutel

64940000/041000

Bedrag

16,02%

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad keurt volgende financiële verdeelsleutel voor 2021 goed als volgt:

 

Gemeente

%

Geel

22,00%

Mol

16,02%

Herentals

10,43%

Westerlo

9,72%

Balen

8,9%

Laakdal

4,51%

Herselt

3,46%

Olen

4,96%

Grobbendonk

4,03%

Retie

2,55%

Hulshout

2,26%

Meerhout

3,54%

Dessel

2,75%

Herenthout

3,09%

Vorselaar

1,76%

 

Artikel 2

De gemeenteraad keurt volgende principe van financiële verdeelsleutel voor 2021-2026 unaniem goed:

       Bevolkingsaantal - 50% op basis van gegevens jaar X-1

       Kadastraal inkomen - 50% op basis van gegevens jaar X-2

       Correctiefactor aanrijtijden wordt toegepast op bevolkingsaantal en kadastraal inkomen

       Correctie DGH wordt toegepast op basis van interventies jaar X-1

       Er wordt geen manuele correctie van de correctiefactor aanrijtijden doorgevoerd

       De financiële verdeelsleutel wordt jaarlijks aangepast aan de meest recente gegevens. De nieuwe verdeelsleutel wordt elk jaar ten laatste in de zoneraad van april voorgelegd.

 

Artikel 3

Als er iets wijzigt aan de organisatie, de financiering of de locaties van de brandweerambulances van onze zone, zal de parameter DGH herberekend moeten worden op basis van de berekeningsmethodiek die nu in de uitgangsnota gehanteerd wordt.

 

Artikel 4

Als er iets wijzigt aan de locatie of de permanentie van kazernes waardoor de aanrijtijden wijzigen, zal de correctiefactor aanrijtijden herberekend moeten worden op basis van de berekeningsmethodiek die nu in de uitgangsnota gehanteerd wordt..

 

Artikel 5

De percentages uit de verdeelsleutel zullen niet gehanteerd worden voor de investeringskost van bijkomende brandweerposten. Wanneer tot bijkomende brandweerposten besloten wordt, zal de financieringsdiscussie ten gronde hernomen worden.

 

Artikel 6

De gemeenteraad besluit dat de goedgekeurde verdeelsleutel kan aangepast worden indien artikel 68 §3 1 ste of 2 de lid in de federale wet van 15 mei 2007 wijzigt.

 

Artikel 7

Jaarlijkse zullen volgende stijgingen van budgetten voorzien worden:

 2021 - 0%

 2022 - 0%

 2023 - 0%

 2024 - 1%

 2025 - 1%

 2026 - 1%

 

Artikel 8

Er wordt een opsplitsing gemaakt tussen exploitatiebudget en investeringsbudget. Het investeringsbudget goedgekeurd in het meerjarenbeleidsplan bedraagt 2.000.000 euro.

 

Artikel 9

 

De verrekening van de goederen gebeurt over vijf jaar beginnende van 2022 volgens volgend voorstel.

 

Gemeente

Bedrag/jaar

Geel

-6.558,42

Mol

-96.314,92

Herentals

-65.042,97

Westerlo

-21.651,93

Balen

-12.010,34

Laakdal

+40.837,24

Herselt

+40.741,60

Olen

+44.662,74

Grobbendonk

-38.791,63

Retie

+26.682,88

Hulshout

+25.343,95

Meerhout

+32.229,86

Dessel

+24.578,85

Herenthout

-14.982,07

Vorselaar

+19.988,25

 

Dit wordt verrekend in het investeringsbudget per gemeente.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

MEERJARENPLAN 2020-2025 - AANPASSING NR. 1 - VASTSTELLING EN GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De gemeenteraad keurde in zitting van 23 december 2019 het meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

 

Inspraak en advies

Het college van burgemeester en schepenen stelde samen met het managementteam een ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 op.  Dit wordt nu aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring.

 

Bijlagen

1)      Meerjarenplan 2020-2025 - Eerste aanpassing - December 2020

2)      Actualisering van de omgevingsanalyse

3)      Werkingssubsidies

4)      Investeringssubsidies

5)      Jaarlijkse opbrengst per belastingsoort

6)      Samenstelling van de beleidsdomeinen

7)      Aanpassing doelstellingencascade 2020-2025

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het komt de gemeenteraad toe om het meerjarenplan 2020-2025 voor het deel van de gemeente vast te stellen en het deel van het OCMW zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed te keuren.

 

Door deze goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

 

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 bestaat uit volgende documenten:

 

       De strategische nota bevat de beleidsdoelstellingen en beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid met vooropgesteld resultaat/effect;

       De financiële nota is de financiële vertaling van de beleidsdoelstellingen en beleidsopties uit de strategische nota met:

         Schema M1: Het financiële doelstellingenplan

         Schema M2: De staat van het financiële evenwicht

         Schema M3: Het overzicht van de kredieten

 

       De toelichting met:

         Schema T1: Ontvangsten en uitgaven per beleidsdomein

         Schema T2: Ontvangsten en uitgaven naar economische aard

         Schema T3: Investeringsprojecten

         Schema T4: Evolutie van de financiële schulden

         Overzicht van de financiële risico's

         Beschrijving van de gekozen grondslagen en assumpties

         Motivering van de belangrijkste wijzigingen

 

       De documentatie bij het meerjarenplan

 

Financiële weerslag

Het meerjarenplan heeft financiële gevolgen voor de gemeente.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad stelt zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 als volgt vast.

 

Kredieten 2020 gemeente

Uitgaven

Ontvangsten

Exploitatie

45.115.795,03

52.473.031,32

Investeringen

14.463.230,97

2.562.665,00

Financiering

2.449.091,19

6.421.155,93

 

Kredieten 2021 gemeente

Uitgaven

Ontvangsten

Exploitatie

44.238.682,34

52.368.909,37

Investeringen

11.874.837,74

1.309.892,00

Financiering

2.308.499,20

10.672.575,29

 

Artikel 2

De gemeenteraad keurt het deel zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed.

 

Artikel 3

Door deze goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

2020KB46 RAAMOVEREENKOMST TELECOMMUNICATIEDIENSTEN TEN BEHOEVE VAN DE VLAAMSE OVERHEID, LOKALE EN PROVINCIALE BESTUREN - LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De gemeenteraad heeft in zitting van 23 december 2019 het budget van 2020 vastgesteld.

 

De opdracht “Raamovereenkomst Telecommunicatiediensten ten behoeve van de Vlaamse overheid, lokale en provinciale besturen” werd opgemaakt door de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap Facilitair Bedrijf - Afdeling ICT, Havenlaan 88 bus 60 te 1000 Brussel.

 

Juridische gronden

Dit besluit is gebaseerd op volgende wettelijke en reglementaire bepalingen:

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

 

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

 

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

 

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald artikels 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.

 

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

 

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Inspraak en advies

Advies dienst systeembeheer: gunstig.

Advies afdeling financiën: gunstig.

 

Bijlagen

1)      Bestek

2)      Gunningsbeslissing Vlaamse Regering

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

In het kader van de opdracht "Raamovereenkomst Telecommunicatiediensten ten behoeve van de Vlaamse overheid, lokale en provinciale besturen” werd een bestek met nr. 2017/HFB/OPMB/33326 opgesteld door de ontwerper, Vlaamse Gemeenschap - Agentschap Facilitair Bedrijf - Afdeling ICT, Havenlaan 88 bus 60 te 1000 Brussel.

 

Gemeente Mol kan van deze raamovereenkomst afnemen.

 

De opdracht bevat de volgende 4 percelen:

o Perceel 1: Vaste telefonie, marketingnummers & vaste datacommunicatie,

o Perceel 2: Mobiele telefonie, mobiele datacommunicatie voor professioneel gebruik,

o Perceel 3: Mobiele datacommunicatie voor machines/toepassingen ("Machine to Machine" en "Internet of Things"),

o Perceel 4: Virtuele telefooncentrale (Cloud PBX);

 

Perceel 2 is interessant voor gemeente Mol aangezien ons eigen contract met Proximus afloopt en kan vervangen worden door dit contract, wat voordeliger is.

 

De uitgave voor deze opdracht wordt voor gemeente Mol geraamd op € 210.000,00 excl. btw of € 254.100,00 incl. 21 % btw (voor 7 jaar) voor perceel 2: Mobiele telefonie en mobiele datacommunicatie. De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 84 maanden.

 

De Vlaamse Gemeenschap - Agentschap Facilitair Bedrijf - Afdeling ICT treedt op als aankoopcentrale voor Gemeente Mol bij de gunning en de uitvoering van de opdracht.

 

Financiële weerslag

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2021, op budgetcode 61410040/011900 (actieplan 8/7) (actie 8/7/4) van de exploitatie en in het budget van de volgende jaren.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

Het bestek met nr. 2017/HFB/OPMB/33326 en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst Telecommunicatiediensten ten behoeve van de Vlaamse overheid, lokale en provinciale besturen”, opgesteld door de ontwerper, Vlaamse Gemeenschap - Agentschap Facilitair Bedrijf - Afdeling ICT, Havenlaan 88 bus 60 te 1000 Brussel worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 210.000,00 excl. btw of € 254.100,00 incl. 21 % btw voor 7 jaar (perceel 2).

 

Artikel 2

In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap Facilitair Bedrijf - Afdeling ICT optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze leveringen en/of diensten verwerft die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald: gemeente Mol.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van de opdracht.

 

Artikel 4

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2021, op budgetcode 61410040/011900 (actieplan 8/7) (actie 8/7/4) van de exploitatie en in het budget van de volgende jaren.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

OMG 2020/254 CENTRUM WEST - ZAAK VAN DE WEGEN - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Op 22 juni 2020 heeft Pidpa OPDRAVER met als contactadres Desguinlei 246, 2018 Antwerpen een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor het aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel, het rooien van bomen, het bemalen van de grond en de heraanleg van de wegenis in de Collegestraat, Vennestraat, Gasstraat, Asstraat, Schansstraat, St.-Pieterstraat en Gasthuisstraat.

Het dossier werd op 17 augustus 2020 ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag heeft betrekking op Asstraat, Collegestraat, Gasstraat, Gasthuisstraat, Schansstraat, St.-Pieterstraat en Vennestraat, gelegen op openbaar domein.

 

Juridische gronden

In uitvoering van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening dient het dossier voor de aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning te worden aangevuld met een effectief gemeenteraadsbesluit waarin de zaak van de wegen wordt aangegeven die later gratis zullen afgestaan worden aan het openbaar domein.

Art. 4.2.25. VCRO bepaalt: Als de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Inspraak en advies

Gedurende het openbaar onderzoek, dat werd georganiseerd van 27 augustus 2020 tot en met 25 september 2020 werden er 3 bezwaarschriften of petitielijsten ingediend.

 

Bijlagen

1)      Situeringsplan

2)      Overzichtsplan

3)      Verantwoordingsnota

4)      Grondplannen met de wegeniswerken (5)

5)      Typedwarsprofielen

6)      Bezwaren (3)

7)      Advies Toegankelijkheid

8)      Advies VMM Grondwater

9)      Besluit cbs van 3/12/2020 omtrent zaak van de wegen

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De rijweg wordt smaller gemaakt om het gewenste snelheidsregime beter af te dwingen, hierdoor zal er wat meer ruimte vrijkomen voor andere functies zoals voetpaden, parkeervakken en groenzones. Uitgaande van de visie om de wijk fietsvriendelijker te maken zullen Vennestraat, Schansstraat en deels Collegestraat heringericht worden als fietsstraten. Asstraat en deels Gasstraat krijgen een fietspad dat verhoogd aangelegd wordt t.o.v. de rijweg. Er is daarnaast besloten om de zone 30 over het ganse projectgebied uit te strekken zodat er een aaneengesloten geheel gecreëerd wordt waarin het overal duidelijk is dat 30km/u de maximale snelheid is. Dit is omwille van de aanwezige schoolomgevingen en om de verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruikers te doen verhogen.

De aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd waarbij regenwater maximaal ter plaatse wordt geïnfiltreerd.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt de voorgestelde zaak van de wegen goed, waarbij de wegenis in de Collegestraat, Vennestraat, Gasstraat, Asstraat, Schansstraat, St.-Pieterstraat en Gasthuisstraat op het openbaar domein heringericht wordt.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Deze beslissing kan het voorwerp uitmaken van een beroep tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

OMG 2020/433 - ZAAK VAN DE WEGEN - WEIGERING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Op 9 september 2020 werd er door de heren Marc Wellens en Meindert Johan de Jong namens het Joint Research Center Geel van de Europese Commissie, Retieseweg 111 in 2440 Geel een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor het herstel en aanleg van wegenis en het afschaffen van 3 buurtwegen.

Het dossier werd op 8 oktober 2020 door het provinciebestuur Antwerpen ontvankelijk en volledig verklaard.

De aanvraag heeft betrekking op een perceel gelegen te Mol, Romelaan 30, kadastraal bekend als afdeling 5 sectie D nr. 738Z.

De aanvraag omvat volgende stedenbouwkundige handelingen:

       het herstellen en aanleggen van wegenis rondom het terrein

       het afschaffen van 3 buurtwegen.

De feitelijke aanvraag betreft het regulariseren van reeds uitgevoerde werken aan het betonnen toegangs- en rondgangspad van de site. De betonpaden verkeerden in een slechte staat, en voldeden gezien hun ouderdom niet meer aan de nodige eisen voor brandveiligheid. Deze werken hebben echter geen betrekking op openbare wegenis of wegen met openbaar karakter, en vallen dan ook niet onder de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Met de aanvraag wordt ook de afschaffing gevraagd van 3 in onbruik geraakte delen van gemeentewegen (voorheen: buurtwegen): buurtweg 98, buurtweg 99 en buurtweg 147.

Het aanvraagdossier omvat volgende stukken:

       een grafisch plan met aanduiding van de af te schaffen delen buurtwegen

       een schattingsverslag, opgesteld door landmeterskantoor Ernots in opdracht van Groep Infrabo, houdende meerwaarde door het afschaffen van de buurtwegen welke over het domein van de Europese commissie lopen.

 

Juridische gronden

Het gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43 dat de bevoegdheden van de gemeenteraad vastlegt.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Wet op de Buurtwegen van 10 april 1841, gewijzigd bij de wet van 20 mei 1863 en 9 augustus 1948. Deze wet is afgeschaft, maar de Atlassen der Buurtwegen werden als juridische basis behouden via artikel 85 van het decreet Gemeentewegen.

Het decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019, van kracht sinds 1 september 2019.

 

Inspraak en advies

Gedurende het openbaar onderzoek, dat werd georganiseerd van 28 oktober 2020 tot en met 26 november werden er geen bezwaarschriften of petitielijsten ingediend.

 

Bijlagen

1)      grafisch plan

2)      schattingsverslag

3)      schattingsverslag - bijkomende info

4)      motivatienota

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De mogelijkheid dat de opheffing van een gemeenteweg opgenomen wordt in een omgevingsvergunning geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan of een grafisch plan bevat. Het bij een vergunningsaanvraag te voegen ontwerp van rooilijnplan moet voldoen aan de bij en krachtens het Gemeentewegendecreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen:

1° de op te heffen rooilijn, het op te heffen rooilijnplan of het desbetreffende deel daarvan;

2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de aanpalende kadastrale percelen en onroerende goederen;

3° de naam van de eigenaars van de aanpalende kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn.

4° een berekening van de eventuele waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de opheffing van de gemeenteweg overeenkomstig artikel 28;

Het grafisch plan behorende bij de aanvraag voldeed echter niet aan bovenvermelde bepalingen van het Gemeentewegendecreet. Een aangepast plan werd aan de gemeente bezorgd op 25 november 2020, het openbaar onderzoek liep af op 26 november 2020.

 

Het ontwerp van rooilijnplan dat bij een vergunningsaanvraag gevoegd moet worden, moet ook een berekening bevatten van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 28 Gemeentewegendecreet. Artikel 28, §2, Gemeentewegendecreet bepaalt dat de waardevermindering of de waardevermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente. Bij betwisting door de eigenaar wordt de waardevermindering of de waardevermeerdering vastgesteld door een college dat bestaat uit de landmeter-expert die de gemeente heeft aangesteld en een landmeter-expert die de eigenaar aanstelt.

Het schattingsverslag werd niet opgemaakt door een landmeter aangesteld door de gemeente, maar in opdracht van de aanvrager. Het schattingsverslag werd voorafgaandelijk ook niet besproken met de gemeente.

Volgens de Atlas der Buurtwegen zijn de betrokken wegen eigendom van de gemeente. Het schattingsverslag gaat ervan uit dat de ondergrond van deze wegen in eigendom zijn van SCK. Het schattingsbedrag voortvloeiend uit deze aanname bedraagt ca 2,5 €/m². Ondanks herhaalde vraag van de dienst patrimonium konden echter geen verwervingsaktes worden voorgelegd. De dienst patrimonium geeft dan ook een ongunstig advies over het schattingsverslag, en stelt dat de waardebepaling dient te gebeuren aan de volle waarde van gelijkbare percelen in de omgeving.

 

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Het aanvraagdossier bevatte geen argumentatie voor de afschaffing van de buurtwegen. In een aanvullend schrijven werd deze argumentatie wel bezorgd. Gezien de betrokken buurtwegen reeds meer dan 30 jaar in onbruik zijn, ze gelegen zijn op een terrein dat niet toegankelijk is voor derden en reeds gedeeltelijk overbouwd, en gezien ze geen functie hebben in het trage wegennetwerk van de gemeente kan de argumentatie voor het afschaffen van de buurtwegen bijgetreden worden.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

Er wordt geen goedkeuring verleend aan de aanvraag van voor het afschaffen van delen de buurtwegen, aangezien:

       er niet akkoord kan worden gegaan met het schattingsverslag,

       er mogelijk procedurefouten zijn gebeurd, aangezien de correcte stukken m.b.t. het afschaffen van de buurtwegen pas op het einde van het openbaar onderzoek op het omgevingsloket werden opgeladen.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Deze beslissing kan het voorwerp uitmaken van een beroep tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

OMG 2020/21 - ZAAK VAN DE WEGEN - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Een aanvraag tot het verkavelen van een perceel in 3 loten waarvan 2 loten bestemd zijn voor eengezinswoningen in halfopen bebouwing en lot 3 bestemd is om ingelijfd te worden bij het openbaar domein werd ingediend op 17 juli 2020.

De aanvraag is gekend in het omgevingsloket met volgend projectnummer: OMV_2020096971.

Kadastraal worden de percelen van de aanvraag omschreven als (afd. 2) sectie B nrs. 2177R68, 2177W83, 2177R24 en 2177B76 (Zandstraat 54 en 56). Gedurende het openbaar onderzoek, dat werd georganiseerd van 18 augustus 2020 tot en met 16 september 2020 werden er geen bezwaarschriften of petitielijsten ingediend.

Lot 3, een strook grond met een oppervlakte van 20 m² en gelegen tussen de rooilijnen, wordt in het openbaar domein gelijfd.

Op 12/11/2020 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van de verkavelingsaanvraag en heeft beslist om de zaak van de wegen op de agenda van de gemeenteraad van 14 december 2020 te agenderen.

In uitvoering van artikel 4.2.17 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009 (BS 3 juli 2009), dient het verkavelingsdossier te worden aangevuld met een effectief gemeenteraadsbesluit waarin wordt aangegeven dat de strook grond tussen de te realiseren rooilijnen bij het gemeentelijk openbaar domein moet worden ingelijfd.

Conform het voorgesteld opmetingsplan van de landmeter dient daartoe lot 3 met een oppervlakte van 20 m² te worden afgestaan voor inlijving in het gemeentelijk openbaar domein. De grondafstand gebeurt gratis in het voordeel van het gemeentebestuur. De betrokken notariële akte zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Op deze wijze wordt een beperkt deel van de het voorziene wegtracé gerealiseerd.

 

Juridische gronden

Artikel 4.2.25. van de VCRO bepaalt: Als de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Inspraak en advies

Gedurende het openbaar onderzoek, dat werd georganiseerd van 18 augustus 2020 tot en met 16 september 2020 werden er geen bezwaarschriften of petitielijsten ingediend.

 

Bijlagen

1)      verkavelingsvoorschriften

2)      verkavelingsplan

3)      kennisname CBS

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De grondafstand gebeurt gratis in het voordeel van het gemeentebestuur. Op deze wijze wordt een beperkt deel van de rooilijn gerealiseerd.

De betrokken notariële akte zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt de zaak van de wegen met gratis grondafstand van lot 3 met een oppervlakte van 20 m² ter realisatie van de rooilijn goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Deze beslissing kan het voorwerp uitmaken van een beroep tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

BLUE BIKE - OVEREENKOMST INSTALLATIE RODE KRUISLAAN - GOEDKEURING

 

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Blue-mobility nv heeft een nieuwe overeenkomst opgemaakt in het kader van de verdere uitbreiding van ons Blue-bike aanbod. De in te vullen locatie is gelegen in de Rode Kruislaan.

De vorige overeenkomst werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 juni 2017.

Omwille van de herinrichtingswerken in de Rode Kruislaan werd de uitvoering van deze gemeenteraadsbeslissing on hold gezet. Ondertussen is er op het kruispunt van de Rode Kruislaan en De Biststraat een volledig nieuwe fietsenstalling gerealiseerd met alle nodige technische voorzieningen voor de Blue-bike installatie.

Door het afsluiten van deze overeenkomst kan de dienstverlening voor het uitlenen van een Blue-bike verder uitgewerkt worden. Gebruikers van de randparkings in de Rivierstraat en Den Uyt zullen de mogelijkheid hebben om te kiezen voor de fiets als alternatief vervoersmiddel. Op die manier worden duurzame verplaatsingen in en om het centrumgebied gestimuleerd.  De bedoeling is om het aantal gemotoriseerde voertuigkilometers te beperken.

 

Juridische gronden

Het KB van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten op de politie van het wegverkeer.

het KB van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.

Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.

Het ministerieel rondschrijven van 14 november 1977 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van verkeerstekens.

De ministeriële omzendbrief  MOB/2007/01 van 14 december 2007 betreffende het toezicht op de aanvullende reglementen.

Artikel 40§3 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt.

Artikel 135§2 en artikel 119 van de nieuwe gemeentewet bepalen dat de gemeente bevoegd is voor een veilig en vlot verkeer op de openbare wegen en de gemeenteraad hiertoe reglementen en politieverordeningen kan vastleggen.

Het mobiliteitsplan conform verklaard op 19 april 2012.

 

Inspraak en advies

Advies sectie mobiliteit: gunstig voor het afsluiten van de overeenkomst met Blue-mobility nv.

 

Bijlagen

1)overeenkomst Blue-mobility nv

2)gemeenteraadsbeslissing 26/6/2017

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Er werd een nieuwe overeenkomst opgemaakt in het kader van de verdere uitwerking van de Blue- bike installatie in de Rode Kruislaan. Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst goedgekeurd op de gemeenteraad van 26 juni 2017. Het project werd in 2017 on hold gezet omwille van het geplande herinrichtingsproject van de Rode Kruislaan. De werken zijn voltooid en er werd een nieuwe fietsenstalling gerealiseerd met alle nodige technische voorzieningen voor de Blue-bike installatie.

 

Financiële weerslag

 

Actie: 114

Registratiesleutel: 61599000 020097

Bedrag: 10.700 euro

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad geeft in zitting van 14 december 2020 haar akkoord voor de bijgevoegde overeenkomst met Blue-mobility nv.

Deze overeenkomst beoogt het gebruik van het openbaar vervoer, de fiets en duurzame mobiliteit in het algemeen te promoten en stimuleren.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GINDERBROEK - AFBAKENINGSPAALTJE - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Naast Ginderbroek 71 loopt een verbindingsstraatje naar de Hoogstraat. Omwonenden klagen over het autoverkeer in het straatje. In november 2019 werden er reeds tellingen uitgevoerd waaruit gebleken is dat er in beide richtingen minder dan 30 km/u gereden wordt, wat uiteraard vanzelfsprekend is. In de richting van de Hoogstraat gaat het om een gemiddelde van 24 voertuigen per dag, in de andere richting over 22 voertuigen.

Vervolgens is er een bewonersbevraging georganiseerd (bewoners Ginderbroek 67 tot 75) over het al dan niet afsluiten van het straatje voor autoverkeer. Hierop heeft 1 persoon gereageerd (afsluiten).

 

Juridische gronden

Het KB van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten op de politie van het wegverkeer.

het KB van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.

Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.

Het ministerieel rondschrijven van 14 november 1977 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van verkeerstekens.

De ministeriële omzendbrief  MOB/2007/01 van 14 december 2007 betreffende het toezicht op de aanvullende reglementen.

Artikel 40§3 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt.

Artikel 135§2 en artikel 119 van de nieuwe gemeentewet bepalen dat de gemeente bevoegd is voor een veilig en vlot verkeer op de openbare wegen en de gemeenteraad hiertoe reglementen en politieverordeningen kan vastleggen.

Het mobiliteitsplan conform verklaard op 19 april 2012.

 

Inspraak en advies

Advies sectie mobiliteit: wij hebben de intentie om van dit straatje een verbinding te maken die enkel voor de zachte weggebruikers bestemd is. Er zijn voor de wagens genoeg alternatieven voorhanden om zonder een grote omrijdfactor in de Hoogstraat te geraken. We stellen voor om ter hoogte van Ginderbroek een afbakeningspaaltje te plaatsen en ter hoogte van Hoogstraat een verkeersbord F45b (doodlopend uitgezonderd voetgangers en fietsers).

 

Bijlage

1)      Plaatsen paaltje Ginderbroek 71

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Als beleidsdoelstelling hebben we de ambitie om van onze gemeente een fietsgemeente te maken. Fietsers hebben comfort nodig, vlotte verbindingen, aangename fietspaden en een zichtbare plaats in het wegbeeld. Door autoverkeer te weren in het verbindingsstraatje Ginderbroek - Hoogstraat wordt hieraan tegemoet gekomen en wordt de verkeersveiligheid verhoogd.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad geeft in zitting van 14 december 2020 de goedkeuring om het verbindingsstraatje tussen Ginderbroek 71 - Hoogstraat af te sluiten voor autoverkeer.

 

Artikel 2

Deze maatregel zal ter hoogte van Hoogstraat gesignaleerd worden met een verkeersbord F45b (doodlopend uitgezonderd voetgangers en fietsers). Ter hoogte van Ginderbroek 71 wordt een afbakeningspaaltje gezet.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

SAMENWERKINGSVERBAND CULTUURNETWERK KEMPEN (CNEK) - ÉÉNGEMAAKT BIBLIOTHEEKREGLEMENT - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In het najaar van 2021 treden de 7 CNEK-bibliotheken (samenwerkingsverband Cultuurnetwerk Kempen met de gemeenten Balen, Dessel, Geel, Laakdal, Meerhout, Mol, Retie) samen met de overige Antwerpse bibliotheken toe tot het EBS (Eengemaakt Bibliotheeksysteem) met de nieuwe bibliotheeksoftware WISE. Daarmee wordt het tijdperk van het PBS (Provinciaal Bibliotheeksysteem met Brocade van CIPAL) definitief afgesloten.

 

De toetreding tot het EBS is het sluitstuk van de reeds ondertekende overeenkomst ‘Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek voor openbare bibliotheken’ tussen Cultuurconnect en de gemeenten

 

Al de Antwerpse bibliotheken stappen met migratiegolf 6 als voorlaatste groep bibliotheken (1/4/2021-30/9/2021) over van Brocade naar het EBS met de nieuwe bibliotheeksoftware WISE. Deze omschakeling houdt een migratie van alle data van de collectie én de gebruikers in van het huidige (provinciale) bibliotheeksysteem naar het gemeenschappelijke systeem WISE.

 

Juridische gronden

Artikel 40 §3 en artikel 41 2° van het decreet lokaal bestuur

 

Decreet bovenlokale cultuurwerking van 6/06/2018

 

Retributiereglement op het gebruik van de openbare bibliotheek Mol, goedgekeurd op de gemeenteraad van 23/03/2015

 

Bijlagen

1) Eéngemaakt bibliotheekreglement Cnek

2) Overeenkomst Cultuurconnect - gemeenten

3) Samenwerkingsmodellen bibliotheeksysteem

4) Simulatie ééngemaakt bibliotheeksysteem en ééngemaakt reglement

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De overstap naar het EBS, dat expliciet inzet op samenwerking tussen bibliotheken, houdt vele kansen in voor het samenwerkingsverband CNEK. De CNEK-bibliotheken willen een grote stap zetten met een ondertekening op niveau 3 omdat deze veranderingen grote voordelen voor de leden én voor de aangesloten bibliotheken inhouden.

 

Financiële weerslag

De eventuele veranderingen inzake retributies zullen een impact hebben op de inkomsten van de bibliotheken

Qua uitgaven verandert er fundamenteel niets: we betalen aansluiting aan het EBS (0.24 euro per inwoner), maar niet meer voor het Provinciaal bibliotheeksysteem (0.24 euro per inwoner).

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt de toetreding tot het EBS  met het ééngemaakt bibliotheekreglement voor de zeven Cnek-bibliotheken goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

ERFGOED IN ZICHT - ONDERTEKENING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Om de basistaken van een museum goed te kunnen uitvoeren is het belangrijk dat de museumcollectie goed geregistreerd wordt.

 

In het Jakob Smitsmuseum gebeurt dit sinds 2012 in Adlib. Adlib is een internationaal gebruikte software voor collectiebeheer waarin je alle gegevens met betrekking tot de collectie kunt opnemen (beschrijving, afmetingen, verzekeringswaarde, standplaats, voorgeschiedenis, afbeeldingen,...). Sinds enkele jaren worden dergelijke databases ook gebruikt om de collectie voor een breed publiek te ontsluiten.

 

Om dit als kleine instelling alleen te doen zou voor ons een grote investering (vooral op personeelsvlak) zijn. Daarom wil k.ERF dit met de regio stimuleren en ondersteunen om over te stappen naar de systemen die Vlaanderen ondersteunt.

 

Juridische gronden

Artikel 41§3, 5° van het decreet lokaal bestuur

 

Bijlage

1)      samenwerkingsovereenkomst

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Door in te stappen in de Vlaamse database kunnen we kosten besparen op termijn (Adlib zou ook extra kosten rekenen om vanuit die database de collectie toegankelijk te maken voor publiek) en kunnen we rekenen op de regionale ondersteuning vanuit k.ERF voor de migratie van onze collectie.

 

Na de migratie kan de collectie ook ontsloten worden via de database van Erfgoed In Zicht, via de regionale database van k.ERF en via de website van het Jakob Smitsmuseum die in 2021 vernieuwd wordt.

 

Financiële weerslag

We dragen niet langer de onderhoudskost van het Adlib systeem (€ 424/ jaar), maar betalen jaarlijks 100 € per gebruikte licentie (de 1ste licentie is gratis, wij hebben er voorlopig 3 nodig). De kost voor de migratie wordt gedragen door erfgoedcel K.erf.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel 

De gemeenteraad keurt de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met Erfgoed In Zicht goed. 

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

HUURREGLEMENT INFRASTRUCTUUR CULTUURCENTRUM 'T GETOUW - WIJZIGING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De Algemene Voorwaarden bij huur infrastructuur Cultuurcentrum 't Getouw (huurreglement) werden in 2017 een laatste maal gewijzigd.

Met een nieuwe indexering worden de tarieven verder marktconform gemaakt. Andere wijzigingen zijn beperkt tot enkele verduidelijkingen en praktische vereenvoudigingen.

 

Juridische gronden

Artikel 40§3 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt.

In zitting van 16 december 2013 werden de statuten van de EVA-vzw Cultuurcentrum Mol door de gemeenteraad goedgekeurd. In zitting van 23 december 2019 werd de samenwerkingsovereenkomst tussen EVA-vzw Cultuurcentrum Mol en het gemeentebestuur door de gemeenteraad goedgekeurd. Onder 5.5 wordt de bevoegdheid tot zaalverhuur beschreven.

 

Inspraak en advies

       Het huurreglement werd positief geadviseerd door het bestuursorgaan van de EVA-vzw Cultuurcentrum Mol in zitting van 28 september 2020.

       Het huurreglement werd positief geadviseerd door de Koepel van de Molse Cultuurraad op 25 september 2020.

 

Bijlagen

1)      20170301_Algemene voorwaarden cc 't Getouw_aanpassing maart 2017

2)      20200705_Algemene voorwaarden cc 't Getouw_aanpassing 2020 met fluo

3)      20200925_Advies koepel Cultuurraad Mol

4)      20200928_AV en RVB_Verslag

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Er werd besloten om de tarifering aan te passen. Daarbij werden heel wat huurreglementen van vergelijkbare en naburige cultuurcentra onder de loep genomen. Resultaat is een document waarin (voorlopig) in fluo en met opmerkingen de belangrijkste wijzigingen werden aangeduid. Met de tariefaanpassing werd ook aan de vraag tot indexering van de tarieven van het gemeentebestuur tegemoet gekomen.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt het gewijzigde verhuurreglement infrastructuur Cultuurcentrum 't Getouw goed.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

JEUGDRAAD MOL - STATUTEN - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In het verleden was de jeugdraad een vzw, sinds 2018 zijn ze een gemeentelijke adviesraad geworden. Daarom is het noodzakelijk om de statuten aan te passen.

De nieuwe statuten werden opgesteld met input van de jeugdraad.

 

Juridische gronden

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.

 

Inspraak en advies

De algemene vergadering van de jeugdraad gaf op 29 augustus een positief advies.

 

Bijlagen

1) Statuten jeugdraad Mol

2) Advies jeugdraad Mol

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De huidige statuten dateren nog van de vzw. Een aanpassing van de statuten is noodzakelijk.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt volgende statuten van Jeugdraad Mol goed.

 

STATUTEN GEMEENTELIJK ADVIESRAAD JEUGDRAAD

 

1. Naam, verplichting, erkenning, doel, decreten

 

ARTIKEL 1: WAT IS EEN JEUGDRAAD

 

De jeugdraad is het adviesorgaan dat is opgericht om de betrokkenheid en de inspraak van kinderen en jongeren te verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van de gemeentelijke dienstverlening en bij de evaluatie ervan, inzonderheid de voorbereiding en uitvoering van het meerjarenplan van de gemeente.

 

ARTIKEL 2: DE JEUGDRAAD IS VERPLICHT

 

De jeugdraad blijft decretaal verplicht via het decreet lokaal jeugdbeleid. Met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdbeleid, inzonderheid in het kader van het meerjarenplan, richt de gemeenteraad een jeugdraad op of erkent de gemeenteraad een al bestaande jeugdraad.

 

De gemeenteraad:

a) moet een jeugdraad oprichten of de bestaande erkennen;

b) om overleg en inspraak te organiseren over alles wat met jeugdbeleid te maken heeft;

c) om de 6 jaar, na de verkiezingen en wanneer een nieuwe gemeenteraad en nieuw college verkozen is.

 

ARTIKEL 3: ERKENNING ADVIESRAAD

 

In de gemeente Mol wordt de gemeentelijke jeugdraad erkend, in uitvoering van het decreet “lokaal jeugdbeleid en jeugdraad”.

 

ARTIKEL 4: DOEL

 

De jeugdraad heeft als doelstelling:

a) Op vraag van het gemeentebestuur of op eigen initiatief adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende jeugdbeleid in de gemeente;

b) Initiatieven nemen om de samenwerking en het overleg tussen het jeugdwerk, de betrokkenen bij het jeugdwelzijn en de jeugd te bevorderen;

c) de betrokkenheid en de inspraak van kinderen en jongeren verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, de uitwerking van de gemeentelijke dienstverlening en bij de evaluatie ervan, inzonderheid de voorbereiding en uitvoering van het meerjarenplan van de gemeente.

 

ARTIKEL 5: DECRETEN EN WETTEN VAN TOEPASSING OP DE JEUGDRAAD

 

Welke decreten zijn van toepassing op de jeugdraad:

a) Decreet lokaal jeugdbeleid;

b) Decreet lokaal bestuur, titel 6, hoofdstuk 2, artikel 304, §3.

 

ARTIKEL 6: WAAROVER MOET HET GEMEENTEBESTUUR VERPLICHT ADVIES VRAGEN AAN DE JEUGDRAAD?

 

Het college van burgemeester en schepenen toont aan dat ze advies vraagt aan de jeugdraad over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het jeugdbeleid, ook bij de opmaak van het meerjarenplan.

De jeugdraad kan op eigen initiatief advies uitbrengen over alle aangelegenheden die betrekking hebben op kinderen en jongeren.

Het college van burgemeester en schepenen motiveert bij het nemen van beslissingen waarom het college het advies van de jeugdraad niet of maar gedeeltelijk volgt.

 

ARTIKEL 6: WAT LEGT DE GEMEENTERAAD VAST OVER DE JEUGDRAAD?

 

De gemeenteraden bepalen de nadere voorwaarden van de werking van de jeugdraad, en in elk geval:

 de maatregelen waarmee het recht op informatie van de jeugdraad ten aanzien van het college van burgemeester en schepenen wordt gewaarborgd;

 de wijze waarop de jeugdraad wordt ondersteund;

 de wijze waarop het college van burgemeester en schepenen een gemotiveerd standpunt over de uitgebrachte adviezen inneemt;

 maatregelen met betrekking tot de openbaarheid van de adviezen en de werkzaamheden van de jeugdraad.

 

 

2. Structuur en samenstelling

 

ARTIKEL 7: DUUR

 

De gemeenteraad erkent de jeugdraad om de 6 jaar, na de verkiezingen en wanneer een nieuwe gemeenteraad en nieuw college verkozen is.

 

ARTIKEL 8: AANTAL LEDEN

 

Het minimum aantal wordt vastgelegd op drie leden van verschillende jeugdwerkorganisaties.

 

ARTIKEL 9: STRUCTUUR

 

De jeugdraad zal gedurende een werkjaar bestaan uit onderstaande organen. Het werkjaar sterkt zich uit van 1 september tot 30 augustus.

a) Algemene vergadering

b) Voorzitter

c) Werkgroepen

Artikel 9.1.  Algemene Vergadering

 

De algemene vergadering is het opperste gezag van de adviesraad. Ze wordt per werkjaar ten minste zesmaal samengeroepen.

 

Behoren tot haar bevoegdheid:

a) Het wijzigen van statuten van de jeugdraad;

b) Het benoemen en ontslaan van bestuurders;

c) Het goedkeuren van de begroting en de rekeningen;

d) Het uitsluiten van leden;

e) Al de beslissingen die de grenzen overschrijden van de wettelijke, of de statuten aan de Raad van Bestuur bevoegd.

 

Artikel 9.1.1. Leden (met stemrecht)

 

 

De Algemene Vergadering bestaat uit volgende leden:

a) De afgevaardigden van de plaatselijke jeugdwerkinitiatieven die een actieve werking of rekrutering kunnen aantonen ten aanzien van kinderen en jongeren uit de gemeente.

- De jeugdwerkinitiatieven hebben de verbintenis de gemeentelijke jeugdraad 5 keer per werkjaar bij te wonen tenzij er belet is door overmacht of een andere belangrijke reden, in welke gevallen men zich telkens zal verontschuldigen door een mail te sturen naar de gemeentelijke jeugddienst.

- Wanneer een jeugdwerkinitiatief een subsidieaanvraag indiende, verwachten we ook dat dit initiatief aanwezig is op de eerstkomende jeugdraad om de aanvraag te bespreken. Niet aanwezig? Dan wordt je aanvraag uitgesteld tot volgende jeugdraad.

b) Geïnteresseerde, individuele jongeren tussen 16 jaar en 30 jaar uit de gemeente, gecoöpteerd door de jeugdraad.

 

Artikel 9.1.2 Vaste waarnemers (zonder stemrecht)

 

 

In de algemene vergadering zitten volgende (vaste) waarnemers die een zuiver adviserende rol hebben:

a) De schepen van jeugd;

b) De gemeentelijke ambtenaar inzake jeugdaangelegenheden, jeugdconsulent of jeugdfunctionaris.

Politieke mandatarissen kunnen géén lid zijn van de jeugdraad.

 

Artikel 9.2  Voorzitter

 

Artikel 9.2.1. Aanduiding voorzitter

a) De algemene vergadering kiest bij het begin van het werkjaar een voorzitter;

b) De voorzitter is geen politiek mandataris (gemeente of bijzonder comité).

 

Artikel 9.2.2.  Kandidaten

De voorzitter wordt verkozen voor een periode van 1 jaar die start op 1 september en eindigt op 30 augustus.  Elk lid van de adviesraad kan zich schriftelijk kandidaat stellen voor voorzitter, na een oproep via de gangbare communicatiekanalen binnen de adviesraad. De voorzitter wordt verkozen door de leden van de adviesraad in algemene vergadering, met een gewone meerderheid van de stemmen.

Het schepencollege wordt op de hoogte gebracht van de voorzitter.

 

Indien er geen kandidaten zijn om de taak van voorzitter uit te voeren, neemt de gemeentelijke ambtenaar inzake jeugdaangelegenheden deze taak op zich.

 

Artikel 9.3  Werkgroepen

 

De algemene vergadering kan steeds werkgroepen oprichten. Elk lid van de gemeentelijke adviesraad kan hieraan deelnemen. Ook andere geïnteresseerden en/of deskundigen kunnen lid worden van een werkgroep.

 

ARTIKEL 10: PROCEDURE VOOR DE AANDUIDING VAN LEDEN

 

Artikel 10.1 Procedure voor aanduiden leden Algemene Vergadering

 

Artikel 10.1.1.

 

Bij het begin van een nieuw werkjaar, worden alle verenigingen, actiegroepen, organisaties, instellingen die in aanmerking komen voor het lidmaatschap van de algemene vergadering bevraagd met de vraag om hun afgevaardigde(n) aan te duiden. Tevens wordt er via verschillende informatiekanalen een oproep gelanceerd in de gemeente opdat nieuwe verenigingen zich kandidaat zouden kunnen stellen als lid van de gemeentelijke adviesraad. De reeds aangesloten verenigingen blijven erkend.

 

Deze afgevaardigden worden in volle vrijheid aangeduid door de betrokken vereniging, organisatie, dienst en moeten voldoen aan volgende voorwaarden:

 minimum 16 jaar; maximum 30 jaar

 actief betrokken zijn bij de werking van de organisatie waarvoor ze worden aangeduid;

 geen politiek mandaat uitoefenen (gemeente en bijzonder comité)

 

Bij vernieuwing van de gemeenteraad blijft het lidmaatschap verder gelden gedurende het verdere werkjaar, tenzij de betreffende persoon een politiek mandaat gaat uitoefenen.

 

Artikel 10.1.2. Specifieke bepalingen i.v.m. individueel geïnteresseerden /deskundigen of de verwoording:

Bij het begin van een nieuwe legislatuur/Ten laatste een maand na de installatie van de nieuwe gemeenteraad, wordt via verschillende informatiekanalen, de website van de gemeente Mol en op www.jeugdwerkmol.be een oproep gelanceerd in de gemeente opdat individueel geïnteresseerden zich kandidaat zouden kunnen stellen als lid van de gemeentelijke adviesraad. De reeds aangesloten verenigingen blijven erkend.

Kandidaten moeten voldoen aan volgende voorwaarden:

 minimum 16 jaar, maximum 30 jaar;

 geen politiek mandaat uitoefenen;

 opgave van specifieke motivatie voor kandidaatstelling;

 woonachtig zijn in Mol.

 

Artikel 10.2 Procedure voor aanduiding van vaste waarnemers

a) Eén schepen, afgevaardigd door het schepencollege, wordt automatisch beschouwd als vaste waarnemer. De voorkeur gaat uit naar de schepen van jeugd;

b) Gemeentelijke ambtenaar inzake jeugdaangelegenheden, jeugdconsulent of jeugdfunctionaris wordt automatisch beschouwd als vaste waarnemer;

c) Elk lid van de stuurgroep (of werkgroep) voor jeugdbeleidsplanning die nog geen lid is van de jeugdraad, wordt automatisch beschouwd als vaste waarnemer.

 

ARTIKEL 11: PROCEDURE VOOR BEËINDIGING

 

Artikel 11.1 Einde van het mandaat van afgevaardigden

Aan het mandaat van de afgevaardigden wordt een einde gesteld:

a) door de intrekking van hun opdracht door de organisatie, vereniging of instelling die zij vertegenwoordigen; deze intrekking moet gemeld en gemotiveerd aan de Algemene Vergadering;

b) door het ontslag van de betrokkene zelf uit de adviesraad of uit de organisatie, vereniging of instelling; dit ontslag moet meegedeeld worden door de betrokkene of door de organisatie, vereniging of instelling;

c) door beëindiging van het lidmaatschap van de organisatie, vereniging of instelling die zij vertegenwoordigen.

 

Artikel 11.2 Einde van het lidmaatschap

a) het ontslag door het lid zelf uit de adviesraad; deze beëindiging of dit ontslag moet meegedeeld worden door dit lid;

b) door het niet langer voldoen aan voorwaarden tot lidmaatschap vermeld in art. 9.1.1 ; het bestuur zal dit vaststellen en het ontslag meedelen, via het verslag, aan het lid en aan de adviesraad;

 

Artikel 11.3 Einde van het statuut van vaste waarnemer

a) door de schepen, die een einde stelt aan zijn/haar politiek mandaat als schepen

b) door intrekking van de opdracht van afvaardiging door de organisatie of instelling, vermeld in art. 9.1.2 of het stopzetten van de opdracht van afvaardiging door de afgevaardigde zelf;

 

Artikel 12

 

De Algemene Vergaderingen zijn openbaar. De agenda, vergaderdatum en vergaderplaats worden ruim bekendgemaakt in de gemeente.  De leden worden minstens acht dagen voor de vergadering schriftelijk uitgenodigd.  Documentatie, verslagen en ledenlijst zijn steeds ter inzage op het secretariaat van de jeugdraad.  Verslagen en adviezen worden via verschillende kanalen bekendg

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

KAMPGEBOUW GALBERGEN - PRIJSZETTING EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Vanaf 2021 zal het nieuwe jeugdverblijf Galbergen verhuurd worden door het Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT). De exploitatie van het gebouw zal gebeuren binnen de EVA vzw Molse Sportinstellingen. Het gebouw zal beheerd worden door de dienst patrimonium.

 

Juridische gronden

Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en de retributies.

 

Bijlagen

1) Prijszetting jeugdverblijf Galbergen

2) Huishoudelijk reglement Galbergen

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De reglementen werden opgemaakt in overleg met het Centrum voor Jeugdtoerisme die het beheer van de reservaties op zich gaat nemen. Er werd een grondige benchmark gedaan met gelijkaardige kampgebouwen in Vlaanderen.

 

Financiële weerslag

De kosten en inkomsten worden voorzien binnen de EVA vzw Molse Sportinstellingen.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de prijszetting voor het verhuur van het jeugdverblijf Galbergen, zoals in bijlage gevoegd, goed.

 

Artikel 2

De gemeenteraad keurt het huishoudelijk reglement van het jeugdverblijf Galbergen, zoals in bijlage gevoegd, goed.

 

Artikel 3

De gemeenteraad belast de EVA vzw Molse Sportinstellingen met de uitvoering er van.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

TUSSENSTRAAT - VOORLOPIGE VASTSTELLING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Tussen de Ringlaan en de Keiheuvelstraat komt er een nieuwe verkaveling met wegenaanleg. Deze nieuwe straat moet een naam krijgen.

 

Juridische gronden

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.

Het decreet van 28 januari 1977, gewijzigd door het decreet van 4 februari 1997 en het decreet van 29 november 2003, regelt de wijze waarop namen aan straten en pleinen moeten gegeven worden.

 

Inspraak en advies

De straatnamencommissie stelde in zitting van 17-09-2020 volgende straatnaam voor: “Tussenstraat”. De nieuwe straat ligt namelijk tussen de Ringlaan en de Keiheuvelstraat.

De Koepel voor het Mols Cultuurbeleid verklaarde zich in zitting van 20-10-2020 akkoord met de keuze van de straatnamencommissie.

 

Bijlagen

1)      Advies Cultuurraad Tussenstraat

2)      Plan verkaveling tussen Ringlaan en Keiheuvelstraat

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De nieuwe verkaveling met wegenaanleg tussen de Ringlaan en de Keiheuvelstraat moet een naam krijgen.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De straatnaam voor de verkaveling tussen de Ringlaan en de Keiheuvelstraat wordt voorlopig vastgesteld op “Tussenstraat”.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

POLITIEVERORDENING - VERSTRENGING CORONAMAATREGELEN VOOR VRIJETIJDSACTIVITEITEN VOOR -12 JARIGEN - BEKRACHTIGING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Bij Ministerieel Besluit van 28 oktober 2020 werden bijkomende maatregelen genomen om de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan.

 

Gelet op het hoge aantal besmettingen met COVID-19 op dat moment in Mol en omstreken en gelet op de  druk die dat legde op het Heilig Hartziekenhuis, nam de burgemeester op 28 oktober 2020 het besluit om de coronamaatregelen opgenomen in het Ministerieel Besluit van 28 oktober 2020 op sommige punten verder te verstrengen voor -12 jarigen.

 

Vanaf donderdag 29 oktober 2020 tot en met donderdag 19 november 2020 legde de burgemeester volgende maatregelen op in Mol ter bestrijding van het coronavirus COVID-19:

 

In afwijking van art. 8, 7° van het MB van 28 oktober 2020 worden de culturele plaatsen tevens gesloten voor:

- groepen van kinderen tot en met 12 jaar, in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het verplicht onderwijs;

- stages en activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar.

 

In afwijking van art. 15§4 van het MB van 28 oktober 2020 mogen kinderen tot en met 12 jaar de volgende activiteiten niet bijwonen:

 de activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter;

 de kampen, stages en activiteiten, uitgezonderd activiteiten in het kader van erkende buitenschoolse kinderopvang.

 

In afwijking van art. 15§ 6 van het MB van 28 oktober 2020 mogen er geen niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen plaatsvinden voor deelnemers tot en met 12 jaar.

 

In afwijking van art. 18 van het MB van 28 oktober 2020 zijn kampen, stages en activiteiten zonder overnachting, alsook de speelpleinwerking niet toegestaan voor kinderen tot en met 12 jaar, uitgezonderd in het kader van erkende buitenschoolse kinderopvang.

 

De burgemeesters van de omliggende gemeenten Balen, Dessel, Retie, Geel, Laakdal en Meerhout namen dezelfde maatregelen.

 

Het aantal besmettingen met COVID-19 is nog steeds hoog. Op 13 november 2020 telt Mol volgens cijfers van Sciensano 667 besmettingen op 100.000 inwoners over de laatste 14 dagen. Op 28 oktober 2020, toen verstrengingen door de regering en de burgemeester werden afgekondigd, telde Mol nog  916 besmettingen op 100.000 inwoners. Het aantal besmettingen in Mol daalde sterker dan in andere gemeenten waar geen bijkomende maatregelen ten aanzien van -12 jarigen werden genomen.

 

Artikel 27§1 van het MB van 28 oktober 2020 bepaalt dat wanneer de burgemeester of de gouverneur door het gezondheidsorganisme van de betrokken gefedereerde entiteit wordt ingelicht over een plaatselijke toename van de epidemie op diens grondgebied, of wanneer hij dit vaststelt, de burgemeester of de gouverneur bijkomende maatregelen moet nemen vereist door de situatie.

 

Op 16 november 2020 besliste de burgemeester tot een verlenging van de verstrenging van een aantal coronamaatregelen voor vrijetijdsactiviteiten voor -12 jarigen op het grondgebied van de gemeente Mol.

 

Vanaf vrijdag 20 november 2020 tot en met zondag 29 november 2020 worden de maatregelen zoals genomen in de politieverordening van de burgemeester van 28 oktober 2020 verlengd.

 

Vanaf maandag 30 november 2020 tot en met zaterdag 12 december 2020 legt de burgemeester volgende maatregelen op in Mol ter bestrijding van het coronavirus COVID-19:

 

In afwijking van art. 8, 7° van het MB van 28 oktober 2020 worden de indoor culturele plaatsen tevens gesloten voor:

- groepen van kinderen tot en met 12 jaar, in het kader  van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het verplicht onderwijs;

- stages en activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar.

 

In afwijking van art. 15§5 van het MB van 28 oktober 2020 mogen kinderen tot en met 12 jaar de volgende activiteiten niet bijwonen:

 de activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter, uitgezonderd wanneer deze activiteiten in open lucht doorgaan;

 de kampen, stages en activiteiten, uitgezonderd activiteiten in open lucht of in het kader van erkende buitenschoolse kinderopvang.

 

In afwijking van art. 15§7 van het MB van 28 oktober 2020 mogen er geen niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen plaatsvinden voor deelnemers tot en met 12 jaar, tenzij deze in open lucht doorgaan.

 

In afwijking van art. 18 van het MB van 28 oktober 2020 zijn kampen, stages en activiteiten zonder overnachting, alsook de speelpleinwerking niet toegestaan voor kinderen tot en met 12 jaar, uitgezonderd deze in open lucht of in het kader van erkende buitenschoolse kinderopvang.

 

Juridische gronden

Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester een politieverordening kan maken in geval van onvoorziene gebeurtenissen waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, onder de verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

 

Bijlagen

1) besluit van de burgemeester van 16 november 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Op één punt verschilt de hogere regelgeving van onze lokale analyse. Zo gelden de restricties op vlak van sport en jeugdwerking niet voor kinderen jonger dan 12 jaar. De medische experts die het lokaal contactonderzoek in Mol, Balen, Dessel en Retie coördineren, stellen dat op medisch vlak deze leeftijdsgrens weinig verschil maakt voor het virus. Ook jonge kinderen raken in onze regio besmet en geven het virus door binnen familiekring, zo bewijst ons lokaal contactonderzoek. Dit gebeurt meestal zonder dat de jonge kinderen ziektesymptomen vertonen. Daarom worden grootouders door de hogere overheden al sinds het begin van de crisis afgeraden om nog nauw contact te hebben met jonge kinderen.

 

Nieuw onderzoek van KU Leuven en Sciensano lijkt dit te bevestigen. Op 13 november 2020 verscheen op de website van VRT dat uit dit onderzoek blijkt dat kinderen wel degelijk vatbaar zijn voor corona, meer zelfs dan eerst gedacht.

 

Onze regio – en dus ook het Heilig Hartziekenhuis – werd bovengemiddeld getroffen door het coronavirus. De maatregelen van de regering en de verstrenging die de burgemeester op 28 oktober 2020 doorvoerde voor de -12 jarigen hebben positieve effecten gehad op het aantal besmettingen, maar waakzaamheid blijft geboden.

 

Het aantal besmettingen blijft momenteel nog zeer hoog (667 besmettingen op 100.000 inwoners over de laatste 14 dagen) en is niet van die aard om op korte termijn veel versoepelingen te kunnen doen. Op dit moment weten we niet welke impact de herstart van de scholen de komende twee weken zal hebben op de besmettingen. De huidige trend is inderdaad dalende, maar de situatie blijft nog steeds precair waarbij het nog ieder moment de verkeerde richting kan uitgaan. Voorzichtigheid blijft absoluut nog aan de orde. We willen niet de fout maken om op een te korte tijdspanne te veel versoepelingen door te voeren.

 

In samenspraak met de medische experts die de gemeentelijke crisiscellen begeleiden, beslisten de burgemeesters van de gemeente Mol, Balen, Dessel, Retie, Geel, Laakdal en Meerhout samen om de extra beperkingen stapsgewijs af te bouwen.

 

Het samenbrengen van veel -12-jarigen - en zeker in een binnenruimte - is niet zonder risico’s. Binnen de schoolcontext gebeurt dit zo veilig mogelijk in dezelfde klasbubbels. Vrijetijdsactiviteiten leiden onvermijdelijk tot extra sociale contacten over de verschillende klasbubbels heen.

 

Maandag 16 november heropenen de scholen na de verlengde herfstvakantie. De leerlingen van het kleuter- en lager onderwijs volgen 100% contactonderwijs. We houden de beperkingen op de vrijetijdsactiviteiten voor -12-jarigen nog twee weken aan om de effecten van de schoolstart te analyseren.

 

Vanaf maandag 30 november vallen extra beperkingen voor buitenactiviteiten bij kinderen jonger dan 12 jaar weg in de zeven betrokken gemeenten.

De beperkingen indoor blijven nog twee weken langer van kracht, met name tot en met zondag 13 december. Dit geldt zowel voor indoor sportactiviteiten als bijvoorbeeld voor de werking van de kunstacademies.

 

Vanaf zondag 13 december volgen we volledig de Vlaamse en federale overheid, wat op dit moment betekent dat er voor kinderen specifieke regels gelden in het kunstonderwijs en dat er voor hen geen bijkomende beperkingen gelden op vrijetijdsactiviteiten binnen- en buitenshuis. Uiteraard moeten deze activiteiten coronaveilig en volgens de geldende protocollen georganiseerd blijven.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 16 november 2020 houdende de verlenging van de verstrenging van coronamaatregelen voor vrijetijdsactiviteiten voor -12 jarigen.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GAS - BIJZONDERE VELDWACHTER IN HET KADER VAN GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES - AANSTELLING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Sinds 1 januari 2010 werden in de gemeente Mol gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd.  Tot op heden gebeurde de vaststelling van de overtredingen door politieambtenaren en agenten van de lokale politie Balen-Dessel-Mol. In zitting van 7 september 2020 werden 3 gemeentelijke ambtenaren aangesteld die vaststellingen van inbreuken op het reglement gemeentelijke administratieve sancties.

 

Artikel 20 van de wet van 24 juni 2019 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, voorziet de mogelijkheid voor bijzondere veldwachters om inbreuken vast te stellen die het voorwerp van administratieve sancties kunnen uitmaken. Hiervoor is vereist dat zij worden aangesteld door een publiekrechtelijke rechtspersoon, in het voorliggend geval de gemeente.

 

Natuurpunt heeft vrijwilliger Marc Dumon voor de volgende natuurgebieden in haar eigendom of beheer op het grondgebied van de gemeente aangesteld als bijzondere veldwachter:

- De Maat

- Den Diel

 

De taak omvat: sensibiliseren en informeren van de bezoekers over het gebied, de toegankelijkheid en het natuurbeheer, indien nodig waarschuwingen geven en PV opmaken als de wet overtreden wordt en gebreken en onveilige situaties melden (ontbrekende bewegwijzering, omgevallen bomen, sluikstorten…). De sensibiliserende functie vormt duidelijk de hoofdtaak.

 

Natuurpunt vraagt nu aan de gemeente om de bijzondere veldwachter ook de bevoegdheid te geven om vaststellingen te doen op overtredingen van het reglement gemeentelijke administratieve sancties. Hiervoor moet de bijzondere veldwachter ook aangesteld worden door de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

Art. 61 e.v. Veldwetboek

Koninklijk besluit van 10 september 2017 tot regeling van het statuut van de bijzondere Veldwachters

Art. 135, §2, 7° van de nieuwe gemeentewet.

De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Het reglement gemeentelijke administratieve sancties van 23 november 2009 en latere wijzigingen.

 

Bijlagen

1) Ontwerp Samenwerkingsovereenkomst NP-gemeente - aanstelling BVW gas

2) Documenten samenwerkingsovereenkomst bijzondere veldwachter 002

3) Plan werkingsgebied bijzondere veldwachter

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De gemeente en Natuurpunt zien de noodzaak in dat de bijzondere veldwachter in de  natuurgebieden De Maat en Den Diel eveneens inbreuken kan vaststellen die het voorwerp van administratieve sancties kunnen uitmaken. Een overeenkomst moet worden afgesloten die de samenwerking regelt tussen Natuurpunt en de gemeente. Bij die aanstelling kan de opdracht van de bijzondere veldwachter ook verder worden uitgebreid naar gemeentelijke domeinen. 

 

Een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen Natuurpunt en de gemeente werd opgemaakt waarin aan de bijzondere veldwachter de mogelijkheid wordt gegeven om overtredingen op het GAS-reglement ook vast te stellen in de natuurgebieden De Maat en Den Diel.

 

Daarnaast werd een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de bijzondere veldwachter opgemaakt waarin aan de bijzondere veldwachter de mogelijkheid wordt gegeven om bepaalde overtredingen op het GAS-reglement vast te stellen in alle gemeentelijke domeinen en gebouwen in het gebied gelegen tussen de twee kanalen, de Kiezelweg/Zuiderring en de Blauwe Keidreef (zie bijlage). Op basis van een semesteriële rapportering wordt een vrijwilligersvergoeding uitbetaald aan de bijzondere veldwachter.

 

De aanstelling van de bijzondere veldwachter moet nog worden goedgekeurd door de gouverneur.

 

De heer Marc Dumon voldoet aan alle voorwaarden om aangesteld te worden als bijzondere veldwachter.

 

Financiële weerslag

De samenwerking is onbezoldigd. De gemeente Mol betaalt de bijzondere veldwachter wel een vrijwilligersvergoeding van 17,35 euro per halve dag met een maximum van 6 halve dagen per maand. De vrijwilligersvergoeding mag in geen geval de wettelijke maximumbedragen voor vrijwilligersvergoeding die vrijgesteld zijn van RSZ-bijdragen overschrijden.  De vrijwilligersvergoeding wordt 2 keer per jaar uitbetaald op basis van het semesterieel rapport.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad stelt de heer Marc Dumon, Kruiwagenstraat 15, 2400 Mol aan als bijzondere veldwachter onder de voorwaarden zoals bepaald in bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst.

 

Artikel 2

De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst met Natuurpunt betreffende gemeentelijke administratieve sancties.

 

Artikel 3

De heer Marc Dumon, Natuurpunt en de sanctionerend ambtenaar worden in kennis gesteld van deze beslissing.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

OMGEVINGSAMBTENAREN - AANWIJZING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In zitting van de gemeenteraad van 18 november 2019 werden volgende personen aangewezen als omgevingsambtenaar van de gemeente Mol:

 

- Joost Ouderits, stedenbouwkundige

- Miriam Pauwels, afdelingshoofd Patrimonium

- Adriaan Pardon, bestuurssecretaris - afdelingshoofd Omgeving

- Ria Geens, coördinator milieu & groen

- Bert Govaerts, deskundige milieu & groen

 

Omwille van wijzigingen in de personeelsbezetting dient de aanwijzing aangepast te worden. 

 

Juridische gronden

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Hoofstuk 1, Afdeling 4 Aanwijzing gemeentelijke en gewestelijke omgevingsambtenaar

Artikel 9.

§ 1. Iedere gemeente wijst bij gemeenteraadsbeslissing minimaal één gemeentelijke omgevingsambtenaar aan. De gemeente kan daarvoor een beroep doen op eigen personeel of op personeel van een intergemeentelijk samenwerkingsverband. De gemeente zorgt ervoor dat de aangestelde ambtenaar of ambtenaren gezamenlijk voldoende kennis van zowel de ruimtelijke ordening als het milieu in zich verenigen. De Vlaamse Regering kan de kwaliteitseisen vastleggen waaruit deze kennis blijkt.

§ 2. De gemeentelijke omgevingsambtenaar oefent de taken, vermeld in dit decreet, onafhankelijk en neutraal uit. Hij mag geen nadeel ondervinden van de uitoefening hiervan.

Art. 143 t.e.m. 146 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, waarin de voorwaarden en onverenigbaarheden worden bepaald voor de aanwijzing van de omgevingsambtenaren.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Joost Ouderits, Ria Geens en Bert Govaerts zijn in dienst van de gemeente en werden door de gemeenteraad in zitting van 18-11-2019 reeds aangesteld als omgevingsambtenaar.

 

Adriaan Pardon is niet meer in dienst van de gemeente als afdelingshoofd Omgeving, ook hij werd in zitting van 22-01-2018 aangesteld als omgevingsambtenaar.

 

Het is aangewezen dat de huidige lijst van omgevingsambtenaren wordt aangepast.  Gelet op het ontslag van Adriaan Pardon is het noodzakelijk hem te vervangen door omgevingsambtenaren die beschikken over de nodige kennis van ruimtelijke ordening.

 

De voorgestelde ambtenaren bezitten gezamenlijk voldoende kennis aangaande milieu en ruimtelijke ordening en voldoen aan de voorwaarden voor aanstelling als omgevingsambtenaar.  Zij beschikken tevens allemaal over voldoende relevante beroepservaring.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

Het besluit van 18 november 2019 tot aanwijzing van de omgevingsambtenaren wordt opgeheven.

 

Artikel 2

De gemeenteraad wijst onderstaande personen aan als omgevingsambtenaar van de gemeente Mol:

- Joost Ouderits, expert ruimtelijke planning

- Martine Pouders, expert omgeving

- Ruth Lowette, deskundige omgeving

- Stijn Theunis, deskundige omgeving

- Ria Geens, coördinator milieu & groen

- Bert Govaerts, deskundige milieu & groen

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

AANMELDEN ONDERWIJS - OPSTART AANMELDPROCEDURE - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In zitting van 30 mei 2016 ging de gemeenteraad principieel akkoord met de opstart van een aanmelddossier, op voorwaarde dat alle basisscholen van de verschillende schoolbesturen op het grondgebied van Mol participeerden.

 

Het aanmelddossier werd, in samenwerking met de scholen binnen het vrij onderwijs, het gemeenschapsonderwijs en het gemeentelijk onderwijs in Mol, samengesteld en goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2016.

 

Om het systeem van digitaal aanmelden en inschrijven opnieuw toe te passen in 2021 werd uiterlijk op 15 november 2020 de intentieverklaring om het nieuwe aanmelddossier tot uitvoering te brengen doorgegeven aan de Commissie inzake Leerlingenrechten. Om het voorgelegde dossier effectief tot uitvoering te brengen wordt een goedkeuring door de gemeenteraad gevraagd.

 

Vanuit de Commissie inzake Leerlingenrechten wordt de keuze gegeven om het bestaande dossier te verlengen, een standaarddossier B of een standaarddossier C in te dienen. Na overleg met de 'netoverschrijdende werkgroep aanmelden en inschrijven' wordt geopteerd om een standaarddossier B in te dienen, met afwijking van een capaciteitsbepaling voor anderstalige nieuwkomers.

 

Het standaarddossier B bevat volgende specifieke items:

 

1)      De volgende ordeningscriteria, zoals goedgekeurd in de vorige aanmelddossier, worden toegepast:

         rangorde van keuze

         afstand van het domicilie adres van de leerling tot de vestigingsplaats

         toeval

 

2)      De mogelijkheid wordt gegeven om opnieuw te werken met een voorrangsperiode voor de voorrangsgroepen, conform het vorige goedgekeurde aanmelddossier. Dit zorgt voor transparantie naar ouders over het aantal beschikbare plaatsen. Daarnaast wordt op deze manier rekening gehouden met de draagkracht van de schoolsecretariaten door de inschrijvingen te spreiden over twee periodes.

 

De aanmeldingsperiode voor de voorrangsgroepen loopt van 4 januari (start: 9 uur ‘s morgens) tot en met 18 januari 2021 (einde: 12 uur ‘s middags).

Deze geldt voor:

         ouders met kinderen die al broertjes of zusjes op dezelfde school hebben

         kinderen van schoolpersoneel

 

3)      Het systeem van dubbele contingentering wordt toegepast. Dit is de verhouding tussen indicator- en niet indicator leerlingen.

 

'De netoverschrijdende werkgroep aanmelden en inschrijven' stelt voor om het systeem van dubbele contingentering voor elk geboorte- en leerjaar toe te passen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de relatieve aanwezigheid voor de gemeente Mol. Deze bedraagt 31,4%.  Bij het bepalen van de contingenten wordt, via een groeipad, rekening gehouden met een relatieve aanwezigheid die minstens 10% dichter aansluit bij de relatieve aanwezigheid van de gemeente.

 

4)      Op vraag van de verschillende schoolbesturen in Mol besliste de gemeenteraad op 20 november 2017 om capaciteit te bepalen voor anderstalige nieuwkomers. Een schoolbestuur mag een capaciteit bepalen voor anderstalige nieuwkomers. Dit laat een school toe om – eens de vooraf bepaalde capaciteit voor anderstalige nieuwkomers bereikt is - een anderstalige nieuwkomer te weigeren, ook wanneer de capaciteit voor het betreffende niveau, geboortejaar, … nog niet bereikt is. Op die manier vermijdt men dat de draagkracht van de school overschreden wordt. Een school met verschillende vestigingsplaatsen bepaalt de capaciteit voor anderstalige nieuwkomers op niveau van elke vestigingsplaats.

 

Deze capaciteit mag nooit minder zijn dan:

−vier leerlingen voor scholen of vestigingsplaatsen met een capaciteit van maximum 100 leerlingen,

−acht leerlingen voor scholen of vestigingsplaatsen met een capaciteit van 101 of meer leerlingen.

 

Om deze capaciteitsbepaling opnieuw te kunnen toepassen, is een afwijking op het standaarddossier nodig.

 

Juridische gronden

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Artikel 37bis tot en met artikel 37vicies septies van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.

De omzendbrief BaO/2019/01.

 

Inspraak en advies

       In zitting van 5 november 2020 gaf het College van Burgemeester en Schepenen een goedkeuring om een standaarddossier B, met afwijking van een capaciteitsbepaling voor anderstalige nieuwkomers, in te dienen voor het gemeentelijk onderwijs.

       De schoolbesturen van de vrije scholen gaven een mandaat aan het gemeentebestuur van Mol voor het indienen van een standaarddossier B, met capaciteitsbepaling voor anderstalige nieuwkomers.

       De schoolbesturen van het gemeenschapsonderwijs gaven een mandaat aan het gemeentebestuur van Mol voor het indienen van een standaarddossier B, met capaciteitsbepaling voor anderstalige nieuwkomers.

 

Bijlagen

1)      Mandaat schoolbestuur KOM

2)      Mandaat schoolbestuur GO

3)      Mandaat schoolbestuur gemeentelijk onderwijs - beslissing CBS 5 november 2020

4)      Tijdlijn aanmeldingen 2021-2022

5)      Brochure aanmelden en inschrijven

6)      Overzicht dubbele contingentering per school

7)      Uittreksel beslissing gemeenteraad 19 december 2016

8)      Goedgekeurd aanmelddossier Commissie inzake Leerlingenrechten

9)      Begeleidende brief aanmeldingsdossier van Gemeentebestuur Mol

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Om het systeem van digitaal aanmelden en inschrijven opnieuw toe te passen in 2021 werd uiterlijk op 5 november 2020 de intentieverklaring om het nieuwe aanmelddossier tot uitvoering te brengen doorgegeven worden aan de Commissie inzake Leerlingenrechten. Om het voorgelegde dossier effectief tot uitvoering te brengen wordt een goedkeuring van het dossier door de gemeenteraad gevraagd.

 

Financiële weerslag

 

Actie

5.3.1

registratiesleutel

740990000/086900 - werkingssubsidies project aanmelden scholen

bedrag

5.000 euro ontvangst

 

Actie

5.3.1

Registratiesleutel

61410060/086900 - Administratief drukwerk en kopieerkosten

Bedrag

1.500 euro uitgave

 

Actie

8.5.1

Registratiesleutel

61423000/011901 - ICT

Bedrag

€ 4.730,29 uitgave

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad geeft goedkeuring om in het kader van het aanmelddossier het standaarddossier B, met afwijking van capaciteitsbepaling voor anderstalige nieuwkomers, in te dienen bij de commissie inzake leerlingenrechten.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

SAIGO STERRENBOS EN GIBBO GALBERGEN - BEPALING CAPACITEIT VANAF 1 SEPTEMBER 2021 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In uitvoering van het decreet betreffende het inschrijvingsrecht van 25 november 2011 werd in gemeenteraadszitting van 25 juni 2012 voor het gemeentelijk onderwijs de maximale capaciteit van het aantal leerlingen bepaald.

Voor de gewone basisscholen werden er intussen reeds een aantal keren wijzigingen doorgevoerd.

Voor het buitengewoon onderwijs werd de bepaalde capaciteit sindsdien niet meer gewijzigd.

 

De maximale capaciteit voor SAIGO Sterrenbos en GIBBO Galbergen is niet meer actueel.

Ontwikkelingen in het onderwijsveld en in de desbetreffende scholen zorgen ervoor dat een aanpassing van de capaciteit nodig is.

 

SAIGO Sterrenbos

 

Infrastructuur

Enkele jaren geleden werd in SAIGO Sterrenbos een nieuwbouw gezet. De capaciteit van deze nieuwbouw is gebaseerd op het aantal leerlingen dat de school op dat moment telde.

 

M-decreet

SAIGO Sterrenbos kende met het invoeren van het M-decreet in september 2015 een terugval in het aantal leerlingen voor het type basisaanbod.

Echter de laatste jaren wordt er terug een stijging in het aantal leerlingen vastgesteld. Dit heeft te maken met het feit dat een aantal kinderen in het gewoon basisonderwijs toch niet voldoende ondersteuning kunnen krijgen zoals in het M-decreet wordt vooropgesteld. Deze kinderen maken alsnog de overstap naar het buitengewoon onderwijs.

 

Type 2-onderwijs

Het Type-2 onderwijs dat sinds 1 september 2018 is toegevoegd aan het aanbod in SAIGO Sterrenbos kende een voorzichtige start, maar ook hier is een stijging merkbaar.

 

Leerlingenaantallen

 

Teldatum 1 februari

Type basisaanbod

Type 2

Type 2

 

Lagere school

Kleuters

Lagere school

Schooljaar 2015-2016

122

 

 

Schooljaar 2016-2017

103

 

 

schooljaar 2017-2018

94

 

 

schooljaar 2018-2019

98

4

1

schooljaar 2019-2020

117

7

5

 

Teldatum 1 oktober 2020

 

 

 

Schooljaar 2020-2021

116

10

14+4*

*4 leerlingen verblijven in De Witte Mol en hebben een goedkeuring voor Permanent Onderwijs aan Huis (POAH)

 

GIBBO Galbergen

De leerlingenaantallen in GIBBO Galbergen kenden de laatste jaren een lichte schommeling. Echter werd recent de hervorming van het secundair onderwijs ingevoerd. De gevolgen hiervan zijn momenteel nog niet zichtbaar.

 

Teldatum 1 februari

 

schooljaar 2015-2016

95 OV3

schooljaar 2016-2017

95 OV3

schooljaar 2017-2018

89 OV3

schooljaar 2018-2019

90 OV3

schooljaar 2019-2020

96 OV3

schooljaar 2020-2021

(stavaza 1 oktober)

99 OV3

3 OV2 - vrije leerlingen

4 POAH*

*POAH = permanent onderwijs aan huis

 

Juridische gronden

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Hoofdstuk 4 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, laatst gewijzigd op 24 augustus 2020

 

Artikel 110/1 tot en met artikel 110/27 van de codex secundair onderwijs van 17 december 2010, laatst gewijzigd op 24 augustus 2020

 

Decreet betreffende het inschrijvingsrecht van 25 november 2011

 

Punt 3.3 van de omzendbrief BaO/2012/01 betreffende het inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs voor inschrijvingen, van 5 juni 2012, laatst gewijzigd op 8 mei 2020

 

Punt 3.2.3 van omzendbrief SO/2012/01 betreffende Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het secundair onderwijs voor inschrijvingen, van 5 juni 2012, laatst gewijzigd op 14 augustus 2020

 

Artikel 21 van het decreet betreffende de participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad van 2 april 2004, laatst gewijzigd op 19 december 2018

 

Inspraak en advies

In zitting van 12 november 2020 gaf de schoolraad van GIBBO Galbergen en SAIGO Sterrenbos een gunstig advies over de vooropgestelde capaciteit.

 

Bijlagen

1)      gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2012 betreffende de capaciteitsbepaling voor het gemeentelijk onderwijs

2)      SAIGO Sterrenbos - advies schoolraad 12 november 2020

3)      GIBBO Galbergen - advies schoolraad 12 november 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Het bepalen van een maximale capaciteit is een meerwaarde om kwaliteitsvol onderwijs op maat te kunnen blijven bieden aan alle leerlingen binnen de beschikbare schoolinfrastructuur.

 

Op basis van de bepaalde capaciteit worden de inschrijvingen in chronologische volgorde verricht. Indien er te veel inschrijvingen zijn wordt er een wachtlijst aangelegd, ook in chronologische volgorde.

De inschrijvingen en de aanmeldingen op de wachtlijst worden in de school gecoördineerd. Dit verloopt niet via het aanmeldsysteem dat voor de Molse basisscholen gebruikt wordt.

 

De wetgeving schrijft voor dat in het buitengewoon basisonderwijs de capaciteit bepaald dient te worden op volgende niveaus:

       De school

       De vestigingsplaats

       Het kleuteronderwijs

       Het lager onderwijs

       Het type

Het voorstel tot capaciteitsbepaling voor SAIGO Sterrenbos bepaalt een capaciteit op elk van deze niveaus.

In het buitengewoon secundair onderwijs dient er een capaciteit bepaald te worden op één of meerdere van volgende niveaus:

 de school

 de vestigingsplaats;

 de opleidingsvorm;

 het type;

 het structuuronderdeel;

 de combinatie van twee of meerdere structuuronderdelen;

 de pedagogische eenheid

Het voorstel tot capaciteitsbepaling voor GIBBO Galbergen houdt rekening met een capaciteitsbepaling op schoolniveau. Dit geeft de school de mogelijkheid om met het onderwijsaanbod en de schoolorganisatie in te spelen op de individuele noden van de leerlingen.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

De gemeenteraad heft het gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2012 betreffende de capaciteitsbepaling van het gemeentelijk onderwijs op vanaf 1 september 2021.

 

Artikel 2

De gemeenteraad legt de maximale capaciteit voor de gemeentelijke school voor buitengewoon basisonderwijs, SAIGO Sterrenbos, Don Boscostraat 37, vanaf 1 september 2021 voor onbepaalde duur vast als volgt:

 

SAIGO Sterrenbos

 

 

Type basisaanbod

lager

121

Type 2*

lager

14

 

kleuter

14

 

 

 

Totaal school

 

149

 

 

 

*Exclusief de leerlingen die uren POAH genereren

 

Artikel 3

De gemeenteraad legt de maximale capaciteit voor de gemeentelijke school voor buitengewoon secundair onderwijs, GIBBO Galbergen, Don Boscostraat 39, vanaf 1 september 2021 voor onbepaalde duur vast als volgt:

 

GIBBO Galbergen

 

 

 

Totaal school*

156

*Exclusief de leerlingen die uren POAH genereren

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GEMEENTELIJK ONDERWIJS (GBS MOZAWIEK, EZAART + HEIDEHUIZEN) - CAPACITEITSBEPALING - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Feiten en context

De gemeenteraad heeft in zitting van 23 december 2019 de maximale capaciteit voor de gemeentelijke basisscholen voor onbepaalde duur bepaald.

 

In functie van de aanmeldingen voor de inschrijvingen schooljaar 2021-2022, die starten in januari 2021, wil de directie van de gemeentelijke basisschool Mozawiek (Ezaart + Heidehuizen) de maximale capaciteit wijzigen.

 

Juridische gronden

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Het decreet van 25 november 2011 betreffende het inschrijvingsrecht.

 

Het decreet op het basisonderwijs van 25 februari 1997.

 

Artikel 21 van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.

 

Inspraak en advies

De schoolraad van de gemeentelijke basisschool Mozawiek (Ezaart + Heidehuizen) werd per email geraadpleegd over het nieuwe voorstel betreffende de capaciteitsbepaling. De schoolraad ging akkoord met het nieuwe voorstel voor de capaciteitsbepaling.

 

Bijlage

1)      GBS Mozawiek - schriftelijk advies SR

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Om van start te kunnen gaan met de aanmeldingsprocedure, dient het schoolbestuur de maximale capaciteit van de scholen vast te leggen. Dit is gebeurd op 23 december 2019, voor onbepaalde duur.

 

In functie van de aanmeldingen voor de inschrijvingen schooljaar 2021-2022, die starten in januari 2021, wil de directie van de gemeentelijke basisschool Mozawiek (Ezaart + Heidehuizen) de maximale capaciteit voor deze twee scholen wijzigen.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad legt de volgende capaciteitsbepaling vast voor onbepaalde duur:

 

 

Mozawiek Ezaart

Mozawiek Heidehuizen

Instapklas

48 (+2)

10

1ste kleuter

48 (+4)

10

2de kleuter

48 (+4)

10

3de kleuter

48 (+2)

10

1ste leerjaar

48

10 (+10)

2de leerjaar

48

10 (+10)

3de leerjaar

48

10 (+10)

4de leerjaar

48

10 (+10)

5de leerjaar

48

10 (+10)

6de leerjaar

48

10 (+10)

School

480 (+12)

100 (+60)

Kleuter

192 (+12)

40

Lager

288

60 (+60)

 

De maximale capaciteiten van De Zandloper (Rauw), Alles Kids (Gompel) en Klim-op (Ginderbuiten) blijven onveranderd.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GEMEENTELIJKE ACADEMIE VOOR BEELDENDE KUNSTEN (GABK) - VERDELING LESUREN 2020-2021 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Feiten en context

De Ministeriële dienstbrief van 11 juni 2020 deelt voor het schooljaar 2020-2021 het aanwendbare urenpakket aan de Gemeentelijke Academie voor Beeldende Kunsten (GABK), Markt 24 mee.

Hieruit blijkt dat 20 uren directeur, 285 lestijden leraar onderwijzend personeel, 33 administratieve omkaderingseenheden en 9 punten ICT (2 uren) worden toegekend.

Hierbij worden nog 4 additionele lestijden voor leraar onderwijzend personeel toegevoegd en 1 lestijd aanvangsbegeleiding.

 

3 lestijden uit het lesurenpakket van vorig schooljaar 2019-2020 werden eveneens overdragen naar huidige schooljaar. Deze zullen omwille van de onvoorspelbare gevolgen van de daling van het leerlingenaantal en de daaraan gekoppelde berekening van de omkadering, opnieuw doorgeschoven worden naar volgende schooljaar, 2021-2022.

 

Er worden 14 lestijden ten laste van het personeelswerkingsbudget (PWB) ingericht om de uitbouw van de studierichtingen en opties vanuit het nieuwe decreet DKO te kunnen realiseren.

Daarnaast wordt het urenpakket nog aangevuld met 7 domein-overschrijdende lestijden in het kader van Kunstkuur (KK), in samenwerking met Campus Het Spoor en de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord.

 

Juridische gronden

Het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.

 

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Het decreet van 15 maart 2019 tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit CAO XI vanaf het schooljaar 2019-2020.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs (organisatiebesluit).

 

Inspraak en advies

Op 29 oktober 2020 verleende het Afzonderlijk Bijzonder Overlegcomité (ABOC) een protocol van akkoord over de aanwending van de punten ICT en een protocol van akkoord over de aanwending van het lesurenpakket 2020-2021.

 

Bijlagen

1)      protocol ABOC - DKO  GIBBO - ICT 2020-2021

2)      protocol ABOC - GABK urenpakket 2020-2021

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De Vlaamse overheid, departement onderwijs & vorming - canon cultuurcel deelt bij mail van 19 mei 2020 mee dat 35 punten (= 7 lesuren) worden toegekend voor Kunstkuur, een samenwerking tussen de GABK en GO! Atheneum Het Spoor voor de schooljaren 2020-2021, 2021-2022 en 2022-2023.

 

De Ministeriële omzendbrief van 11 juni 2020 deelt voor het schooljaar 2020-2021 het aanwendbare lesuren- en puntenpakket aan de GABK mee.  Hieruit blijkt dat 20 uren directeur, 285 uren leraar onderwijzend personeel, 33 uren administratieve omkadering, 9 punten ICT-coördinatie, 2 additionele lesuren hogere graad, 2 additionele lesuren lagere en middelbare graad en 1 lesuur aanvangsbegeleiding worden toegekend.

 

Omwille van de geografische spreiding en het aantal wijkafdelingen worden uren ten laste van het personeelswerkingsbudget (PWB) ingericht.

 

De puntenenveloppen toegekend voor de personeelsomkadering van ICT-coördinatie voor het Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO) en het deeltijds kunstonderwijs (DKO) worden samen gelegd in een samenwerkingsverband.  De herverdeling van de gegenereerde punten stemt overeen met een opdracht van 2 lesuren.

 

Financiële weerslag

Voor de gesubsidieerde uren:

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

Voor de uren ten laste van het PWB:

Het personeel wordt uitbetaald door het ministerie van onderwijs.  Het ministerie vordert vervolgens deze kosten terug van de gemeente.

Er is krediet voorzien op het beleidsveld 082002 van actie 11.3.3.

 

De kosten van de uren ten laste van het PWB voor de gemeente Balen worden teruggevorderd van Balen.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

Het lestijdenpakket aan de GABK wordt voor het volledige schooljaar 2020-2021 (tenzij anders vermeld) vastgesteld als volgt:

 

Ambt van directeur

- 1 voltijdse betrekking van 20 uur

 

Ambt van administratieve medewerker

- 1 deeltijdse betrekking van 23 uur

- 1 deeltijdse betrekking van 7 uur

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur

 

Ambt van ICT-coördinator

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur

 

Onderwijzend personeel 1ste, 2de en 3de graad gesubsidieerd

 

1ste en 2de graad:

Beeldatelier

- 2 deeltijdse betrekkingen van 6 uur   12/22

- 3 deeltijdse betrekkingen van 9 uur   27/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 12 uur   24/22

 

Pedagogische coördinatie (beeldatelier)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

3de graad:

Beeldatelier

- 1 deeltijdse betrekking van 16 uur   16/22

- 1 deeltijdse betrekking van 7 uur   7/22

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   4/22

 

Totaal: 95 gesubsidieerde uren

 

Onderwijzend personeel hogere en specialisatiegraad gesubsidieerd

 

Schilderkunst

- 2 voltijdse betrekkingen van 20 uur   40/20

 

Tekenkunst

- 1 voltijdse betrekking van 20 uur   20/20

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/20

 

Grafisch ontwerp & illustratie

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/20

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/20 (PWB)

 

Beeldhouwen en ruimtelijke kunst

- 1 deeltijdse betrekking van 14 uur   14/20

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Fotokunst

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 4 uur   8/20

- 1 deeltijdse betrekking van 10 uur   10/20 (PWB)

 

Keramiek

- 1 voltijdse betrekking van 20 uur   20/20

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/20

 

Grafiekkunst

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/20

 

Textiele kunst

- 1 voltijdse betrekking van 20 uur   20/20

 

Interieurontwerp

- 1 deeltijdse betrekking van 7 uur   7/20

 

Waarnemingstekenen

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Kunstgeschiedenis

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Beeldende en audiovisuele kunsten

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

- 1 deeltijdse betrekking van 7 uur   7/20 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 2 deeltijdse betrekkingen van 3 uur   6/20 (vanaf 15.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20 (vanaf 15.10.20)

 

Projectatelier

- 2 deeltijdse betrekking van 4 uur   8/20

 

Levend model

- 2 deeltijdse betrekkingen van 4 uur   8/20

 

Pedagogische coördinatie (interieurontwerp)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Pedagogische coördinatie (beeldhouwen en ruimtelijke kunst)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Aanvangsbegeleiding (interieurontwerp)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Totaal: 195 gesubsidieerde uren + 14 uren in PWB-stelsel

 

Samenwerkingsinitiatieven Kunstkuur

 

Ambt van leraar domeinoverschrijdende initiatie

- 2 deeltijdse betrekkingen van 3 uur   6/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Totaal Samenwerkingsinitiatieven Kunstkuur: 7 gesubsidieerde uren

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GEMEENTELIJKE ACADEMIE VOOR MUZIEK EN WOORD (GAMW) - VERDELING LESUREN 2020-2021 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Feiten en context

De Ministeriële dienstbrief van 11 juni 2020 deelt voor het schooljaar 2020-2021 het aanwendbare urenpakket aan de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord (GAMW), Guido Gezellestraat 31a mee.

Hieruit blijkt dat 20 uren directeur, 652 lestijden onderwijzend personeel muziek en woordkunst-drama, 4 additionele lestijden, 3 lestijden aanvangsbegeleiding, 7 overgedragen lestijden podiumkunsten, 44 administratieve omkaderingseenheden en 12 punten ICT-coördinatie worden toegekend.

 

Omwille van de implementatieperiode, gespreid over drie schooljaren, van de nieuwe DKO-structuur worden 10 lestijden ten laste van het personeelswerkingsbudget (PWB) te Mol, Balen en Dessel ingericht.

Daarnaast beschikt de GAMW over 14 lestijden verbonden aan twee samenwerkingsinitiatieven Kunstkuur (KK).

 

Juridische gronden

Het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.

 

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Het decreet van 15 maart 2019 tot uitvoering van maatregelen betreffende het onderwijs uit CAO XI vanaf het schooljaar 2019-2020.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs (organisatiebesluit).

 

Inspraak en advies

Op 29 oktober 2020 verleende het Afzonderlijk Bijzonder Overlegcomité (ABOC) een protocol van akkoord over de aanwending van de punten ICT en een protocol van akkoord over de aanwending van het lesurenpakket 2020-2021.

 

Bijlagen

1)      protocol ABOC - DKO  GIBBO - ICT 2020-2021

2)      protocol ABOC - GAMW urenpakket 2020-2021

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De Vlaamse overheid, departement onderwijs & vorming - canon cultuurcel deelt bij mail van 6 mei 2019 mee dat 35 punten (= 7 lesuren) worden toegekend voor Kunstkuur, een samenwerking tussen de GAMW en GO! Steam-basisschool curieuzeneusen Balen voor de schooljaren 2019-2020, 2020-2021 en 2021-2022 en per mail van 19 mei 2020 dat 35 punten (= 7 lesuren) worden toegekend voor Kunstkuur, een samenwerking tussen de GAMW en de Vrije Basisschool - Stapsteen voor de schooljaren 2020-2021, 2021-2022 en 2022-2023.

 

De Ministeriële omzendbrief van 11 juni 2020 deelt voor het schooljaar 2020-2021 het aanwendbare lesuren- en puntenpakket aan de GAMW mee.  Hieruit blijkt dat 20 uren directeur, 652 uren leraar onderwijzend personeel, 44 uren administratieve omkadering, 12 punten ICT-coördinatie, 4 additionele lesuren hogere graad, 3 lesuren aanvangsbegeleiding en 7 uren podiumkunsten lager secundair (overdracht vorig schooljaar) worden toegekend.

 

In zitting van 18 april 2018 gaf het college van burgemeester en schepenen goedkeuring aan de GAMW om een aantal aanvragen voor onderwijsbevoegdheden en programmaties in te dienen bij het Ministerie van Onderwijs.  De onderwijsbevoegdheden hielden een uitbreiding van de aangeboden studierichtingen, opties en vakken in.  Het kaderde in het nieuwe decreet Deeltijds Kunstonderwijs, dat op 1 september 2018 van start ging.

Het college van burgemeester en schepenen verklaarde zich ook akkoord om hiervoor bijkomende budgetten te voorzien ten laste van het personeelswerkingsbudget (PWB).  Het personeel wordt hierbij uitbetaald door het ministerie van onderwijs en het vordert vervolgens de kosten terug van de gemeente.

 

De puntenenveloppen toegekend voor de personeelsomkadering van ICT-coördinatie voor het Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO) en het deeltijds kunstonderwijs (DKO) worden samen gelegd in een samenwerkingsverband.  De herverdeling van de gegenereerde punten stemt overeen met een opdracht van 3 uren.

 

Financiële weerslag

Voor de gesubsidieerde uren:

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor het gemeentebestuur.

 

Voor de uren ten laste van het PWB:

Het personeel wordt uitbetaald door het ministerie van onderwijs.  Het ministerie vordert vervolgens deze kosten terug van de gemeente.

Er is krediet voorzien op het beleidsveld 082001 van actie 11.3.3.

 

De kosten van de uren ten laste van het PWB voor de gemeente Balen en de gemeente Dessel worden teruggevorderd van Balen en Dessel.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

Het lestijdenpakket aan de GAMW wordt voor het volledige schooljaar 2020-2021 (tenzij anders vermeld) vastgesteld als volgt:

 

Ambt van directeur

- 1 voltijdse betrekking van 20 uur

 

Ambt van administratieve medewerker

- 1 deeltijdse betrekking van 31 uur

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur

- 1 deeltijdse betrekking van 5 uur

 

Ambt van ICT-coördinator (leraar)

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur

 

Domein Muziek

 

Ambt van begeleider

- 2 deeltijdse betrekkingen van 6 uur   12/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar aanvangsbegeleiding (instrument: klassiek: altsaxofoon)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar aanvangsbegeleiding (instrument: klassiek: slagwerk)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar aanvangsbegeleiding (instrument: klassiek: zang)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar analyse en begeleidingspraktijk

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20 (PWB)

 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20 (PWB)

 

Ambt van leraar arrangeren

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar begeleidingspraktijk: jazz-pop-rock: piano

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

 

Ambt van leraar begeleidingspraktijk: klassiek: accordeon

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar begeleidingspraktijk: klassiek: beiaard

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar begeleidingspraktijk: klassiek: gitaar

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/22

 

Ambt van leraar begeleidingspraktijk: klassiek: harp

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar begeleidingspraktijk: klassiek: orgel

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar begeleidingspraktijk: klassiek: piano

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   4/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/20

 

Ambt van leraar begeleidingspraktijk: klassiek: slagwerk

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar compositie

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

 

Ambt van leraar compositie: dj

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar compositie: experimentele muziek

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar compositie: klassiek

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar directie instrumentale muziek

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20 (PWB)

 

Ambt van leraar dj-vaardigheden

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/20

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

 

Ambt van leraar geluidsleer en opnametechniek

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar groepsmusiceren instrumentaal: jazz-pop-rock

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/20

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar groepsmusiceren instrumentaal: klassiek

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekkingen van 8 uur   8/20 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 5 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   10/20 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 5 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   5/20 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20 (vanaf 15.10.20)

- 6 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   12/20 (vanaf 15.10.20)

- 8 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   8/20 (vanaf 15.10.20)

 

Ambt van leraar groepsmusiceren vocaal: folk- en wereldmuziek

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar groepsmusiceren vocaal: jazz-pop-rock

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar groepsmusiceren vocaal: klassiek

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar groepsmusiceren vocaal: oude muziek

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar improvisatie

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/22

 

Ambt van leraar instrument: folk- en wereldmuziek: zang

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: accordeon

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: altsaxofoon

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: basgitaar

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: contrabas

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: elektrische en/of akoestische gitaar

- 1 deeltijdse betrekking van 9 uur   9/22

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: piano

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekking van 5 uur   5/20

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: slagwerk

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: tenorsaxofoon

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: trompet

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar instrument: jazz-pop-rock: zang

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/20

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   4/20

- 1 deeltijdse betrekking van 5 uur   5/22 (van 01.09.20 t/m 14.10.20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22 (van 01.09.20 t/m 14.10.20

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/22 (vanaf 15.10.20)

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/22 (vanaf 15.10.20)

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: accordeon

- 1 deeltijdse betrekking van 14 uur   14/20

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: altfluit

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: altsaxofoon

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20 (vanaf 15.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20 (vanaf 15.10.20)

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: altviool

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/22

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: baritonsaxofoon

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: basklarinet

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: bastrombone

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: bastuba

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: beiaard

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: blokfluit

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: cello

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekking van 7 uur   7/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: contrabas

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: dwarsfluit

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/20 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 2 deeltijdse betrekkingen van 4 uur   8/22 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 5 uur   5/20 (vanaf 15.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/22 (vanaf 15.10.20)

- 2 deeltijdse betrekking van 2 uur   4/22 (vanaf 15.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20 (vanaf 15.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20 (vanaf 15.10.20)

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: Engelse hoorn

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: eufonium

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: fagot

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: gitaar

- 1 deeltijdse betrekking van 11 uur   11/22

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/20

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

- 1 deeltijdse betrekking van 11 uur   11/20

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: harp

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: hobo

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: hoorn

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/20

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: klarinet

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/22

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: kleine klarinet

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: orgel

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: piano

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/22

- 1 deeltijdse betrekking van 5 uur   5/22

- 3 deeltijdse betrekkingen van 7 uur   21/22

- 1 deeltijdse betrekking van 16 uur   16/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 3 uur   6/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 5 uur   10/20

- 1 deeltijdse betrekking van 7 uur   7/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: piccolo

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: slagwerk

- 3 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   6/22

- 1 deeltijdse betrekking van 7 uur   7/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 3 uur   6/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: sopraansaxofoon

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: tenorsaxofoon

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: trombone

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/22

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/22

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: viool

- 1 deeltijdse betrekking van 10 uur   10/22

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar instrument: klassiek: zang

- 1 deeltijdse betrekking van 10 uur   10/22

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/20

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

 

Ambt van leraar instrument: oude muziek: blokfluit

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar instrument: oude muziek: zang

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/20

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar koordirectie

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20 (PWB)

 

Ambt van leraar live/studio electronics

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar muziekcultuur: klassiek

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar muziekgeschiedenis: klassiek

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar muziekinitiatie

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22 (van 01.09.20 t/m 14.10.20

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/22 (van 01.09.20 t/m 14.10.20

- 3 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   3/22 (vanaf 15.10.20)

- 2 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   4/22 (vanaf 15.10.20)

 

Ambt van leraar muziekproductie

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/20

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar muziektheorie

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/20

 

Ambt van leraar muzikale en culturele vorming

- 1 deeltijdse betrekking van 20 uur   20/22

- 1 deeltijdse betrekking van 12 uur   12/22

- 1 deeltijdse betrekking van 11 uur   11/22

- 1 deeltijdse betrekking van 10 uur   10/22 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 1 deeltijdse betrekking van 6 uur   6/22 (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

- 2 deeltijdse betrekkingen van 6 uur   12/22 (vanaf 15.10.20)

- 2 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   4/22 (vanaf 15.10.20)

 

Ambt van leraar muzikale en culturele vorming: dj

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

 

Ambt van leraar muzikale en culturele vorming: jazz-pop-rock

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

 

Ambt van leraar muzikale en culturele vorming: klassiek

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/22

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/22

 

Ambt van leraar pedagogische coördinatie (begeleidingspraktijk: klassiek: piano)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar pedagogische coördinatie (instrument: klassiek: altsaxofoon)

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar pedagogische coördinatie (instrument: klassiek: dwarsfluit)

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar pedagogische coördinatie (instrument: klassiek: piano)

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar pedagogische coördinatie (instrument: klassiek: slagwerk)

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar pedagogische coördinatie (instrument: klassiek: zang)

- 1 deeltijdse betrekking van 5 uur   5/20

 

Ambt van leraar pedagogische coördinatie (muziektheorie)

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar singer-songwriter

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

- 2 deeltijdse betrekkingen van 1 uur   2/22

 

Totaal domein Muziek: 613 gesubsidieerde uren + 6 uren in PWB-stelsel (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

Totaal domein Muziek: 615 gesubsidieerde uren + 6 uren in PWB-stelsel (vanaf 15.10.20)

 

Domein Woordkunst-drama

 

Ambt van leraar dramacultuur

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar dramalab

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar schrijven

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar spreken en presenteren

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/20

 

Ambt van leraar theater

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/20

 

Ambt van leraar verteltheater-stemregie

- 1 deeltijdse betrekking van 3 uur   3/20

 

Ambt van leraar woordatelier

- 1 deeltijdse betrekking van 1 uur   1/22

- 1 deeltijdse betrekking van 8 uur   8/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   4/22 (PWB)

 

Ambt van leraar woordinitiatie

- 1 deeltijdse betrekking van 2 uur   2/22

 

Ambt van leraar woordlab

- 1 deeltijdse betrekking van 12 uur   12/22

- 2 deeltijdse betrekkingen van 3 uur   6/22

 

Totaal domein Woordkunst-drama: 41 gesubsidieerde uren + 4 uren in PWB-stelsel

 

Samenwerkingsinitiatieven Kunstkuur

 

Ambt van leraar domeinoverschrijdende initiatie

- 1 deeltijdse betrekking van 4 uur   4/22

- 5 deeltijdse betrekkingen van 2 uur   10/22

 

Totaal Samenwerkingsinitiatieven Kunstkuur: 14 gesubsidieerde uren

 

Rest: 12 lestijden (van 01.09.20 t/m 14.10.20)

Rest: 10 lestijden (vanaf 15.10.20)

(onder voorbehoud van goedkeuring overdraagbaar naar het volgende schooljaar)

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GIBBO GALBERGEN - VASTSTELLING LESURENPAKKET 2020-2021 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Feiten en context

Bij het begin van het schooljaar stelt het schoolbestuur de lesurenpakketten en de verdeling ervan vast: de prestaties van de directie, het onderwijzend personeel, het paramedisch personeel, de zorgcoördinatie, ICT-coördinatie en het ondersteunend personeel aan GIBBO Galbergen, Don Boscostraat 39.

 

De lesuren zijn gebaseerd op het aantal leerlingen op 1 februari van het vorige schooljaar.

 

Het aantal gesubsidieerde leerlingen op 1 februari 2020 aan het Gemeentelijk Instituut voor Buitengewoon Beroeps Onderwijs (GIBBO) Galbergen, Don Boscostraat 39, 2400 Mol is geverifieerd op 96 (67 leerlingen Type basisaanbod OV3 + 14 leerlingen Type 1 OV3 + 11 leerlingen Type 9 OV3 + 4 leerlingen Type 2 OV1).

 

Juridische gronden

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Hoofdstuk II - afdeling 2 artikel 19 §2 van het decreet rechtspositie van de personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991.

 

Artikel 2 van het Besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket uren-leraar in het voltijds secundair onderwijs.

 

Artikel 21 van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.

 

Ministeriële omzendbrief SO/2011/01 (buso) van 1 februari 2011 - omkadering in het buitengewoon onderwijs.

 

Ministeriële omzendbrief SO/2008/04 van 18 juli 2008 - experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel.

 

Ministeriële omzendbrief SO/2019/03 (BuSO) van 24 maart 2019 (laatst gewijzigd op 18/6/2019) - Uitvoering cao XI - aanvangsbegeleiding in het secundair onderwijs.

 

Inspraak en advies

Op 2 juni 2020 verleende de schoolraad een gunstig advies over het ontwerp van het urenpakket voor het schooljaar 2020-2021.

 

Het ABOC verleende op 28 augustus 2020 en op 29 oktober 2020 protocols van akkoord over de aanvangsbegeleiding, de aanwending van het urenpakket en de aanwending van de punten ICT.

 

Bijlagen

1)      Advies schoolraad 2/6/2020

2)      Protocol ABOC 28/8/2020 - aanvangsbegeleiding

3)      Protocol ABOC 29/10/2020 - lesurenpakket

4)      Protocol ABOC 29/10/2020 - ICT

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De ministeriële dienstbrieven voor het schooljaar 2020-2021 delen de berekening van de uren, ambten en puntenenveloppen voor GIBBO Galbergen mee.

 

De puntenenveloppen toegekend voor de personeelsomkadering van ICT-coördinatie voor het BuSO en het deeltijds kunstonderwijs worden samengelegd in een samenwerkingsverband. De herverdeling van de gegenereerde punten stemt overeen met een opdracht van 2 uren als leraar ASV.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad keurt de vaststelling van het urenpakket aan het GIBBO Galbergen, Don Boscostraat 39, voor het schooljaar 2020-2021 goed:

 

Binnen het urenpakket:

Bevorderings- en selectieambten

1 ambt van directeur (voltijds vanaf 72 leerlingen)

1 ambt van technisch adviseur coördinator (120 punten uit de puntenenveloppe of 30 lesuren)

 

Urenpakketten voor de wervingsambten

Onderwijzend personeel:

415 uren

Paramedisch personeel

60 uren

Ondersteunend personeel

164 punten uit de puntenenveloppe of 72 uren worden gebruikt om twee betrekkingen van opvoeder in te richten van elk 82 punten: één met weddenschaal 106 en één met weddenschaal 158.

 

Buiten het urenpakket:

5 punten leraar ASV-ICT-coördinatie

12 punten uit de punteneveloppe (1 punt over) of 3 uren leraar BGV voor taak- en functiedifferentiatie

11 uren leraar ASV (8 uren) en leraar BGV (3 uren) voor GOK

23 uren leraar ASV-niet confessionele zedenleer

21 uren leraar ASV-islamitische godsdienst

11 uren leraar ASV-protestants evangelische godsdienst

2 uren leraar ASV voor aanvangsbegeleiding

7/30 uren logopedie en 14/22 uren ASV ondersteuningsnetwerk (overdracht naar NOA4= 8/22 lesuren en 7 eenheden paramedici)

extra uren ondersteuningsnetwerk van coördinatie Antwerpen (3/30 uren logopedie, 5/22 uren ASV - kan nog wijzigen)

16/22 uren POAH

 

Extra uren:

46 uren klassenraad, waarvan het aantal afhankelijk is van de individuele opdrachten van de leerkrachten

9 uren ASV-bijscholing begeleiding, verplicht in te richten als leraar ASV

8 uren klassendirectie, die toegevoegd worden aan het vermelde urenpakket voor het onderwijzend personeel (415 + 8 = 423)

 

De lesuren voor levensbeschouwelijke vakken kunnen in de loop van het schooljaar worden herzien, wanneer zich wijzigingen voordoen in het volgen van deze cursussen.

 

Verdeling urenpakket onderwijzend personeel, paramedisch personeel en aanwending BPT-uren:

Het totale urenpakket van 423 uren voor het onderwijzend personeel (lesurenpakket 415 + klassendirectie 8):

leraar ASV: 144 uren

leraar BGV: 279 uren (bouw=50 uren, mechanica-elektriciteit=50 uren, huishoudkunde en voeding= 179 uren)

Het urenpakket van 51 uren voor het paramedisch personeel:

kinesitherapie: 17/32 uren

logopedie: 34/30 uren

orthopedagogie: 8/40 uren

 

Noot: 3% van het lesurenpakket mag gebruikt worden voor het inrichten van bijzondere pedagogische taken. Dit mag overschreden worden mits akkoord van het lokaal comité, bij scholen met modulair stelsel.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

GEMEENTELIJK ONDERWIJS MOL - VERLENGING SAMENWERKINGSPLATFORM ICT VANAF 1 SEPTEMBER 2020 - GOEDKEURING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

In zitting van 20 oktober 2014 gaf de gemeenteraad goedkeuring voor de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst ICT tussen de gemeentelijke scholen van de scholengemeenschap Gemeentelijk Onderwijs Mol (SGOM).

Met ingang van 1 september 2020 ging een nieuwe periode van start voor het vormen van scholengemeenschappen. Deze periode van samenwerking loopt vanaf 1 september 2020 voor een periode van 6 schooljaren.

In gemeenteraadszitting van 23 maart 2020 werd de scholengemeenschap voor het gemeentelijk onderwijs bestendigd en werd de nieuwe naam van de scholengemeenschap, TROTS, goedgekeurd.

De bestendiging van de scholengemeenschap impliceert ook de bestendiging van de samenwerkingsovereenkomst ICT binnen de scholengemeenschap.

 

Daarnaast gaf de gemeenteraad in zitting van 20 oktober 2014 goedkeuring voor de verlenging van het samenwerkingsplatform voor ICT-coördinatie tussen de scholen van de Scholengemeenschap Gemeentelijk Onderwijs Mol (SGOM), GIBBO Galbergen, de Academie voor Muziek en Woord en de Academie voor beeldende Kunsten en dit vanaf 1 september 2014 voor een periode van 6 schooljaren.

Dit samenwerkingsplatform voor ICT-coördinatie dient verlengd te worden vanaf 1 september 2020.

 

Juridische gronden

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

Omzendbrief GD/2003/04 - Mededelingen betreffende ICT-coördinatie: maatregelen vanaf het schooljaar 2005-2006, met ingangsdatum 18 juli 2003, laatst gewijzigd op 28 september 2020.

 

Inspraak en advies

De respectievelijke schoolraden van de basisscholen en GIBBO Galbergen gaven schriftelijk een positief advies voor de verlenging van het samenwerkingsplatform ICT-coördinatie tussen de scholen van de scholengemeenschap TROTS, GIBBO Galbergen, de Academie voor Beeldende Kunsten en de Academie voor Muziek en Woord.

 

Het afzonderlijk bijzonder overlegcomité leverde na digitale bevraging een protocol van akkoord af voor de verlenging van het samenwerkingsplatform ICT tussen de scholen van de scholengemeenschap TROTS, GIBBO Galbergen, de Academie voor Beeldende Kunsten en de Academie voor Muziek en Woord.

 

Bijlagen

1)      Gemeenteraadsbesluit 20 oktober 2014 betreffende de verlenging van het samenwerkingsplatform ICT

2)      Gemeenteraadsbesluit 23 maart 2020 betreffende de vernieuwing van de scholengemeenschap

3)      Advies schoolraden scholengemeenschap TROTS

4)      Advies schoolraad GIBBO Galbergen

5)      Advies ABOC

6)      Agodi - Meldingsdocument samenwerkingsplatform

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Een bestendiging van het samenwerkingsplatform ICT-coördinatie is noodzakelijk zodat het inzetten van de puntenenveloppe ICT voor de aanstelling van een leerkracht/ICT-coördinator in de individuele scholen (GIBBO, ABK, AMW) mogelijk blijft en de werkingsmiddelen voor ICT-coördinatie aangewend kunnen worden.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad geeft goedkeuring om het samenwerkingsplatform ICT-coördinatie te bestendigen vanaf 1 september 2020 en dit voor 6 schooljaren.

Het samenwerkingsplatform betreft de samenwerking tussen de scholen van de scholengemeenschap TROTS, zijnde:

       gbs Alles Kids, Pastoor Vaesstraat 24

       gbs De Zandloper, Gemeenteheistraat 1

       gbs Klim-Op, Ginderbuiten 212

       gbs Mozawiek, Schoolstraat 3

       SAIGO Sterrenbos, Don Boscostraat 37

En de individuele gemeentelijke scholen:

       GIBBO Galbergen, Don Boscostraat 39

       Gemeentelijke academie voor beeldende kunsten, Markt 24

       Gemeentelijke academie voor muziek en woord, Guido Gezellestraat 31a

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

PONTES - BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING OP 17 DECEMBER 2020 - GOEDKEURING AGENDA EN VASTSTELLEN MANDAAT VERTEGENWOORDIGER

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

De gemeente is deelnemer van Pontes.

 

De gemeente werd per mail van 3 november 2020 opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Pontes die op 17 december 2020 plaats heeft in het crematorium van Turnhout, aan de Steenweg op Merksplas 68.

 

De agenda van deze algemene vergadering bevat volgende agendapunten:

1. Algemene vergadering: verslag 10 juni 2020 - goedkeuring

2. Financiën: budget 2021 - goedkeuring

3. Beleid: beleidsnota 2021 - goedkeuring

4. Algemeen: impact coronacrisis op de werking van Pontes - toelichting

5. Varia en rondvraag

 

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur (DLB) van 22 december 2017 en in het bijzonder artikel 40 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad.

 

Deel 3, titel 3 van het DLB inzake de intergemeentelijke samenwerking en in het bijzonder artikel 432, derde lid dat bepaalt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient herhaald te worden voor elke algemene vergadering.

 

De statuten van Pontes.

 

De besluiten van de gemeenteraad van 11 maart 2019 en 22 juni 2020 waarbij Luc Van Craenendonck  werd aangeduid als vertegenwoordiger en Anneleen Dom als plaatsvervangend vertegenwoordiger om deel te nemen aan alle algemene vergaderingen van Pontes voor de bestuursperiode 2019-2024.

 

Bijlagen

1)      Brief en bijlagen van Pontes.

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

De gemeenteraad neemt kennis van de uitnodiging van 3 november 2020 ter voorbereiding van de buitengewone algemene vergadering van Pontes.

 

De gemeenteraad dient volgende agendapunten goed te keuren:

1. Algemene vergadering: verslag 10 juni 2020 - goedkeuring

2. Financiën: budget 2021 - goedkeuring

3. Beleid: beleidsnota 2021 - goedkeuring

4. Algemeen: impact coronacrisis op de werking van Pontes - toelichting

5. Varia en rondvraag

 

Er zijn geen redenen voorhanden om de goedkeuring van de agendapunten te weigeren.

 

Het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden vastgesteld om conform het besluit van de gemeenteraad te handelen en te beslissen op deze buitengewone algemene vergadering.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Artikel 1

Op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota worden de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Pontes van 17 december 2020, zoals overgemaakt per mail van 3 november 2020, goedgekeurd.

 

Artikel 2

De gemeentelijke vertegenwoordiger wordt gemandateerd om op de algemene vergadering van Pontes van 17 december 2020 conform dit besluit te handelen en te beslissen. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de gemeentelijke vertegenwoordiger gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Pontes.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020
Overzicht punten

Zitting van 14 december 2020

 

POLITIEVERORDENING - VERSTRENGING CORONAMAATREGELEN VOOR VRIJETIJDSACTIVITEITEN VOOR -12 JARIGEN - BEKRACHTIGING

 

 

GRONDEN

 

Voorgeschiedenis / Feiten en context

Bij Ministerieel Besluit van 28 oktober 2020 werden bijkomende maatregelen genomen om de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan.

 

Gelet op het hoge aantal besmettingen met COVID-19 op dat moment in Mol en omstreken en gelet op de  druk die dat legde op het Heilig Hartziekenhuis, nam de burgemeester op 28 oktober 2020 het besluit om de coronamaatregelen opgenomen in het Ministerieel Besluit van 28 oktober 2020 op sommige punten verder te verstrengen voor -12 jarigen.

 

Vanaf donderdag 29 oktober 2020 tot en met donderdag 19 november 2020 legde de burgemeester volgende maatregelen op in Mol ter bestrijding van het coronavirus COVID-19:

 

In afwijking van art. 8, 7° van het MB van 28 oktober 2020 worden de culturele plaatsen tevens gesloten voor:

- groepen van kinderen tot en met 12 jaar, in het kader  van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het verplicht onderwijs;

- stages en activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar.

 

In afwijking van art. 15§4 van het MB van 28 oktober 2020 mogen kinderen tot en met 12 jaar de volgende activiteiten niet bijwonen:

 de activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter;

 de kampen, stages en activiteiten, uitgezonderd activiteiten in het kader van erkende buitenschoolse kinderopvang.

 

In afwijking van art. 15§ 6 van het MB van 28 oktober 2020 mogen er geen niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen plaatsvinden voor deelnemers tot en met 12 jaar.

 

In afwijking van art. 18 van het MB van 28 oktober 2020 zijn kampen, stages en activiteiten zonder overnachting, alsook de speelpleinwerking niet toegestaan voor kinderen tot en met 12 jaar, uitgezonderd in het kader van erkende buitenschoolse kinderopvang.

 

De burgemeesters van de omliggende gemeenten Balen, Dessel, Retie, Geel, Laakdal en Meerhout namen dezelfde maatregelen.

 

Bij burgemeesterbesluit van 16 november 2020 werden deze maatregelen verlengd tot 29 november 2020 voor activiteiten in open lucht en tot 13 december 2020 voor indooractiviteiten.

 

Intussen werden de federale maatregelen verlengd tot 15 januari 2021.

 

Het aantal besmettingen met COVID-19 is nog steeds hoog. Op 10 december 2020 telt Mol volgens cijfers van Sciensano 419 besmettingen op 100.000 inwoners over de laatste 14 dagen. Het aantal ziekenhuisopnames in het Heilig Hartziekenhuis is de laatste dagen terug gestegen.

 

Artikel 27§1 van het MB van 28 oktober 2020 bepaalt dat wanneer de burgemeester of de gouverneur door het gezondheidsorganisme van de betrokken gefedereerde entiteit wordt ingelicht over een plaatselijke toename van de epidemie op diens grondgebied, of wanneer hij dit vaststelt, de burgemeester of de gouverneur bijkomende maatregelen moet nemen vereist door de situatie.

 

Op 10 december 2020 besliste de burgemeester tot een verlenging van de verstrenging van een aantal coronamaatregelen voor vrijetijdsactiviteiten voor -12 jarigen op het grondgebied van de gemeente Mol.

 

Vanaf zondag 13 december 2020 tot 15 januari 2021 legt de burgemeester volgende maatregelen op in Mol ter bestrijding van het coronavirus COVID-19:

 

In afwijking van art. 8 §1, 9° van het MB van 28 oktober 2020 worden de indoor culturele plaatsen tevens gesloten voor:

- groepen van kinderen tot en met 12 jaar, in het kader  van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het verplicht onderwijs;

- stages en activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar.

Lessen van het deeltijds kunstonderwijs kunnen wel doorgaan volgens het geldende onderwijsprotocol.

 

In toepassing van art. 8§1, 10° van het MB van 28 oktober 2020 worden sportactiviteiten, -stages en -kampen voor kinderen tot en met 12 jaar niet toegelaten in sportzalen en indoor sportvoorzieningen.

 

In afwijking van art. 15§5 van het MB van 28 oktober 2020 mogen kinderen tot en met 12 jaar de volgende activiteiten niet bijwonen:

 de activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter, uitgezonderd wanneer deze activiteiten in open lucht doorgaan;

 de kampen, stages en activiteiten, uitgezonderd activiteiten in open lucht of in het kader van erkende buitenschoolse kinderopvang.

 

In afwijking van art. 15§7 van het MB van 28 oktober 2020 mogen er geen niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen plaatsvinden voor deelnemers tot en met 12 jaar, tenzij deze in open lucht doorgaan.

 

In afwijking van art. 18 van het MB van 28 oktober 2020 zijn kampen, stages en activiteiten zonder overnachting, alsook de speelpleinwerking niet toegestaan voor kinderen tot en met 12 jaar, uitgezonderd deze in open lucht of in het kader van erkende buitenschoolse kinderopvang.

 

Juridische gronden

Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester een politieverordening kan maken in geval van onvoorziene gebeurtenissen waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, onder de verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

 

Bijlagen

1) besluit van de burgemeester van 10 december 2020

 

MOTIVERING

 

Argumentatie

Op één punt verschilt de hogere regelgeving van onze lokale analyse. Zo gelden de restricties op vlak van sport en jeugdwerking niet voor kinderen jonger dan 12 jaar. De medische experts die het lokaal contactonderzoek in Mol, Balen, Dessel en Retie coördineren, stellen dat op medisch vlak deze leeftijdsgrens weinig verschil maakt voor het virus. Ook jonge kinderen raken in onze regio besmet en geven het virus door binnen familiekring, zo bewijst ons lokaal contactonderzoek. Dit gebeurt meestal zonder dat de jonge kinderen ziektesymptomen vertonen. Daarom worden grootouders door de hogere overheden al sinds het begin van de crisis afgeraden om nog nauw contact te hebben met jonge kinderen. Het samenbrengen van veel -12-jarigen - en zeker in een binnenruimte - is niet zonder risico’s. Binnen de schoolcontext gebeurt dit zo veilig mogelijk in dezelfde klasbubbels. Vrijetijdsactiviteiten leiden onvermijdelijk tot extra sociale contacten over de verschillende klasbubbels heen.

 

Nieuw onderzoek van KU Leuven en Sciensano lijkt dit te bevestigen. Op 13 november 2020 verscheen op de website van VRT dat uit dit onderzoek blijkt dat kinderen wel degelijk vatbaar zijn voor corona, meer zelfs dan eerst gedacht.

 

Onze regio – en dus ook het Heilig Hartziekenhuis – werd bovengemiddeld getroffen door het coronavirus. De maatregelen van de regering en de verstrenging die de burgemeester op 28 oktober 2020 doorvoerde voor de -12 jarigen hebben positieve effecten gehad op het aantal besmettingen, maar waakzaamheid blijft geboden.

 

Het aantal besmettingen blijft momenteel nog zeer hoog (419 besmettingen op 100.000 inwoners over de laatste 14 dagen) en de dalende trend van de voorbije weken is terug gekeerd, waardoor het niet aan de orde is om op korte termijn veel versoepelingen te kunnen doen. We zien in de regio ook  de eerste besmettingsclusters opduiken in lagere scholen. Met de eindejaarsperiode in zicht staan we voor een cruciaal moment in het vermijden van een derde golf.

 

Op 10 december 2020 vond een overleg plaats tussen de zeven gemeentebesturen Mol, Balen, Dessel, Retie, Geel, Meerhout en Laakdal waarin gezamenlijk werd besloten om het verbod op binnenactiviteiten voor kinderen tot en met 12 jaar te handhaven. Hiermee gaan we in op het verzoek van onze provinciegouverneur om de buitenschoolse sociale contacten tussen kinderen maximaal te beperken. De oproep van de provinciegouverneur wordt gesteund door de medische experts die de lokale cijfers interpreteren en de gemeentelijke crisiscellen begeleiden. Zij beschouwen de komende weken - inclusief de eindejaarsperiode - als een cruciale periode om een derde golf te vermijden. Naast risicovolle contacten tussen volwassen spelen ook kinderen onmiskenbaar een rol in de verspreiding van besmettingen. De laatste dagen gaan de besmettingscijfers steeds meer de verkeerde richting uit en zien we besmettingen in alle leeftijdscategorieën.

 

De maatregelen worden verlengd tot 15 januari 2020, wat ook het moment is waarop de federale maatregelen zullen aflopen. Op dat moment krijgen we zicht op de impact van de eindejaarsperiode op onze regionale besmettingscijfers. Concreet betekent dit dat alle binnenactiviteiten voor kinderen tot en met 12 jaar verboden blijven. Buitenactiviteiten mogen voor deze jonge doelgroep blijven doorgaan volgens de geldende protocollen.

 

Het Ministerieel Besluit bepaalt in artikel 8§1,10° dat sportactiviteiten, -stages en -kampen georganiseerd voor kinderen tot en met 12 jaar enkel mogelijk zijn indien ze toegelaten worden door de lokale overheid. De lokale overheid verleent hier haar toestemming, gelet op het bovenstaande, niet voor.

 

Financiële weerslag

Dit besluit heeft geen financiële weerslag voor het gemeentebestuur.

 

 

BESLUIT

 

Enig artikel

De gemeenteraad bekrachtigt de politieverordening van de burgemeester van 10 december 2020 houdende de verlenging van de verstrenging van coronamaatregelen voor vrijetijdsactiviteiten voor -12 jarigen.

 

 

Beroepsmogelijkheden

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de bekendmaking een klacht worden ingediend bij de toezichthoudende overheid via het digitaal klachtenformulier op https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/digitaal-klachtenformulier ofwel via  aangetekende zending naar Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel ofwel via afgifte tegen ontvangstbewijs op het adres Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC Herman Teirlinck Brussel, Thurn & Taxis-site, Havenlaan 88 bus 70, 1000 Brussel.

 

Deze beslissing kan tevens het voorwerp uitmaken van een verzoek tot nietigverklaring en/of schorsing, eventueel bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bij de Raad van State (afdeling bestuursrechtspraak) Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.

Het verzoekschrift daartoe moet aan deze instantie ofwel worden verzonden bij een per post aangetekend schrijven, ofwel wordt dit ingediend volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek ‘e-procedure’ op de website van de Raad van State - http://www.raadvst-consetat.be).

Het beroep moet binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van deze beslissing worden ingediend.  Het verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid moet ingediend worden binnen de termijn bepaald door de rechtspraak van de Raad van State op straffe van onontvankelijkheid.

Het beroep dient te beantwoorden aan de vormvoorschriften en termijnen van het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Publicatiedatum: 18/12/2020